Naar inhoud springen

Chronologie: Assyrië en anderen: verschil tussen versies

informatie toegevoegd
(stukje toelichtende tekst toegevoegd)
(informatie toegevoegd)
Regel 300:
|
|}
 
 
'''Periode van Assyrische overheersing'''
 
'''877''' Zesde regeringsjaar van '''Salmanassar III.''' Slag te Karkar.
 
'''865''' Achttiende regeringsjaar van Salm. III. '''Jehu''' van Israël (865-836) schatplichtig.
 
'''761 Menahem''' van Israël (761-752) was volgens 2Kon.15:19 schatplichtig aan '''Tiglatpileser III (Pul)'''.
 
'''730''' Tiglatpileser III zinspeelt op de ondergang van '''Pekah''' van Israël (750-730) als hij zegt: ' …. en ik stelde Hoséa als koning over hen aan'.
 
'''724 Salmanassar V''' belegert Samaria. Hij beschuldigt '''Hosea''' van Israël (730-721) er van dat hij een verbintenis met Farao So (Sjesjonq V of Osorkon IV?) gemaakt had tegen Assyrië (2Kon.17:4). De koningen '''Achaz''' (743-727) en '''Hiskia''' (727-697) van Juda hadden eveneens met Salm. V te maken volgens 2Kon.17:3 en 2Kon.18:9-10.
 
'''721''' Samaria ingenomen door de usurpator voor Salm. V, '''Sargon II'''. (Een usurpator is een veroveraar die namens de koning over een eigen leger beschikte. Zodoende beschikte de koning over twee legers die in verschillende gebieden konden optreden.) Merodach Baladan koning te Babel.
 
'''713 Sanherib''' belegert Lachis en Libna, vaste steden van Juda (2Kon. 18:13).
 
'''712''' Tirhaka (Taharka), troonopvolger, tevens koning over Cush en usurpator voor zijn broer Sjabataka, de farao over Egypte (25<sup>e</sup> dynastie), komt Hiskia te hulp (2Kon.19:9). Assyrië trekt zich als reactie daarop terug van de belegering van Jeruzalem, maar keert spoedig daarna weer terug met een extra bedreiging. De profeet Jesaja mag Hiskia bezoeken met een Goddelijke toezegging. Hij komt met de belofte van een jubeljaar (2Kon.19:29; Jesaja 37:30) en met de belofte dat Hiskia zal genezen van zijn ernstige ziekte (2Kon.20:6), nog 15 jaar mag leven en een zoon zal krijgen. Achaz' gradenboog gaat tien graden terug en de Engel des HEEREN doodt 185.000 Assyriërs. Sanherib keert terug naar zijn land (2Kon.19:35-36; 2 Kron.32).
 
'''711''' Merodach Baladan van Babel bezoekt Hiskia (2Kon.20:12-20).
 
'''710''' Juda viert het jubeljaar. Sanherib verovert Babylon en maakt zijn vader, Sargon II, vervangend koning of usurpator.
 
'''707''' Plundering van Babylon door Sanherib.
 
'''701''' Astronomisch gezien een bijzonder jaar (verschijning van Halleys komeet?). Sanherib wordt vermoord (2Kon.19:37).
 
'''699''' In Egypte volgt Tirhaka zijn broer Sjabataka op als farao van de 25<sup>e</sup> dynastie.
 
'''687''' Wereldwijd vindt er in het 12<sup>e</sup> regeringsjaar van '''Esarhaddon''' astronomisch gezien een enorme catastrofe plaats (2Kron.33:10?), volgens overlevering op 23 maart. China wordt getroffen door een regen van meteorieten. De gevolgen zijn dermate groot dat men genoodzaakt wordt de kalender aan te passen. Een kalenderjaar krijgt nu 365 dagen in plaats van 360.
 
'''677''' Esarhaddon trekt met een leger naar Egypte en voert '''Manasse''' van Juda (697-641) in ballingschap naar Assyrië, samen met het volk van Efraïm (Jes.7:8).
 
'''671''' Esarhaddon verslaat Tirhaka van Egypte en neemt de stad Memfis in. Onder druk van de Babylonische dreiging kan hij zich niet handhaven in Egypte en blijft Tirhaka farao.
 
'''668 Assurbanipal''' koning over Assyrië. Esarhaddon maakt een broer van Assurbanipal, Shamash-shum-ukin, koning over Babel. Tirhaka van Egypte wil met deze broer een verbond sluiten tegen Assurbanipal.
 
'''667''' Tirhaka overleden. Zijn weduwe, Dakhamon, vraagt aan Suppiluliuma II van Hatti om een prins als echtgenoot te sturen. Op weg naar Egypte wordt deze prins gedood. Tanotamun, een neef van Tirhaka, wordt farao van de 25<sup>e</sup> dynastie te Thebe.
 
'''661''' Assurbanipal veslaat Tanotamun en neemt Thebe in. Hij maakt daarmee een eind aan de 25<sup>e</sup> dynastie van Egypte, waarvan de farao's een Ethiopische (Cushitische) oorsprong hadden. Assurbanipal raakt in de problemen door de opkomende macht van Hatti (de Chaldeeën) en zoekt bondgenoten. Hij maakt Seti I farao van Egypte tot bondgenoot. Zo doet hij ook met Manasse, die hij terugstuurt naar Jeruzalem. Uit alles blijkt Gods' leiding (2Kron.33:12-13).
 
'''660''' Juda viert het jubeljaar.
 
'''648''' Assurbanipal verovert Babylon. Nahum was profeet in Israël.
 
Assyrië kan echter niet voorkomen dat het koninkrijk van de Chaldeeën (Chaldea of Hatti) onder leiding van Suppiluliuma II na verloop van jaren het rijk van Akkad aan zich onderwerpt.
 
'''626''' Nabopolassar (Musilis III), zoon van Suppiluliuma II, volgt zijn overleden vader op.
 
Babel wordt nu centrum van macht. Jeremia profeet.
 
'''621 Sinsariskun''' van Assyrië sluit met farao Seti II van Egypte een bondgenootschap tegen de opkomende macht van Babel. Het wetboek Deuteronomium gevonden. Hulda profetes.
 
'''612''' Nabopolassar neemt met steun van de Meden Ninevé in en daarmee komt een '''eind aan het Assyrische rijk.'''
 
'''610''' Juda viert het jubeljaar.
 
 
 
 
Salmanassar III is mogelijk dezelfde als Burraburiash van Babylon. Om hun status op te vijzelen, vernoemden vorsten zich ook wel met de naam van een beroemd heerser uit het verleden. In het zesde jaar van Salmanassar (877) vond een slag te Karkar plaats. In hetzelfde jaar 877 neemt Joram de de zaken waar voor zijn zieke broer Amazia. Beiden waren zoons van Achab. In het achttiende regeringsjaar van Salmanassar III (865) werd Jehu van Juda aan hem schatplichtig gemaakt. In dat jaar werd Jehu koning.
 
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.