Bedelingenleer

Uit Christipedia
(Doorverwezen vanaf Dispensationalisme)

De bedelingenleer - of, naar het Engels, het dispensationalisme – is een leer omtrent de wijze waarop God de wereldlijke zaken ordent. Het is een uitwerking van het denkbeeld dat er verschillende bedelingen zijn. De bedelingenleer onderscheidt en beschrijft verschillende bedelingen. John Nelson Darby (19e eeuw) geldt wegens zijn systematische uitwerking als de 'vader van de bedelingenleer'.

'Dispensation'. Het Engelse woord 'dispensation' betekent onder meer: 'een goddelijke ordening van wereldlijke zaken'[1], 'een ordening van leven en gebeurtenissen door God'[2].

De Amerikaanse auteur Hal Lindsey definieert de bedelingenleer aldus: 'een leer aangaande de wijze waarop God de wereldlijke zaken ordent'[3].

Algemeen

De klassieke bedelingenleer kenmerkt zich door de volgende grondstellingen:

  1. Er zijn verscheidene bedelingen, in de tijd verscheidene wijzen van omgang van God met de mens. God beproeft daarin de mens, die telkens faalt.
  2. Er is een fundamenteel onderscheid tussen Israël en de Gemeente: het zijn twee volken van God met twee verschillende bestemmingen; Israël heeft een aardse bestemming, de Gemeente een hemelse.
  3. een fundamenteel onderscheid tussen wet en genade: ze sluiten elkaar uit.
  4. de nieuwtestamentische Gemeente was een verborgenheid in de tijd van het Oude Testament en daarin niet voorzien. Ze is een intermezzo in Gods plan met Israël.
  5. een onderscheid tussen de opname van de Gemeente (1 Thess. 4:17) en de verschijning van Christus in de wereld: daartussen liggen tenminste de zeven jaren van verdrukking (Daniels jaarweek)

In elk van de bedelingen handelt God op een bijzondere, voor die bedeling kenmerkende manier met de mens, in het bijzonder beproeft God de mens op een andere wijze. "Deze periodes worden afgebakend in de Schrift door een verandering in Gods wijze van omgaan met de mensheid, met betrekking tot twee kwesties: van de zonde en van 's mensen verantwoordelijkheid", verklaarde C. I. Scofield. "Elk van de bedelingen kan worden beschouwd als een nieuwe beproeving van de natuurlijke mens, en elke beproeving eindigt in oordeel - markerend zijn volslagen falen in elke bedeling"

Onder de verschillende bestuurlijke bedelingen komen de goedheid en trouw van God tevoorschijn, maar telkens blijkt ook het falen van de mens. Zelfs de gezegende bedeling van het vrederijk eindigt met een massale opstand.

De bedelingenleer benadrukt de bijbelse voorzeggingen aangaande de eindtijd en de opname van de gemeente vóór de grote verdrukking, welke voorafgaat aan Christus' zichtbare verschijning in de wereld. Volgens de bedelingenleer leeft de gemeente van Jezus Christus thans in de ”genadetijd”, die begon bij Pinksteren, de komst van de Heilige Geest, en die eindigt met de opname van de gemeente in de hemel en het begin van het duizendjarig rijk. Na de opname van de gemeente wordt Israël hersteld; geheel Israël zal behouden worden.

Letterlijke Schriftuitleg

De aanhangers van de bedelingenleer gronden hun leerpunten op een letterlijke uitleg van de Schrift, in het bijzonder van de oudtestamentische voorzeggingen aangaande Israël.

Hulpmiddel tot begrip

Volgens de bedelingenleer is de bijbelse geschiedenis en beschrijving van de toekomst is het best te begrijpen in het licht van een aantal opeenvolgende bestuurlijke perioden van Gods handelen met de mensheid en de wereld, de "bedelingen."

Een voorbeeld van verschillende bedelingen kunnen wij afleiden uit de reactie op de afwijzing van de Samaritanen.
Lu 9:52 En Hij zond boden voor Zich uit. En zij gingen heen en kwamen in een dorp van Samaritanen om voor Hem een verblijf in gereedheid te brengen. Lu 9:53 En zij ontvingen Hem niet, omdat Hij op weg was naar Jeruzalem. Lu 9:54 Toen nu zijn discipelen Jakobus en Johannes dit zagen, zeiden zij: Heer, wilt U dat wij zeggen dat vuur van de hemel moet neerdalen en hen verteren zoals ook Elia heeft gedaan? Lu 9:55 Hij echter keerde Zich om en bestrafte hen en zei: U weet niet van welke geest u bent. Lu 9:56 Want de Zoon des mensen is niet gekomen om zielen van mensen te verderven maar te behouden. En zij gingen naar een ander dorp. (TELOS)
De tegenstander van Elia werden door vuur uit de hemel verteerd. Jakobus en Johannes vonden dat de Samaritanen eenzelfde lot verdienden. De Heer Jezus, ofschoon in waardigheid veel meer dan Elia, wees een dergelijk ingrijpen af, want Hij was 'niet gekomen om zielen van mensen te verderven maar te behouden' (vers 56). Blijkbaar was er met de komst van de Heer Jezus een andere tijd aangebroken.

Een tweede voorbeeld: de vraag wanneer de opname van de gemeente zal plaatsvinden ten opzichte van de jaarweek van Daniël kan worden beantwoord met behulp van de bedelingenleer. De bekende Amerikaanse schrijver Hal Lindsey gebruikt de bedelingenleer als "een interpretatiemethode die absoluut essentieel is om te kunnen vaststellen welke zienswijze met betrekking tot de Opname correct is"[3].

Ook kan de bedelingenleer worden gebruikt bij het aantonen van de harmonie tussen Bijbelteksten die elkaar schijnen tegen te spreken of althans moeilijk bij elkaar schijnen te passen. Hier zijn enkele voorbeelden van zulke teksten[3]. De Heer Jezus zegt dat de wet niet vergaat, maar blijft tot alles is vervuld (Matth. 5:17-18). Paulus leert dat uit werken van de wet niemand gerechtvaardigd wordt (Gal. 2:16). De Heer verbood zijn leerlingen met de boodschap van het evangelie naar de heidenen te gaan (Matth. 10:5-6), maar later geeft hij hen de opdracht om al de volken tot zijn leerlingen te maken (Matth. 28:19). Deze voorbeelden wijzen op een verandering in Gods bestuur, een verandering van bedeling.

Herstel van Israël en de stenen tempel

De dispensationalisten stelden op grond van de Schrift dat Israël zou worden hersteld in het beloofde land en dat de stenen tempel in Jeruzalem zou worden herbouwd. Daarna zou Christus komen om het aardse Koninkrijk van Israël met als hoofdstad Jeruzalem op te richten/

De beweging van de bedelingenleer werd dan ook bekrachtigd door het herstel van de staat Israël in 1948. Ook de huidige voorbereidingen voor de herbouw van de stenen tempel en de herinvoering van de tempeldienst (anno 2016) passen bij de verwachtingen van de bedelingenleer (zie Tempelinstituut).

Wederkomst van Christus en vrederijk

Volgens de bedelingenleer is de wederkomst van Jezus Christus een voor onze ogen zichtbare gebeurtenis, waarna een wereldwijd koninkrijk zal worden opgericht, waarvan Jeruzalem de hoofdstad zal zijn.

Volgens dispensationalisten verloopt de wederkomst van de Heer Jezus in twee stappen of fasen. In de eerste fase worden de gezegende doden opgewekt en de gelovigen op aarde weggerukt, opgenomen. Hierna is een periode van verdrukking die zeven jaar duurt. De slag van Armageddon vindt aan het einde plaats.

In de tweede fase van de wederkomst verschijnt Christus zichtbaar in de wereld. Hij verslaat zijn vijanden in de slag van Armageddon en richt een vrederijk dat letterlijk duizend jaar zal duren.

Dispensationalisten zijn premillenialisten, omdat ze geloven dat de Heer Jezus vóór het duizendjarig vrederijk terugkomt. Omgekeerd echter zijn niet alle premillennialisten (zij die geloven dat de Heer terugkomt vóór het duizendjarig vrederijk) aanhangers van de bedelingenleer.

Alle dispensationalisten geloven aan een duizendjarig vrederijk, zijn derhalve chiliasten.

Bedelingen

Bedeling van de onschuld

Naam van de bedeling: de bedeling van de onschuld. Of 'de bedeling van de vrijheid'.

Tijd: van schepping tot zondeval.

Schriftplaatsen: Gen. 2: 8-17, 25.

Beschrijving: in het begin van de menselijke geschiedenis verkeerden onze oerouders, Adam en Eva, na hun schepping in een staat van onschuld in de hof van Eden. De mens kreeg van God een opdracht en een verbod. God kondigde een straf aan op ongehoorzaamheid aan het verbod. Hij wandelde met de mens en zocht hem na diens zondeval persoonlijk op.

Bedeling van het geweten

Naam: de bedeling van het geweten.

Tijd: van Adam tot Noach; na de zondeval tot de zondvloed.

Schriftplaatsen: Gen. 3:10-18; Rom. 2:11-15

Beschrijving: de tijd van de menselijke onschuld werd gevolgd door een lange periode van bijna 1600 jaar tot de zondvloed. Dit was een tijd zonder een geordende omgang van God met de mens. De mensen verdierven hun weg, en de aarde raakte vervuld met geweld. Dan spreekt God tot de wereld door de mond van Noach, die "een prediker van de gerechtigheid" was. In genade wachtte God lankmoedig op berouw van de mensen, terwijl de ark, het vaartuig ter ontkoming, werd gebouwd; 1 Petr. 3:20; 2 Petr. 2: 5. De mensen echter bekeerden zich niet en hun wereld ging door de zondvloed ten onder.

Bedeling van regering

Naam: de bedeling van regering. Of 'de bedeling van het menselijk bestuur'.

Tijd: van Noach tot Abraham; na de zondvloed tot de spraakverwarring

Schriftplaatsen: Gen. 9:6; Rom. 13:1.

Beschrijving: Na de zondvloed stelt God de menselijke regering in, terwijl de kennis van God, als Een die het kwaad oordeelt, werd verspreid door de nakomelingen van Noach. Zondvloedverhalen worden overal op aarde gevonden. God verwarde de spraak van de mensen. Hierop volgde de verdeling van de aarde in verschillende volkeren en stammen, volgens hun families en spraak. Onder hen heerste onwetendheid omtrent God, ondanks het getuigenis van de schepping aangaande Gods kracht en goddelijkheid, en de vermaning van het geweten, waarvan Rom. 1 en 2 spreken.

Bedeling van Israël onder de belofte

Naam: de bedeling van Israël onder de belofte, of de bedeling van de belofte, of de bedeling van het aartsvaderlijk bewind.

Tijd: Abraham tot Mozes.

Schriftplaatsen: Gen. 12:1-3; 22:17-18; Gal. 3:15-19.

Beschrijving: ongeveer 360 jaar na de zondvloed begon de tijd van de aartsvaders van Israël met de roeping van Abraham. Een nieuw handelen van God, beperkt tot Abraham en zijn nakomelingen, maar wel met een uitzicht op de toekomst, waarin alle geslachten der mensen in Abraham gezegend zouden worden.

Bedeling van Israël onder de Wet

Naam: de bedeling van Israël onder de wet, of de bedeling van de wet, of de bedeling van de Mozaïsche wet.

Tijd: van Mozes tot Christus.

Schriftplaatsen: Ex. 20:1-26; Gal. 3:19

Beschrijving: God gaf aan zijn volk de wet door de dienst van de engelen en de middelaar Mozes (Gal. 3:19). De wet is het eerste publiekelijk geordende systeem van Gods omgang met de mensen. De woorden van God werden gegeven aan een natie, de enige die door God op deze manier was gekend, Am. 3:2. Het was de bedeling van 'Doe dit, en leef en wees gezegend; als u ongehoorzaam bent, wordt u vervloekt'. Deze bedeling had drie

  • Ongeveer 400 jaar onder de rechters, toen God hun koning zou zijn, maar in die tijd deed eenieder wat recht was in zijn ogen.
  • 500 jaren als een koninkrijk onder opeenvolgende koningen.
  • 600 jaar van de ballingschap tot de komst van Christus.

'De wet en de profeten' zijn tot op Johannes de Doper, Luc. 16:16.

Tijdens deze bedeling van wet begonnen 'de tijden van de heidenen' in de machtige heerschappij van Nebukadnezar, het hoofd van goud in de statenbeeld van Daniël, de koning der koningen, Dan 2: 37, 38. De tijden der heidenen duren totdat de Heer Jezus zijn openbare regering aanvangt.

Bedeling van de genade

Naam: Bedeling van de genade. Of: De bedeling van de genade en de waarheid.

Tijd: de huidige tijd van de gemeente van Christus

Schriftplaatsen: Rom. 5:20-21; Ef. 3:1-9

Beschrijving: Na de prediking van Johannes de Doper begon met de komst van Christus de bedeling van de genade en de waarheid. In deze periode van Gods handelen met de mens wordt het evangelie wordt verkondigd aan de hele wereld en wordt er een volk voor Zijn naam verzameld, vanaf de Pinsterdag tot de opname van de gemeente van Christus (Hand. 2: 1-4; 1 Thess. 4: 13-18). Paul had een speciale bedeling die hem door God was opgedragen: de verkondiging van het evangelie alsook het onderwijs aangaande de gemeente als het lichaam van Christus (1 Kor. 9:17; Ef. 3: 2,3; Col 1: 25, 26).

Bedeling van het duizendjarig rijk

Naam: Bedeling van het Duizendjarig rijk. Of[4]: 'de bedeling van de volheid der tijden.' (Ef. 1:10)

Tijd: na de grote verdrukking en tot de schepping van een nieuwe hemel en aarde.

Schriftplaatsen: Jes. 9:6-7; 11:1-9; Opb. 20:1-6

Beschrijving: De tijd van het regering van Christus over de aarde duurt duizend jaar, Opb. 20:1-6.

Geschiedenis

Het begin van de bedelingenleer ligt bij de beweging van de Plymouthbroeders in het Verenigd Koninkrijk en de leer van John Nelson Darby. John Nelson Darby (1800-1882) is de grondlegger van de bedelingenleer.

De Plymouth Brethren (en Darby in het bijzonder) ontwikkelden unieke ideeën over de interpretatie van de Schrift, terwijl zij de nadruk legden op de bijbelse profetie en de wederkomst van Christus. De theologie van deze beweging werd bekend als "Dispensationalisme."

De denkbeelden van Darby zijn na zijn dood gesystematiseerd en hebben op veel punten veranderingen ondergaan. C. I. Scofield kwam met een bedelingenleer die veel invloed heeft uitgeoefend.

Het denkbeeld van verschillende "bedelingen" kan al worden gevonden in de geschriften van sommige vroege kerkleraars. Het beschouwen van de bijbelse geschiedenis als een reeks bedelingen is te vinden in een aantal werken die ouder zijn dan de bedelingenleer van Darby, zoals L'œconomie divine ou Système universel et démontré des œuvres et des desseins de Dieu envers les hommes (Amsterdam: H. Wetstein, 1687) van Pierre Poiret (1646-1719). Maar deze vroegere werken kenden niet het unieke beproeven-falen motief beschreven door Scofield of de onderliggende beginselen van Darby's bedelingenleer.

De nieuwe bedelingenleer werd in Amerika verbreid door bijbelstudieconferenties als de Niagara Bible Conferences (1883-1897). De Presbyteriaanse predikant James H. Brookes (1830-1898), een vooraanstaande figuur in de Niagara conferenties, verbreidde gedachten over bedelingen door middel van zijn bediening en publicaties. Belangrijker nog waren de invloed van Dwight Moody, die sympathie had voor de hoofdlijnen van de bedelingenleer en zijn naaste medewerkers, leiders die de bedelingenleer huldigden, zoals Reuben A. Torrey (1856-1928), James M. Gray (1851-1925), I. Cyrus Scofield ( 1843-1921), William J. Eerdman (1833-1923), A.C. Dixon (1854-1925), en A.J. Gordon (1836-1895). Deze mannen waren actieve evangelisten die een heleboel Bijbelstudieconferenties en andere zendingsarbeid bevorderden. Ze gaven de beweging van de bedelingenleer een blijvende plaats in door hen geleide instellingen, zoals het Moody Bible Institute (1886), het Bible Institute van Los Angeles (1907), en het Philadelphia College of the Bible (1914). Spoedig ontstond een netwerk van verwante instellingen, die bijdroegen aan de verspreiding van het Amerikaanse dispensationalisme.

De beweging van de bedelingenleer werd bekrachtigd door het herstel van de staat Israël in 1948. Zij is gegroeid in populariteit vooral sinds 1967, het jaar van de Arabisch-Israëlische Zesdaagse Oorlog (door Israël gewonnen) en een paar jaar later in 1970 met de publicatie van de bestseller van Hal Lindsey, De planeet die aarde heette (Engels: The Late Great Planet Earth).

Hoeveel bedelingen?

Over het aantal bedelingen bestaat verschil van mening. De volgende schrijver bijvoorbeeld onderscheidt een viertal bedelingen: "Naar Gods raadsbesluit zijn in betrekking tot deze aarde twee grote, Goddelijke bedelingen: de bedeling van de wet en de bedeling van de genade, de bedeling van de belofte en de bedeling van de vervulling. Daarom spreken wij dan ook van de Oude en de Nieuwe bedeling. Voorts is er nog een bedeling vóór de wet geweest, en zal er nog een volgen op onze bedeling, die de bedeling is van de volheid der tijden. Het gaat om verantwoordelijke perioden, waarin God Zich heeft geopenbaard, openbaart en openbaren zal."[5]

Het wezen van de bedelingenleer is het aantal bedelingen of hun naamgeving, maar de onderscheiding van bedelingen. Het belangrijkste is dat ze worden onderscheiden en herkend. Er is onmiskenbaar verschil in de wijzen waarop God met de mensheid omgaat in de bedelingen van de Wet, de Gemeente en het komende Messiaanse vrederijk.

Bedelingen en scheppingsdagen

Vaak wordt een verband gelegd tussen de zes scheppingsdagen gevolgd door een rustdag in Genesis 1 en de bedelingen. Bijvoorbeeld kan geleerd worden - zoals in het grafische bedelingenoverzicht van A.E. Booth (zie hieronder) - dat de vierde scheppingsdag overeenkomt met de bedeling van de Gemeente. Op die vierde dag maakte God de zon, maan en sterren, de hemellichamen. De gemeente heeft een hemelse bestemming. De Heer Jezus bereidt ons een plaats in het Vaderhuis. De gelovigen zijn hemelburgers. Zij schijnen "als lichten in de wereld" (Flp. 2:15).

De zesde dag, toen Adam tot aanzijn kwam, zou overeenkomen met het duizendjarig Vrederijk, wanneer de laatste Adam, de Heer Jezus, de aarde in bezit heeft genomen en heerst.

In het bedelingenoverzicht van A.E. Booth correspondeert de zevende scheppingsdag met de eeuwige toestand. Anderen echter menen dat de zevende dag een afschaduwing is van het Duizendjarige vrederijk, waarin rust en vrede heersen, en dat de dag na de scheppingsweek, de achtste dag - acht staat voor een nieuw begin - heenwijst naar de nieuwe hemel en de aarde, naar de nieuwe, eeuwige toestand na het voorbijgaan van 'de eerste dingen' (Opb. 21:4).

Grafische overzichten

Hieronder enkele weergaven van de indeling van de geschiedenis in tijdperken of bedelingen.

Ontwerp van A.E. Booth. Een van de meest gebruikte grafische bedelingenoverzichten ter wereld.
Nederlandstalige versie van de kaart van A.E. Booth (zie boven).
Hierboven: bedelingen volgens Clarence Larkin (1920)
De bovenstaande tekening gemaakt door Clarence Larkin (1918) onderscheidt vier tijdvakken gevolgd door de eeuwige toestand. De zevende dag verwijst naar het Duizendjarig rijk.
Voorstelling in het Spaans.

Bedelingenleer en verbondstheologie

Vóór het dispensationalisme was de verbondstheologie de overheersende Protestantse leer met betrekking tot de heilsgeschiedenis. De gereformeerde kerken staan nog altijd op het standpunt van de verbondstheologie en hebben kritiek op de bedelingenleer.

Een relatief recente zienswijze is de Nieuwe-verbondstheologie (Eng. New Covenant Theology), die vooral onder calvinistische baptisten is te vinden.

Buiten het protestantisme echter hebben andere christelijke richtingen (bijv., Oosterse Kerk, Rooms-Katholieke Kerk) geen bedelingenleer omhelsd.

Niet-klassieke varianten

Ultra-dispensationalisme

De ultra-bedelingenleer, oog genoemd hyperdispensationalisme of ultradispensationalisme laat, in tegenstelling tot het traditionele (of klassieke) dispensationalisme, de bedeling van de Christelijke gemeente aanvangen met de bediening van de apostel Paulus. De hyperdispensationalisten beschouwen de vier evangeliën en veel van de nieuwtestamentische brieven als geldend voor de joods-christelijke gemeente vóór Paulus of voor het toekomstige Davidische Koninkrijk en niet rechtstreeks van toepassing op de overwegend heidense kerk van heden.

De bedelingenleer onderscheidt Israël en de gemeente van Christus. De meeste dispensationalisten laten de bedeling van de gemeente aanvangen met de geboorte van de gemeente in Handelingen 2, bij de uitstorting van de Heilige Geest op het Pinksterfeest. Ultra-dispensationalisten laten de bedeling van de gemeente later beginnen.

"Handelingen 13-dispensationalisme". Een variant van de ultra-bedelingenleer is het "Handelingen 13-dispensationalisme"[6]: de bedeling van de gemeente begon met de roeping van Paulus voor de eerste zendingsreis, Hand. 13:2. Woordvoerders van dit ultra-dispensationalisme zijn onder meer J. C. O'Hair, C. R. Stam (Things That Differ), Charles F. Baker (A Dispensational Theologie) en Bob Enyart (The Plot).

"Handelingen 28-dispensationalisme". Een andere variant zegt dat de bedeling van de gemeente begon aan het einde van Paulus' bediening, toen hij, gevangen gehouden in Rome, verwees naar de afwijzing van Gods koninkrijk door Israël en het zenden van Gods heil aan de heidenvolken. Israëls verwerping van zijn messias was nu volkomen.
Hnd 28:28 Het zij u dan bekend dat deze behoudenis van God tot de volken is gezonden; zij zullen ook horen.
Alle gewoonten en brieven vóór die tijd zouden voor christenen gelden, daaronder doop, avondmaal en de Geestesgaven. Alleen de brieven geschreven ná Handelingen 28, vooral de brief aan de Efeziërs en die aan de Kolossers, zijn richtsnoer voor de gemeente van Christus.

De meest opvallende voorstander van dit "Handelingen 28-dispensationalisme" was E. W. Bullinger (1837-1913). Andere schrijvers die deze positie innemen zijn onder andere Charles H. Welch, Vladimir M. Gelesnoff en Otis Q. Sellers.

Progressief dispensationalisme

Het progressief dispensationalisme[7] is het resultaat van een aanpassing van het klassieke dispensationalisme na kritiek van vooral Gereformeerde zijde. Het onderscheid tussen Israël en de gemeente van Christus is vervaagd. Ook het duizendjarig rijk lijkt in deze leer te verdampen, evenals de opname van de gemeente vóór de Verdrukking. Volgens sommige dispensationalisten zijn de progressieven te ver afgeweken en kunnen zij niet doorgaan voor dispensationalisten[8].

Oorzaak van christelijk zionisme?

Soms wordt beweerd de bedelingenleer een oorzaak is geweest van het ”christelijk zionisme”, dat Israël steunt. Het dispensationalisme leert weliswaar dat Israël na de opname van de gemeente hersteld zal worden, maar dat zegt niets over de middelen die Joden hebben aangewend om te komen tot een eigen staat in het historische thuisland, noch zegt het iets over de politiek van de huidige staat Israël. Sommige dispensationalisten stellen dan ook dat "wie Israël tegenwoordig op welke wijze dan ook politiek ondersteunt, bevordert uiteindelijk, misschien onwetend, het vleselijke eigenwillige streven van Israël.”[9] Christelijk zionisme is geen gevolg van de bedelingenleer.

Meer informatie

Dirk Schurmann en Stephan Isenberg, Vergeten rijkdom (2012). Gezamenlijk uitgegeven door Het Zoeklicht en Daniël, 2012. Pagina's: 740

C.C. Ryrie, Dispensationalism (Moody Press, 1995)

C.C. Ryrie, Dispensationalism Today (Moody Press, 1965)

William C. Watson, Dispensationalism Before Darby. Lampion Press, 2015. Pagina's: 374. Kerkgeschiedkundige verhandeling.

Bronnen

A New and Concise Bible Dictionary (George Morris, 1899) s.v. Dispensation. Tekst van dit lemma is 15-16 september 2016 vertaald en verwerkt.

Dispensationalism, artikel op Theopedia.com. Tekst hiervan is vertaald en verwerkt in september en november 2016.

Hyper-dispensationalism, artikel op Theopedia.com. Tekst hiervan is vertaald en verwerkt in november 2016.

Voetnoten

  1. American Heritage Dictionary of the English Language, Fifth Edition. Houghton Mifflin Harcourt Publishing Company, 2011. Random House Kernerman Webster's College Dictionary (K Dictionaries Ltd., 2010) heeft 'de goddelijke ordening van aangelegenheden van de wereld'.
  2. Collins English Dictionary – Complete and Unabridged, 12th Edition. HarperCollins Publishers, 2014.
  3. 3,0 3,1 3,2 Hal Lindsey, De Heer tegemoet (Utrecht: Novapres, 1983), blz. 50
  4. A New and Concise Bible Dictionary (George Morris, 1899) s.v. Dispensation.
  5. De anonieme beantwoorder van de vraag 'Wat er moet verstaan worden onder bedeling', in: Bode des Heils in Christus, jaargang 76 (1933).
  6. In het Engels "Acts 13 dispensationalism" of "Mid-Acts Dispensationalism" geheten.
  7. Blaising en Bock, Progressive Dispensationalism (Baker Books, 1993)
  8. Zie bij Dispensationalism, artikel op Theopedia.com.
  9. Zo Dirk Schurmann en Stephan Isenberg, Vergeten rijkdom (2012). Aangehaald in: Klaas van der Zwaag, Handboek over leer bedelingen vertaald, RefDag.nl, 16 nov. 2012.