Naar inhoud springen

Hebreeënbrief: verschil tussen versies

9 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website Geavanceerde mobiele bewerking Visuele tekstverwerker
kGeen bewerkingssamenvatting
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website Geavanceerde mobiele bewerking Visuele tekstverwerker
Regel 22:
Om hun geloof in de Heer Jezus hadden ze veel vijandschap van hun volksgenoten te verduren. Door smaad en verdrukking waren ze een schouwspel geworden. Hun bezittingen werden hun ontroofd, maar ze hadden deze roof met blijdschap aanvaard (Hebr. 12:32-34), omdat hun oog op het blijvende bezit in Christus was gevestigd.
 
De Hebreeuwse gelovigen worden in de brief gezien als ''pelgrims'' die op weg zijn naar een hemels vaderland. Onderweg hebben zij (en wij) tegenspraak en lijden te verdragen. Maar de lijdensweg duurde zo lang, de handen werden slap en de knieën verlamden. Ze waren "traag geworden in het horen" naar het woord van God. <blockquote>''Heb 5:11  Over hem hebben wij veel te zeggen, dat ook moeilijk te verklaren is, omdat u traag bent geworden in het horen.'' (Telos)</blockquote>Ze boden onvoldoende tegenstand in de strijd tegen de zonde. <blockquote>''Heb 12:4  U hebt nog niet ten bloede toe tegenstand geboden in de strijd tegen de zonde, (Telos)''</blockquote>Hun neiging was om terug te keren tot het jodendom, tot de oude rituelen. Sommigen van hen kwamen niet meer in de samenkomst. Een dergelijke neiging om tot de vorige toestand terug te keren zien we ook na de uittocht van het volk Israël uit Egypte. Toen ze benauwd werden wegens de hen achtervolgende Egyptenaren, zeiden ze tegen Mozes: Laat ons teruggaan naar Egypte. Gelovigen in [[Korinthe (stad)|Korinthe]] liepen het gevaar hun dienst aan God te vermengen met afgodische dienst (heidense elementen). De Hebreeën liepen het gevaar terug te vallen in de oude zichtbare onvolmaakte eredienst (judaïsme). 
 
Omdat ze onvoldoende tegenstand boden in de strijd tegen de zonde (12:4), die ons licht omstrikt (12:1), moest God hen als zijn kinderen tuchtigen, hun tot nut, opdat zij deel zouden krijgen aan Zijn heiligheid (12:5v).
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.