Elam was een koninkrijk in een hoogland ten oosten van Babylonië. Daar had Elam, de zoon van Sem en kleinzoon van Noach, zich gevestigd. Elam werd de zetel van een machtige monarchie. Ook de streek werd Elam genoemd, Gen 10:22, 1 Kron.1:17. De bewoners heetten Elamieten.

Ligging van Elam ten oosten van de benedenloop van de rivier Tigris 

In de dagen van Abraham was Kedorlaomer koning van Elam. Deze was in staat om oorlog te voeren, ver weg, bij de Dode Zee, Ge 14:1,9.

Elam werd daarna onderworpen aan de grote macht van de Chaldeeën en Assyriërs. Toen Assyrië verzwakte, werd Elam veroverd door de Perzische buren en geregeerd door de Achaemenische dynastie.

Cyrus (Kores) was koning van Anshan, of Anzan (Elam), alsmede van Perzië: vandaar de nauwe band en bijna gelijkstelling met Perzië. In de Schrift is Elam vaak een aanduiding van Perzië. Elam en Medië vernietigden Babel, Jes. 21:2-10.

Elam werd naderhand een deel van het Medo-Perzische rijk.

Daniël was te Susan, en dat was in de provincie Elam. Susiana is een andere naam voor Elam.

Elam is één van de oudste streken van het Oosten.

Joodse Elamieten. In Elam woonden ook Joden. Ten tijde van de uitstorting van de Heilige Geest in Jeruzalem, woonden in deze stad Joden afkomstig uit Elam. Zij stonden versteld toen zij de Galilese leerlingen van Jezus de taal van de Meden hoorden spreken.

Hnd 2:5 Nu woonden er in Jeruzalem Joden, godvrezende mannen uit elk van de volken die er onder de hemel zijn. Hnd 2:6 Toen nu dit geluid was ontstaan, kwam de volksmenigte samen en raakte in verwarring, want ieder hoorde hen in zijn eigen taal spreken. Hnd 2:7 En zij waren buiten zichzelf en verwonderden zich en zeiden: Zie, zijn niet al dezen die spreken Galileeërs? Hnd 2:8 Hoe horen wij hen dan ieder van ons in zijn eigen taal waarin wij geboren zijn? Hnd 2:9 Parthen, Meden en Elamieten, en de bewoners van Mesopotamie, Judea en Kappadocie, Pontus en Asia, Hnd 2:10 Frygie en Pamfylie, Egypte en de streken van Libie bij Cyrene, en de hier woonachtige Romeinen, zowel Joden als proselieten, Hnd 2:11 Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze talen over de grote daden van God spreken. Hnd 2:12 En zij waren allen buiten zichzelf en waren in verlegenheid en zeiden de een tot de ander: Wat mag dit toch zijn? (TELOS)

Er zijn vele profetieën over Elam, zie Jes. 11:11; 21:2; 22:6; Jer. 25:25 49:34-39; Ezech. 32:24; Dan. 8:2.

Bron

A New and Concise Bible Dictionary (George Morris, 1899) s.v. Elam. Hieruit is op 25 jan. 2013 tekst genomen, vertaald en verwerkt.