Zofar: verschil tussen versies

Uit Christipedia
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
(Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Zofar''', ook geschreven ''Sofar'' en ''Zophar'', was een van de vrienden van Job. Bestand:Job and his friends.jpg|miniatuur|564x564px|Job e...')
 
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 4: Regel 4:


Hij wordt genoemd "de Naämathiet" = inwoner van Naäma, een dorp of stad waarvan de ligging onbekend is.
Hij wordt genoemd "de Naämathiet" = inwoner van Naäma, een dorp of stad waarvan de ligging onbekend is.

'''Gesprek met Job.''' Hij kwam met Jobs vrienden [[Elifaz]] en [[Bildad]] om Job te beklagen en te vertroosten (Job 2:11). De drie vrienden weenden toen zij de toestand van Job zagen.


Zofar was de bekrompenste, onhartelijkste, bitterste van de drie vrienden van Job. Hij had de mond vol van de roem der wijsheid en macht van God (Job  11). Hij liet zich veel voorstaan op zijn verstand en ervaring (Job 20). Hij duidde Job tamelijk duidelijk als een huichelaar aan, die om verborgen zonden gestraft wordt. Overigens wist hij bij het derde onderhoud tegen Jobs rechtvaardiging niets meer in te brengen.
Zofar was de bekrompenste, onhartelijkste, bitterste van de drie vrienden van Job. Hij had de mond vol van de roem der wijsheid en macht van God (Job  11). Hij liet zich veel voorstaan op zijn verstand en ervaring (Job 20). Hij duidde Job tamelijk duidelijk als een huichelaar aan, die om verborgen zonden gestraft wordt. Overigens wist hij bij het derde onderhoud tegen Jobs rechtvaardiging niets meer in te brengen.

Versie van 22 jul 2019 12:15

Zofar, ook geschreven Sofar en Zophar, was een van de vrienden van Job.

Job en zijn drie vrienden

Naam. De Hebreeuwse naam is צופר, Tsofar. De eigennaam betekent "mus"[1] of "Die tjilpt"[1]. Het Strongnummer is 06691. De naam komt 4x in de Bijbel voor, in het boek Job.

Hij wordt genoemd "de Naämathiet" = inwoner van Naäma, een dorp of stad waarvan de ligging onbekend is.

Gesprek met Job. Hij kwam met Jobs vrienden Elifaz en Bildad om Job te beklagen en te vertroosten (Job 2:11). De drie vrienden weenden toen zij de toestand van Job zagen.

Zofar was de bekrompenste, onhartelijkste, bitterste van de drie vrienden van Job. Hij had de mond vol van de roem der wijsheid en macht van God (Job  11). Hij liet zich veel voorstaan op zijn verstand en ervaring (Job 20). Hij duidde Job tamelijk duidelijk als een huichelaar aan, die om verborgen zonden gestraft wordt. Overigens wist hij bij het derde onderhoud tegen Jobs rechtvaardiging niets meer in te brengen.

Bron

H. Zeller, Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk. Tweede deel K - Z. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1872) s.v. Zophar. De tekst van dit lemma is op 22 juli 2019 onder wijziging verwerkt.

Voetnoot

  1. 1,0 1,1 Lexique Hébrue (numéros Strong). Onderdeel van de Online Bible (Importantia)