Wedervergelding

Uit Christipedia

Wedervergelding is met gelijke munt betalen, iemand opleggen of doen toekomen wat hij een ander heeft aangedaan. Wedervergelding is een onderdeel van Gods wet en regeringswegen met de mens. God doet het kwaad wederkeren op het hoofd van de kwaaddoener.

Een vorm van wedervergelding is weerwraak: wraakneming op iem. die zich gewroken heeft.

Het strafrecht in de wet van Mozes is in hoofdzaak wedervergelding, en eist leven voor leven, oog voor oog, wond voor wond, enz., Ex. 21 :23-25, Lev. 24 :17-23, Deut. 19 :21, en bij benadeling in bezittingen, volledige vergoeding. (Over het lossen, in verband met de wedervergelding, zie Lev. 25, Num. 5 :8; 35 :19, 2 Sam. 14 :7).

Wedervergelding komt ook voor in Gods regeringswegen met de mens.

Ge 9:6 Vergiet iemand het bloed van de mens, door de mens zal diens bloed vergoten worden; want naar het beeld van God heeft Hij de mens gemaakt. (HSV)

Jacob bedroog zijn vader Izaak en werd later zelf bedrogen door zijn oom Laban, die hem Lea tot vrouw gaf in plaats van Rachel. Izaak zag het niet, Jacob zag het niet. Wie een weduwe of wees onderdrukt, wordt zelf onderdrukt en krijgt te maken met die maatschappelijk staat in zijn gezin.

Ex 22:22 U mag geen enkele weduwe of wees onderdrukken. Ex 22:23 Als u hen maar enigszins onderdrukt en zij maar enigszins tot Mij om hulp roepen, zal Ik hun roep zeker verhoren. Ex 22:24 Mijn toorn zal ontbranden en Ik zal u met het zwaard doden en uw vrouwen zullen weduwen en uw kinderen wezen worden. (HSV)

De Kanaänitische koning Adoni-Bezek ondervond wedervergelding van de vernedering die hij zeventig koningen had aangedaan.

Ri 1:6 Adoni-Bezek vluchtte echter, maar zij achtervolgden hem, grepen hem en hakten de duimen van zijn handen en zijn grote tenen af. Ri 1:7 Toen zei Adoni-Bezek: Zeventig koningen, van wie de duimen van hun handen en hun grote tenen afgehakt waren, zaten onder mijn tafel en raapten de kruimels op. Zoals ik met anderen gedaan heb, zo heeft God mij vergolden. En zij brachten hem naar Jeruzalem en hij stierf daar. (HSV)

De profeet Samuël zei tegen de ongehoorzame koning Saul:

1Sa 15:23 Want opstandigheid is een zonde van waarzeggerij, en tegenstreven is afgoderij en beeldendienst. Omdat u het woord van de HEERE verworpen hebt, heeft Hij u verworpen, zodat u geen koning meer zult zijn. (HSV)

God zal in zijn toorn "verderven hen die de aarde verderven".

Opb 11:18 En de naties zijn toornig geworden, en uw toorn is gekomen en de tijd van de doden om geoordeeld te worden en om het loon te geven aan uw slaven de profeten, en aan de heiligen en aan hen die uw naam vrezen, de kleinen en de groten, en om te verderven hen die de aarde verderven. (TELOS)

De Heer Jezus kwam om de wereld te behouden, niet om haar te veroordelen. Hij betoonde genade. De leerlingen van Jezus hebben Hem daarin na te volgen. Zij moeten zich ten aanzien van hun vijanden onthouden van wedervergelding. Als kinderen van hun hemelse Vader hebben zij goed te doen aan bozen en onrechtvaardigen.

Mt 5:43 U hebt gehoord dat gezegd is: U zult uw naaste liefhebben en uw vijand haten. Mt 5:44 Maar Ik zeg u: hebt uw vijanden lief en bidt voor hen die u vervolgen, Mt 5:45 opdat u zonen wordt van uw Vader die in de hemelen is; want Hij laat zijn zon opgaan over bozen en goeden en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. (TELOS)

Hieronymus van Alphen schreef voor kinderen een leerdichtje over 'edelmoedige wedervergelding': kwaad met goed vergelden. Dit is geen wedervergelding in eigenlijke zin, omdat er met zeer ongelijke munt wordt terugbetaald. Het leert ons echter de christelijke gezindheid, om kwaad met goed te vergelden.

De edelmoedige wedervergelding
 
Zou ik dan mijn zusje kwellen
Om dat zij me niet bemint?
Zou ik kwaad van haar vertellen?
Neen ik denk: zij is een kind!
 
'k Zal haar van mijn lekkers geven,
Dan wat druiven, dan een peer,
Dan een hazelnoot zes zeven,
En wanneer zij wil, nog meer.
 
'k Zal haar hart door liefde winnen,
Ze is tog geen kwaardaartig kind;
Zo lang zal ik haar beminnen,
Tot ze in 't eind mij ook bemint.

Ro 12:17 Vergeldt niemand kwaad met kwaad; behartigt wat goed is voor alle mensen. (TELOS)

1Th 5:15 Ziet toe dat niet iemand een ander kwaad met kwaad vergeldt, maar jaagt altijd naar het goede en voor elkaar en voor allen. (TELOS)

1Pe 3:9 en vergeldt niet kwaad met kwaad, of schelden met schelden, maar zegent integendeel, omdat u ertoe geroepen bent zegen te erven.

Toen Petrus zag dat zijn Heer opgepakt dreigde te worden, trok hij een zwaard en sloeg ermee.

Mt 26:52 Toen zei Jezus tot hem: Steek je zwaard weer op zijn plaats; want allen die het zwaard nemen, zullen door het zwaard omkomen. (TELOS)

Paulus: de vervolger vervolgd. Een bijzondere wedervergelding zien wij in het leven van de apostel Paulus. Hij stemde ermee in dat Stefanus werd gestenigd, Hand. 8:1. Hij "verwoestte de gemeente, terwijl hij huis na huis binnenging en mannen en vrouwen meesleepte, en hij leverde hen over in de gevangenis." (Hand. 8:3). Hij blies "dreiging en moord tegen de discipelen van de Heer", Hand. 9:1. Hij kreeg toestemming om christenen in Damascus op te sporen en geboeid naar Jeruzalem te brengen, Hand. 9:2. De Heer Jezus beschouwde de vervolging door Saulus als een vervolging van Hemzelf. Niettemin verkoos de Heer de vervolger als een vat om mee te werken. Ananias, een discipel in Damascus, was verbaasd toen hij de opdracht kreeg om naar Saulus te gaan.

Hnd 9:13 Ananias echter antwoordde: Heer, ik heb van velen over deze man gehoord, hoeveel kwaad hij uw heiligen in Jeruzalem heeft aangedaan; (...) Hnd 9:15 De Heer zei echter tot hem: Ga, want deze is Mij een uitverkoren vat om mijn naam te dragen zowel voor volken als koningen en zonen van Israel; Hnd 9:16 want Ik zal hem tonen hoeveel hij moet lijden voor mijn naam. (TELOS)

Het lijden dat Saulus anderen aandeed, kwam in zijn eigen leven terug. De vervolger werd vervolgd. Hij die ingestemd had met de steniging van Stefanus, zou zelf gestenigd worden. Tenslotte zou hij, evenals Stefanus, als martelaar sterven. Het lijden van Paulus werd echter aangewend tot zegen van Paulus zelf (die er behagen in vond om voor zijn Heer en Heiland te lijden), tot nut voor de heiligen en tot verheerlijking van God, die een grote zondaar tot zijn kind en dienstknecht maakte en tot een boodschapper van Gods genade voor zondaars. Christenen moeten de vergelding, de wraak aan God overlaten.

Ro 12:19 Wreekt uzelf niet, geliefden, maar laat plaats voor de toorn; want er staat geschreven: ‘Aan Mij de wraak, Ik zal vergelden, zegt de Heer’. (TELOS)

Paulus betuigde:

1Co 3:16 Weet u niet, dat u Gods tempel bent en dat de Geest van God in u woont? 1Co 3:17 Als iemand de tempel van God verderft, God zal hem verderven. Want de tempel van God is heilig, en dat bent u. (TELOS)

Wedervergelding in de eindtijd

De toekomstige martelaren onder het altaar roepen om wraak.

Opb 6:10 En zij riepen met luider stem en zeiden: Tot hoelang, heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt U ons bloed niet aan hen die op de aarde wonen? (TELOS)

Dat oordeel komt later. Na het uitgieten van de derde schaal van Gods grimmigheid, waarbij het water van rivieren en bronnen in bloed verandert, klinkt het:

Opb 16:5 En ik hoorde de engel van de wateren zeggen: U bent rechtvaardig, U die bent en die was, de Heilige, omdat U zo geoordeeld hebt. Opb 16:6 Want bloed van heiligen en profeten hebben zij vergoten, en bloed hebt U hun te drinken gegeven; zij zijn het waard. Opb 16:7 En ik hoorde het altaar zeggen: Ja Heer, God de Almachtige, waarachtig en rechtvaardig zijn uw oordelen. (TELOS)

De heiligen in de tijd van het Beest-uit-de-zee zullen door hem overwonnen worden. God versterkt hen met de belofte van wedervergelding aan hun vijanden.

Opb 13:9 Als iemand een oor heeft, laat hij horen. Opb 13:10 Als iemand in gevangenschap leidt, dan gaat hij in gevangenschap; als iemand met het zwaard zal doden, dan moet hij met het zwaard gedood worden. Hier is de volharding en het geloof van de heiligen. (TELOS)

De stad Babylon, de grote hoer, wordt vergolden "zoals ook zij vergolden heeft".

Opb 18:6 Vergeldt haar zoals ook zij vergolden heeft, en verdubbelt haar dubbel naar haar werken; mengt haar dubbel in de drinkbeker die zij gemengd heeft. (TELOS)