Naar inhoud springen

GEZAG en/in DIENSTBAARHEID m/v: verschil tussen versies

rest herstel
(vlg herstel)
(rest herstel)
Regel 229:
Een bemoediging :van Petrus aan degenen die de kudde Gods hoeden. ''1Pet.5:4'' En wanneer de Opperherder verschijnt, zullen jullie de onverwelkelijke krans der heerlijkheid verwerven.
Jezus zelf als Opper-Herder en de Oudsten als Onder-herders. Als Dienaren van Christus.
 
 
 
Regel 331 ⟶ 332:
Onder het Oude Verbond was er geen sprake van dat een vrouw van doen had met met priesterlijk optreden. In het Nieuwe Verbond wel. Immers ook Petrus schrijft erover: ‘en laat ook uzelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijk huis, om een heilig priesterschap te vormen, tot het brengen van geestelijke offers,''1Pet.2:5'' Dat leren van jonge vrouwen kan betekenen dat het offers kost. Dat het beslist geen eenvoudige zaak is. Ook voor deze is de regel niet kwaadsprekende, niet verslaaft, zoals ook bij Diakenen. Je zou je kunnen voorstellen dat zij een Lerende-Diaken is, zoals er ook Lerende-Oudste is.
 
'''Vrouwen in de zending'''. Er zijn verschillende vrouwen die in zending/evangelisatie mee werken. De eerste is Priscilla, ''Han.18:2,18,26. Rom.16;3, 1Kor.16:19, 2Tim.4:19''. Samen met haar man moet ze vluchten uit Rome en ontmoeten ze Paulus en trekken met hem op. Later ontmoeten ze Apollos die vol ijver het evangelie brengt in de synagoge. Zij hoorden hem en merken dat er hem toch wat kennis ontbreekt en nemen hem bij zich, samen met haar man leggen ze hem de weg nauwkeuriger uit.. Later zien we dat hun arbeid niet vergeefs is en is er een gemeente bij hen aan huis.
'''Vrouwen in de zending'''. Er zijn verschillende vrouwen die in zending/evangelisatie mee werken.
 
De eerste is Priscilla, Han.18:2,18,26. Rom.16;3, 1Kor.16:19, 2Tim.4:19.
Vrouwen die Paulus hielpen. Dat zijn Euodia en Syntyche, ''Fil.4:2-3'' , Paulus vraagt om hen behulpzaam te zijn, zoals hij dat ook bij Diaken Febe vroeg. Want zegt hij ze hebben met mij in het evangelie gestreden. Zij verdienen het, want ze hebben zich echt behoorlijk ingezet. Net zoals Clemens en de andere medewerkers. Deze vrouwen als medewerkers in het evangelie. Nog een paar andere vrouwen, ‘Tryfena en Tryfosa, vrouwen die in de Here arbeiden,SV. vrouwen die zich moeite (''kopioosas)''* gegeven hebben in de Here ''Rom16:12'' NBG. Persis, de beminde zuster, die veel gearbeid (moeite) (''ekopiasen'') heeft in de Here. ''Rom.16:12''
Samen met haar man moet ze vluchten uit Rome en ontmoeten ze Paulus en trekken met hem op. Later ontmoeten ze Apollos die vol ijver het evangelie brengt in de synagoge.
 
Zij hoorden hem en merken dat er hem toch wat kennis ontbreekt en nemen hem bij zich, samen met haar man leggen ze hem de weg nauwkeuriger uit..
Ook zijn er vrouwen die bij het gemeentewerk betrokken zijn. We hebben dit al gelezen van Priscilla met haar man Aquila. Maar ook Nymfa met de gemeente bij haar aan huis ''Kol.4;15''. Ook van Lydia lezen we dat bij haar de broeders kunnen samenkomen. ''Han.16;40''.
Later zien we dat hun arbeid niet vergeefs is en is er een gemeente bij hen aan huis.
 
Vrouwen die Paulus hielpen
Vrouwen zijn ook Profetessen, De profetes Anna is er bij als Jezus door Jozef en Maria in de tempel gebracht wordt ''Luk.2:26''. Zij is nog een profetes onder het Oude Verbond, maar ook onder het Nieuwe Verbond worden Profetessen genoemd. Dat zijn de dochters van Philippus, de evangelist, vier profetessen. ''Han.21:9''. We lezen dat een vrouw ook profeteert met inachtneming van dekking op haar hoofd. ‘Maar iedere vrouw die blootshoofds bidt of profeteert, doet haar hoofd schande aan’. ''1Kor.11:5''. We lezen dat Profetie is: ‘wie profeteert , spreekt stichtend, vermanend (op de rechte weg wijzen, aanmanen), en bemoedigend. Wie profeteert sticht de gemeente. ''1Kor.14:3-4''
 Dat zijn Euodia en Syntyche, Fil.4:2-3 , Paulus vraagt om hen behulpzaam te zijn, zoals hij dat ook bij Diaken Febe vroeg. Want zegt hij ze hebben met mij in het evangelie gestreden. Zij verdienen het, want ze hebben zich echt behoorlijk ingezet. Net zoals Clemens en de andere medewerkers. Deze vrouwen als medewerkers in het evangelie.
 
Nog een paar andere vrouwen, ‘Tryfena en Tryfosa, vrouwen die in de Here arbeiden,SV
Vrouwen onderwijzen andere vrouwen, profeteren en evangeliseren. De gaven van de Geest. ''Ef.4:11''. Maar nergens worden vrouwen genoemd als predikers, apostelen, herders. Vrouwen en gebed en zangleiding. Vrouwen kunnen tijdens de samenkomsten bidden en zij kunnen voorgaan in het gebed. Maar als zij door middel van gebed (geestelijke) leiding aan de gemeente gaan geven dan oefenen ze gezag uit ook over mannen. Dit gaat dus te ver. Daarom is het goed dat een Oudste of Voorganger de samenkomst begint met gebed en intro en ook eindigt met gebed en zegen.
vrouwen die zich moeite (kopioosas)* gegeven hebben in de Here Rom16:12 NBG
 
Persis, de beminde zuster, die veel gearbeid (moeite) (ekopiasen’) heeft in de Here. Rom.16:12
Ook zijn er vrouwen die bij het gemeentewerk betrokken zijn.
We hebben dit al gelezen van Priscilla met haar man Aquila.
Maar ook Nymfa met de gemeente bij haar aan huis kol.4;15.
Ook van Lydia lezen we dat bij haar de broeders kunnen samenkomen. Han.16;40.
Vrouwen zijn ook Profetessen,
De profetes Anna is er bij als Jezus door Jozef en Maria in de tempel gebracht wordt Luk.2:26.
Zij is nog een profetes onder het Oude Verbond, maar ook onder het Nieuwe Verbond worden Profetessen genoemd. Dat zijn de dochters van Philippus, de evangelist, vier profetessen. Han.21:9. We lezen dat een vrouw ook profeteert met inachtneming van dekking op haar hoofd. ‘Maar iedere vrouw die blootshoofds bidt of profeteert, doet haar hoofd schande aan’. 1Kor.11:5.
We lezen dat Profetie is: ‘wie profeteert , spreekt stichtend, vermanend (op de rechte weg wijzen, aanmanen), en bemoedigend. Wie profeteert sticht de gemeente. 1Kor.14:3_4
Vrouwen onderwijzen andere vrouwen, profeteren en evangeliseren. De gaven van de Geest. Ef.4:11.
Maar nergens worden vrouwen genoemd als predikers, apostelen, herders.
Vrouwen en gebed en zangleiding.
Vrouwen kunnen tijdens de samenkomsten bidden en zij kunnen voorgaan in het gebed.
Maar als zij door middel van gebed (geestelijke) leiding aan de gemeente gaan geven dan oefenen ze gezag uit ook over mannen. Dit gaat dus te ver. daarom is het goed dat een Oudste of Voorganger de samenkomst begint met gebed en intro en ook eindigt met gebed en zegen.
Evenzo als vrouwen de zangleiding hebben daar is niets mis mee, echter indien daardoor geestelijk gezag uitgeoefend wordt op de gemeente dan moet een man dat op zich nemen. Zeker als het gaat om de z.g. ‘worschip’, waarbij de gemeente geleid wordt tot een diepere aanbidding, dan kan dat niet door een vrouw of onvolwassen kind gedaan worden, ook al kunnen ze nog zo mooi zingen. Maar bij sommige leiders is erop dat punt geen inzicht.
Als dit niet van uit en onder het gezag gebeurt wat Christus geeft dan wordt het tot een in vals poort voor de Boze, ook al lijken we nog zo geestelijk bezig.
 
'''En de mannen dan'''.
MISLEIDING
Ook mannen lopen het gevaar van zich laten misleiden. We kunnen niet alleen maar met de vinger naar vrouwen wijzen.
‘Laat niemand u misleiden met drogredenen, want door zulke dingen komt de toorn Gods’.
Ef.5:6. Het heeft ernstige gevolgen als je je laat misleiden.
‘Doet de wapenrusting Gods aan, om te kunnen standhouden tegen de verleidingen des
duivels,’ Ef.6:11. Weet waar de verleidingen ten diepste vandaan komen.
Maar ik vrees, dat misschien, zoals de slang met haar sluwheid Eva verleidde, uw gedachten van de eenvoudige [en loutere] toewijding aan Christus afgetrokken zullen worden. 2Kor.11:3
Tegen de gemeente van Thyatira zegt Jezus;’maar Ik heb tegen u, dat u de vrouw Izebel laat begaan, die zegt, dat zij een profetes is, en zij leert en verleidt mijn knechten’. Opb.2:20-22
Hier zien we dat een vrouw die zich erop beroemt een profetes te zijn daardoor leergezag uitoefent op mannen. En in haar lering verleid zij de mannen. Die niet indachtig zijn dat een vrouw geen gezag over een man zal hebben. Zij als vrouw onderwerpt zich ook niet maar voert de boventoon. Jezus laat zien wat voor kwalijke gevolgen dit heeft.
Hij (Jezus) zeide tot zijn discipelen: Het is onmogelijk dat er geen verleidingen komen Luk.17:1
Want het moet blijken wie de proef kan doorstaan.
RUSTIG HOUDEN
Van mannen wordt dit ook een aantal keren gezegd ‘rustig leven leiden’.
‘Wij vermanen in de Here Jezus….dat zij rustig bij hun werk blijven en hun eigen brood eten'. 2Tes.3:14. Ook mannen moeten zich geen onrust laten aanjagen.
En ook: ‘gebeden …. voor koningen en hooggeplaatsten, opdat wij een stil en rustig leven mogen leiden in alle godsvrucht en waardigheid 1Tim.2:2.
 
MISLEIDINGOok. Mannen lopen het gevaar van zich laten misleiden. We kunnen niet alleen maar met de vinger naar vrouwen wijzen. 'Laat niemand u misleiden met drogredenen, want door zulke dingen komt de toorn Gods’.
Ook mannen moeten het niet hoog hebben, evenals hun vrouwen een stil en rustig leven leiden, maar wel om je in te zetten voor een godvruchtig leven en waardigheid.
Ef.5:6. Het heeft ernstige gevolgen als je je laat misleiden. ‘Doet de wapenrusting Gods aan, om te kunnen standhouden tegen de verleidingen des duivels,’ ''Ef.6:11''. Weet waar de verleidingen ten diepste vandaan komen. 'Maar ik vrees, dat misschien, zoals de slang met haar sluwheid Eva verleidde, uw gedachten van de eenvoudige [en loutere] toewijding aan Christus afgetrokken zullen worden'. ''2Kor.11:3''
Mannen en vrouwen mogen ieder met hun eigen talenten en (geestelijke)gaven de gemeente dienen en opbouwen.
 
Tegen de gemeente van Thyatira zegt Jezus; ’maar Ik heb tegen u, dat u de vrouw Izebel laat begaan, die zegt, dat zij een profetes is, en zij leert en verleidt mijn knechten’. ''Opb.2:20-22'' Hier zien we dat een vrouw die zich erop beroemt een profetes te zijn daardoor leergezag uitoefent op mannen. En in haar lering verleid zij de mannen. Die niet indachtig zijn dat een vrouw geen gezag over een man zal hebben. Zij als vrouw onderwerpt zich ook niet maar voert de boventoon. Jezus laat zien wat voor kwalijke gevolgen dit heeft. Hij (Jezus) zeide tot zijn discipelen: 'Het is onmogelijk dat er geen verleidingen komen ''Luk.17:1'' Want het moet blijken wie de proef kan doorstaan.
J. ANDERE LEIDINGGEVENDEN
Immers 120 mensen waren aanwezig op de Pinksterdag.
Waren behalve de apostelen daarbij ook de zeventig anderen (die ook uitgezonden werden door de Here Jezus en ‘éxousia’ ontvangen hadden. Luk.10:1 enz. Zaten daar later ook leidinggevende bij? We weten het niet.
En toen kwamen al 3000 zielen tot geloof in de Here Jezus. Han.2:41
En de Here voegde dagelijks toe aan de kring die behouden werden. Han. 2:47.
Maar velen van hen, die het woord gehoord hadden, werden gelovig, en het getal der mannen werd ongeveer 5000. Han. 4:4
En des te meer werden er toegevoegd, die in de Here geloofden, tal van mannen en vrouwen. Han. 5:14. En toen in die dagen de discipelen talrijker werden. Han.6:1.
Het zal ons dus niet verbazen als de gemeente al tot 10.000 of meer mensen was uitgegroeid .
Al deze mensen moesten leiding en onderwijs ontvangen.
In eerste instantie door de 12 Apostelen. Maar was dat op den duur genoeg?
Maar Gods leiding is altijd wonderbaar aanwezig.
Want we lezen ook dat; ‘En het woord Gods wies en het getal der discipelen te Jeruzalem nam er toe. En en een talrijke menigte priesters komt tot geloof, Han. 6:7,
Allemaal leraars van Gods woord.en leidinggevenden voor Israël. Want de gemeente bestond toen voornamelijk uit Joden.
Hoeveel van hen zijn kort daarna in een leidinggevende positie in de gemeente gekomen.
Het is iets wat de tekst in Handelingen niet vermeld. Net zo min als van de Zeventig.
 
RUSTIG HOUDEN. Van mannen wordt dit ook een aantal keren gezegd ‘rustig leven leiden’. ‘Wij vermanen in de Here Jezus….dat zij rustig bij hun werk blijven en hun eigen brood eten'. ''2Tes.3:14''. Ook mannen moeten zich geen onrust laten aanjagen. En ook: ‘gebeden …. voor koningen en hooggeplaatsten, opdat wij een stil en rustig leven mogen leiden in alle godsvrucht en waardigheid ''1Tim.2:2.''
Wat wel naar voren komt is hoe naast de Apostelen er andere leidinggevenden komen
 
In Han. 4:36 is daar ‘En Jozef, die van de apostelen de bijnaam Bar-Nabas gekregen had
Ook mannen moeten het niet hoog hebben, evenals hun vrouwen een stil en rustig leven leiden, maar wel om je in te zetten voor een godvruchtig leven en waardigheid. Mannen en vrouwen mogen ieder met hun eigen talenten en (geestelijke)gaven de gemeente dienen en opbouwen.
• wat betekent: zoon der vertroosting - , een Leviet, uit Cyprus afkomstig,’
 
Deze Jozef had dus al een naam gekregen onder de apostelen en in de gemeente. Hij was een Leviet, en dus al onderlegd in het woord van God en mede leidinggevende in de eredienst (van de tempel?).
J. '''ANDERE LEIDINGGEVENDEN'''
Als dan later in Antiochië ook het evangelie aan de Grieken gepredikt wordt
 
‘en hun de Here Jezus predikten’, en een groot aantal tot geloof komen. Han.11:20-22.
Immers 120 mensen waren aanwezig op de Pinksterdag. Waren behalve de apostelen daarbij ook de zeventig anderen (die ook uitgezonden werden door de Here Jezus en ‘éxousia’ ontvangen hadden. ''Luk.10:1 enz.'' Zaten daar later ook leidinggevende bij? We weten het niet. En toen kwamen al 3000 zielen tot geloof in de Here Jezus. ''Han.2:41'' En de Here voegde dagelijks toe aan de kring die behouden werden. ''Han. 2:47''. Maar velen van hen, die het woord gehoord hadden, werden gelovig, en het getal der mannen werd ongeveer 5000. ''Han. 4:4.'' En des te meer werden er toegevoegd, die in de Here geloofden, tal van mannen en vrouwen. ''Han. 5:14.'' En toen in die dagen de discipelen talrijker werden. ''Han.6:1''.
En het bericht daarvan kwam de gemeente van Jeruzalem ter ore en zij vaardigden* éxapesteilan* =uit-zenden’ Barnabas af naar Antiochië. Of betekend dit dat hij als apostel werd uitgezonden
 
De Leviet uit Cyprus had een prominente plaats bij de apostelen. Hij mocht als leidinggevende orde op zaken stellen en de nieuwe gelovigen in Antiochië zorg geven. Mogelijk ook omdat hij uit Cyprus kwam en de Griekse taal goed machtig was. Hij was een profeet of leraar.  Han.13:1. Hij ging ook naar Tarsus om Saulus te zoeken  en naar Antiochië te brengen om samen een brede menigte te leren. Han. 11:26
Het zal ons dus niet verbazen als de gemeente al tot 10.000 of meer mensen was uitgegroeid. Al deze mensen moesten leiding en onderwijs ontvangen. In eerste instantie door de 12 Apostelen. Maar was dat op den duur genoeg? Maar Gods leiding is altijd wonderbaar aanwezig. Want we lezen ook dat; ‘En het woord Gods wies en het getal der discipelen te Jeruzalem nam er toe. En en een talrijke menigte priesters komt tot geloof, Han. 6:7, Allemaal leraars van Gods woord. en leidinggevenden voor Israël. Want de gemeente bestond toen voornamelijk uit Joden. Hoeveel van hen zijn kort daarna in een leidinggevende positie in de gemeente gekomen. Het is iets wat de tekst in Handelingen niet vermeld. Net zo min als van de Zeventig.
Liturg
 
‘Epaphroditus tot u te zenden, mijn broeder en medearbeider en medestrijder, die uw afgevaardigde, (afgezondene SV, ‘apostolon’ ) was om mij te helpen, (bedienaar SV, ‘leitourgon’*).   Hij was dus hun Apostel en Dienaar-Liturg. Eng.vert. : Apostle and Minister
Wat wel naar voren komt is hoe naast de Apostelen er andere leidinggevenden komen In Han. 4:36 is daar ‘En Jozef, die van de apostelen de bijnaam Bar-Nabas gekregen had, wat betekent: zoon der vertroosting - , een Leviet, uit Cyprus afkomstig,’ Deze Jozef had dus al een naam gekregen onder de apostelen en in de gemeente. Hij was een Leviet, en dus al onderlegd in het woord van God en mede leidinggevende in de eredienst (van de tempel?). Als dan later in Antiochië ook het evangelie aan de Grieken gepredikt wordt ‘en hun de Here Jezus predikten’, en een groot aantal tot geloof komen. ''Han.11:20-22''. En het bericht daarvan kwam de gemeente van Jeruzalem ter ore en zij vaardigden* (''éxapesteilan)''* =uit-zenden) Barnabas af naar Antiochië. Of betekend dit dat hij als apostel werd uitgezonden De Leviet uit Cyprus had een prominente plaats bij de apostelen. Hij mocht als leidinggevende orde op zaken stellen en de nieuwe gelovigen in Antiochië zorg geven. Mogelijk ook omdat hij uit Cyprus kwam en de Griekse taal goed machtig was. Hij was een profeet of leraar.  ''Han.13:1''. Hij ging ook naar Tarsus om Saulus te zoeken  en naar Antiochië te brengen om samen een brede menigte te leren. ''Han. 11:26''
Wel zwak vertaald (met afgevaardigde en helpen) de rijkdom die in deze woorden zit.
 
Alleen bepaalde kerken kennen het begrip Liturg als functie om de orde van dienst, de Liturgie, te leiden. daar is sprake van als Barnabas en Paulus uitgezonden worden. ‘Terwijl zij vasten bij de dienst (Leitourgountoon) des Heren.Han.13:2.
'''Liturg''' ‘Epaphroditus tot u te zenden, mijn broeder en medearbeider en medestrijder, die uw afgevaardigde, (afgezondene SV, ‘''apostolon''’ ) was om mij te helpen, (bedienaar SV, ''‘leitourgon''’*).   Hij was dus hun Apostel en Dienaar-Liturg. Eng.vert.: Apostle and Minister. Wel zwak vertaald (met afgevaardigde en helpen) de rijkdom die in deze woorden zit. Alleen bepaalde kerken kennen het begrip Liturg als functie om de orde van dienst, de Liturgie, te leiden. daar is sprake van als Barnabas en Paulus uitgezonden worden. ‘Terwijl zij vasten bij de dienst ''(Leitourgountoon)'' des Heren.''Han.13:2''. Paulus ‘om een Dienaar (''Leitourgon'') van Jezus Christus te zijn voor de heidenen’. ''Rom.15:16.''
Paulus ‘om een Dienaar (Leitourgon) van Jezus Christus te zijn voor de heidenen’. Rom.15:16
 
Daarna komen er opnieuw profeten uit Jeruzalem in Antiochië. Han. 11:27-28
Daarna komen er opnieuw profeten uit Jeruzalem in Antiochië. ''Han. 11:27-28.'' En een van hen, Agabus, stond op en gaf door de Geest te kennen, dat er een grote hongersnood zou komen over het gehele rijk, die dan ook gekomen is onder Claudius. En de discipelen besloten ieder naar draagkracht iets zenden zou tot ondersteuning van de broeders, die in Judea, en zij zonden het aan de Oudsten door de hand van Barnabas en Saulus. ''Han.11:29''. Barnabas en Saulus keerden terug uit Jeruzalem na hun liefdedienst te hebben volbracht, en namen ook Johannes, bijgenaamd Marcus, mede. ''Han. 12:25''. zie verder ''Han.13:5.'' Nog andere profeten en leraars waren die de gemeente aan het opbouwen waren. Leraren en profeten zijn uit jeruzalem als leidinggevenden naar Antiochië gezonden Nu waren er in Antiochië in de gemeente aldaar profeten en leraars, namelijk; Barnabas, Simeon, genaamd Niger, Lucius, van Cyrene, Manaen, de zoogbroeder  van Herodes, den viervorst, en Saulus. ''Han.13:1''.
En een van hen, Agabus, stond op en gaf door de Geest te kennen, dat er een grote hongersnood zou komen over het gehele rijk, die dan ook gekomen is onder Claudius.
 
En de discipelen besloten ieder naar draagkracht iets zenden zou tot ondersteuning van de broeders, die in Judea, en zij zonden het aan de Oudsten door de hand van Barnabas en Saulus. Han.11:29.
'''Vicaris ?''' En… verkondigen zij het woord Gods in de synagogen der Joden; en zij hadden ook Johannes tot helper ‘ (''upεretεn = adjudant''). ''Han13:5'' Ook Saulus wordt tijdens zijn ontmoeting met Jezus ‘ `upεretεn’ genoemd. ''Han.26:16''. En ook in Luk.1:2, is er sprake van Dienaren (''úpεretai''), (Eng. attendants) Dus hier staat niet: Diakenen.. Want het gaat hier om De Apostelen. Johannes was dus niet zomaar een helper, maar kreeg een ondersteunende functie. En hij zond (''aposteilas'') twee van zijn helpers (''diakonountoon''), Timotheüs en Erastus ''Han.19:22''. Opnieuw zien we, evenals bij Johannes, dat het heel zuinig als ‘helpers’ vertaald is, maar het is veel meer, zij waren zijn ‘dienaren’ ‘Zo moet men ons beschouwen als Dienaren (''úpεretas)'', van Christus, beheerders (''oikonomous'') van de geheimenissen Gods’. Aldus Paulus over hemzelf en Apollus. ''1Kor.4:1'' .`upεretεn’ = adjudant, hiervan weet ik niet of er een vergelijkbare leidinggevende functie in de kerk is, of het moet ‘Hulpbisschop zijn. Dus hulp-opziener. Of Vicaris, is Hulppredikant. Voorgangers?
Barnabas en Saulus keerden terug uit Jeruzalem na hun liefdedienst te hebben volbracht, en namen ook Johannes, bijgenaamd Marcus, mede. Han. 12:25. zie verder Han.13:5
 
Nog andere profeten en leraars waren die de gemeente aan het opbouwen waren.
'''Voorganger.''' Toen besloten de 'apostelen' en de oudsten met de gehele gemeente mannen uit hun midden te kiezen en met Paulus en Barnabas naar Antiochië te zenden: Judas, genaamd Barsabbas, en Silas, mannen van aanzien onder de broeders. ''Han.15:22 '''kiezen' = “''eklexamenous''’ = uitkiezen tot een taak. 'Aanzien' = ''‘`εgoumenous''’ = leading, voorganger, commandant. Door te vertalen met het woord ‘aanzien’ komt er helemaal niet uit dat het ‘voorgangers’ zijn. Ook hier zuinig vertaald. ‘Hebben wij (de apostelen) eenstemmig besloten mannen (Judas en Silas) tot u te zenden’. ‘Kwamen zij in Antiochië aan, riepen de vergadering bijeen.. Judas en Silas, die zelf ook profeten waren, bemoedigden en versterkten’. ''Han.15:30-32''. S.V. ‘voorgangers’. Judas en Silas waren dus ‘Voorgangers en Profeten’. ‘houd uw voorgangers ‘ ’''εgoumenoon’ i''n gedachtenis ''Heb.13:7'' ‘groet al uw voorgangers ‘ ‘''εgoumenous’'' en al de heiligen  ''Heb.13:24.'' Ook als gave staat dit beschreven: ''Rom.12:8''. ‘''proistamenous''’ leider, voorstaander, voorganger.  (Behalve in: ‘afzonderlijk aan hen die in aanzien, achting SV, ‘''dokountoon''’ waren ''Gal.2:2,6''. Hier heeft het woord ‘aanzien’ niet de betekenis van ‘voorganger’).
Leraren en profeten zijn uit jeruzalem als leidinggevenden naar Antiochië gezonden
 
Nu waren er in Antiochië in de gemeente aldaar profeten en leraars,
'''Prediker''', predikant is van uit het Latijn ‘praedicare’= openlijke bekendmaking, afkondiging, van tevoren zeggen, (voor-dicteren, dictee), voorschrijven. bevel (zoals van keizer Augustus). Het Grieks is ‘kεrux’ (keroeks), ‘kεrussoon, is ‘proclameren’. En Johannes predikte ‘kεrussoon’ in de woestijn ''Mat.3:1'' Philippus predikte ''‘ekεrussen''’ hen de Christus’, ''Han.8:5'' ‘ Is hij een apostel of een diaken. Paulus ‘prediker en apostel’ ''1Tim.2:7'' ‘''kεrux kai apostolos''’. ‘Verkondig het woord’ zegt Paulus tegen Timoteüs’, ''2Tim.4:2''. Juist hier staat: ‘kεruxov’, dus predik ,proclameer. ‘Verkondigen’ is meestal de vertaling van ‘evangelie-brengende’. ‘hoe zal men prediken zonder gezonden te zijn’? ''Rom.10;15'' ‘''kεruxoosiv''’.
namelijk; Barnabas, Simeon, genaamd Niger, Lucius, van Cyrene, Manaen, de zoogbroeder 
 
van Herodes, den viervorst, en Saulus. Han.13:1.
Dat de Here Jezus je zend, door zijn Heilige Geest, is wel een voorwaarde. Het woord ‘prediker’ komt dus voor, maar vooral het werk van ‘prediken’. Dus de titel ‘prediker’, en daarvan afgeleid ‘predikant’, komt wel voor in de gemeente in het N.T. maar niet veel, eerder het werk van ‘prediken’. Een aantal teksten in de NBG waar in de grondtekst (Grieks) geen ‘ prediking’ staat, als of men in de NBG-tijd het prediken sterker wilde benadrukken of de titel van ‘predikant’. Weide Paulus zich geheel aan de prediking NBG , ''Han.18:5.'' hier staat echter ‘''diamarturomenos''’ = tussenin getuigenis, en zo staat het ook in de SV ‘betuigende’. ‘in de prediking van de waarheid’, NBG ''2kor.6:7'' SV, in de prediking van de waarheid ‘''en logos alεtheias’,'' dus letterlijk: in woord (der)waarheid. Oudsten die zich belasten met prediking NBG ''1Tim.5:17'' ‘''en logooi kai didaskaliai’'' Beter vertaald door de SV.. ‘in het woord en de leer’. ’Woordbrengende’ dus.
En… verkondigen zij het woord Gods in de synagogen der Joden;
 
en zij hadden ook Johannes tot helper ‘ (upεretεn = adjudant). Han.13:5
'''Leiders.''' ‘een Jood, Aquila en Priscilla, zijn vrouw. (net als Paulus tentmaker) ''Han.18:2.'' ‘Paulus vergezeld door Priscilla en Aquila. ''Han.18:18'' ‘een Jood, Apollos uit Alexandrië, een geleerd man, doorkneed in de Schriften ''Han.18:24'' ‘toen Priscilla en Aquila hem hoorden, namen zij hem tot zich en legde  hem de weg Gods nauwkeuriger uit. ''Han.18:26'' Zij waren ook zodanig gegroeid als medewerkers van Paulus om aan Apollos het evangelie nauwkeuriger uitleggen (''exethento''). letop: er staat niet dat ze hem aan het onderwijzen of leren waren. Apollos zelf was een geleerd man, kende de Schriften, alleen er moest wel enige uitleg bij wilde hij de volledige strekking begrijpen. Later zien we bij hen de gemeente aan huis. ''1Kor.16;19.'' Welke vorm de leiding is die ze daar geven wordt niet genoemd. Weer later vraagt Paulus aan Timoteüs om hen de groeten over te brengen. ''2Tim.4:19''. Hij draagt hen bepaald op z’n hart. ‘het huis van Stefanas, dat het de eersteling van Achaje is en dat zij zich ten dienste (''diakonian'') van de heiligen gesteld (''etaxan'') hebben. ‘Steld u dan ook onder zulke mensen, en onder ieder,die meewerkt (''sunergounti'') (ergo =werk) en arbeid.(''kopioonti'').(=inspannen) ''1Kor.16:15-16''
Ook Saulus wordt tijdens zijn ontmoeting met Jezus ‘ `upεretεn’ genoemd. Han.26:16.
 
En ook in Luk.1:2, is er sprake van Dienaren (úpεretai), (Eng. attendants) Dus hier staat niet: Diakenen.. Want het gaat hier om De Apostelen.
K. '''De BROEDER / De ZUSTER'''
Johannes was dus niet zomaar een helper, maar kreeg een ondersteunende functie.
En hij zond (aposteilas) twee van zijn helpers (diakonountoon), Timotheüs en Erastus Han.19:22. Opnieuw zien we, evenals bij Johannes, dat het heel zuinig als ‘helpers’ vertaald is, maar het is veel meer, zij waren zijn ‘dienaren’
‘Zo moet men ons beschouwen als Dienaren (úpεretas), van Christus, beheerders (oikonomous) van de geheimenissen Gods’. Aldus Paulus over hemzelf en Apollus. 1Kor.4:1 .
`upεretεn’ = adjudant, hiervan weet ik niet of er een vergelijkbare leidinggevende functie in de kerk is, of het moet ‘Hulpbisschop zijn. Dus hulp-opziener. Of Vicaris, is Hulppredikant.
Voorgangers
Toen besloten de 'apostelen' en de oudsten met de gehele gemeente mannen uit hun midden te kiezen en met Paulus en Barnabas naar Antiochië te zenden: Judas, genaamd Barsabbas, en Silas, mannen van aanzien onder de broeders. Han.15:22
kiezen = “eklexamenous’ = uitkiezen tot een taak
aanzien = ‘`εgoumenous’ = leading, voorganger, commandant. Door te vertalen met het woord ‘aanzien’ komt er helemaal niet uit dat het ‘voorgangers’ zijn. Ook hier zuinig vertaald.
‘Hebben wij (de apostelen) eenstemmig besloten mannen (Judas en Silas) tot u te zenden’..
‘Kwamen zij in Antiochië aan, riepen de vergadering bijeen..Judas en Silas, die zelf ook profeten waren, bemoedigden en versterkten’. Han.15:30-32. S.V. ‘voorgangers’.
Judas en Silas waren dus ‘Voorgangers en Profeten’.
‘houd uw voorgangers ‘ ’εgoumenoon’ in gedachtenis Heb.13:7
‘groet al uw voorgangers ‘ ‘εgoumenous’ en al de heiligen  Heb.13:24
Ook als gave staat dit beschreven: Rom.12:8. ‘proistamenous’ leider, voorstaander, voorganger. 
(Behalve in: ‘afzonderlijk aan hen die in aanzien, achting SV, ‘dokountoon’ waren Gal.2:2,6.
Hier heeft het woord ‘aanzien’ niet de betekenis van ‘voorganger’).
Prediker,predikant is van uit het Latijn ‘praedicare’= openlijke bekendmaking, afkondiging, van tevoren zeggen, (voor-dicteren, dictee), voorschrijven. bevel (zoals van keizer Augustus).
Het Grieks is ‘kεrux’ (keroeks), ‘kεrussoon, is ‘proclameren’.
En Johannes predikte ‘kεrussoon’in de woestijn Mat.3:1
Philippus predikte ‘ekεrussen’ hen de Christus’, Han.8:5 ‘ Is hij een apostel of een diaken.
Paulus ‘prediker en apostel’ 1Tim.2:7 ‘kεrux kai apostolos’.
‘verkondig het woord’ zegt Paulus tegen Timoteüs’, 2Tim.4:2. Juist hier staat: ‘kεruxov’, dus predik ,proclameer. ‘Verkondigen’ is meestal de vertaling van ‘evangelie-brengende’.
‘hoe zal men prediken zonder gezonden te zijn’ ? Rom.10;15 ‘kεruxoosiv’.Dat de Here Jezus je zend, door zijn Heilige Geest, is wel een voorwaarde.
Het woord ‘prediker’ komt dus voor, maar vooral het werk van ‘prediken’.
Dus de titel ‘prediker’, en daarvan afgeleid ‘predikant’, komt wel voor in de gemeente in het N.T.
maar niet veel, eerder het werk van ‘prediken’.
Een aantal teksten in de NBG waar in de grondtekst (Grieks) geen ‘ prediking’ staat,
als of men in de NBG-tijd het prediken sterker wilde benadrukken of de titel van ‘predikant’.
Weide Paulus zich geheel aan de prediking NBG , ‘Han.18:5. hier staat echter
‘diamarturomenos’ = tussenin getuigenis, en zo staat het ook in de SV ‘betuigende’.
‘in de prediking van de waarheid’, NBG 2kor.6:7 SV, in de prediking van de waarheid
‘en logos alεtheias’, dus letterlijk: in woord (der)waarheid.
Oudsten die zich belasten met prediking NBG 1Tim.5:17 ‘en logooi kai didaskaliai’
Beter vertaald door de SV.. ‘in het woord en de leer’.’Woordbrengende’ dus
Leiders
‘een Jood, Aquila en Priscilla, zijn vrouw. (net als Paulus tentmaker) Han.18:2
‘Paulus vergezeld door Priscilla en Aquila.Han.18:18
‘een Jood, Apollos uit Alexandrië, een geleerd man, doorkneed in de Schriften Han.18:24
‘toen Priscilla en Aquila hem hoorden, namen zij hem tot zich en legde  hem de weg Gods nauwkeuriger uit. Han.18:26 Zij waren ook zodanig gegroeid als medewerkers van Paulus om aan Apollos het evangelie nauwkeuriger uitleggen (exethento). letop: er staat niet dat ze hem aan het onderwijzen of leren waren. Apollos zelf was een geleerd man, kende de Schriften, alleen er moest wel enige uitleg bij wilde hij de volledige strekking begrijpen.
Later zien we bij hen de gemeente aan huis. 1Kor.16;19. Welke vorm de leiding is die ze daar geven wordt niet genoemd. Weer later vraagt Paulus aan Timoteüs om hen de groeten over te brengen. 2Tim.4:19. Hij draagt hen bepaald op z’n hart.
‘het huis van Stefanas, dat het de eersteling van Achaje is en dat zij zich ten dienste (diakonian) van de heiligen gesteld (etaxan) hebben.
‘Steld u dan ook onder zulke mensen, en onder ieder,die meewerkt (sunergounti) (ergo =werk) en arbeid.(kopioonti).(=inspannen) 1Kor.16:15-16
 
K. De BROEDER / De ZUSTER
Naast het feit dat iedereen in de gemeente / kerk een broeder en zuster is, komt de bijzonderheid voor dat sommigen De Broeder of De Zuster  genoemd worden. Alsof ze toch voor bepaalde dingen aangesteld zijn, een functie hebben als De Broeder en De Zuster. In veel teksten zien we ook dat ze een bepaalde taak waarnemen.
Ook in de Roomse Kerk kennen we dit begrip als ‘Frater’ (Lat. voor broeder).
 
‘En wij zonden De Broeder met hem mede,wiens lof om zijn evangeliewerk door al de gemeenten(verbreid is). 2Kor.8:18
Enerzijds wat Titus betreft, hij is mijn medestander (''koinonos'')(=partner) en mijn medewerker’., afgevaardigden, SV. afgezanten, (''apostoloi'') gemeenten ''(ékkl εsiooonékklεsiooon'')(kerken).vs 23 Zijn het toch Apostelen, of nog een andere functie die van (Af)Gezant’. (zendeling).
 
Zijn het toch Apostelen, of nog een andere functie die van (Af)Gezant’. (zendeling).
Paulus … apostel en Sosthenes, De Broeder aan de gemeente Gods ''1Kor.1:1.'' Sosthenes wordt door Paulus in het gemeente opbouwwerk betrokken en ook door middel van het schrijven van een brief. Apollos De Broeder, ''1Kor.16:12'' Hij ging de synagogen rond om uit de Schriften aan te tonen dat Jezus de Christus is. ‘Paulus … apostel en Timoteus onze Broeder. ''Kol.1:1.''  samen richten zij zich tot de gemeente. ‘Timotheus, De Broeder (met Paulus) aan de gemeente Gods’. ''2Kor.1;1.'' ‘Tychicus, mijn geliefde broeder en getrouwe dienaar in de Here’. ''Gal.6:21'' ‘Epaphroditus tot u te zenden, mijn broeder en medearbeider en medestrijder, die uw afgevaardigde was om mij te helpen’. Ook hier: (''ton adelfon''). De Broeder.  ''Phil.2:25'' ‘Tychicus, mijn geliefde broeder en trouwe dienaar en mededienstknecht’.''Kol.4;7'' In de grondtekst staat: De geliefde Broeder, ( ''<nowiki/>'o agapεtos adelfos)''.
 
‘Febe, onze zuster, dienares der gemeente ''Rom.16:1'' Zij verleende velen bijstand. In de grondtekst staat niet ‘onze’ maar: De Zuster onzer, (''ten adelfεn''). ‘Aan Apphia De Zuster’.''(tεi adelfεi). Philemon 1:2.''
 
L. '''Samenvatting Gezag''' in dienstbaarheid.
 
Op sommige punten is wat uitvoeriger ingegaan, aan de andere kant kunnen er over allerlei punten nog veel meer dingen geschreven worden. Zoals: ‘neem geen aanklacht aan tegen een Oudste tenzij er twee of drie getuigen zijn’. ''1Tim.5:19'', Het belang van dit onderwerp is hoe wordt er in de gemeente van Christus met ‘gezag’ omgegaan en wat zijn nu werkelijk de Bijbelse uitgangspunten. Willen we dezen volgen. En zijn deze punten ook genoeg om een structuur te geven aan de gemeente. Of blijven we accepteren wat er historisch ingevoegd is. God zelf als Schepper is het begin van ‘gezag’ en Jezus als de Christus als Gods Zoon heeft dit vanzelf ook. Maar ook tegenover de mensen en gezaghebbers van Zijn tijd openbaarde God duidelijk tijdens de doop door Johannes dat Jezus de Zoon van God is, het ‘gezag’ (''Exousia'') heeft. Wat voor ‘gezag’ is dat dan of hoe wordt het uitgeoefend. Als dit toch een absoluut ‘gezag’ is. Maar ook Jezus zelf zegt: ‘gelijk de Zoon des mensen niet gekomen is om Zich te laten dienen, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen’ ''Mat.20:28, Mar.10:45, Luk.22:27.'' En Hij laat dit in allerlei facetten zien. Hij heerst over het kwade, demonen, ziekten en over de natuur, wind en golven. Maar de mensen wilde Hij dienen.
 
Jezus stelt zelf Apostelen (gezondenen, gezanten) aan en geeft hun ook macht (''Exousia'') over het kwade, maar Hij vraagt om zijn volgelingen te weiden. Zij zijn ook Opzieners (''episcopos'') en Oudsten (''presbuteros'') Als er een nieuwe gekozen moet worden dan raadplegen zij de gemeente die ook actief rond moet zien onder de mannen en dan stellen ze aan. Wie zien dat de Apostelen gemeentestichters zijn. Ook later als Barnabas en Saulus(Paulus) uitgezonden worden gaan zij gemeenten stichten.
 
Oudsten / Opzieners heersen niet over de gemeente maar geven dienend leiding. Daarom wordt tevens besproken waaraan moet een Ouderling/Oudste voldoen, welke criteria zijn er en wat is hun taakstelling. En dat een gemeente pas volledig gemeente is als er Ouderlingen aangesteld zijn. Apostelen c.q. Oudsten hebben het Exousia-Gezag Er ontstaat een eerste grote gemeente in Jeruzalem Als er dat kenbaar gemaakt is aan de Apostelen/Oudsten dat er problemen ontstaan zijn, dan als gezagsdragers maken zij dat kenbaar aan de hele gemeente en vragen zij opnieuw aan de gemeente om rond te zien naar bekwame mannen en dan stellen zij die aan met gebed en vasten. De gemeente wordt dus betrokken in de procedure.
 
De eerste vorm van diakenschap is de (voedsel)tafels bedienen. Het bijzondere is om te ontdekken dat er gemeente-diakenen zijn maar ook zendings-diakenen die met de Apostelen/Zendelingen meegaan en hen assisteren.
 
Een ander punt is: hebben vrouwen in de gemeente leidinggevende taken. Daarom gingen we eerst zien hoe gaat Jezus om met vrouwen in de toenmalige maatschappij,. heel open en bespreekt zelfs theologische kwesties. Maar Hij stelt geen enkele vrouw aan maar zij dienen Hem en de apostelen met hun zorgzaamheid voor hen. Als er nieuwe apostelen of oudsten gekozen worden zijn het altijd mannen. Omdat de Schrift zegt dat vrouwen geen gezag over mannen zullen hebben en ook de mannen niet zullen leren. En dit zegt de Schrift omdat dit de scheppingsorde is, dus voor de zondeval al zo was. En ten tweede:dat de vrouw door verleiding in overtreding gevallen is. De vrouw heeft dus geen leer- gezag over de man om hem uit de Schrift dingen te leren of geestelijk gezag.
 
We zien echter wel dat vrouwen ‘staatkundig gezag’ hebben of ook over knechten die bij hun bedrijf horen. Ook dat zij ‘profetessen’ zijn en dat de oudere vrouwen de jongere vrouwe ‘leren’. We zien ook dat vrouwen ‘diakenen’ zijn en de gemeente in deze taak dienen. Daardoor kunnen ze ook aan broeders, die meehelpen daar in, leiding geven. Ook zijn er vrouwen die meehelpen in het zendingswerk. Wenselijk zou het zijn dat vrouwen, maar ook mannen, die in binnen of buitenland een bepaald werk opzetten, b.v. kinderopvang(huis, scholen), en door de gemeente ondersteund worden niet ook door dezelfde gemeente als Zendingsdiaken aangesteld worden.
Paulus … apostel en Sosthenes, De Broeder aan de gemeente Gods 1Kor.1:1
Sosthenes wordt door Paulus in het gemeente opbouwwerk betrokken en ook door middel van het schrijven van een brief.
Apollos De Broeder, 1Kor.16:12 Hij ging de synagogen rond om uit de Schriften aan te tonen dat Jezus de Christus is.
‘Paulus … apostel en Timoteus onze Broeder. Kol.1:1.  samen richten zij zich tot de gemeente.
‘Timotheus, De Broeder (met Paulus) aan de gemeente Gods’. 2Kor.1;1.
‘Tychicus, mijn geliefde broeder en getrouwe dienaar in de Here’. Gal.6:21
‘Epaphroditus tot u te zenden, mijn broeder en medearbeider en medestrijder, die uw afgevaardigde was om mij te helpen’. Ook hier: (ton adelfon). De Broeder.  Phil.2:25 
‘Tychicus, mijn geliefde broeder en trouwe dienaar en mededienstknecht’.Kol.4;7
In de grondtekst staat: De geliefde Broeder, ( `o agapεtos adelfos).
 
Bij Andere Leidinggevenden zien we dat naast de veelgenoemde Profeten en Leraren en Evangelisten en Herders ook genoemd worden: Liturg, Adjudant/vicaris, Voorgangers, Prediker/ predikant en plaatselijke Leiders. Een bijzonder aspect is dat zoals we in de RK-kerk het begrip Frater kennen de Schrift het ook heeft over De Broeder en De Zuster, die dan met bepaalde taken bedeeld zijn om de gemeente te dienen.
‘Febe, onze zuster, dienares der gemeente Rom.16:1 Zij verleende velen bijstand.
In de grondtekst staat niet ‘onze’ maar: : De Zuster onzer, (ten adelfεn).
‘Aan Apphia De Zuster’.(tεi adelfεi). Philemon 1:2.
 
L. Samenvatting Gezag in dienstbaarheid.
Op sommige punten is wat uitvoeriger ingegaan, aan de andere kant kunnen er over allerlei punten nog veel meer dingen geschreven worden. Zoals: ‘neem geen aanklacht aan tegen een Oudste tenzij er twee of drie getuigen zijn’. 1Tim.5:19, Het belang van dit onderwerp is hoe wordt er in de gemeente van Christus met ‘gezag’ omgegaan en wat zijn nu werkelijk de Bijbelse uitgangspunten. Willen we dezen volgen. En zijn deze punten ook genoeg om een structuur te geven aan de gemeente. Of blijven we accepteren wat er historisch ingevoegd is.
God zelf als Schepper is het begin van ‘gezag’ en Jezus als de Christus als Gods Zoon heeft dit vanzelf ook. Maar ook tegenover de mensen en gezaghebbers van Zijn tijd openbaarde God duidelijk tijdens de doop door Johannes dat Jezus de Zoon van God is, het ‘gezag’ (Exousia) heeft. Wat voor ‘gezag’ is dat dan of hoe wordt het uitgeoefend.als dit toch een absoluut ‘gezag’ is. Maar ook Jezus zelf zegt: ‘gelijk de Zoon des mensen niet gekomen is om Zich te laten dienen, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen’ Mat.20:28, Mar.10:45, Luk.22:27. En Hij laat dit in allerlei facetten zien. Hij heerst over het kwade, demonen, ziekten en over de natuur, wind en golven. Maar de mensen wilde Hij dienen.
Jezus stelt zelf Apostelen (gezondenen, gezanten) aan en geeft hun ook macht (Exousia) over het kwade, maar Hij vraagt om zijn volgelingen te weiden. Zij zijn ook Opzieners (episcopos) en Oudsten (presbuteros) Als er een nieuwe gekozen moet worden dan raadplegen zij de gemeente die ook actief rond moet zien onder de mannen en dan stellen ze aan. Wie zien dat de Apostelen gemeentestichters zijn. Ook later als Barnabas en Saulus(Paulus) uitgezonden worden gaan zij gemeenten stichten.
Oudsten / Opzieners heersen niet over de gemeente maar geven dienend leiding. Daarom wordt tevens besproken waaraan moet een Ouderling/Oudste voldoen, welke criteria zijn er en wat is hun taakstelling. En dat een gemeente pas volledig gemeente is als er Ouderlingen aangesteld zijn. Apostelen c.q. Oudsten hebben het Exousia-Gezag
Er ontstaat een eerste grote gemeente in Jeruzalem Als er dat kenbaar gemaakt is aan de Apostelen/Oudsten dat er problemen ontstaan zijn, dan als gezagsdragers maken zij dat kenbaar aan de hele gemeente en vragen zij opnieuw aan de gemeente om rond te zien naar bekwame mannen en dan stellen zij die aan met gebed en vasten. De gemeente wordt dus betrokken in de procedure. De eerste vorm van diakenschap is de (voedsel)tafels bedienen. Het bijzondere is om te ontdekken dat er gemeente-diakenen zijn maar ook zendings-diakenen die met de Apostelen/Zendelingen meegaan en hen assisteren.
Een ander punt is: hebben vrouwen in de gemeente leidinggevende taken. Daarom gingen we eerst zien hoe gaat Jezus om met vrouwen in de toenmalige maatschappij,. heel open en bespreekt zelfs theologische kwesties. Maar Hij stelt geen enkele vrouw aan maar zij dienen Hem en de apostelen met hun zorgzaamheid voor hen.
Als er nieuwe apostelen of oudsten gekozen worden zijn het altijd mannen. Omdat de Schrift zegt dat vrouwen geen gezag over mannen zullen hebben en ook de mannen niet zullen leren. En dit zegt de Schrift omdat dit de scheppingsorde is, dus voor de zondeval al zo was. En ten tweede:dat de vrouw door verleiding in overtreding gevallen is. De vrouw heeft dus geen leer- gezag over de man om hem uit de Schrift dingen te leren of geestelijk gezag.
We zien echter wel dat vrouwen ‘staatkundig gezag’ hebben of ook over knechten die bij hun bedrijf horen. Ook dat zij ‘profetessen’ zijn en dat de oudere vrouwen de jongere vrouwe ‘leren’. We zien ook dat vrouwen ‘diakenen’ zijn en de gemeente in deze taak dienen. Daardoor kunnen ze ook aan broeders, die meehelpen daar in, leiding geven. Ook zijn er vrouwen die meehelpen in het zendingswerk.
Wenselijk zou het zijn dat vrouwen, maar ook mannen, die in binnen of buitenland een bepaald werk opzetten, b.v. kinderopvang(huis, scholen), en door de gemeente ondersteund worden niet ook door dezelfde gemeente als Zendingsdiaken aangesteld worden.
Bij Andere Leidinggevenden zien we dat naast de veelgenoemde Profeten en Leraren en Evangelisten en Herders ook genoemd worden: Liturg, Adjudant/vicaris, Voorgangers, Prediker/ predikant en plaatselijke Leiders. Een bijzonder aspect is dat zoals we in de RK-kerk het begrip Frater kennen de Schrift het ook heeft over De Broeder en De Zuster die dan met bepaalde taken bedeeld zijn om de gemeente te dienen.
Blijven dan de gewone gelovigen als kudde over, nee niet in het minst, want iedereen is een discipel van Jezus en is begiftigt met een geestelijke gave door de Heilige Geest om daarmee de gemeente te dienen. Als gelovige in Christus ben je een (konings)kind van God om als zodanig te wandelen, om het koninkrijk van de liefde 'te leven'. God heeft de gemeente als een uitdrukkingsvorm gekozen om de veelkleurige wijsheid van God te tonen.
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.