Daniël 11: verschil tussen versies
k
→7
kGeen bewerkingssamenvatting |
k (→7) |
||
Regel 3:
== 1 ==
<onlyinclude><sup>1</sup> Ik nu, ik stond in het eerste jaar van Darius de Meder, om hem te versterken en te stijven. </onlyinclude>(CP<ref name=":1" />)
'''Ik nu.''' De engel die tot Daniël spreekt; zie hoofdstuk 10. Anderen verstaan: Daniël.
'''In het eerste jaar van Darius de Meder.''' Het jaar 538, waarin Daniël belijdenis had gedaan van de zonde van zijn volk Israël, en waarin [[Kores]] de Joden opriep terug te gaan naar hun vaderland en Gods huis te bouwen.
Regel 12:
<onlyinclude><sup>2</sup> En nu, ik zal u de waarheid te kennen geven; ziet, er zullen nog drie koningen in Perzië staan, en de vierde zal verrijkt worden met groten rijkdom, meer dan al [de] [anderen]; en nadat hij zich in zijn rijkdom zal versterkt hebben, zal hij ze allen verwekken tegen het koninkrijk van Griekenland. </onlyinclude>(SV)
'''Ik zal u de waarheid te kennen geven.''' <blockquote>''Da 10:21 Doch Ik zal u te kennen geven, hetgeen getekend is in het geschrift der waarheid; en er is niet een, die zich met Mij versterkt tegen dezen, dan uw vorst Michaël.'' (SV)</blockquote>'''Nog drie koningen in Perzië opstaan.'''
#Cambyses II (529-522 v.C.), naar wie verder niet verwezen wordt in het Oude Testament;
#Gaumata (522 v.C.);
#[[Darius I]] Hystaspes (521-486 v.C.);
{{Tijdbalk Israël 500-400 v.C.}}
[[Bestand:Achaemenid Empire under different kings (flat map).svg|geen|miniatuur|940x940px|Uitbreiding van het Perzische rijk, van Kores (Cyrus II) tot [[Darius I]].]]
'''De vierde.''' Dat is de koning Ahasveros (Xerxes I); zie Esth. 1:1 en Ezra 4:6.
'''Zal verrijkt worden met groten rijkdom.''' Ahasveros is zeer rijk.
'''Tegen het koninkrijk Griekenland.''' Hij bindt de strijd aan tegen Griekenland
==3==
Regel 30 ⟶ 32:
==4==
<onlyinclude><sup>4</sup> En als hij zal staan, zal zijn rijk gebroken, en in de vier winden des hemels verdeeld worden, maar niet aan zijn nakomelingen, ook niet naar zijn heerschappij, waarmede hij heerste; want zijn rijk zal uitgerukt worden, en dat voor anderen, dan deze. </onlyinclude>(SV)
Na Alexanders dood in 323 v.C. werd het rijk gebroken in vieren, waarover niet een nakomeling van Alexanders, maar generaals heersten
'''In de vier winden des hemels verdeeld worden.'''
#
#
# het rijk van Lysimachus (Thracië) in het noorden;
# het rijk van Seleucus (Syrië en de rest van het Nabije Oosten) in het oosten. Hij en zijn opvolgers staan bekend als de Seleuciden. Zij regeerden tot ca. 65 v.C.
<div class="thumb" style="margin: 5px; clear: both;">
<div style="overflow: auto; overflow-x: scroll; width: 100%;">[[Image:Kaart van de diadochenrijken (300 v. Chr.).PNG|1500px|De diadochenrijken in 300 v.Chr.]]</div></div>
Hierboven de rijken van de vier koningen in 300 v.C. (Opmerking: Om een beter overzicht te bieden is deze kaart groter weergegeven. Gebruik de horizontale schuifbalk om de kaart verder te bekijken.)
'''Maar niet aan zijn nakomelingen.''' Zijn onwettige zoon Herakles en zijn zoon Alexander worden beiden vermoord voordat ze volwassen zijn.
== 5 ==
Regel 44 ⟶ 50:
'''De koning van het Zuiden.''' Ptolemaeus (I Soter), koning of farao van Egypte 304 - 285 v. Chr.,
'''[Een] ander zal sterker worden.''' Die ander is Seleucus, koning van het Seleucidenrijk 305-281. Diens rijk is groter en machtiger dan dat van de koning van het Zuiden.
'''Zijn heerschappij zal een grote heerschappij zijn.''' Seleucus, ook genoemd Seleucus I Nicator (de bijnaam 'Nicator' betekent 'overwinnaar') was de machtigste van allen die regeerden in het eens verenigde rijk van Alexander de Grote
Regel 50 ⟶ 56:
== 6 ==
<onlyinclude><sup>6</sup> Op het einde nu van [sommige] jaren, zullen zij zich met elkaar bevrienden, en de dochter van de koning van het Zuiden zal komen tot de koning van het Noorden, om billijke voorwaarden te maken; doch zij zal de macht van des arms niet behouden, daarom zal hij, noch zijn arm, niet bestaan; maar zij zal overgegeven worden, en die haar gebracht hebben, en die haar gegenereerd heeft, en die haar gesterkt heeft in die tijden. </onlyinclude>(CP<ref name=":1" />)
'''Zullen zij zich met elkaar bevrienden.''' De dan regerenden, namelijk Antiochus II, de koning van het Zuiden, en Ptolemaeus II, de koning van het Noorden. Ze sluiten vrede. 'Zuiden' en 'Noorden' zijn aanduidingen met Israël als standpunt.
{{Tijdbalk Israël 300-200 v.C.}}
'''De dochter van de koning van het Zuiden.''' Berenice is haar naam, de dochter van Ptolemaeus II van Egypte.
Regel 65 ⟶ 71:
== 7 ==
'''Uit de spruit van haar wortels zal er een opstaan [in] zijn staat.''' Berenice's broer Ptolemaeus III, koning van Egypte (vgl. vs. 8).
'''Die zal met heirkracht komen.''' Hij onderneemt een strafexpeditie om de moord op zijn zuster te wreken.
'''Tegen die sterke plaatsen van de koning van het Noorden.''' Zo verovert hij enkele belangrijke steden en de Syrische vesting Seleukia. Zie vs. 9. De koning van het Noorden is nu Seleucus II Callinicus.
== 8 ==
'''Hun goden.''' Daar waren goden die in 524 door de Perzische koning Cambysus II uit Egyptische tempels waren geroofd. Ptolemaeus II vindt ze terug en 'bevrijdt' ze als een teken van zijn volkomen overwinning<ref>''Bijbel met uitleg''. Apeldoorn: Uitgeverij De Banier, 2015. </ref>.
== 10 ==
▲ Da 11:8 Ook zal hij hun goden, met hun vorsten, met hun gewenste vaten van zilver en goud, in de gevangenis naar Egypte brengen; en hij zal [enige] jaren staande blijven boven den koning van het Noorden.
'''Zijn zonen.''' De zonen van Seleucus II Callinicus (246-225), namelijk de oudste zoon Seleucus III Ceraunus (225-223) en de tweede zoon Antiochus III de Grote (223-187), wiens activiteiten vermeld worden tot in vers 19. De laatste wordt beschouwd als de belangrijkste vorst uit de dynastie na Seleucus I Nicator.
'''En zij.''' De menigte.
'''En als een vloed overstromen en doortrekken.''' Beide zonen vallen Egypte aan.
▲ Da 11:10 Doch zijn zonen zullen zich [in] [strijd] mengen, en zij zullen een menigte van grote heiren verzamelen; en [een] [van] [hen] zal snellijk komen, en als een vloed overstromen en doortrekken; en hij zal wederom komen, en zich [in] [den] [strijd] mengen, tot aan zijn sterke plaats toe.
'''En hij zal wederom komen enz.''' Antiochus III vergiftigt zijn broer Seleucus III. Hij dringt de Egyptenaren ver terug.
==28==
|