2 Thessalonicenzen/Hoofdstuk 2: verschil tussen versies

Uit Christipedia
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 7: Regel 7:


== 2 Thess. 2:1 ==
== 2 Thess. 2:1 ==
2Th 2:1 Wij vragen u echter, broeders, in verband met de komst van onze Heer Jezus Christus en onze bijeenvergadering tot Hem,
2Th 2:1 Wij vragen u echter, broeders, in verband met de komst van onze Heer Jezus Christus en onze bijeenvergadering tot Hem, (TELOS)
Hoe wij worden bijeenvergaderd tot Hem heeft Paulus beschreven in zijn eerste brief:
'''Onze bijeenvergadering tot Hem.''' Hoe wij worden bijeenvergaderd tot Hem heeft Paulus beschreven in zijn eerste brief:


''1Th 4:17 daarna zullen wij, de levenden die overblijven, samen met hen in wolken worden opgenomen de Heer tegemoet in de lucht; en zo zullen wij altijd met de Heer zijn. (TELOS)''
''1Th 4:17 daarna zullen wij, de levenden die overblijven, samen met hen in wolken worden opgenomen de Heer tegemoet in de lucht; en zo zullen wij altijd met de Heer zijn. (TELOS)''

== 2 Thess. 2:2 ==
2Th 2:2 dat u niet zo snel in uw denken geschokt of verschrikt wordt, noch door geest, noch door woord, noch door brief als van ons, alsof de dag van de Heer al aangebroken zou zijn. (TELOS)
'''De dag van de Heer ...''' De dag van de Heer is de in het Oude Testament genoemde [[Dag van Jhwh|Dag van Jahweh]], een dag van oordeel.

'''... al aangebroken zou zijn'''. Wat ze hoorden en lazen, te midden van doorstane verdrukkingen, deed hen met schrik menen dat de tijd van Gods oordelen over de aarde gekomen was.

== 2 Thess. 2:3 ==
2Th 2:3 Laat niemand u op enigerlei wijze bedriegen, want [die komt niet] als niet eerst de afval gekomen is en de mens van de zonde geopenbaard is, de zoon van het verderf, (TELOS)
'''Op enigerlei wijze'''. Door geest, woord, brief, zie vers 2.

'''Bedriegen'''. Door een vals bericht of valse lering.

'''De afval'''. De afval van het geloof in de Heer Jezus of zelfs van het geloof in God. Dit laatste lijkt het geval, gelezen het volgende vers: <blockquote>''2Th 2:4 die zich verzet en zich verheft tegen al wat God heet of een voorwerp van verering is, zodat hij in de tempel van God gaat zitten en zichzelf vertoont dat hij God is. (TELOS)''</blockquote>'''Eerst de afval.''' Deze [[Afvallen, afval|afval]] gaat vooraf aan de [[Dag van Jahweh]].

'''De mens van de zonde'''. Zonde karakteriseert hem, in zijn boodschap en gedrag.

'''De zoon van het verderf'''. Hij is ''bestemd'' voor het verderf, hij is gedoemd onder te gaan. Zonde blijft niet ongestraft.

== 2 Thess. 2:4 ==
2Th 2:4 die zich verzet en zich verheft tegen al wat God heet of een voorwerp van verering is, zodat hij in de tempel van God gaat zitten en zichzelf vertoont dat hij God is. (TELOS)
'''Die zich verzet en zich verheft tegen...'''. Deze Mens van de zonde is geen onverschillige ongelovige, God laat hem niet koud, hij is heet. Want Hij verzet zich. En verheft zich, maakt zichzelf groter in zijn verzet tegen God en godsdienst.

'''Tegen al wat God heet'''. Alle goden en alle godsdienst. Hij is een tegenstander van het christendom, de islam, het jodendom, het hindoeïsme enz. Hij moet er niets van hebben. Misschien zal hij alle religie en Godsgeloof als schadelijk bijgeloof afwijzen.

'''De tempel van God...'''. De tempel van God is de herbouwde tempel van God in Jeruzalem. Uit verschillende Schriftplaatsen kan men opmaken dat de [[tempel]] herbouwd zal worden. De herbouw van Gods huis wordt in onze dagen (anno 2017) al jarenlang voorbereid, vooral door het [[Tempelinstituut]] te Jeruzalem.

'''Hij in de tempel van God gaat zitten en zichzelf vertoont dat hij God is'''. De Mens der zonde stelt zichzelf aan de wereld voor als God. Misschien is zijn boodschap: "Ik, ja wij allen, zijn goddelijk. Ik ben God, jullie zijn goden. Het goddelijke is in ons. Dat hebben wij in het verleden op een denkbeeldig buitenaards wezen geprojecteerd, met alle nare gevolgen van dien: godsdienstoorlogen, terreuraanslagen. God is echter niet buiten ons, maar in ons; wij zijn goden, ik ben God. Wij moeten niet een externe God dienen, maar onszelf, ons als mensheid." Deze woorden zijn verdicht. Het is ook mogelijk dat de Mens der zonde alleen zichzelf als goddelijk voorstelt, niet zijn medemensen.


== 2 Thess. 2:10 ==
== 2 Thess. 2:10 ==

Versie van 12 jun 2017 08:14

Hieronder worden enkele passages uit Hoofdstuk 2 van het bijbelboek 2 Thessalonicenzen becommentarieerd.

2 Thess. 2:1

2Th 2:1  Wij vragen u echter, broeders, in verband met de komst van onze Heer Jezus Christus en onze bijeenvergadering tot Hem, (TELOS)

Onze bijeenvergadering tot Hem. Hoe wij worden bijeenvergaderd tot Hem heeft Paulus beschreven in zijn eerste brief:

1Th 4:17 daarna zullen wij, de levenden die overblijven, samen met hen in wolken worden opgenomen de Heer tegemoet in de lucht; en zo zullen wij altijd met de Heer zijn. (TELOS)

2 Thess. 2:2

2Th 2:2 dat u niet zo snel in uw denken geschokt of verschrikt wordt, noch door geest, noch door woord, noch door brief als van ons, alsof de dag van de Heer al aangebroken zou zijn. (TELOS)

De dag van de Heer ... De dag van de Heer is de in het Oude Testament genoemde Dag van Jahweh, een dag van oordeel.

... al aangebroken zou zijn. Wat ze hoorden en lazen, te midden van doorstane verdrukkingen, deed hen met schrik menen dat de tijd van Gods oordelen over de aarde gekomen was.

2 Thess. 2:3

2Th 2:3  Laat niemand u op enigerlei wijze bedriegen, want [die komt niet] als niet eerst de afval gekomen is en de mens van de zonde geopenbaard is, de zoon van het verderf, (TELOS)

Op enigerlei wijze. Door geest, woord, brief, zie vers 2.

Bedriegen. Door een vals bericht of valse lering.

De afval. De afval van het geloof in de Heer Jezus of zelfs van het geloof in God. Dit laatste lijkt het geval, gelezen het volgende vers:

2Th 2:4 die zich verzet en zich verheft tegen al wat God heet of een voorwerp van verering is, zodat hij in de tempel van God gaat zitten en zichzelf vertoont dat hij God is. (TELOS)

Eerst de afval. Deze afval gaat vooraf aan de Dag van Jahweh.

De mens van de zonde. Zonde karakteriseert hem, in zijn boodschap en gedrag.

De zoon van het verderf. Hij is bestemd voor het verderf, hij is gedoemd onder te gaan. Zonde blijft niet ongestraft.

2 Thess. 2:4

2Th 2:4 die zich verzet en zich verheft tegen al wat God heet of een voorwerp van verering is, zodat hij in de tempel van God gaat zitten en zichzelf vertoont dat hij God is. (TELOS)

Die zich verzet en zich verheft tegen.... Deze Mens van de zonde is geen onverschillige ongelovige, God laat hem niet koud, hij is heet. Want Hij verzet zich. En verheft zich, maakt zichzelf groter in zijn verzet tegen God en godsdienst.

Tegen al wat God heet. Alle goden en alle godsdienst. Hij is een tegenstander van het christendom, de islam, het jodendom, het hindoeïsme enz. Hij moet er niets van hebben. Misschien zal hij alle religie en Godsgeloof als schadelijk bijgeloof afwijzen.

De tempel van God.... De tempel van God is de herbouwde tempel van God in Jeruzalem. Uit verschillende Schriftplaatsen kan men opmaken dat de tempel herbouwd zal worden. De herbouw van Gods huis wordt in onze dagen (anno 2017) al jarenlang voorbereid, vooral door het Tempelinstituut te Jeruzalem.

Hij in de tempel van God gaat zitten en zichzelf vertoont dat hij God is. De Mens der zonde stelt zichzelf aan de wereld voor als God. Misschien is zijn boodschap: "Ik, ja wij allen, zijn goddelijk. Ik ben God, jullie zijn goden. Het goddelijke is in ons. Dat hebben wij in het verleden op een denkbeeldig buitenaards wezen geprojecteerd, met alle nare gevolgen van dien: godsdienstoorlogen, terreuraanslagen. God is echter niet buiten ons, maar in ons; wij zijn goden, ik ben God. Wij moeten niet een externe God dienen, maar onszelf, ons als mensheid." Deze woorden zijn verdicht. Het is ook mogelijk dat de Mens der zonde alleen zichzelf als goddelijk voorstelt, niet zijn medemensen.

2 Thess. 2:10

2Th 2:10 en met allerlei bedrog van de ongerechtigheid voor hen die verloren gaan, omdat zij de liefde tot de waarheid niet hebben aangenomen om behouden te worden. (TELOS)

In tegenstelling tot de wetteloze was er bij Paulus geen leugen of bedrog: 1Th 2:3 Want onze vermaning was niet uit bedrog, noch uit onreinheid, noch met list.