Vuurkolom

Uit Christipedia
Vuurkolom. Door Paul Hardy.

De vuurkolom is het middel waardoor God Zijn volk Israël tijdens hun tocht door de woestijn des nachts lichtte op de weg. Overdag leidde Hij hen door een wolkkolom. De vuurkolom is een teken van Gods tegenwoordigheid als Leidsman van Zijn volk door de duisternis van de woestijn.

Ex 13:21 En de HEERE toog voor hun aangezicht, des daags in een wolkkolom, dat Hij hen op den weg leidde, en des nachts in een vuurkolom, dat Hij hen lichtte, om voort te gaan dag en nacht. Ex 13:22  Hij nam de wolkkolom des daags, noch de vuurkolom des nachts niet weg van het aangezicht des volks. (SV)

Woord. De Hebreeuwse benaming voor de vuurkolom komt zes keer voor in het Oude Testament.

Ter verlichting en leiding. De vuurkolom leidde het volk en ging het voor op de weg (Num. 14:14; Deut. 1:33). Het lichtte hen en was een licht op hun pad (Ex. 13:21; Neh. 9:12).

De 1:33  Die voor uw aangezicht op den weg wandelde, om u de plaats uit te zien, waar gij zoudt legeren; des nachts in het vuur, opdat Hij u den weg wees, waarin gij zoudt gaan, en des daags in de wolk. (SV)

Ne 9:12  En Gij hebt ze des daags geleid met een wolkkolom, en des nachts met een vuurkolom, om hen te lichten op den weg, waarin zij zouden wandelen. (...)  Ne 9:19  Hebt Gij hen nochtans door Uw grote barmhartigheid niet verlaten in de woestijn; de wolkkolom week niet van hen des daags, om hen op den weg te leiden, noch de vuurkolom des nachts, om hen te lichten, en dat, op den weg, waarin zij zouden wandelen. (SV)

Ps 78:14  En Hij leidde hen des daags met een wolk, en den gansen nacht met een licht des vuurs. (SV)

Ps 105:39  Hij breidde een wolk uit tot een deksel, en vuur om den nacht te verlichten. (SV)

Bij het volk. De vuurkolom des nachts en de wolkkolom des daags bleven steeds bij het volk, God nam ze “niet weg van het aangezicht van het volk” (Ex. 13:22; Neh. 9:19).

God daarin tegenwoordig. God was in de vuurkolom en de wolkkolom.

Nu 14:14  En zij zullen zeggen tot de inwoners van dit land, [die] gehoord hebben, dat Gij, HEERE! in het midden van dit volk zijt; dat Gij, HEERE! oog aan oog gezien wordt, dat Uw wolk over hen staat, en Gij in een wolkkolom voor hun aangezicht gaat des daags, en in een vuurkolom des nachts. (SV)

Van hier zag Hij neer op het leger der Egyptenaren (Ex. 14:24). Hij verschrikte dat leger (Ex. 14:24).  

Op de tabernakel. Bij nacht rustte het vuur op de tabernakel, Gods tentwoning.

Ex 40:38  Want de wolk des HEEREN was op den tabernakel bij dag, en het vuur was er bij nacht op, voor de ogen van het ganse huis Israëls in al hun reizen. (SV)

Vuurkolom boven de tabernakel

Oude oosterse gewoonten

Het wassen nog in de 19e eeuw evenals in oude tijden in het oosten gewoonte, dat karavanen en krijgslegers op onbekende en onveilige wegen door een kundige leidsman werden voorafgegaan, die in kleine ijzeren vaten, welke aan het einde van lange staven bevestigd zijn, een brandend vuur droegen. Dit vuur dient zowel tot een teken bij het opbreken, als tot een wegwijzer bij de tocht.

De oude Perzen waren gewoon bij hun legertochten vuur op zilveren altaren vooraan te dragen, waarin zij meenden de godheid bij zich tegenwoordig te hebben.

Wat nu de karavanen op hun tochten nodig hadden, en de Perzen bij hun krijgstochten wilden hebben, dat mocht aan de karavaan van de kinderen van Israël, die meer dan twee miljoenen groot is, in een, aan de behoefte overeenkomende mate niet ontbreken; dat zal het 600.000 strijdbare mannen omvattend krijgsleger werkelijk en niet op ingebeelde wijze, bij zich hebben.

Bron

Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Ex. 13:21. Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 26 juni 2021.