Naar inhoud springen

GEZAG en/in DIENSTBAARHEID m/v: verschil tussen versies

vlg herstel
(vervolg verbeteringen)
(vlg herstel)
Regel 253:
We zien ook dat er Diakenen zijn die Dienaren zijn van de Apostelen om hen te dienen bij het gemeente stichtend werk. Het zijn dus geen gemeente dienaren. We lezen dit in: Han.13:5, en zij hadden ook Johanns als dienaar ''('upεretεn) Han.26:16'', om u te stellen tot een dienaar en getuige. ''Ef.6:21'', zal Tychicus, mijn getrouwe (''pistos)'' dienaar (''diakonos'') in de Here ''Kol.1:7'' Epaphras, onze geliefde mededienstknecht, die voor u een getrouw dienaar. ''Kol.4:7'' Tychicus, mijn geliefde broeder en trouwe dienaar en mededienstknecht. ''1Tim.4:6'' goed dienaar van Christus Jezus, wel onderlegd...is dit diakonos in bijzondere dienst van de apostel. Filemon 13, opdat hij mij namens u zou dienen ''(diakonεi'').
 
H. '''VROUWEN als leidinggevenden'''
.> >
 
 
 
 
 
 
H. VROUWEN als leidinggevenden
 
Over dit onderwerp of vrouwen in het ambt kunnen of toch niet, daar is veel over te doen.
Regel 267 ⟶ 260:
De een zegt: ‘In Christus is noch man of vrouw”. …...Gal.27-28. Dus vrouwen kunnen in elke positie van gezag en leiding geven meedoen in de gemeente van Christus.
Maar de tekst zegt ook ; geen Jood of Griek, geen slaaf of vrije. De contekst is ‘je bent allemaal kinderen van God, je maatschappelijke manier van zijn, je cultuur heeft er geen invloed op. Dat zegt niets over wel of geen gezag.
 
De ander zegt: ‘De vrouw zal geen gezag over de man hebben’. …….Dus kan zij in geen functie plaatsnemen waardoor zij leiding geeft aan mannen. Maar gezag en leidinggeven zijn niet synoniem aan elkaar.
Beide teksten staan in de Bijbel en beiden zijn dus waar. En al lijkt het zo, ze zijn ook niet tegenstrijdig aan elkaar.
 
De vraag is dus, waar in zijn man en vrouw gelijk en waar in verschillend?
En kunnen we iets leren van Jezus en de ‘apostelen’, hoe zij daarmee zijn omgegaan. Let op: in de Bijbel geeft God beperkingen aan. Maar dat doet Hij om te beschermen. Dat is belangrijk om niet uit het oog te verliezen. Zowel mannen als vrouwe ontvangen beperkingen.
Let op: in de Bijbel geeft God beperkingen aan. Maar dat doet Hij om te beschermen. Dat is belangrijk om niet uit het oog te verliezen. Zowel mannen als vrouwe ontvangen beperkingen.
 
1. HOE GAAT JEZUS OM MET VROUWEN
Jezus laat zien dat Hij bestaande taboes doorbreekt, taboes die in het Koninkrijk Gods niet normaal zijn. Ze zijn verwerpelijk, passen niet in dat Koninkrijk. Een van de dingen is hoe mannen over vrouwen denken en welke plaats de vrouwen daardoor krijgen. Altijd (maatschappelijk) ondergeschikt en geestelijk / religieus niet in tel.
Een van de dingen is hoe mannen over vrouwen denken en welke plaats de vrouwen daardoor krijgen. Altijd (maatschappelijk) ondergeschikt en geestelijk / religieus niet in tel.
1.Gesprek met de Samaritaanse vrouw Joh.4:1-42.
Hij spreekt haar aan, terwijl Joden niet met Samaritanen omgaan. En Hij spreekt haar aan, een vrouw,  een onbekende (niet echt voor Hem, want Hij wist hoe haar leven eruit zag). Hij vraagt haar een gunst, dat zou een Jood zeker niet doen. vandaar dat zij zegt ‘hoe kunt u als Jood…..” Hij zag er dus duidelijk als Jood uit.
Dan begint Hij een conversatie met haar en dan nog wel over geestelijke dingen.
Voor Jezus is een vrouw niet minder dan een man om over geestelijke dingen te praten. En het hoeft ook geen vooraanstaande vrouw te zijn, zelfs een vrouw met een verdacht leven is gewoon bij Hem in tel. Evenals verschillende van zijn leiders (apostelen) die Hij uitkoos ongeletterde vissers waren.
Hij openbaart aan haar dat het in gebed niet om Jeruzalem gaat, niet om een aardse plek,  maar om je hart wat oprecht is. waar het er omgaat om ‘In geest en waarheid’ te bidden en God te zoeken en te eren..
Dat Jezus haar zondige leven openlijk noemt, schrikt haar niet af, ze voelt zich veilig bij Hem, niet veroordeeld. 
Dit hoort ook de houding van elk  christen te zijn, niet veroordelen en veiligheid bieden, in je hart al geen onderscheid maken tussen welk ras of volk. Openheid
De openheid van Jezus heeft direct gevolgen in de vrouw..Deze vrouw gaat onmiddellijk getuigen tegenover haar stadsgenoten.
Waardoor velen tot geloof komen. En als Philippus daar later komt vind hij een voedingsbodem
2. De Syro-Fenicie vrouw. Mat. 15:21+28, Mat. 7:24-30.
Zij komt bij Jezus, noemt Hem Here (Kuriε = Kurios).
en ook Davids Zoon, zij gelooft dat Hij de Messias is.
Ze laat zich niet uit het veld slaan.
Ze is als moeder moedig en vasthoudend.
De discipelen willen dat ze als lastige vrouw weggestuurd wordt.
Dat was ook bij de kinderen alzo. ……
De discipelen moesten nog veel leren wat in het Koninkrijk Gods (het koninkrijk van de liefde) normaal is. Wij zelf mogelijk ook. Geen kinderen en geen vrouwen achterstellen.
Jezus zegt: dat het niet goed is het brood van de kinderen de honden voor te werpen.
‘Zij kwam en viel voor Hem neer. Er staat letterlijk, zij ‘aanbad’ Hem (prosεkunei).
Kun je je voorstellen, de woorden lijken haar af te wijzen, maar zij gaat Hem aanbidden.
Hoe nederig maar ook ad rem is deze vrouw dat ze zegt: 'zeker Here, de honden eten ook van de kruimels'.
Ze ontkent niet wat Hij zegt, maar vult het aan. Ze heeft liever voor zichzelf de vergelijking met een hond dan het op te geven voor haar dochter. Ze vecht als het ware met God, even als Jacob: ' ik laat U niet gaan tenzij U mij zegent'. Gen.32:26.
Jezus roemt haar grote geloof.
3. Voeten zalvende vrouw Luk.7:36-50
Jezus zegt maar twee korte zinnen tegen haar. ‘Jouw zonden zijn je vergeven’.
Wat geweldig als Jezus zelf dit tegen je zegt en je (zonde)last van je afneemt en je in de vrijheid zet. Hij verruimt je het hart.
‘Jouw geloof heeft je behouden, ga heen in vrede !
Hier zegt Jezus dat haar geloof genoeg was, niet allerlei tempelrituelen, niet een ritueel bad, maar het vaste geloof in Jezus zelf als Verlosser. Zij mag heengaan in haar verdere leven met de vrede die Jezus haar gaf.
Voor dat Hij dit zei tegen haar hoorde zij het gesprek van Jezus met de gastheer die hem aan tafel had  genodigd. Jezus wendde zich naar haar toen Hij verder sprak met Simon. niet alleen maar over haar pratende maar haar betrekkende bij wat Hij ging zeggen.
Eigenlijk was dat uitnodigen aan zijn tafel nogal kort door de bocht. Want het was normaal om de voeten van je gasten te laten wassen. Dus laat Jezus het verschil in hartsgesteldheid zien met deze vrouw als voorbeeld. Een praktisch handeling als geestelijk voorbeeld.
Want Simon had verachtelijk over haar gedacht, wie of wat deze vrouw is, deze zondares.
Water voor mijn voeten heb je Mij niet gegeven, zij waste mijn voeten met haar tranen.
Een kus heb je mij niet gegeven, maar zij heeft mijn voeten gekust.
Met olie heb je mijn hoofd niet gezalfd, zij heeft mijn voeten gezalfd met mirre.
Wie weinig vergeven is betoond weinig liefde, en wie veel vergeven is betoond veel liefde.
Jezus laat opnieuw zien: je hebt naar deze vrouw gekeken naar wat voor ogen is, en haar veroordeeld, maar God ziet het hart aan en vergeeft..
gun’e, gunaika = echtgenote, huisvrouw.
 
'''1.Gesprek met de Samaritaanse vrouw''' ''Joh.4:1-42''.Hij spreekt haar aan, terwijl Joden niet met Samaritanen omgaan. En Hij spreekt haar aan, een vrouw,  een onbekende (niet echt voor Hem, want Hij wist hoe haar leven eruit zag). Hij vraagt haar een gunst, dat zou een Jood zeker niet doen. vandaar dat zij zegt ‘hoe kunt u als Jood…..” Hij zag er dus duidelijk als Jood uit. Dan begint Hij een conversatie met haar en dan nog wel over geestelijke dingen. Voor Jezus is een vrouw niet minder dan een man om over geestelijke dingen te praten. En het hoeft ook geen vooraanstaande vrouw te zijn, zelfs een vrouw met een verdacht leven is gewoon bij Hem in tel. Evenals verschillende van zijn leiders (apostelen) die Hij uitkoos ongeletterde vissers waren.
4. Andere vrouwen.
 
Dan komen we de bij de schoonmoeder van Petrus, die met koorts op bed ligt. De discipelen spraken over haar met Jezus. Hij gaat naar haar toe vat haar hand en de koorts verliet haar.
Hij openbaart aan haar dat het in gebed niet om Jeruzalem gaat, niet om een aardse plek,  maar om je hart wat oprecht is. waar het er omgaat om ‘In geest en waarheid’ te bidden en God te zoeken en te eren. Dat Jezus haar zondige leven openlijk noemt, schrikt haar niet af, ze voelt zich veilig bij Hem, niet veroordeeld. Dit hoort ook de houding van elk  christen te zijn, niet veroordelen en veiligheid bieden, in je hart al geen onderscheid maken tussen welk ras of volk. Openheid
Zij staat dan  op “en zij diende (diεkonei) hen. Dus Jezus een de discipelen. Mar.10:31
 
Het hoeft niet aan haar gevraagd te worden ze doet het spontaan en van harte.
De openheid van Jezus heeft direct gevolgen in de vrouw. Deze vrouw gaat onmiddellijk getuigen tegenover haar stadsgenoten. Waardoor velen tot geloof komen. En als Philippus daar later komt vind hij een voedingsbodem
Dan zijn er ook vrouwen die genezen en bevrijd (van boze geesten) dit zijn de Vrouwen die Jezus dienden (diεkonoun) met hetgeen zij bezaten. Luk.8:2-3
 
Dat is hetzelfde woord als ‘diaken’. Toen waren vrouwen dus al bezig om Jezus en zijn discipelen te dienen.
'''2. De Syro-Fenicie vrouw.''' ''Mat. 15:21+28, Mat. 7:24-30''. Zij komt bij Jezus, noemt Hem Here (Kuriε = Kurios), en ook Davids Zoon, zij gelooft dat Hij de Messias is. Ze laat zich niet uit het veld slaan. Ze is als moeder moedig en vasthoudend. De discipelen willen dat ze als lastige vrouw weggestuurd wordt. Dat was ook bij de kinderen alzo. ……
Ook Martha was bezig met bedienen. (diakonian) en zegt tegen Jezus ‘Here, trekt u het zich niet aan  dat mijn zuster mij alleen laat dienen (diakonein). Luk.10:38-40.
 
Dat ‘dienen’ op zich was niet verkeerd, maar je moet het niet stellen boven de persoonlijke relatie met Jezus. Dienen is de relatie niet, veel werk in de kerk verzetten is niet het kennen van Jezus maar dienen is een uitvloeisel van Hem kennen.
De discipelen moesten nog veel leren wat in het Koninkrijk Gods (het koninkrijk van de liefde) normaal is. Wij zelf mogelijk ook. Geen kinderen en geen vrouwen achterstellen. Jezus zegt: dat het niet goed is het brood van de kinderen de honden voor te werpen. ‘Zij kwam en viel voor Hem neer. Er staat letterlijk, zij ‘aanbad’ Hem (prosεkunei). Kun je je voorstellen, de woorden lijken haar af te wijzen, maar zij gaat Hem aanbidden. Hoe nederig maar ook ad rem is deze vrouw dat ze zegt: 'zeker Here, de honden eten ook van de kruimels'.Ze ontkent niet wat Hij zegt, maar vult het aan. Ze heeft liever voor zichzelf de vergelijking met een hond dan het op te geven voor haar dochter. Ze vecht als het ware met God, even als Jacob: ' ik laat U niet gaan tenzij U mij zegent'. ''Gen.32:26''. Jezus roemt haar grote geloof.
Toch stelt Jezus geen enkele vrouw aan voor een bepaalde taak. Alleen twaalf mannen als apostelen en verder niemand. Ook geen diakenen.. Dat is blijkbaar genoeg als na Zijn hemelvaart de gemeente begint met in ieder geval die ongeveer 120 mensen.
 
Maar Jezus stelt hun plaats  naast de man om mee te denken en te praten over het geloof.
'''3. Voeten zalvende vrouw''' ''Luk.7:36-50'' Jezus zegt maar twee korte zinnen tegen haar. ‘Jouw zonden zijn je vergeven’. Wat geweldig als Jezus zelf dit tegen je zegt en je (zonde)last van je afneemt en je in de vrijheid zet. Hij verruimt je het hart. ‘Jouw geloof heeft je behouden, ga heen in vrede'. Hier zegt Jezus dat haar geloof genoeg was, niet allerlei tempelrituelen, niet een ritueel bad, maar het vaste geloof in Jezus zelf als Verlosser. Zij mag heengaan in haar verdere leven met de vrede die Jezus haar gaf.
Of zoals ook Petrus schrijft:’ desgelijks, gij mannen, bewijst haar eer, zij zijn mede-erfgenamen  van de genade van het leven, opdat uw gebeden niet belemmerd worden’ 1Pet:3:7.
 
Johannes beschrijft het volgende Joh.20:17-18 :
Voor dat Hij dit zei tegen haar hoorde zij het gesprek van Jezus met de gastheer die hem aan tafel had  genodigd. Jezus wendde zich naar haar toen Hij verder sprak met Simon. niet alleen maar over haar pratende maar haar betrekkende bij wat Hij ging zeggen. Eigenlijk was dat uitnodigen aan zijn tafel nogal kort door de bocht. Want het was normaal om de voeten van je gasten te laten wassen. Dus laat Jezus het verschil in hartsgesteldheid zien met deze vrouw als voorbeeld. Een praktisch handeling als geestelijk voorbeeld. Want Simon had verachtelijk over haar gedacht, wie of wat deze vrouw is, deze zondares.
Wat Jezus wel doet is als Hij opgestaan is en het eerst Maria ( dus een vrouw) ontmoet, Hij zeg:
 
‘ga naar mijn broeders en zeg hun ..’. Maria gaat en boodschapte (apaggellousa’)
Water voor mijn voeten heb je Mij niet gegeven, zij waste mijn voeten met haar tranen. Een kus heb je mij niet gegeven, maar zij heeft mijn voeten gekust. Met olie heb je mijn hoofd niet gezalfd, zij heeft mijn voeten gezalfd met mirre. Wie weinig vergeven is betoond weinig liefde, en wie veel vergeven is betoond veel liefde. Jezus laat opnieuw zien: je hebt naar deze vrouw gekeken naar wat voor ogen is, en haar veroordeeld, maar God ziet het hart aan en vergeeft. (''gun’e, gunaika'' = echtgenote, huisvrouw).
(ap-angelousa)be-(ev)angelie-de de discipelen 1. dat ze Hem gezien had (levend), 2. en wat Hij gezegd had.
 
Ook in Mar.16:10 staat: ‘zij(Maria) ging heen en berichtte (apεggeile)(ap-engeile) het hun.
'''4. Andere vrouwen'''. Dan komen we de bij de schoonmoeder van Petrus, die met koorts op bed ligt. De discipelen spraken over haar met Jezus. Hij gaat naar haar toe vat haar hand en de koorts verliet haar. Zij staat dan  op “en zij diende (diεkonei) hen. Dus Jezus een de discipelen. Mar.10:31 Het hoeft niet aan haar gevraagd te worden ze doet het spontaan en van harte.
Is dus boodschappen, ver-konde-t.
 
Ook Lukas schrijft Luk.24:9-10 :
Dan zijn er ook vrouwen die genezen en bevrijd (van boze geesten) dit zijn de Vrouwen die Jezus dienden (diεkonoun) met hetgeen zij bezaten. ''Luk.8:2-3'' Dat is hetzelfde woord als ‘diaken’. Toen waren vrouwen dus al bezig om Jezus en zijn discipelen te dienen. Ook Martha was bezig met bedienen. (''diakonian'') en zegt tegen Jezus ‘Here, trekt u het zich niet aan  dat mijn zuster mij alleen laat dienen (''diakonein''). ''Luk.10:38-40''.
 
Dat ‘dienen’ op zich was niet verkeerd, maar je moet het niet stellen boven de persoonlijke relatie met Jezus. Dienen is de relatie niet, veel werk in de kerk verzetten is niet het kennen van Jezus maar dienen is een uitvloeisel van Hem kennen. Toch stelt Jezus geen enkele vrouw aan voor een bepaalde taak. Alleen twaalf mannen als apostelen en verder niemand. Ook geen diakenen.. Dat is blijkbaar genoeg als na Zijn hemelvaart de gemeente begint met in ieder geval die ongeveer 120 mensen.
 
Maar Jezus stelt hun plaats  naast de man om mee te denken en te praten over het geloof. Of zoals ook Petrus schrijft:’ desgelijks, gij mannen, bewijst haar eer, zij zijn mede-erfgenamen  van de genade van het leven, opdat uw gebeden niet belemmerd worden’ ''1Pet:3:7''. Johannes beschrijft het volgende ''Joh.20:17-18'': Wat Jezus wel doet is als Hij opgestaan is en het eerst Maria ( dus een vrouw) ontmoet, Hij zeg:‘ga naar mijn broeders en zeg hun ..’.
 
Maria gaat en boodschapte (''apaggellousa''’)(ap-angelousa)='be-(ev)angelie-de' de discipelen 1. dat ze Hem gezien had (levend), 2. en wat Hij gezegd had. Ook in Mar.16:10 staat: ‘zij(Maria) ging heen en berichtte (''apεggeile)''(ap-engeile) het hun. Is dus 'boodschappen', ver-konde-t. Ook Lukas schrijft Luk.24:9-10 :
‘En teruggekeerd van het graf, boodschapten (apεggeilan) (ap-engeilan) be-(ev)angelie-den, berichten, ver-kondigden, zij dit alles aan de elven en aan de anderen. Dit waren dan Maria van Magdala, en Johanna, en Maria (de moeder) van Jakobus.
Eigenlijk zien we dat de vrouw(en) de eerste(en) zijn om de (blijde)boodschap over te brengen. Dat hier het woord ‘be-angeliseren’ wordt gebruikt. Later zullen we zien dat dit dienen van de vrouwen en het evangelie brengen een functie krijgt
 
Later zullen we zien dat dit dienen van de vrouwen en het evangelie brengen een functie krijgt
'''I. Hoe zit het eigenlijk, vrouwen als leidinggevenden'''.
 
Kunnen vrouwen dan in alle leidinggevende functies in de gemeente aangesteld worden? Nee, dat is ook niet waar. Kunnen ze dan in geen enkele functie aangesteld worden. Nee, dat is ook niet waar. Hoe is dat zo stellig te zeggen. Dan moeten we letten op de volgende aantal punten. Als we de durf hebben de Schriften te geloven. De durf om de Schriften te volgen als het onfeilbaar Woord van God. Indien we echter meegaan met de geest van de tijd dan zal ieder doen wat goed is in z’n eigen ogen. Dan is het mogelijk dat in de Bijbel het Woord van God voorkomt, dan is de leuze; als het mij persoonlijk Nu aanspreekt. Onze eigen gevoelens en denken zijn dan de norm. Eigenlijk zijn we dan napraters van anderen. Dan zeggen we dat iets niet meer van deze tijd is. Maar als Gods Woord voor jou de eeuwige norm is dan heeft verder lezen zin. 
 
Nogmaals als Gods Woord beperkingen aangeeft dan is dat om te beschermen. a. Zoals de man het Hoofd is van zijn vrouw en zij zich onder hem steld, zoals Paulus uitvoerig beschrijft in 1Kor.11:3-.10. Met dit gezag kan een man een demon verdrijven die zijn vrouw aanvalt, of als ze depressief is. Hij gaat voor in een priesterlijke taak. Hij kan haar geestelijk beschermen.  Dit laatste kan niet functioneren als de man en vrouw er samen niet voor kiezen dat hij het Hoofd (''kefalo'') is. Want doordat hij haar Hoofd is heeft ze een macht (''exousian'') op het hoofd vanwege de (boze)engelen. Die moeten beseffen dat ze al onder ‘gezag’ staat, dat ze niet zomaar bezit van haar kunnen nemen. Beperking: Maar iedere man heeft alleen gezag over zijn eigen vrouw en samen over hun gezin. de man is geen ‘opziener’.
 
Christus is het Hoofd van de gemeente, Zijn Lichaam, daardoor is er een ‘macht’ boven ons die ons beschermt tegen de Boze en zijn onreine geesten. Zijn Naam uitspreken heeft macht, als kinderen Gods zijn we daardoor beschermt. Wie geen kind van God is kan geen aanspraak maken op die bescherming. ''Joh.1:12''. Zie: discipelen.
 
Zo stellen in de gemeente alle mannen en vrouwen zich onder het gezag van de Oudsten betreffende het beleid in de gemeente en de zorg aan de gemeenteleden. Beperking: Deze Oudsten hebben alleen gezag over de gemeente waarin ze zijn aangesteld. Bij het hoofdstuk van de Oudste hebben we al gezien dat Oudsten / Opzieners, mannen zijn de aangesteld worden, en het ‘exousia’ gezag ontvangen. Waardoor zij zieken mogen genezen en demonen verdrijven. Want dit gezag gaf Jezus aan de Apostelen die tevens Oudsten zijn.
 
b. Ook de Apostel Petrus schrijft in zijn brief:''1 Pet.2:13''. ‘onderwerpt jullie aan alle menselijke instellingen, om des HERE wil: hetzij aan de keizer als opperheer enz’ ''1Pet.2:18'' ‘ Jullie huisslaven weest uw meesters onderdanig’.
1Pet.3;1 ‘ evenzo jullie vrouwen, weest je man onderdanig, opdat…enz’ ''1Pet.3:6'' ‘zoals Sara Abraham gehoorzaamde en hem heer noemde; en haar dochters zijn jullie, als jullie goed doen en jullie je geen schrik laat aanjagen Petrus laat dus zien er zijn allerlei vormen van ‘gezag’ en stel je daaronder. Je moet zelf kiezen om je onder dat gezag te stellen. En als vrouw onder je man als Hoofd. Laat je toch geen schrik aanjagen door allerlei meningen.
 
c. Ook vrouwen kunnen staatkundig gezag hebben, als koningin (van Sheba) of als richteres (Debora), ook mannen hebben zich daar onder te stellen. De Bijbel is er dus niet op tegen dat vrouwen gezags functies hebben in het openbaar bestuur of maatschappelijke instellingen. Ook hebben vrouwen gezag/leiding over de dienaren/slaven in haar huis. Zie de Abigael, de vrouw van Nabal. 1Sam.25:19, ‘en zei tot haar knechten’. Zij was dus de baas over knechten. Of Maria die aan de bedienden de opdracht geeft. Joh.2:5.
 
d. Maar '''wat is het argument''' dan wel in de gemeente van Christus dat vrouwen geen Oudste of Voorganger zijn. de Apostel Paulus noemt er twee en dan nog eens twee;
 
'''Punt 1.''' Want eerst is Adam geformeerd, en daarna Eva. 1Tim.2:13. Hij zegt hier: dit is de scheppingsorde, voor de zondeval. Adam, de man is de eerste, de ‘protos’ doordat God hem het eerst gemaakt heeft. Eigenlijk:gevormd, geboetseerd. En de vrouw op de tweede plaats. Samen mochten ze ‘heersen’ over de aarde en alle dieren. Bij het luisteren naar de Satan en het direct doen en niet met haar man overleggen gaf zij aan haar man niet de mogelijkheid om haar te beschermen, hem als ‘eerste’ te eren. Na de zondeval legt God de vrouw deze beperking op dat de man zal over je ‘heersen’.
 
'''Punt 2'''. Én Adam heeft zich niet laten verleiden, maar de vrouw is door de verleiding in overtreding gevallen. 1Tim.2:14, Adam heeft dus een bewuste keuze gemaakt, hij heeft zich niet laten mis-/ver-leiden. maar de vrouw heeft zich laten verleiden, eigenlijk:door bedrog laten misleiden. deze geaardheid om zich (meer dan mannen blijkbaar) te kunnen laten verleiden moet in de gemeente voorkomen worden, want de satan is een misleider, ook nu in de gemeente, en wil dit graag tot een chaos brengen, daarom moet een vrouw er tegen beschermd worden. Er zijn inderdaad heel veel vrouwen die onrust hebben, depressies hebben en zich bewust zijn dat ze aangevallen worden, maar geen verweer hebben, er niet uitkomen. Zich aangeklaagd voelen. Daarom is er een macht boven hen nodig. Je man of je vader, en als die er niet is, de Oudsten.
 
'''Punt 3.''' Wordt genoemd in 1Kor.14:35, ‘Of is het woord Gods bij u begonnen? Of Heeft alleen u bereikt? Het woord ‘begonnen’, (''eksεlthen)'', betekend ook: van uitgaan/uitkomen. Inderdaad, niet alleen dat Adam, als man, de eerste is van de schepping van de mens, maar ook is het woord van God, het gebod, het eerst tot hem gekomen, en vanuit hem tot alle mensen uitgegaan. ''Gen.2:16-17.''
 
'''Punt 4,''' de vrouw heeft geen gezag. over de man, ook niet door (geestelijk) onderricht. 'zo betaamt, siert, het vrouwen, die voor haar godsvrucht uitkomen - door goede werken. Een vrouw moet zich rustig in alle onderdanigheid laten onderrichten, maar ik sta niet toe, dat een vrouw onderricht geeft of gezag heeft over de man; zij moet zich rustig houden. ''1Tim.2:10-15'' En voegt Paulus eraan toe ‘Zoals ook de wet zegt’. ''Gen.3:16''. Voor gezag staat hier het woord ‘authentein’ (dus niet ‘exousia’), dat betekent ‘heersen’. De vrouw zal over de man niet ‘heersen’ want de man heerst over haar, zoals God gesproken heeft. In de Torah. ''Gen.3:16''.
 
'''De Vrouw als Diaken.''' Ook in de gemeente is er een maatschappelijke functie van zorgverlener, ook de vrouw als de Diaken. 1. In de eerste tekst lezen we: ‘Even zo moeten vrouwen zijn, waardig, geen kwaadspreeksters, nuchter, betrouwbaar in alles. ''1Tim.3:11'' Tussen dat van de manlijke Diaken staat dit gedeelte van de vrouw. Het wordt weggeredeneerd door er ‘hun’ tussen te zetten in de vertaling.  ‘even zo hun vrouwen’. Maar ‘hun’ staat er niet in de grondtekst. Het gaat hier gewoon om het aanstellen van vrouwen als Diaken. Ook voor de vrouwen geldt vers 13. ‘Want zij; die hun dienst 'diakon-' goed hebben vervuld, verwerven zich een ereplaats en veel vrijmoedigheid om te spreken door het geloof in Christus Jezus. De tweede tekst die er over gaat is over Febe.''Rom.16:1-2''. 'Ik beveel Febe, onze zuster,[tevens] dienares der gemeente te Kenchreae, bij u aan, dat gij haar ontvangt in de Here op een wijze, den heiligen waardig, en haar bijstaat, indien zij u in het  een of ander mocht nodig hebben. Want zij zelf heeft velen, ook mij persoonlijk, bijstand verleend’. Bijzonder is dat Paulus haar noemt Onze Zuster. Dat ze een zuster in de Here is was natuurlijk al duidelijk dat hij haar, Febe ''(Foiben)'' aanbeveelt. Maar om haar nadrukkelijk Onze Zusterr te noemen betekent meer. En inderdaad in de grondtekst staat niet ‘onze’ maar ‘De Zuster onzer’. Ook Timoteüs noemt hij De Broeder. Natuurlijk is hij een broeder. Maar De Broeder betekent dat hij een medewerker in het evangelie is. Een die Paulus als Apostel dient voor de gemeenten.  Zo ook is Febe Onze Zuster een medewerkster. Maar ze is ook doorgegroeid in de bediening en Diaken geworden van een plaatselijke gemeente. Want in plaats van diakones staat er ‘Diakonon’, dit is de manlijke vorm. Het gaat hier dus om het ambt van Diaken waarin zij aangesteld is.
 
We hebben dus twee teksten in het Nieuwe testament gelezen waarin vrouwen voorkomen als Diaken. Dit moeten we niet wegredeneren. Een Diaken heeft de Leiding in een dienstenpakket in de gemeente. Een Diaken heeft geen éxousia’ gezag (zoals de Oudsten) Maar hij/zij heeft de Leiding in een door de Gemeente georganiseerde zorg. Ook mannen die daarin meehelpen/werken accepteren deze leiding.
 
'''Vrouwen geven wel onderwijs''' aan vrouwen. ''‘Tit.2:3-5,'' ‘Oude vrouwen eveneens, priesterlijk in haar optreden, niet kwaadsprekend, niet verslaaft aan veel wijn, in het goede onderrichtende, zodat zij de jonge vrouwen opwekken man en kinderen lief te hebben, bezadigd, kuis, huishoudelijk, goed en haar man onderdanig te zijn, opdat het woord Gods niet gelasterd worde’. Alles staat centraal om het feit dat Gods woord niet gelasterd wordt, daartoe is het goed dat oude vrouwen de jonge vrouwen onderwijs geven wat dat in het dagelijks leven betekent. Blijkbaar was het niet zo eenvoudig voor de jonge vrouwen om b.v. man en kinderen lief te hebben, wat dat nu werkelijk inhoudt, welke strubbelingen er overwonnen moeten worden in gebed en gezonde lering. Zo ook in die andere zaken. In het Goede Onderrichtende, ''‘kalodidaskalous''’, kalo = goed, ''didaskalous'' = leraar. Deze gift aan de gemeente noemt Paulus in Ef’4:11. Daar staat ook ‘didaskalous’. Ook vrouwen kunnen deze gift hebben en dan is het toepasbaar om jonge vrouwen te leren.
.I. Hoe zit het eigenlijk, vrouwen als leidinggevenden.
Kunnen vrouwen dan in alle leidinggevende functies in de gemeente aangesteld worden?
Nee, dat is ook niet waar.
Kunnen ze dan in geen enkele functie aangesteld worden.
Nee, dat is ook niet waar.
Hoe kan ik dat zo stellig zeggen.
Dan moeten we letten op de volgende aantal punten. Als we de durf hebben de Schriften te geloven. De durf om de Schriften te volgen als het onfeilbaar Woord van God.
Indien we echter meegaan met de geest van de tijd dan zal ieder doen wat goed is in z’n eigen ogen. Dan is het mogelijk dat in de Bijbel het Woord van God voorkomt, dan is de leuze; als het mij persoonlijk Nu aanspreekt. Onze eigen gevoelens en denken zijn dan de norm. Eigenlijk zijn we dan napraters van anderen. Dan zeggen we dat iets niet meer van deze tijd is.
Maar als Gods Woord voor jou de eeuwige norm is dan heeft verder lezen zin. 
Nogmaals noem ik dat als Gods Woord beperkingen aangeeft dan is dat om te beschermen.
a. Zoals de man het Hoofd is van zijn vrouw en zij zich onder hem steld, zoals Paulus uitvoerig beschrijft in 1Kor.11:3-.10. Met dit gezag kan een man een demon verdrijven die zijn vrouw aanvalt, of als ze depressief is. Hij gaat voor in een priesterlijke taak. Hij kan haar geestelijk beschermen.  Dit laatste kan niet functioneren als de man en vrouw er samen niet voor kiezen dat hij het Hoofd (kefalo) is. Want doordat hij haar Hoofd is heeft ze een macht (exousian) op het hoofd vanwege de (boze)engelen. Die moeten beseffen dat ze al onder ‘gezag’ staat, dat ze niet zomaar bezit van haar kunnen nemen. Beperking: Maar iedere man heeft alleen gezag over zijn eigen vrouw en samen over hun gezin. de man is geen ‘opziener’.
Christus is het Hoofd van de gemeente, Zijn Lichaam, daardoor is er een ‘macht’ boven ons die ons beschermt tegen de Boze en zijn onreine geesten. Zijn Naam uitspreken heeft macht, als kinderen Gods zijn we daardoor beschermt. Wie geen kind van God is kan geen aanspraak maken op die bescherming. Joh.1:12. Zie: discipelen
Zo stellen in de gemeente alle mannen en vrouwen zich onder het gezag van de Oudsten betreffende het beleid in de gemeente en de zorg aan de gemeenteleden. Beperking: Deze Oudsten hebben alleen gezag over de gemeente waarin ze zijn aangesteld.
Bij het hoofdstuk van de Oudste hebben we al gezien dat Oudsten / Opzieners mannen zijn de aangesteld worden, en het ‘exousia’ gezag ontvangen. Waardoor zij zieken mogen genezen en demonen verdrijven. Want dit gezag gaf Jezus aan de Apostelen die tevens Oudsten zijn.
b. Ook de Apostel Petrus schrijft in zijn brief:
1 Pet.2:13. ‘onderwerpt jullie aan alle menselijke instellingen, om des HERE wil: hetzij aan de keizer als opperheer enz’
1Pet.2:18 ‘ Jullie huisslaven weest uw meesters onderdanig’.
1Pet.3;1 ‘ evenzo jullie vrouwen, weest je man onderdanig, opdat…enz’
1Pet.3:6 ‘zoals Sara Abraham gehoorzaamde en hem heer noemde; en haar dochters zijn jullie, als jullie goed doen en jullie je geen schrik laat aanjagen
Petrus laat dus zien er zijn allerlei vormen van ‘gezag’ en stel je daaronder.
Je moet zelf kiezen om je onder dat gezag te stellen.
En als vrouw onder je man als Hoofd. Laat je toch geen schrik aanjagen door allerlei meningen.
c. Ook vrouwen kunnen staatkundig gezag hebben, als koningin (van Sheba) of als richteres (Debora), ook mannen hebben zich daar onder te stellen. De Bijbel is er dus niet op tegen dat vrouwen gezags functies hebben in het openbaar bestuur of maatschappelijke instellingen.
 
Onder het Oude Verbond was er geen sprake van dat een vrouw van doen had met met priesterlijk optreden. In het Nieuwe Verbond wel. Immers ook Petrus schrijft erover: ‘en laat ook uzelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijk huis, om een heilig priesterschap te vormen, tot het brengen van geestelijke offers,''1Pet.2:5'' Dat leren van jonge vrouwen kan betekenen dat het offers kost. Dat het beslist geen eenvoudige zaak is. Ook voor deze is de regel niet kwaadsprekende, niet verslaaft, zoals ook bij Diakenen. Je zou je kunnen voorstellen dat zij een Lerende-Diaken is, zoals er ook Lerende-Oudste is.
Ook hebben vrouwen gezag/leiding over de dienaren/slaven in haar huis. Zie de Abigael, de vrouw van Nabal. 1Sam.25:19, ‘en zei tot haar knechten’. Zij was dus de baas over knechten. Of Maria die aan de bedienden de opdracht geeft. Joh.2:5.
d. Maar wat is het argument dan wel in de gemeente van Christus dat vrouwen geen Oudste of Voorganger zijn. de Apostel Paulus noemt er twee en dan nog eens twee;
Punt 1. Want eerst is Adam geformeerd, en daarna Eva. 1Tim.2:13.
Hij zegt hier: dit is de scheppingsorde, voor de zondeval. Adam, de man is de eerste, de ‘protos’ doordat God hem het eerst gemaakt heeft. Eigenlijk:gevormd, geboetseerd.
En de vrouw op de tweede plaats. Samen mochten ze ‘heersen’ over de aarde en alle dieren.
Bij het luisteren naar de Satan en het direct doen en niet met haar man overleggen gaf zij aan haar man niet de mogelijkheid om haar te beschermen, hem als ‘eerste’ te eren.
Na de zondeval legt God de vrouw deze beperking op dat de man zal over je ‘heersen’.
Punt 2. Én Adam heeft zich niet laten verleiden, maar de vrouw is door de verleiding in overtreding gevallen. 1Tim.2:14, Adam heeft dus een bewuste keuze gemaakt, hij heeft zich niet laten mis-/ver-leiden. maar de vrouw heeft zich laten verleiden, eigenlijk:door bedrog laten misleiden. deze geaardheid om zich (meer dan mannen blijkbaar) te kunnen laten verleiden moet in de gemeente voorkomen worden, want de satan is een misleider, ook nu in de gemeente, en wil dit graag tot een chaos brengen, daarom moet een vrouw er tegen beschermd worden. Er zijn inderdaad heel veel vrouwen die onrust hebben, depressies hebben en zich bewust zijn dat ze aangevallen worden, maar geen verweer hebben, er niet uitkomen. Zich aangeklaagd voelen.
Daarom is er een macht boven hen nodig. Je man of je vader, en als die er niet is, de Oudsten.
Punt 3. Wordt genoemd in 1Kor.14:35, ‘Of is het woord Gods bij u begonnen? Of Heeft alleen u bereikt? Het woord ‘begonnen’, ‘eksεlthen’, betekend ook: van uitgaan/uitkomen. Inderdaad,niet alleen dat Adam, als man, de eerste is van de schepping van de mens,maar ook is het woord van God, het gebod, het eerst tot hem gekomen, en vanuit hem tot alle mensen uitgegaan. Ge.2:16-17
Punt 4, de vrouw heeft geen gezag. over de man, ook niet door (geestelijk) onderricht.
'zo betaamt, siert, het vrouwen, die voor haar godsvrucht uitkomen - door goede werken.
Een vrouw moet zich rustig in alle onderdanigheid laten onderrichten, maar ik sta niet toe, dat een vrouw onderricht geeft of gezag heeft over de man; zij moet zich rustig houden. 1Tim.2:10-15
En voegt Paulus eraan toe ‘Zoals ook de wet zegt’.Gen.3:16.
Voor gezag staat hier het woord ‘authentein’ (dus niet ‘exousia’), dat betekent ‘heersen’.
De vrouw zal over de man niet ‘heersen’ want de man heerst over haar, zoals God gesproken heeft. In de Torah. Gen.3:16.
De Vrouw als Diaken.
Ook in de gemeente is er een maatschappelijke functie van zorgverlener, ook de vrouw als de Diaken.
1. In de eerste tekst lezen we: ‘Even zo moeten vrouwen zijn, waardig, geen kwaadspreeksters, nuchter, betrouwbaar in alles. 1Tim.3:11
Tussen dat van de manlijke Diaken staat dit gedeelte van de vrouw. Het wordt weggeredeneerd
door er ‘hun’ tussen te zetten in de vertaling.  ‘even zo hun vrouwen’. Maar ‘hun’ staat er niet in de grondtekst.
Het gaat hier gewoon om het aanstellen van vrouwen als Diaken.
Ook voor de vrouwen geldt vers 13. ‘Want zij; die hun dienst 'diakon-' goed hebben vervuld, verwerven zich een ereplaats en veel vrijmoedigheid om te spreken door het geloof in Christus Jezus
2. De tweede tekst die er over gaat is over Febe.Rom.16:1-2.
 Ik beveel Febe, onze zuster,[tevens] dienares der gemeente te Kenchreae,bij u aan, dat gij haar ontvangt in de Here op een wijze, den heiligen waardig, en haar bijstaat, indien zij u in het  een of ander mocht nodig hebben. Want zij zelf heeft velen, ook mij persoonlijk, bijstand verleend’.
Bijzonder is dat Paulus haar noemt Onze Zuster. Dat ze een zuster in de Here is was natuurlijk al duidelijk dat hij haar, Febe (Foiben) aanbeveelt. Maar om haar nadrukkelijk Onze Zusterr te noemen betekent meer. En inderdaad in de grondtekst staat niet ‘onze’ maar ‘De Zuster onzer’.
Ook Timoteüs noemt hij De Broeder. Natuurlijk is hij een broeder. Maar De Broeder betekent dat hij een medewerker in het evangelie is. Een die Paulus als Apostel dient voor de gemeenten. 
Zo ook is Febe Onze Zuster een medewerkster.
Maar ze is ook doorgegroeid in de bediening en Diaken geworden van een plaatselijke gemeente. Want in plaats van diakones staat er ‘Diakonon’, dit is de manlijke vorm. Het gaat hier dus om het ambt van Diaken waarin zij aangesteld is.
 
'''Vrouwen in de zending'''. Er zijn verschillende vrouwen die in zending/evangelisatie mee werken.
We hebben dus twee teksten in het Nieuwe testament gelezen waarin vrouwen voorkomen als Diaken. Dit moeten we niet wegredeneren. Een Diaken heeft de Leiding in een dienstenpakket in de gemeente. Een Diaken heeft geen éxousia’ gezag (zoals de Oudsten) Maar hij/zij heeft de Leiding in een door de Gemeente georganiseerde zorg. Ook mannen die daarin meehelpen/werken accepteren deze leiding.
Vrouwen geven wel onderwijs aan vrouwen.
‘Tit.2:3-5, ‘Oude vrouwen eveneens, priesterlijk in haar optreden, niet kwaadsprekend, niet verslaaft aan veel wijn, in het goede onderrichtende, zodat zij de jonge vrouwen opwekken man en kinderen lief te hebben, bezadigd, kuis, huishoudelijk, goed en haar man onderdanig te zijn, opdat het woord Gods niet gelasterd worde’.
Alles staat centraal om het feit dat Gods woord niet gelasterd wordt, daartoe is het goed dat oude vrouwen de jonge vrouwen onderwijs geven wat dat in het dagelijks leven betekent.
Blijkbaar was het niet zo eenvoudig voor de jonge vrouwen om b.v. man en kinderen lief te hebben, wat dat nu werkelijk inhoudt, welke strubbelingen er overwonnen moeten worden in gebed en gezonde lering. Zo ook in die andere zaken.
In het Goede Onderrichtende, ‘kalodidaskalous’, kalo = goed, didaskalous = leraar. Deze gift aan de gemeente noemt Paulus in Ef’4:11.Daar staat ook ‘didaskalous’. Ook vrouwen kunnen deze gift hebben en dan is het toepasbaar om jonge vrouwen te leren.
Onder het Oude Verbond was er geen sprake van dat een vrouw van doen had met met priesterlijk optreden. In het Nieuwe Verbond wel. Immers ook Petrus schrijft erover: ‘en laat ook uzelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijk huis, om een heilig priesterschap te vormen, tot het brengen van geestelijke offers,1Pet.2:5
Dat leren van jonge vrouwen kan betekenen dat het offers kost. Dat het beslist geen eenvoudige zaak is. Ook voor deze is de regel niet kwaadsprekende, niet verslaaft, zoals ook bij Diakenen.
Je zou je kunnen voorstellen dat zij een Lerende-Diaken is, zoals er ook Lerende-Oudste is.
Vrouwen in de zending.
Er zijn verschillende vrouwen die in zending/evangelisatie mee werken.
De eerste is Priscilla, Han.18:2,18,26. Rom.16;3, 1Kor.16:19, 2Tim.4:19.
Samen met haar man moet ze vluchten uit Rome en ontmoeten ze Paulus en trekken met hem op. Later ontmoeten ze Apollos die vol ijver het evangelie brengt in de synagoge.
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.