Epicurische wijsgeren
Epicurische of epicureïsche wijsgeren of filosofen zijn volgelingen van Epicurus (4e – 3e eeuw v.C.), die leerde dat persoonlijk geluk het hoogste goed van de mens is. De gelukzalige goden bemoeien zich niet met ons. Alles bestaat enkel uit atomen. Er is geen hiernamaals voor de mens. In Athene redetwistten Epicurische en Stoïsche wijsgeren met de apostel en evangelist Paulus.
Synoniem: Epicureeërs, Epikureeërs. Andere schrijfwijze en spelling van ‘Epicurische’: Epicureïsche, Epikurische.
De filosoof Epicurus leefde van 341/341-271/270 v.C. Hij leerde dat de goden gelukzalig leefden, in volmaakte rust, zonder zich in het minste over de wereld te bekommeren. Volgens deze Griekse wijsgeer bestaat alles wat er is - goden, mensen, dieren enz. - enkel uit atomen. De goden zijn concentraties van atomen. Hun vorm verandert niet. De gelukzalige goden zijn ons tot voorbeeld. De gelukzaligheid is ook voor de mens weggelegd.
Het ware geluk bestaat volgens Epicurus in een blijvend gevoel van welbehagen, lichamelijk en geestelijk. Volmaakt geluk sluit gezondheid en bevrediging van de eerste lichamelijke behoeften in. Geestelijk welzijn vereist bevrijding van de angst voor de goden en voor de dood. Ware gelukzaligheid sluit volmaakte rust in. De goden bemoeien zich niet met ons. Voor hen hoeven wij daarom niet bang te zijn. Bij de dood valt de ziel uiteen, er is geen leven na de dood, geen hiernamaals. Om het geluk te bereiken moet de mens zich toeleggen op duurzaam genot, dat echter alleen voor de diegenen verkrijgbaar is, die hun genotsdrift door de rede kunnen beteugelen.
Paulus
In Athene kwam de apostel en evangelist Paulus in aanraking met epicurische filosofen, die met hem redetwistten.
Hnd 17:17 Hij onderhield zich dan in de synagoge met de Joden en met de godsdienstigen, en op de markt elke dag met hen die hij er aantrof. Hnd 17:18 En ook sommigen van Epicureïsche en Stoïcijnse wijsgeren redetwistten met hem, en ook sommigen zeiden: Wat wil deze naprater toch zeggen? En anderen: Hij schijnt een verkondiger van vreemde goden te zijn, - omdat hij hun Jezus en de opstanding verkondigde. (TELOS)
"Naprater", letterlijk zeiden zij "graantjespikker"[1].
Beoordeling
De school van Epikurus loochende, krachtens haar beginselen, het bestaan van de onstoffelijke God, de voorzienigheid van God (Gods wereldbestuur), Gods gerichten en de onsterfelijkheid van de ziel. De menswording van de ontfermende God (de Zoon) en de opstanding van de doden zijn eveneens in strijd met de wijsbegeerte van de Epicureeërs.
Paulus - en door zijn hand de Heilige Geest - schrijft in zijn brieven over de heidense wijzen en de filosofie:
Ro 1:22 Bewerend wijzen te zijn, zijn zij dwaas geworden (TELOS)
1Co 1:20 Waar is de wijze? Waar de schriftgeleerde? Waar de redetwister van deze eeuw? Heeft God niet de wijsheid van de wereld tot dwaasheid gemaakt? 1Co 1:21 Want daar in de wijsheid van God de wereld niet door de wijsheid tot kennis van God is gekomen, heeft het God behaagd door de dwaasheid van de prediking te behouden hen die geloven. (TELOS)
Col 2:8 Kijkt u uit, dat er niemand is die u tot prooi maakt door de wijsbegeerte en door ijdel bedrog volgens de overlevering van de mensen, volgens de elementen van de wereld, en niet volgens Christus. (TELOS)
Bronnen
Art. 'Epicurus', in: Microsoft Encarta Winkler Prins 2007 [cd]. Redmond, WA: Microsoft Corporation, 2006. 1993-2006 Microsoft Corporation/Het Spectrum.
P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Aan het lemma ‘Epikurische’ is op 14 dec. 2012 tekst ontleend en verwerkt.
Voetnoten
- ↑ Aldus een voetnoot in Het Nieuwe Testament; herziene Voorhoeve-uitgave (Vaassen: uitgeverij H. Medema, 1982).