Naar inhoud springen

Johannes 4: verschil tussen versies

2.559 bytes toegevoegd ,  2 jaar geleden
k
Regel 63:
'''De gave van God.''' Het water des levens, ja, de Zoon van God zelf, aan de wereld gegeven (Joh. 3:16). Wie de Zoon, door God gegeven, heeft, heeft het leven.
 
== 14 ==
Joh 4:14  maar ieder die drinkt van het water dat Ik hem zal geven, zal in eeuwigheid geen dorst hebben; maar het water dat Ik hem zal geven, zal in hem worden een bron van water dat springt tot in het eeuwige leven. (Telos)
'''Het water dat Ik hem zal geven.''' Ongetwijfeld doelt de Heer op "de Geest des levens in Christus Jezus" (Rom. 8:2), een bron van blijvend geluk in het binnenste. Ook later zal de Heer op de geestelijke dorst van de mensen wijzen en zijn vermogen om die dorst te lessen.
 
''Joh 7:37 En op de laatste, de grote dag van het feest, stond Jezus daar en riep aldus: Als iemand dorst heeft, laat hij bij Mij komen en drinken! Joh 7:38  Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. Joh 7:39  Dit nu zei Hij van de Geest, die zij die in Hem geloven, zouden ontvangen; want de Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet was verheerlijkt.'' (Telos)
'''Een bron van water.''' Jezus zat bij een fysieke bron, de bron van Jakob.
 
'''Een bron van water.''' Jezus zat, toen hij dit zei, bij een fysieke bron, de bron van Jakob.
== 16 ==
 
Hieronder een getuigenis van iemand die vertelt hoe de Geest als een stroom van levend water werkt in haar leven.
"Vanaf dat ik mij kan herinneren als klein kind, hongerde ik naar liefde en had altijd het gevoel dat ik iets miste in mijn leven, dat ik niet compleet was, maar ik kon er de vinger niet opleggen. Toen ik voor het eerst in de Bijbel las, vond ik zoveel herkenning: “dit is precies hoe ik erover denk, hoe de wereld moet zijn, hoe mensen met elkaar behoren om te gaan”. Ik ben toen verder gaan lezen, ik kreeg honger naar Gods Woord. Ik heb toen gezegd: “Als U werkelijk bestaat, dan wil ik U leren kennen”.
Vanaf die dag is mijn leven totaal veranderd. Gods Geest (Levend Water) leidt mij elke dag. Ik ervaar zoveel liefde, die is niet te omschrijven met woorden, maar het is als een waterval die blijft stromen. Het is een liefde die veel dieper gaat dan enig mens je ook maar kan geven. Deze liefde verzadigt je verlangens. Er is tijdelijke verzadiging in de liefde van een partner, in geld, gokken, drugs, drank, materialistische dingen en ga zo maar door (ik heb ze allemaal zelf gedaan, dus ik weet waarover ik spreek) maar de liefde die God je geeft is als een stromende rivier. Die houdt NOOIT op.
Ik daag je uit om een bijbel te gaan lezen en om Hem te zeggen dat je Hem wilt leren kennen. Bid elke dag. Vraag in de ochtend of Hij je wilt helpen die dag en dank Hem ’s avonds voor de dag. Vertel Hem je zorgen, je verdriet enz.
Jezus kan ons pas echt verzadigen en de volkomen geestelijke vervulling geven. Hij roept ons toe ‘Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken. Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: 'Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien’ (Joh. 7:37-38)"
Francisca Dresen, juni 2021<ref>Bron: Facebook, [https://www.facebook.com/francisca.duh/posts/4294585740586133 bericht] van 5 juni 9 uur 1 min. In ons citaat, dat met toestemming is overgenomen, is de spelling hier en daar aangepast. </ref>.
 
== 16 ==
Joh 4:16  Hij zei tot haar: Ga heen, roep uw man en kom hier. (Telos)
Een gewoon verzoek, een gewone uitnodiging, hoewel Hij alles weet. Hij jaagt haar niet weg, berokkent haar geen innerlijke pijn.
 
== 17 ==
Joh 4:17  De vrouw antwoordde en zei tot Hem: Ik heb geen man. Jezus zei tot haar: U hebt terecht gezegd: Ik heb geen man; (Telos)
'''De vrouw antwoordde en zei tot Hem: Ik heb geen man.''' Haar antwoord is beperkt, ze zegt niet alles.
 
== 18 ==
Joh 4:18  want vijf mannen hebt u gehad, en die u nu hebt is uw man niet; dit heb u naar waarheid gezegd. (Telos)
''Joh 4:39  Velen nu van de Samaritanen uit die stad geloofden in Hem om het woord van de vrouw, die getuigde: Hij heeft mij alles gezegd wat ik heb gedaan.'' (Telos)
Regel 83 ⟶ 96:
Blijkbaar weet Jezus meer van haar dan dat zij over haar leven loslaat. De Heer geeft er geen oordeel over, Hij verwijt haar niets. Wel benoemt Hij bepaalde feiten in haar leven.
 
== 19 ==
Joh 4:19  De vrouw zei tot Hem: Heer, ik zie dat U een profeet bent. (Telos)
De vrouw loopt niet van schrik weg. Ook verdedigt zij zichzelf niet; ze voelt zich kennelijk niet aangevallen.
Regel 105 ⟶ 118:
Wie van beide partijen heeft nu gelijk?
 
== 21 ==
Joh 4:21  Jezus zei tot haar: Geloof Mij, vrouw, er komt een uur dat u noch op deze berg, noch in Jeruzalem de Vader zult aanbidden. (Telos)
'''Geloof Mij, vrouw.''' Jezus blijft haar persoonlijk aanspreken, maar neemt de meervoudsvorm van 'u' over en spreekt over de oplossing van de kwestie tussen de beide groepen aanbidders van God.
Regel 113 ⟶ 126:
'''U.''' Ulieden, jullie; meervoud.
 
== 22 ==
Joh 4:22  U aanbidt wat u niet weet; wij aanbidden wat wij weten, want de behoudenis is uit de Joden. (Telos)
'''U ... u.''' Meervoud: jullie, ulieden.
Regel 119 ⟶ 132:
'''De behoudenis is uit de Joden.''' Het verlossingswerk is door een Jood volbracht, bij de Joden, en uit de Joden zal de boodschap van het evangelie komen.
 
== 23 ==
Joh 4:23  Maar er komt een uur, en het is er, dat de ware aanbidders de Vader zullen aanbidden in geest en waarheid; immers, de Vader zoekt zulke personen die Hem aanbidden. (Telos)
'''In geest.''' Dat is de plaats van aanbidding. De aanbidding zal niet langer gebonden zijn aan een bepaalde plaats. De inwendige godsdienst is belangrijker dan de uitwendige.
 
== 24 ==
Joh 4:24  God is een geest, en wie Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid. (Telos)
''Mr 7:6  Hij zei echter tot hen: Treffend heeft Jesaja over u, huichelaars, geprofeteerd, zoals geschreven staat: ‘Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is ver van Mij vandaan;'' (Telos)
 
== 25 ==
Joh 4:25  De vrouw zei tot Hem: Ik weet dat de Messias komt, die Christus wordt genoemd; wanneer Die is gekomen, zal Hij ons alles verkondigen. (Telos)
De Samaritanen, die alleen de boeken van Mozes als Gods Woord erkennen, keken uit naar de komst van een profeet als Mozes, door Mozes voorzegd, en hoopten dat de Messias hun tempel zou herbouwen en hun godsdienst zou bevestigen.
Regel 133 ⟶ 146:
''De 18:15  Een Profeet uit uw midden, uit uw broeders, zoals ik, zal de HEERE, uw God, voor u doen opstaan; naar Hem moet u luisteren,'' (HSV)
 
== 28 ==
Joh 4:28  De vrouw verliet dan haar watervat en ging weg naar de stad en zei tot de mensen: (Telos)
'''En zei tot de mensen.''' Ze is zo onder de indruk, dat haar neiging om contacten te mijden worden overtroffen door haar neiging om het nieuws van de mogelijke Christus aan haar stadgenoten bekend te maken.
 
== 30 ==
'''De stad.''' Sichar (vs. 5).
 
== 32 ==
Joh 4:32  Maar Hij zei tot hen: Ik heb voedsel om te eten dat u niet kent. (Telos)
Bij de Samaritaanse ging de Heer over van het fysische water naar het geestelijke, levende water. Nu bij de discipelen gaat hij over van het fysische voedsel naar het geestelijke voedsel.
Regel 146 ⟶ 159:
'''Dat u niet kent.''' Had Hij eerder op de onwetendheid van de Samaritaanse gewezen (vs. 22), nu wees Hij op de onwetendheid van zijn leerlingen.
 
== 38 ==
Joh 4:38  Ik heb u gezonden om te maaien wat u niet hebt bearbeid; anderen hebben het bearbeid en u bent op hun arbeidsterrein gekomen. (Telos)
'''Anderen hebben het bearbeid.''' Johannes de Doper, de profeten<ref>Zo [[John Gill]] in ''John Gill's Expositor''</ref>.
Regel 156 ⟶ 169:
'''Velen nu van de Samaritanen uit die stad geloofden in Hem.''' Let wel: in een Jood! (vs. 9 "U die een Jood bent")
 
== 40 ==
Joh 4:40  Toen dan de Samaritanen naar Hem toe waren gekomen, vroegen zij Hem bij hen te blijven; en Hij bleef daar twee dagen. (Telos)
'''Twee dagen.''' Zolang bleef de Heer bij deze niet-Joden. Misschien een beeld van zijn 2000-jarig oponthoud onder de volken in de tijd van de Gemeente?
 
== 41 ==
Joh 4:41  En er geloofden er veel meer om zijn woord; (Telos)
Het aanhoren van iemands persoonlijke getuigenis en het aanhoren van 's Heeren woord (lezen van de Bijbel) doen mensen tot geloof komen.
 
== Genezing van de zoon van een hoveling (43-54) ==
 
== 43 ==
Joh 4:43  En na die twee dagen vertrok Hij vandaar en ging naar Galilea; (Telos)
'''Na die twee dagen.''' Zie vs. 40.
 
== 44 ==
Joh 4:44  want Jezus Zelf getuigde dat een profeet in zijn eigen vaderland geen eer heeft. (Telos)
'''Zijn eigen vaderland.''' Dat is Galilea, zie vs. 45 en Joh. 1:44; 6:42; 7:3 ,45, 52; 18: 5, 7; 9:19. Alle oosterse vertalingen hebben 'zijn eigen stad'<ref>''John Gill's Expositor.''</ref>, dat is Nazareth in Galilea. Volgens Mt. 13:57, Mark. 6:4 en Luk. 4:24 is Nazareth Jezus' vaderstad. Waarom gaat de Heer naar Galilea als hij daar geen eer krijgt? Er zijn meerdere oplossingen voor deze uitlegkundige kwestie.
Regel 182 ⟶ 195:
3. Een derde uitleg verstaat vers 44 als een verklaring van de noodzaak om ook verder in Galilea te arbeiden. In Sichar blijkt het makkelijker mensen tot geloof te brengen dan in Nazareth en omstreken!
 
== 45 ==
Joh 4:45 Toen Hij dan in Galilea kwam, ontvingen de Galileeërs Hem, daar zij alles hadden gezien wat Hij in Jeruzalem op het feest gedaan had; want ook zij waren naar het feest gegaan. (Telos)
'''Wat Hij in Jeruzalem op het feest gedaan had.'''
Regel 188 ⟶ 201:
''Joh 2:23 En toen Hij in Jeruzalem was op het pascha, op het feest, geloofden velen in zijn naam, toen zij de tekenen zagen die Hij deed.'' (Telos)
 
== 46 ==
Joh 4:46  Hij kwam dan opnieuw in Kana in Galilea, waar Hij het water tot wijn had gemaakt. En er was een hoveling in Kapernaum, van wie de zoon ziek was. (CP<ref>Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling. </ref>)
'''Waar Hij het water tot wijn had gemaakt.''' Johannes heeft in zijn evangelie dit teken als eerste vermeld.
Regel 196 ⟶ 209:
'''Van wie de zoon ziek was.''' In de grondtekst staat 'de zoon', waaruit is op te maken dat hij de enige zoon des huizes was<ref>Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901). </ref>. Deze was doodziek (vs. 50) en had koorts (vs. 52).
 
== 47 ==
Joh 4:47  Toen deze hoorde dat Jezus uit Judea in Galilea was gekomen, ging hij naar Hem toe en vroeg of Hij wilde afdalen en zijn zoon gezond maken, want die lag op sterven. (Telos)
'''Afdalen.''' [[Kana]] lag hoger dan [[Kapernaüm]], dat aan het meer van Galilea lag.
 
== 49 ==
Joh 4:49  De hoveling zei tot Hem: Heer, kom af voordat mijn jongen sterft. (Telos)
De hoveling gaat niet in op Jezus' woorden. Maar zijn bede getuigt ervan dat hij gelooft dat Jezus zijn zoon kan behouden.
Regel 206 ⟶ 219:
'''Kom af.''' Vgl. vers 47 'afdalen'. [[Kapernaüm]] lag lager dan [[Kana]], waar Jezus zich bevond.
 
== 50 ==
Joh 4:50  Jezus zei tot hem: Ga heen, uw zoon leeft. De man geloofde het woord dat Jezus tot hem zei en ging weg. (Telos)
De hoveling geloofde zonder een teken of wonder (vs. 48) gezien te hebben. Hij geloofde, waarschijnlijk omdat hij van getuigen gehoord had van Jezus' tekenen en wonderen (vs. 45). Dat geloof was voldoende om zelf een verzoek tot Jezus te richten. En nu Jezus zelf zei dat zijn zoon leeft, had hij genoeg geloof om heen te gaan.
 
== 52 ==
Joh 4:52  Hij vroeg hun dan naar het uur waarop hij beter was geworden; zij dan zeiden tot hem: Gisteren op het zevende uur verliet de koorts hem. (Telos)
'''Het zevende uur.''' Volgens de Joodse tijdrekening, bij ons is dat de tijd van 12.00 - 13.00 uur.
 
== 53 ==
Joh 4:53  De vader nu wist dat het op dat uur was, dat Jezus tot hem gezegd had: Uw zoon leeft. En hij geloofde, hij en zijn hele huis. (Telos)
'''Hij geloofde.''' Hij geloofde te meer; zijn aanvankelijke geloof, waarschijnlijk gebaseerd op de getuigenissen aangaande Jezus' wonderen en tekenen, werd nu bevestigd door het wonder van de genezing van zijn zoon.
 
== 54 ==
Joh 4:54 Dit tweede teken nu heeft Jezus weer gedaan, toen Hij uit Judea in Galilea was gekomen. (Telos)
'''Dit tweede teken.''' Niet het tweede teken in Galilea, maar het tweede teken vermeld in het verslag van Johannes. Het eerste teken was de verandering van water in wijn te Kana (vs. 46).
Regel 226 ⟶ 239:
Sommige Schriftverklaarders<ref name=":0">F.W. Grosheide, G.P. van Itterzon: ''Christelijke Encyclopedie'' (Kampen, J.H. Kok N.V, 1959) s.v. Johannes, evangelie van</ref> zien in de genezing van de zoon van de hoveling een zinnebeeld van Jezus' werk in Israël om het kwijnend geloof van het godvrezend overblijfsel levendig te houden.
 
== Bronnen ==
Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Joh. 4:6. Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 22 mei 2021.
 
Regel 233 ⟶ 246:
Arie-Jan Mulder, ''Joh. 4:1-42. Gesprek met de Samaritaanse vrouw''. Zelhem, 25 okt. 2016. Voordracht.
 
== Voetnoten ==
<references />
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.