Daniël 10: verschil tussen versies
k
→6
kGeen bewerkingssamenvatting |
k (→6) |
||
Regel 25:
== 6 ==
'''Zijn aangezicht gelijk de gedaante van de bliksem.'''<blockquote>''Opb 1:16 En Hij had in zijn rechterhand zeven sterren en uit zijn mond kwam een scherp, tweesnijdend zwaard, en zijn gezicht was zoals de zon schijnt in haar kracht.'' (Telos)</blockquote>'''Zijn ogen gelijk vurige fakkels.''' <blockquote>''Opb 1:14 en zijn hoofd en haar als witte wol, als sneeuw, en zijn ogen als een vuurvlam'' (Telos)</blockquote>'''Zijn armen en Zijn voeten gelijk de kleur van gepolijst koper.''' <blockquote>''Opb 1:15 en zijn voeten aan blinkend koper gelijk, als gloeiden zij in een oven, en zijn stem als een gedruis van vele wateren.'' (Telos)</blockquote>'''De stem van Zijn woorden was gelijk de stem van een menigte.''' <blockquote>''Opb 1:15 en zijn voeten aan blinkend koper gelijk, als gloeiden zij in een oven, en zijn stem als een gedruis van vele wateren.'' (Telos)</blockquote>De stem doet Daniël in zwijm vallen (9). ▼
'''Zijn aangezicht gelijk de gedaante van de bliksem.'''
== 7 ==▼
▲
'''De stem van Zijn woorden was gelijk de stem van een menigte.''' <blockquote>''Opb 1:15 en zijn voeten aan blinkend koper gelijk, als gloeiden zij in een oven, en zijn stem als een gedruis van vele wateren.'' (Telos)</blockquote>De stem doet Daniël in zwijm vallen (9).
<onlyinclude><sup>7</sup> En ik, Daniël, alleen zag dat gezicht, maar de mannen, die bij mij waren, zagen dat gezicht niet; doch een grote verschrikking viel op hen, en zij vluchtten om zich te verbergen. </onlyinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Om zich te verbergen.''' Ook in de toekomst zullen mensen zich verbergen — voor God. <blockquote>''Opb 6:14 En de hemel week terug als een boek dat wordt opgerold, en elke berg en elk eiland werden van hun plaatsen gerukt. Opb 6:15 En de koningen van de aarde en de groten en de oversten over duizend en de rijken en de sterken en elke slaaf en vrije verborgen zich in de holen en in de rotsen van de bergen; Opb 6:16 en zij zeiden tot de bergen en tot de rotsen: Valt op ons en verbergt ons voor het aangezicht van Hem die op de troon zit, en voor de toorn van het Lam; Opb 6:17 want de grote dag van hun toorn is gekomen en wie kan bestaan?'' (Telos)</blockquote>
==
<onlyinclude><sup>8</sup> Ik dan werd alleen overgelaten, en zag dit grote gezicht, en er bleef in mij geen kracht overig; en mijn sierlijkheid werd aan mij veranderd in een verderving, zodat ik geen kracht behield. </onlyinclude>(SV)
'''Er bleef in mij geen kracht overig.''' Zie vs.16.
==
<onlyinclude><sup>9</sup> En ik hoorde de stem van Zijn woorden; en toen ik de stem van Zijn woorden hoorde, zo viel ik in een diepe slaap op mijn aangezicht, met mijn aangezicht ter aarde. </onlyinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''De stem van Zijn woorden.''' Zie vs. 6.<blockquote>''Opb 1:17 En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan zijn voeten; en Hij legde zijn rechterhand op mij en zei: Vrees niet, Ik ben de eerste en de laatste,'' (Telos)</blockquote>
==
<onlyinclude><sup>10</sup> En ziet, een hand raakte mij aan, en maakte dat ik mij bewoog op mijn knieën, en de palmen van mijn handen. </onlyinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Een hand raakt mij aan.''' De hand van persoon die verschenen was of de hand van een tweede persoon. Het is blijkbaar, gezien de volgende verzen, de hand van een engel. Deze was 3 weken tegengehouden door de engelvorst (demon) van het koninkrijk van Perzië, totdat de aarstengel Michaël hem te hulp kwam (13).
==
<onlyinclude><sup>12</sup> Toen zei hij tot mij: Vrees niet, Daniël! want van de eerste dag aan, dat u uw hart begaf, om te verstaan en om uzelf te verootmoedigen, voor het aangezicht van uw God, zijn uw woorden gehoord, en om uwer woorden wil ben Ik gekomen. </onlyinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Zei hij tot mij.''' De engel, die hem heeft aangeraakt, spreekt.
Regel 50 ⟶ 54:
'''Vrees niet, Daniël!''' Zie vs. 7.
==
<onlyinclude><sup>13</sup> Doch de vorst des koninkrijks van
'''Michaël, een van de eerste vorsten, kwam om Mij te helpen.''' Zie ook vs. 21.
'''Een en twintig dagen.''' Zie vers 2. Drie weken geleden was Daniël begonnen met gebed en verootmoediging.
==
<onlyinclude><sup>16</sup> En ziet, [Een], de mensenkinderen gelijk, raakte mijn lippen aan, toen deed ik mijn mond open, en ik sprak, en zei tot Dien, Die tegenover mij stond: Mijn Heer! omwille van het gezicht keren zich mijn weeën over mij, zodat ik geen kracht behoud. </onlyinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Een, de mensenkinderen gelijk.''' Zie ook vs. 18. Deze schijnt te worden onderscheiden van de engel die met Daniël spreekt. Misschien is het de Heer Jezus, zie het commentaar hierna.
Regel 66 ⟶ 70:
'''Omwille van het gezicht.''' <blockquote>''Opb 1:17 En <u>toen ik Hem zag</u>, viel ik als dood aan zijn voeten; en Hij legde zijn rechterhand op mij en zei: Vrees niet, Ik ben de eerste en de laatste, (Telos)''</blockquote>'''Zodat ik geen kracht behoud.''' Vs. 8.
==
<onlyinclude><sup>17</sup> En hoe kan de knecht van deze mijn Heere spreken met dien mijn Heere? Want wat mij aangaat, van nu af bestaat geen kracht in mij, en geen adem is in mij overgebleven. </onlyinclude>(SV)
'''Deze mijn Heere.''' De engel.
Regel 72 ⟶ 76:
'''Dien mijn Heere.''' De Man in het linnen kleed, die hij in een overweldigend gezicht zag (16).
==
<onlyinclude><sup>18</sup> Toen raakte mij wederom aan Een, als [in] de gedaante van een mens; en Hij versterkte mij. </onlyinclude>(SV)
'''Wederom aan Een, als [in] de gedaante van een mens.''' De derde aanraking van Daniël. Zie vs. 10, 16. Het schijnt iemand te zijn die onderscheiden is van de engel die hem Daniël spreekt.
== 20
<onlyinclude><sup>20</sup> Toen zeide Hij: Weet gij, waarom dat Ik tot u gekomen ben? Doch nu zal Ik wederkeren om te strijden tegen den vorst der Perzen; en als Ik zal uitgegaan zijn, ziet, zo zal de vorst van Griekenland komen. </onlyinclude>(SV)
'''De vorst der Perzen.''' Niet tegen Kores, de gezalfde van Jahweh, maar tegen de engelvorst (een engel van Satan) die over het Perzische rijk regeert.
==
<onlyinclude><sup>21</sup> Doch Ik zal u te kennen geven, hetgeen getekend is in het geschrift der waarheid; en er is niet een, die zich met Mij versterkt tegen deze, dan uw vorst Michaël.</onlyinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Tegen deze.''' Tegen de engelvorst der Perzen (13, 20).
Regel 92 ⟶ 96:
''Leidsche Vertaling (1914)''. Tekst van de samenvatting van Dan. 10 is onder wijziging verwerkt op 16 apr. 2023.
==
<references />
| |||