Catechismus
Catechismus (meervoud: catechismi) noemt men een leerboek vragen en antwoorden over een of ander vak van wetenschap. Vooral echter geeft men die naam aan een boek, waarin de hoofdzaken van de godsdienst, zoals de „Tien Geboden", de „Apostolische geloofsbelijdenis" en het „Onze Vader" ten behoeve van het volk in vragen en antwoorden zijn opgenomen.
Weissenburger catechismus. De eerste catechismus die aan deze bepaling beantwoordt, wordt toegeschreven aan zekeren Kero, een monnik te St. Gallen, die in de 8ste eeuw leefde. Meer bekend is de Weissenburger catechismus, in de 9de eeuw door Otfried, een leerling van Hrabanus Maurus, opgesteld. Dit leerboek bevat het „Onze Vader", de „Hoofdzonden", het „Symbolum Athanasii" en het „Gloria in excelsis". Dergelijke catechismi leverden in de 11de eeuw de Waldenzen, later de Wicklefieten en Huss.
Rooms-Katholieke Kerk. In de R.- Katholieke Kerk wordt symbolisch gezag toegekend aan de „Catechismus Romanus ad Parochos, ex decreto concilii Tridentini et Pii V Pontificis maximi jussu editus et promulgatus", welke in 1566 te Rome verscheen. Hij wordt kortweg als de Trentse ot Romeinse catechismus aangeduid en is opgesteld door de aartsbisschop Leone Marino, de bisschop Egidius Foscarari en de Portugese Dominicaner monnik Fr. Foreiro, en in 4 afdelingen verdeeld, het „Symbolum Apostolicum" (Apostolische geloofsbelijdenis), de sacramenten, de wet van de „Tien Geboden" en gebeden. Het is geen catechismus in de gewone betekenis van het woord, maar meer een handboek voor de clerus. Meer verspreid echter zijn de Grote en de Kleine catechismus van de Jezuïet Canisius, in 1555 op last van keizer Ferdinand I vervaardigd, doch later na de tijdelijke opheffing van de Orde, door die van de abt Felbinger verdrongen. Tegenwoordig heeft de R.-Katholieke Kerk gewoonlijk elk land of elk bisdom zijn eigen catechismus, die, naar gelang van tijd en plaats, waarvoor ze werden samengesteld, wel zeer uiteenlopen in opvatting, maar natuurlijk, wat de eigenlijke leerstukken betreft, in overeenstemming moeten zijn met de R.-Katholieke leer.
Russische catechismus. In de Grieks-Katholieke Kerk heeft men de Grote Russische catechismus, Confessio orthodoxa genoemd en in 3 delen verdeeld, van welke het eerste handelt over het christelijk geloof naar aanleiding van de „Apostolische geloofsbelijdenis", het tweede over de hoop op grond van het „Onze Vader" en het derde over de liefde jegens God en de naaste naar aanwijzing van de „Tien geboden". Het is het werk van Petrus Mogila, metropoliet van Kiev (1642). Daarnaast staat de Kleine Catechismus, op bevel van Peter de Grote vervaardigd.
Luthers catechismus. In 1529 gaf Luther, op aandrang van de keurvorst van Saksen, zijn Kleine en Grote Catechismus, waarvan de eerste voor het volk, de tweede voor de leraars bestemd is. De Kleine bevat 5 hoofdstukken, welke handelen over de „Tien Geboden", de „Drie artikelen van christelijk geloof", het „Onze Vader", de Doop, het Sleutelambt en het Avondmaal, en gevolgd worden door een aanhangsel met enige gebeden, vragen voor Avondmaalsgangers enz.
Catechismi in de Hervormde Kerk. In de Hervormde Kerk zijn onderscheiden catechismi verschenen, zoals die van St. Gallen (1527), die van Bazel door Oecolampadius (1534), die van Zurich door Leo Judae (1534), die van Genève door Calvijn (1542), die van Viret (1543), de Emdener door Joh. a Lasco (1546), die van Bern door Megander (1552) en vooral de Heidelbergse Catechismus.
Heidelbergse Catechismus. De Heidelbergse Catechismus werd op last en met medewerking van Frederik III, keurvorst van de Palts, door Zacharias Ursinus en Gaspar Olevianus opgesteld, in 1563 uitgegeven en door de Synode te Dordrecht (1618-1619) als belijdenisschrift van de Nederlandse Hervormde Kerk aangenomen. Deze handelt in zijn 3 hoofddelen over „Ellende, Verlossing en Dankbaarheid" en is verdeeld in vragen, die in gemeentelijke samenkomsten vrij algemeen en regelmatig worden verklaard.
Zie Heidelbergse Catechismus voor het hoofdartikel.
Catechismus van Genève. De Catechismus van Genève, afkomstig van Calvijn is door meer dan één algemene Synode der Hervormden in Frankrijk als symbolisch boek aangenomen en in een gedeelte van Zwitserland, in de Nederlanden, Frankrijk en Hongarije als leerboek gebruikt. Het behandelt de godsdienstleer in 55 afdelingen, naar het aantal der zon- en feestdagen.
Engelse catechismi. In de Engels-Bisschoppelijke Kerk is een zeer korte catechismus — de Church-catechism — in gebruik, die uit slechts 24 vragen bestaat. Hij bevat een verklaring van de doopbelofte, een omschrijving van de „Tien Geboden" en van het „Onze Vader" en een op last van Jacobus I door Overal vervaardigd onderricht omtrent de sacramenten. In de Presbyteriaanse Kerk in Engeland is „The Assembly-catechism" als gezaghebbend aangenomen.
Overigen. De Evangelische Broedergemeente (Hernhutters) gebruikt een boekje, dat nagenoeg niets anders dan Bijbelplaatsen bevat en getiteld is: „Der Hauptinhalt der Lehre Jesu Christi" (1778).
De Unitariërs en de Socinianen houden zich aan de Catechismus Racoviensis, die opgesteld is door Georg Pauli, verbeterd door Faustus Socinus en Petrus Sartorius en voltooid door Valentinus Schmalxius en Hiëronimus Moscovius.
De Kwakers kregen in 1660 van de stichter van hun genootschap, George Fox, een catechismus in de vorm van een gesprek van een vader met zijn zoon en in 1673 een van Robert Barclay.
Bij de Doopsgezinden heeft men geen gezaghebbende symbolische boeken en geen catechismus.
Bron
Winkler Prins' Geillustreerde Encyclopedie (1914-1922). Tekst van het artikel Catechismus is onder wijziging verwerkt op 18 oktober 2019.