Naar inhoud springen

Jeremia (profeet): verschil tussen versies

36 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 14:
 
'''Twee tijdvakken.''' In twee grote tijdvakken kan zijn profetie worden verdeeld. Het eerste duurt 23 jaar loopt van vanaf het 13e regeringsjaar van Josia (ca. 628) tot het 4e regeringsjaar van Jojakim, het eerste jaar van Nebukadnezar (ca. 605 v.C.).<blockquote>''Jer 25:1  Het woord dat tot Jeremia is gekomen over heel het volk van Juda, in het vierde jaar van Jojakim, de zoon van Josia, koning van Juda-dit was het eerste jaar van Nebukadrezar, koning van Babel- (...)'' ''Jer 25:3  Vanaf het dertiende jaar van Josia, de zoon van Amon, de koning van Juda tot op deze dag-dit is het drieëntwintigste jaar-is het woord van de HEERE tot mij gekomen. Ik sprak vroeg en laat tot u, maar u hebt niet geluisterd.'' (HSV)</blockquote>De reformatie onder Josia, Juda's vrome koning, begonnen, deed zegenrijke dagen voor Israël aanbreken, doch na de dood van die vorst bleek weldra dat het volk rijp was voor 't gericht. Door het gezicht van de ziedende pot uit het noorden, door de verovering van Ninevé, de slag bij Karchemis en straks door de eerste verovering van Jeruzalem weet de profeet met zekerheid, dat het einde van Juda aanstaande is.
{{Tijdbalk Israël 650-600 v.C.}}{{Tijdbalk Israël 600-550 v.C.}}
 
HijJeremia weet dat men een aanslag tegen hem beraamd, "al hun raad tegen mij ten dode" (Jer. 18:23). <blockquote>''Jer 11:19  Ik was als een argeloos lam [dat] ter slachting wordt geleid, want ik wist niet dat zij tegen mij plannen bedachten, [door te zeggen]:Laten wij de boom met zijn vrucht te gronde richten, laten wij hem uit het land der levenden afhakken, zodat er aan zijn naam niet meer gedacht wordt.'' (HSV) </blockquote><blockquote>''Jer 18:18  Toen zeiden zij: Kom, laten we plannen tegen Jeremia bedenken. Want [het onderwijs in] de wet verdwijnt niet met de priester, evenmin [het geven van] raad met de wijze of het woord met de profeet. Kom, laten we hem treffen met de tong en laten we geen acht slaan op welke van zijn woorden dan ook. Jer 18:19  Sla acht op mij, HEERE, luister naar de stem van wie mij aanklagen. Jer 18:20  Zou dan kwaad met goed vergolden worden? Zij hebben immers een kuil gegraven voor mijn ziel! Bedenk dat ik in Uw dienst sta, om het goede voor hen te spreken, om Uw grimmigheid van hen af te wenden.'' (...) ''Jer 18:22  Laat uit hun huizen geschreeuw gehoord worden, wanneer U plotseling een [rovers]bende over hen brengt, omdat zij een kuil hebben gegraven om mij gevangen te nemen, en strikken hebben verborgen voor mijn voeten.'' (HSV) </blockquote>
{{Tijdbalk Israël 650-550 v.C.}}
 
Hij weet dat men een aanslag tegen hem beraamd, "al hun raad tegen mij ten dode" (Jer. 18:23). <blockquote>''Jer 11:19  Ik was als een argeloos lam [dat] ter slachting wordt geleid, want ik wist niet dat zij tegen mij plannen bedachten, [door te zeggen]:Laten wij de boom met zijn vrucht te gronde richten, laten wij hem uit het land der levenden afhakken, zodat er aan zijn naam niet meer gedacht wordt.'' (HSV) </blockquote><blockquote>''Jer 18:18  Toen zeiden zij: Kom, laten we plannen tegen Jeremia bedenken. Want [het onderwijs in] de wet verdwijnt niet met de priester, evenmin [het geven van] raad met de wijze of het woord met de profeet. Kom, laten we hem treffen met de tong en laten we geen acht slaan op welke van zijn woorden dan ook. Jer 18:19  Sla acht op mij, HEERE, luister naar de stem van wie mij aanklagen. Jer 18:20  Zou dan kwaad met goed vergolden worden? Zij hebben immers een kuil gegraven voor mijn ziel! Bedenk dat ik in Uw dienst sta, om het goede voor hen te spreken, om Uw grimmigheid van hen af te wenden.'' (...) ''Jer 18:22  Laat uit hun huizen geschreeuw gehoord worden, wanneer U plotseling een [rovers]bende over hen brengt, omdat zij een kuil hebben gegraven om mij gevangen te nemen, en strikken hebben verborgen voor mijn voeten.'' (HSV) </blockquote>
[[Bestand:Oplontis Fig basket.jpg|miniatuur|306x306px|Mand met vijgen. Schilder onbekend. ]]
Na de eerste wegvoering van Judeeërs, die 598 v.C. plaatsvond, schenkt God aan Jeremia een visioen van twee vijgenmanden (Jer. 24:1v). De eerste korf bevat goede vijgen, voorstellend Judeeërs die naar Babel waren gebracht, maar die God zal terugbrengen en planten en opbouwen. Ook Ezechiël behoort tot die goede vijgen. De tweede korf bevat slechte vijgen, te slecht om te weten, die voor slechte Judeeërs staan; hun wacht onheil in Judea of Egypte.
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.