Naar inhoud springen

Jeremia (profeet): verschil tussen versies

1.864 bytes toegevoegd ,  2 jaar geleden
k
Regel 20:
 
== Zijn lijden ==
Veel, zeer veel heeft hij in Jeruzalem te lijden gehad, doordat zijn zending en opdrachten werden miskend.<blockquote>''Jer 11:19  Ik was als een argeloos lam [dat] ter slachting wordt geleid, want ik wist niet dat zij tegen mij plannen bedachten, [door te zeggen]:Laten wij de boom met zijn vrucht te gronde richten, laten wij hem uit het land der levenden afhakken, zodat er aan zijn naam niet meer gedacht wordt.'' (HSV)</blockquote><blockquote>''Jer 15:10  Wee mij, mijn moeder, dat u mij gebaard hebt, een man van onenigheid en een man van ruzie voor heel het land. Ik heb niets uitgeleend en men heeft mij niets uitgeleend, [toch] vervloekt ieder van hen mij.'' (HSV)</blockquote>'''Spot.''' Jeremia werd om zijn profetisch optreden bespot en uitgelachten. <blockquote>''Jer 20:7  U hebt mij overgehaald, HEERE, en ik heb mij laten overhalen. U bent mij te sterk geworden en U hebt overwonnen. [Maar] ik ben de hele dag belachelijk geworden, ieder van hen bespot mij.'' (HSV) </blockquote>'''Smaad en schimp.''' Het woord van God, dat hij sprak, werd hem "tot smaad en tot schimp, de hele dag" (Jer. 20:8). <blockquote>''Jer 20:8  Want zo dikwijls als ik spreek, schreeuw ik het uit, roep ik: Geweld en verwoesting! Want het woord van de HEERE is mij tot smaad en tot schimp, de hele dag.'' (HSV) </blockquote>
 
Om Gods wil droeg hij versmaadheid (15:15). Hij werd om zijn profetisch woord vervolgd (17:18).
Regel 30:
'''Wenen om het nationale onheil.''' Hij heeft ook geleden door de wetenschap van de rampen die zijn landgenoten zouden treffen. Jeremia wordt wel 'de wenende profeet' genoemd.
 
'''Belaagd.''' Jeremia werd belaagd door zijn tegenstanders, zijn leven liep gevaar, zijn zochten hem te doden.
'''Belaagd.'''
<blockquote>''{{#section:Jeremia 20|10}}''</blockquote><blockquote>''Jer 11:19  Ik was als een argeloos lam [dat] ter slachting wordt geleid, want ik wist niet dat zij tegen mij plannen bedachten, [door te zeggen]:Laten wij de boom met zijn vrucht te gronde richten, laten wij hem uit het land der levenden afhakken, zodat er aan zijn naam niet meer gedacht wordt.'' (HSV)</blockquote>'''Bede om wraak.''' Kwam hij eerst voor het volk op bij God en was hij een voorspraak, toen hij bemerkte dat men hem naar het leven stond, bad hij God om vergelding voor het kwaad dat men tegen hem beraamde. <blockquote>''Jer 18:20  Zal dan kwaad voor goed vergolden worden? want zij hebben mijn ziel een kuil gegraven; gedenk, dat ik voor Uw aangezicht gestaan heb, om goed voor hen te spreken, om Uw grimmigheid van hen af te wenden.'' ''Jer 18:21  Daarom, geef hun zonen den honger over, en doe ze wegvloeien door het geweld des zwaards, en laat hun vrouwen van kinderen beroofd en weduwen worden, en laat hun mannen door den dood omgebracht, [en] hun jongelingen met het zwaard geslagen worden in den strijd. Jer 18:22  Laat er een geschrei uit hun huizen gehoord worden, wanneer Gij haastelijk een bende over hen zult brengen; dewijl zij een kuil gegraven hebben om mij te vangen, en strikken verborgen voor mijn voeten. Jer 18:23  Doch Gij, HEERE! weet al hun raad tegen mij ten dode; maak geen verzoening over hun ongerechtigheid, en delg hun zonde niet uit van voor Uw aangezicht; maar laat hen nedergeveld worden voor Uw aangezicht; handel [alzo] met hen, ten tijde Uws toorns.'' (SV) </blockquote><blockquote>''Jer 20:12  Gij dan, o HEERE der heirscharen, Die den rechtvaardige proeft, Die de nieren en het hart ziet, laat mij Uw wraak van hen zien, want ik heb U mijn twistzaak ontdekt.'' (SV)</blockquote>'''Neerslachtig.''' Het gevolg alle tegenstand, schimp en gevaar was dat hij ging denken dat het beter was geweest als hij niet geboren was. Hij vervloekte zijn geboortedag en was het liefst in de baarmoeder gestorven of gebleven of direct na zijn geboorte gedood. <blockquote>''Jer 20:14  Vervloekt zij de dag, op welken ik geboren ben; de dag, op welken mijn moeder mij gebaard heeft, zij niet gezegend!'' ''Jer 20:15  Vervloekt zij de man, die mijn vader geboodschapt heeft, zeggende: U is een jonge zoon geboren, verblijdende hem grotelijks! Jer 20:16  Ja, dezelve man zij, als de steden, die de HEERE heeft omgekeerd, en het heeft Hem niet berouwd; en hij hore in den morgenstond een geroep, en op den middagtijd een geschrei. Jer 20:17  Dat Hij mij niet gedood heeft van de baarmoeder af! Of mijn moeder mijn graf geweest is, of haar baarmoeder [als] [van] [een], die eeuwiglijk zwanger is!   Jer 20:18  Waarom ben ik toch uit de baarmoeder voortgekomen, om moeite en droefenis te zien, en dat mijn dagen in beschaamdheid vergaan?'' (SV) </blockquote>'''Verzet.''' Toen de tegenstand van zijn volksgenoten Jeremia te veel werd, neem hij zich voor om zijn mond te houden, "maar ik kon het niet" (Jer. 20:9) <blockquote>''Jer 20:9  Maar zeide ik: Ik wil aan Hem niet denken en in zijn naam niet meer spreken, dan werd het in mijn hart als brandend vuur, opgesloten in mijn gebeente; wel matte ik mij af om het in te houden, maar ik kon het niet.'' (NBG51) </blockquote>'''Goddelijke bijstand.''' God beloofde Jeremia bij te staan en te verlossen (Jer. 15:10-21). Jeremia besefte en ervoer ook dat God met hem was:<blockquote>''Jer 20:11  Maar de HEERE is met mij als een verschrikkelijk Held; daarom zullen mijn vervolgers struikelen, en niets vermogen; zij zijn zeer beschaamd geworden, omdat zij niet verstandiglijk gehandeld hebben; het zal een eeuwige schande zijn, zij zal niet vergeten worden.'' (...) ''Jer 20:13  Zingt den HEERE, prijst den HEERE; want Hij heeft de ziel des nooddruftigen uit de hand der boosdoeners verlost.'' (SV)</blockquote>
<blockquote>''{{#section:Jeremia 20|10}}''</blockquote>
 
'''Bede om wraak.''' Kwam hij eerst voor het volk op bij God en was hij een voorspraak, toen hij bemerkte dat men hem naar het leven stond, bad hij God om vergelding voor het kwaad dat men tegen hem beraamde. <blockquote>''Jer 18:20  Zal dan kwaad voor goed vergolden worden? want zij hebben mijn ziel een kuil gegraven; gedenk, dat ik voor Uw aangezicht gestaan heb, om goed voor hen te spreken, om Uw grimmigheid van hen af te wenden.'' ''Jer 18:21  Daarom, geef hun zonen den honger over, en doe ze wegvloeien door het geweld des zwaards, en laat hun vrouwen van kinderen beroofd en weduwen worden, en laat hun mannen door den dood omgebracht, [en] hun jongelingen met het zwaard geslagen worden in den strijd. Jer 18:22  Laat er een geschrei uit hun huizen gehoord worden, wanneer Gij haastelijk een bende over hen zult brengen; dewijl zij een kuil gegraven hebben om mij te vangen, en strikken verborgen voor mijn voeten. Jer 18:23  Doch Gij, HEERE! weet al hun raad tegen mij ten dode; maak geen verzoening over hun ongerechtigheid, en delg hun zonde niet uit van voor Uw aangezicht; maar laat hen nedergeveld worden voor Uw aangezicht; handel [alzo] met hen, ten tijde Uws toorns.'' (SV) </blockquote>'''Verzet.''' Toen de tegenstand van zijn volksgenoten Jeremia te veel werd, neem hij zich voor om zijn mond te houden, "maar ik kon het niet" (Jer. 20:9) <blockquote>''Jer 20:9  Maar zeide ik: Ik wil aan Hem niet denken en in zijn naam niet meer spreken, dan werd het in mijn hart als brandend vuur, opgesloten in mijn gebeente; wel matte ik mij af om het in te houden, maar ik kon het niet.'' (NBG51) </blockquote>'''Goddelijke bijstand.''' God beloofde Jeremia bij te staan en te verlossen (Jer. 15:10-21).
 
== Jeremia en Jezus ==
Jeremia wordt wel 'de wenende profeet' genoemd, hij weende over de Judeeërs en de rampen die hen troffen. Ook de Heer Jezus voorzag de verwoesting van Jeruzalem en heeft over haar geweend. <blockquote>''Lu 19:41  En toen Hij naderde en de stad zag, weende Hij over haar  Lu 19:42  en zei: Och, mocht op deze uw dag ook u erkennen wat tot uw vrede dient. Nu is het echter verborgen voor uw ogen.  Lu 19:43  Want er zullen dagen over u komen dat uw vijanden een wal rondom u zullen opwerpen  Lu 19:44  en u zullen omsingelen en u van alle zijden benauwen; en zij zullen u met de grond gelijkmaken met uw kinderen in u; en zij zullen in u geen steen op de andere steen laten, aangezien u de tijd waarin naar u werd omgezien, niet hebt erkend.'' (Telos)</blockquote>Tegen Jeremia werd een aanslag beraamd. <blockquote>''Jer 11:19  Ik was als een argeloos lam [dat] ter slachting wordt geleid, want ik wist niet dat zij tegen mij plannen bedachten, [door te zeggen]:Laten wij de boom met zijn vrucht te gronde richten, laten wij hem uit het land der levenden afhakken, zodat er aan zijn naam niet meer gedacht wordt. Jer 11:20  Maar, HEERE van de legermachten, rechtvaardige Rechter, U Die de nieren en het hart beproeft, laat mij Uw wraak aan hen zien, want aan U heb ik mijn rechtszaak bekendgemaakt.'' (HSV)</blockquote>Ook tegen de Heer Jezus is een aanslag beraamd, ook hij werd vervolgd.
 
Jeremia werd geslagen. <blockquote>''Jer 20:2  Zo sloeg Pashur den profeet Jeremia, en hij stelde hem in de gevangenis, dewelke is in de bovenste poort van Benjamin, die aan het huis des HEEREN is.'' (SV) </blockquote>Ook Jezus is geslagen. Jeremia werd gevangen genomen<ref>En in het blok gesloten.</ref>, ook Jezus werd gevangen genomen.
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.