Naar inhoud springen

GEZAG en/in DIENSTBAARHEID m/v: verschil tussen versies

veel staat weer door elkaar, ik kan blijven verbeteren
(vervog herstel orsponkelike opzet.)
(veel staat weer door elkaar, ik kan blijven verbeteren)
Regel 146:
In de tabernakel en de tempel waren de Levieten door God aangewezen als 'dienaren'. Maar hoe ging dat bij de gemeente? Eerst waren er geen 'dienaren', maar hielp iedereen in het dienen, totdat bleek dat dit niet genoeg was. We gaan daarvoor naar Han. 6:1-6. Als de gemeente al enige tijd bestaat, en er onderlinge zorg is voor elkaar, en toch. Wanneer later blijkt dat de nood van de verzorging van de weduwen toch niet optimaal verloopt. De 12ven roepen alle discipelen bijeen. Leggen het probleem voor: van de 'bediening' (''diakonein'') van de tafels ''(trapezais)'' wat niet bevredigend verloopt. De 'leiding' van de gemeente erkent het probleem en wat er mis is en stelde een oplossing voor. Gemeente wordt opgeroepen om  a. om te zien naar zeven mannen. b. Die goed bekend staan.  c. Vol van Geest en wijsheid. Om hen voor deze 'taak' (''chreias'') aanstellen ''(katastęsomen'') Wij ('apostelen') houden ons aan de 'bediening' (''diakoniai'') van het woord. Het voorstel vindt bijval bij de gemeente. Deze kiezen 7 man. Stelden dezen voor de apostelen. Die bidden met hen. En leggen hun de handen op. Hier staat niet dat ze ‘macht”, dus ‘exousia’ ontvangen, maar dat ze aangesteld worden voor deze 'taak' om ‘leiding’ te geven aan deze ‘bediening’. '''Er is dus een verschil in dat met de Oudsten.'''
 
Dus het was gebleken dat ondanks de onderlinge zorg en liefde voor elkaar en het een van hart en ziel zijn en het alles delen met elkaar er toch dingen fout kunnen gaan. Zoals in dit geval de zorg voor de Griekssprekende weduwen. Mogelijk gewoon simpel door zich niet goed in het Hebreeuws te kunnen uitdrukken is deze achterstand zonder kwade opzet ontstaan onder de duizenden discipelen. De apostelen zien in dat het echt nodig is dit te reguleren en te realiseren door het 'aanstellen' van mannen die voor deze 'taak' berekend zijn. Zij leggen niet van bovenaf op wie dat moeten zijn door zelf mensen voor te stellen, zodat er een situatie ontstaat waarbij men moeilijk 'nee' kan zeggen, maar leggen het voor aan de gemeente om zelf om te zien naar geschikte mensen. Zij gaan ook niet koste wat het kost het zelf er nog bij aanpakken bij de 'bediening' die ze al hebben. De werkzaamheden van deze 'dienaren' beperken zich niet tot alleen de 'tafels te bedienen'. Twee van hen brengen het woord. Philippus predikt ook. Stefanus in vol van genade en kracht, deed wonderen en grote tekenen. ''(Han.6:8)'' Philippus predikt (''ekεrussen'' = proclameren) in Samaria en deed ook tekenen ''(Han.8:5-6'') Het evangelie van het koninkrijk Gods en van de naam van Jezus predikte en doopte hen.(''8:12'') mannen en vrouwen. Welke Philippus is dit? De apostel of de diaken? Onreine geesten gingen uit en verlamden en kreupelen werden genezen. (''Han.8:7'') Petrus en Johannes (apostelen) kwamen, en na gebeden te hebben ontvangen de nieuwe discipelen onder handoplegging de Heilige Geest.(''Han.8:14-18)''. Opmerkelijk dat deze mensen pas de Heilige Geest ontvangen als de apostelen er zijn. Samaria kon niet apart een kerk zijn, en zich zoals de apostel Paulus later ook aan de Efeziërs schrijft: (''Ef. 2:14)'', de tussen muur is afgebroken, het is een gemeente, een kerk (''eklesia'').* Daarna mag Philippus de 'kamerling' het evangelie uitleggen, en omdat deze tot geloof komt en hem ook dopen. En nog later mag de apostel Petrus ook de heidense Hoofdman Cornelius en de zijnen dopen, omdat ze onder de prediking van Petrus de Heilige Geest ontvingen. (''Han.11)'' . Het is een ongedeelde kerk van Jezus Christus.
 
DIAKENEN in de GEMEENTEN Gemeente diakenen (dienaren) buiten Jeruzalem komen we voor het eerst tegen in de brief aan de Filippenzen ''Phil1:1''.aan de heiligen, tezamen met hun Opzieners en Diakenen Gemeente diakenen (dienaren) buiten Jeruzalem komen we voor het eerst tegen in de brief aan de Filippenzen (''Phil1:1)''. 'aan de heiligen, tezamen met hun Opzieners en Diakenen'. Ook Timoteüs krijgt opdracht Oudsten en Diakenen aan te stellen in de gemeente. In 1Tim.3:8-13 worden de vereisten weergegeven.
 
DIAKENEN van de APOSTELEN We zien ook dat er Diakenen zijn die Dienaren zijn van de Apostelen om hen te dienen bij het gemeente stichtend werk. Het zijn dus geen gemeente dienaren. We lezen dit in: Han.13:5, en zij hadden ook Johanns als dienaar ''('upεretεn) Han.26:16'', om u te stellen tot een dienaar en getuige. ''Ef.6:21'', zal Tychicus, mijn getrouwe (''pistos)'' dienaar (''diakonos'') in de Here ''Kol.1:7'' Epaphras, onze geliefde mededienstknecht, die voor u een getrouw dienaar. ''Kol.4:7'' Tychicus, mijn geliefde broeder en trouwe dienaar en mededienstknecht. ''1Tim.4:6'' goed dienaar van Christus Jezus, wel onderlegd...is dit diakonos in bijzondere dienst van de apostel. Filemon 13, opdat hij mij namens u zou dienen ''(diakonεi'').
Regel 162:
Over dit onderwerp of vrouwen in het ambt kunnen of toch niet, daar is veel over te doen.
En dan waarom wel of waarom niet? De visie hierop is heel verschillend in de diverse kerkgemeenschappen of denominaties (zoals dat met een mooi woord heet).
 
De een zegt: ‘In Christus is noch man of vrouw”. …...Gal.27-28. Dus vrouwen kunnen in elke positie van gezag en leiding geven meedoen in de gemeente van Christus.
Maar de tekst zegt ook ; geen Jood of Griek, geen slaaf of vrije. De contekst is ‘je bent allemaal kinderen van God, je maatschappelijke manier van zijn, je cultuur heeft er geen invloed op. Dat zegt niets over wel of geen gezag.
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.