Naar inhoud springen

Johannes 1: verschil tussen versies

6.752 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
k (→‎1: Taalfouten verbeterd)
Regel 146:
Joh 1:21  En zij vroegen hem: Wat dan? Bent u Elia? En hij zei: Ik ben het niet. Bent u de profeet? En hij antwoordde: Nee. (Telos)
'''De profeet.''' Van wie Mozes sprak, een profeet als hij.
 
''De 18:15 Een Profeet, uit het midden van u, uit uw broederen, als mij, zal u de HEERE, uw God, verwekken; naar Hem zult gij horen; (SV)''
 
== 22 ==
Regel 204 ⟶ 206:
 
'''Dat Deze de Zoon van God is.''' En tevens, aldus Johannes, "het Lam van God" (2). Zoon èn offerlam. Dat herinnert ons aan [[Izak]], die door zijn vader Abraham geofferd werd.
 
== 35 ==
Joh 1:35  De volgende dag stond Johannes daar weer, en twee van zijn discipelen. (Telos)
​'''De volgende dag.''' Het is de eerste dag, gerekend tot ‘de derde dag’ van Joh. 2:1 en 'de volgende dag' van vs. 43.
 
'''Twee van zijn discipelen.''' Onder wie Andreas (vs. 40).
 
== 36 ==
Joh 1:36  En toen hij op Jezus zag, die daar wandelde, zei hij: Zie, het Lam van God. (Telos)
'''Zie, het Lam van God.''' Merk op dat Johannes niet zei: 'Zie, de Messias' (vgl. vs. 42) of 'Zie, de Zoon van God' (vgl. vs. 49), of 'Zie, de koning van Israël' (vgl. vs. 49). Johannes zag door de ogen van God.
 
== 37 ==
Joh 1:37   En de twee discipelen hoorden hem spreken en volgden Jezus. (Telos)
'''De twee discipelen.''' Zie vers 35.
 
== 38 ==
Joh 1:38  En Jezus keerde Zich om en zag dat zij Hem volgden, en zei tot hen: (1-39) Wat zoekt u? En zij zeiden tot Hem: Rabbi (wat vertaald wil zeggen: Meester), waar verblijft U? (Telos)
'''Rabbi.''' Ook Nathanaël zal hem met 'rabbi' (vs. 49) aanspreken.
 
== 39 ==
Joh 1:39  (1-40) Hij zei tot hen: Komt en u zult het zien. Zij kwamen dan en zagen waar Hij verbleef, en zij verbleven die dag bij Hem. Het was ongeveer het tiende uur. (Telos)
'''Het tiende uur.''' Dat is 6 + 10 = 16 uur volgens onze tijdrekening. Johannes rekent vanaf 6 uur 's ochtends.
 
== 40 ==
Joh 1:40  (1-41) [[Andreas (apostel)|Andreas]], de broer van Simon Petrus, was een van de twee die het van Johannes gehoord hadden en Hem gevolgd waren. (Telos)
'''Een van de twee.''' Zie vs. 35, 37. De andere is ons niet bekend.
 
== 43 ==
Joh 1:43   (1-44) De volgende dag wilde Hij naar Galilea vertrekken en Hij vond Filippus; en Jezus zei tot hem: Volg Mij. (Telos)
​'''De volgende dag.''' Ook in vers 35. Het is de tweede dag, teruggerekend vanaf ‘de derde dag’ van Joh. 2:1
 
'''Naar Galilea vertrekken.''' De Heer was in het Overjordaanse.
 
'''Filippus.''' [[Filippus (apostel)|Filippus]] wordt door sommigen hier gezien als een voorafbeelding van het gelovig overblijfsel. Door hem komt [[Nathanaël]] tot geloof.  
 
== 45 ==
Joh 1:45  (1-46) Filippus vond [[Nathanaël]] en zei tot hem: Wij hebben Hem gevonden van Wie Mozes in de wet geschreven heeft, en de profeten: Jezus, de Zoon van Jozef, van Nazareth. (Telos)
'''Van Wie Mozes in de wet geschreven heeft.''' Namelijk van een profeet zoals hijzelf; eerder in het Johannesevangelie door de priesters en Levieten “de profeet” genoemd (21, 24). Mozes had gezegd:
 
''De 18:15 Een Profeet, uit het midden van u, uit uw broederen, als mij, zal u de HEERE, uw God, verwekken; naar Hem zult gij horen; (SV)''
 
== 46 ==
Joh 1:46 (1-47) En Nathanaël zei tot hem: Kan uit Nazareth iets goeds zijn? Filippus zei tot hem: Kom en zie. (Telos)
'''Nazareth.''' Een dorp kleiner dan Kana, waar Nathanaël woonde.
 
'''Kan uit Nazareth iets goeds zijn.''' Wellicht stond het dorp slecht bekend. Jezus werd geboren in een nederige plek in Bethlehem en groeide op in een Galileïsch dorp dat tenminste bij Nathanaël geen goede naam had.
 
== 49 ==
Joh 1:49  (1-50) Nathanaël antwoordde Hem: Rabbi, U bent de Zoon van God, U bent de koning van Israël. (Telos)
'''Rabbi.''' De betekenis "meester" is in vs. 38 gegeven.
 
'''U bent de Zoon van God.''' Wonderbare belijdenis. Ook Petrus zal de Heer later belijden als 'de zoon van de levende God'.
 
== 50 ==
Joh 1:50  (1-51) Jezus antwoordde en zei tot hem: Omdat Ik je gezegd heb: Ik zag je onder de vijgeboom, geloof je? Je zult grotere dingen zien dan deze. (Telos)
'''Geloof je?''' Nathanaël had al een en ander over Jezus gehoord van Filippus. Nu bemerkt hij dat Jezus buitengewone kennis van hem heeft: ogen die verder zien dan wat een natuurlijk oog normaliter kan waarnemen.
 
'''Grotere dingen.''' Als genoemd in het volgende vers.
 
== 51 ==
Joh 1:51 (1-52) En Hij zei tot hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg jejullie: JeJullie zultzullen van nu aan de hemel geopend zien en de engelen van God opstijgen en neerdalen op de Zoon des mensen. (TELOSCP<ref>Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de [[Telos-vertaling|Telos]]-vertaling. </ref>)
'''Voorwaar, voorwaar, Ik zeg jullie.''' De verzekerende spreekwijze: "voorwaar, voorwaar zeg Ik u," evenals zijn "Die oren heeft om te horen, die hore", is voor Jezus eigenaardig. Zij luidde in de landstaal: ''amen, amêna, lechon''; en dit "Amen" is voor Christus zo karakteristiek geworden dat Hij in Openb. 3:14 de "Amen," de getrouwe en waarachtige Getuige genoemd wordt.
Een glimp van Zijn heerlijkheid in het [[Vrederijk]] wordt gegeven in deze verklaring: de engelen zullen opstijgen en neerdalen op de Zoon des mensen.
 
'''Jullie.''' Meervoud. Jezus sprak tot de enkeling Nathanaël, maar doelde tevens op de andere leerlingen.
 
'''Van nu aan.''' De Heer ziet zijn leerlingen al in een verheerlijkte staat voor zich, waarin hun de hemel niet langer gesloten, maar geopend is en hun de gang der engelen openbaar is en Jezus' gezag en heerschappij door hen gezien wordt.
 
''Ro 8:30  En hen die Hij tevoren heeft bestemd, die heeft Hij ook geroepen; en die Hij heeft geroepen, die heeft Hij ook gerechtvaardigd; en die Hij heeft gerechtvaardigd, die heeft Hij ook verheerlijkt.'' (Telos)
 
'''De hemel geopend zien.''' De Heer Zelf had de hemel geopend gezien.
 
''Mt 3:16  Nadat nu Jezus was gedoopt, steeg Hij terstond op uit het water; en zie, de hemelen werden Hem geopend, en Hij zag de Geest van God neerdalen als een duif en op Zich komen;'' (Telos)
 
Later zal Stefanus de hemel geopend zien:
 
''Hnd 7:56  en zei: Zie, ik zie de hemelen geopend en de Zoon des mensen, staande aan Gods rechterhand.'' (Telos)
 
En ook Petrus zag de hemel geopend.
 
''Hnd 10:11  En hij zag de hemel geopend en een voorwerp neerdalen als een groot laken, dat aan de vier hoeken op de aarde werd neergelaten;'' (Telos)
 
En Johannes zag de hemel geopend:
 
''Opb 4:1  Hierna zag ik, en zie, een deur was geopend in de hemel, en de eerste stem die ik gehoord had als van een bazuin, die met mij sprak, zei: Kom hier op en Ik zal u tonen wat hierna moet gebeuren.'' (Telos)
 
''Opb 19:11  En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard, en Hij die daarop zit, heet Getrouw en Waarachtig, en Hij oordeelt en voert oorlog in gerechtigheid.'' (Telos)
 
Het geloof in de Zoon van God opent voor ons de hemel.
 
'''De engelen van God opstijgen en neerdalen op de Zoon des mensen.''' Heengaand van en terugkerend tot Hem die de Heer der engelen is. Een glimp van ZijnJezus' heerlijkheid in het [[Vrederijk]] wordt gegeven in deze verklaring: de engelen zullen opstijgen en neerdalen op de Zoon des mensen.
 
'''De Zoon des mensen.''' Niet: "op de Zoon van God" (vs. 49).
 
== Bron ==
Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901). Enige tekst van het commentaar op Joh. 1:51 is onder wijziging verwerkt op 10 apr. 2021.
 
== Voetnoten ==
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.