Abisaï

Uit Christipedia

Abisaï (= mijn vader is een gave) of Absaï was een neef van David en één van zijn helden.

De Hebreeuwse eigennaam is, overgeschreven, Avisjai of Abisjai, en betekent "mijn vader is Jesse" of "mijn vader is een gave"[1]. Het Strongnummer is 052. De naam komt 25x voor in de Bijbel. In het Engels: Abishai.

Hij was een zoon van Davids halfzus Zeruja en een broer van Joab en Asahel.

 
 
 
 
Nahas
 
?
 
Isaï
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
?
 
Zeruja
 
David
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Joab
 
Abisaï
 
Asahel
 
 
David houdt Abisaï af van het doden van Saul.

Hij is bekend door zijn grote dapperheid. Ten nauwste met David verbonden, wien hij eens het leven redde (2 Sam. 11: 16, 17), bewees hij zijn oom en koning voortdurend belangrijke diensten, ook tegen Saul en Absalom.

Na zijn troonsbeklimming stelde David hem tot legeroverste aan. Niet altijd kenmerkt Abisaï zich door nauwgezetheid in de keus van de middelen voor zijn doel. Immers raadde hij David aan de slapende Saul en de vloekende Simeï te doden.

Bron

P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Tekst van het lemma 'Abisaï' is op 4 jan. 2017 verwerkt.

Voetnoot

  1. Hebreeuws-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.