Naar inhoud springen

Ezechiël 2: verschil tussen versies

1.745 bytes toegevoegd ,  11 maanden geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
{{Bijbelhoofdstukcommentaar|Bijbelboektitel=Ezechiël|Bijbelboekpagina=Ezechiël (boek)|Bijbelboek=Ezechiël|Aantalhoofdstukken=48|Aantalverzen=10}}
 
== Samenvatting ==
'''Zending van Ezechiël.''' 1-2 De Geest richt Ezechiël op en God begint tot hem te spreken. 3-10 God draagt hem op tot het weerspannige Israël te gaan spreken. Hij reikt hem een boek met klaagliederen, zuchting en weeklacht, dat Ezechiël nu moet eten.
 
== 1 ==
<onlyinclude><sup>1</sup> En Hij zeide tot mij: Mensenkind, sta op uw voeten, en Ik zal met u spreken. </onlyinclude>(SV)
Regel 9 ⟶ 13:
 
== 3 ==
<onlyinclude><sup>3</sup> En Hij zei tot mij: Mensenkind! Ik zend u tot de kinderen Israëls, tot rebellerende volken, die tegen Mij gerebelleerd hebben; zij en hun vaders hebben overtreden tegen Mij tot op deze huidige dag. </onlyinclude>(CP<ref name=":0">Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling. </ref>)
'''Tot rebellerende volken.''' 'Volken', een meervoud, Hebr. goyiem. Waarschijnlijk, gelet op het zinsverband, worden niet de volken van de aarde bedoeld, maar stammen van Israël, die zich in hun afgoderij en overtredingen als heidenvolken gedroegen<ref>''John Gill's Expositor.'' </ref>.
 
== 5 ==
<onlyinclude><sup>5</sup> En zij, hetzij dat zij het horen zullen, of hetzij dat zij het laten zullen (want zij zijn een weerspannig huis), zo zullen zij weten, dat een profeet in het midden van hen geweest is. </onlyinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Zij zijn een weerspannig huis.''' Zie ook vs. 6, 7, 8.
 
== 6 ==
<onlyinclude><sup>6</sup> En u, mensenkind! vrees niet voor hen, en vrees niet voor hun woorden, hoewel wederwilligen en doornen bij u zijn, en u bij schorpioenen woont; vrees voor hun woorden niet, en ontzet u niet voor hun aangezicht, want zij zijn een weerspannig huis. </onlyinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Zij zijn een weerspannig huis.''' Zie ook vs. 5, 7, 8
 
== 7 ==
<onlyinclude><sup>7</sup> Maar u zult Mijn woorden tot hen spreken, hetzij dat zij horen zullen, of hetzij dat zij het laten zullen; want zij zijn weerspannig. </onlyinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Zij zijn weerspannig.''' Zie ook vs. 5,6, 8.
 
== 8 ==
<onlyinclude><sup>8</sup> Doch u, mensenkind, hoor hetgeen Ik tot u spreek; wees u niet weerspannig, gelijk dat weerspannig huis; open uw mond, en eet, wat Ik u geef. </onlyinclude>(CP)
'''Gelijk dat weerspannig huis.''' Zie ook vs. 5,6,7.
 
9  Toen zag ik, en ziet, er was een hand tot mij uitgestoken; en ziet, daarin was de rol eens boeks.
 
10  En Hij spreidde die voor mijn aangezicht uit; en zij was beschreven voor en achter; en daarin waren geschreven klaagliederen, en zuchting, en wee.
 
== Voetnoten ==
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.