Naar inhoud springen

Kennis: verschil tussen versies

1.051 bytes toegevoegd ,  2 jaar geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 17:
 
== Oorsprong en waarde van onze kennis ==
Omtrent de oorsprong en de waarde van onze kennis bestaat verschil van meningen<ref>Th. F. Bensdorp, ''Apologetica''. Verzameld en ingeleid door M. Stoks. Derde deel. Amsterdam: N.V. de R.K. Boek-Centrale, 1922. TekstEnige tekst van blz. 95-96100 is onder wijziging verwerkt op 10-11 mei 2021. </ref>.
{{Kennis oorsprong en waarde meningen}}
Er zijn mensen die beweren dat wij werkelijk in staat zijn de dingen, zowel in als buiten ons te kennen en daaromtrent juiste oordelen te vormen; ja, dat we ook controleren kunnen, of en in hoever die oordelen juist zijn. Zij nemen met alle normaal denkende mensen aan, dat ons verstand naar waarheid kan oordelen over hetgeen buiten het verstand is, en dat wij niet alleen zinnelijke waarneembare verschijnselen kunnen kennen, maar ook iets wat daaronder en daarboven is. Zulke mensen zijn ''realistische objectivisten''.
 
Er zijn ook mensen die beweren dat hetgeen wij kennis noemen, eigenlijk geen kennis is. Het is best mogelijk, zeggen zij, dat hetgeen wij menen te kennen te weten, buiten ons niet bestaat, althans niet zo bestaat als wij het opvatten. Zulke mensen noemt men ''subjectivisten''.
 
En onder die subjectivisten heb je weer verschillende soorten. De twee hoofdsoorten zijn: empiristische (of empirische) subjectivisten en idealistische subjectivisten. De eersten hechten alleen eigenlijk gezegde kenwaarde aan hetgeen we met de zinnen waarnemen; alleen de zinnelijke waarneming heeft volgens hen reële kenwaarde; van een bovenzinnelijke ondergrond der zinnelijke waarnemingen moeten ze niets hebben. Al wat metafysisch, bovenzinnelijk is, ontkennen zij, of trekken het ten minste in twijfel.
 
De idealistische subjectivisten hechten wel heel veel waarde aan het bovenzinnelijke, maar eigenlijk alleen verstandswaarde, geen werkelijke waarde, althans geen objectief reële waarde. Of de dingen werkelijk zo zijn als ons verstand ze opvat, weten we niet, zeggen ze. Volgens de Duitse filosoof Immanuel Kant vormen wij al onze door de zintuigen verworven aanschouwingen met denkvormen in ons.
 
Tegen de idealistische subjectivisten die in het denkspoor van Immanuel Kant gaan, kan men aanvoeren dat wij, behalve een zinnelijk oog, nog een yerstandelijk aanschouwingsvermogen bezitten. De noodzakelijke denkwetten van ons verstand blijken voor iemand, die zijn verstand goed gebruikt, geen blinde denknoodwendigheden of denkvormen te zijn; maar eenvoudig de formulering van de algemene waarheden, welke onze geest door middel van zijn abstractie-vermogen in het bijzondere en concrete, dat wij door middel der zinnelijke waarneming leren kennen, met de hoogste klaarheid zelf aanschouwt.
 
== Voetnoten ==
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.