Gerechtigheid

Uit Christipedia

Gerechtigheid in formeel-juridische zin bestaat in overeenstemming met het recht en de wet van God of mensen. Door geloof in Jezus Christus ontvangt een mens gerechtigheid van God. Hij wordt in volkomen overeenstemming met het recht en de wet van God gebracht.

Gerechtigheid in praktisch-juridische zin is de gezindheid om te handelen naar recht en billijkheid, zij is de deugd van de rechtvaardigheid.

Sommigen maken onderscheid tussen gerechtigheid en rechtvaardigheid. Een handeling kan dan formeel-juridisch in overeenstemming zijn met het recht en de wet, maar niettemin sociaal onrechtvaardig zijn. „De strenge gerechtigheid is somtijds de grootste onrechtvaardigheid."[1] Anderen nemen “gerechtigheid” en “rechtvaardigheid” als synoniemen.

Goddelijke gerechtigheid is de gerechtigheid van God, menselijke gerechtigheid is de gerechtigheid van mensen. Menselijke rechtvaardigheid is een (onvolkomen) natuurlijke en/of geestelijke (door de inwonende Geest bewerkte) deugd. Goddelijke rechtvaardigheid is de volmaakte rechtvaardigheid van God.

Wetgevende gerechtigheid is de gerechtigheid van God of mensen, voorzover rechtvaardige wetten worden uitgevaardigd. Rechterlijke gerechtigheid is de gerechtigheid van God of mensen, voorzover recht wordt gesproken en het recht wordt gehandhaafd. Straffende gerechtigheid is een vorm van rechterlijke gerechtigheid, voorzover een onrechtvaardige en schuldige mens bestraft wordt. 

Alsnog gerechtigheid in zaak-Boere

Oud-SS'er Heinrich Boere moet alsnog zijn levenslange gevangenisstraf uitzitten. Onderzoek door een arts heeft uitgewezen dat de Nederlandse oorlogsmisdadiger fit genoeg is om zijn vorig jaar opgelegde straf te ondergaan. Tot dusver mocht Boere (89) in een verzorgingstehuis in Eschweiler verblijven. De rechtbank in Aken veroordeelde Boere in maart vorig jaar voor de moord op drie Nederlandse burgers. Hij heeft bekend dat hij hen, als lid van het moordcommando Feldmeijer, heeft doodgeschoten.

Radio Nederland Wereldomroep, nieuwsbericht 9 sept. 2011

Wereldlijke of burgerlijke gerechtigheid is de hoedanigheid van een samenleving, die door rechtsbeseffen worden beheerst.

Gerechtigheid uit de Wet. De gerechtigheid uit de wet of op grond van de wet is in de Bijbel gerechtigheid gebaseerd op het handelen in overeenstemming met de wet van Mozes. 

Ro 10:5 Want Mozes schrijft over de gerechtigheid die uit de wet is: De mens die deze dingen gedaan heeft, zal daardoor leven. (TELOS)

Toegerekende gerechtigheid. De gerechtigheid die van Godswege door het geloof in de Heer Jezus wordt verleend, wordt toegerekende gerechtigheid genoemd. Op grond van het geloof in de Heer Jezus wordt ons gerechtigheid toegerekend.

Ro 4:3 Want wat zegt de Schrift? ‘En Abraham geloofde God en het werd hem tot gerechtigheid gerekend’. (...) Ro 4:5 Maar hem die niet werkt, maar gelooft in Hem die de Goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot gerechtigheid; Ro 4:6 zoals ook David de mens gelukkig noemt wie God gerechtigheid toerekent, zonder werken: Ro 4:7 ‘Gelukkig zij van wie de wetteloosheden vergeven en van wie de zonden bedekt zijn. Ro 4:8 Gelukkig de man van wie de Heer de zonde geenszins toerekent’. (...) Ro 4:11 En hij ontving het teken van de besnijdenis als zegel van de gerechtigheid van het geloof, dat hij had in de onbesneden staat, opdat hij vader zou zijn van allen die in onbesneden staat geloven, opdat ook hun de gerechtigheid zou worden toegerekend; (TELOS)

Ro 4:19 En niet zwak in het geloof lette hij niet op zijn eigen al afgestorven lichaam, daar hij ongeveer honderd jaar oud was, en niet op het afgestorven zijn van de moederschoot van Sara; Ro 4:20 en hij twijfelde niet aan de belofte van God door het ongeloof, maar werd gesterkt in het geloof, terwijl hij God heerlijkheid gaf Ro 4:21 en ten volle verzekerd was, dat wat Hij beloofd heeft, Hij ook machtig is te doen. Ro 4:22 Daarom is het hem ook tot gerechtigheid gerekend. Ro 4:23 Het is echter niet alleen ter wille van hem geschreven dat het hem werd toegerekend, Ro 4:24 maar ook ter wille van ons, wie het zal worden toegerekend, ons die geloven in Hem die Jezus onze Heer uit de doden heeft opgewekt, Ro 4:25 die overgegeven is om onze overtredingen en opgewekt om onze rechtvaardiging. (TELOS)

Eigen gerechtigheid. Tegenover de toegerekende gerechtigheid staat de zelf opgerichte gerechtigheid. Tegenover Gods gerechtigheid staat de eigen gerechtigheid. 

Ro 10:3 Want daar zij Gods gerechtigheid niet kennen en hun eigen gerechtigheid trachten op te richten, hebben zij zich aan de gerechtigheid van God niet onderworpen.(TELOS)

Gerechtigheid van het geloof. De gerechtigheid van het geloof of de geloofsgerechtigheid is de gerechtigheid die God ons toerekent wegens ons geloof.

Ro 4:3 Want wat zegt de Schrift? ‘En Abraham geloofde God en het werd hem tot gerechtigheid gerekend’. (TELOS)

Werkgerechtigheid. Tegenover de gerechtigheid van het geloof, die God ons toerekent wegens ons geloof, staat de werkgerechtigheid, de eigen gerechtigheid die een mens tracht op te richten op grond van zijn werken. Een gerechtigheid op grond van werken zou door God worden toegerekend als aan de werker verschuldigd.

Ro 4:4 Hem nu die werkt, wordt het loon niet toegerekend uit genade, maar als verschuldigd. Ro 4:5 Maar hem die niet werkt, maar gelooft in Hem die de Goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot gerechtigheid; (TELOS)

De Joden trachtten hun eigen gerechtigheid op te richten op grond van werken van de wet, maar:

Ro 10:4 ... Christus is het einde van de wet tot gerechtigheid voor ieder die gelooft. (TELOS)

Abraham echter werd gerechtigheid toegerekend "zonder werken" (Rom. 4:2, 6).

Gods werk voor onze gerechtigheid. De gerechtigheid van het geloof is objectief gebaseerd op het werk van de Heer Jezus aan het kruis, waaraan Hij onze zonden droeg en boette, en op de genadige vergeving van onze zonden. Christus is ons geworden gerechtigheid van Godswege. Deze gerechtigheid is een blijvende hoedanigheid.

Ro 3:19 Nu weten wij, dat al wat de wet zegt, zij dat spreekt tot hen die onder de wet zijn, opdat elke mond wordt gestopt en de hele wereld strafschuldig wordt voor God. Ro 3:20 Daarom zal op grond van werken van de wet geen enkel vlees voor Hem gerechtvaardigd worden; want door de wet komt kennis van zonde. Ro 3:21 Maar nu is, buiten de wet om, gerechtigheid van God geopenbaard, waarvan door de wet en de profeten getuigenis gegeven wordt, Ro 3:22 namelijk gerechtigheid van God door geloof in Jezus Christus tot allen, en over allen die geloven; want er is geen onderscheid. Ro 3:23 Want allen hebben gezondigd en komen te kort aan de heerlijkheid van God, Ro 3:24 en worden om niet gerechtvaardigd door zijn genade, door de verlossing die in Christus Jezus is. Ro 3:25 Hem heeft God gesteld tot een genadetroon door het geloof, in zijn bloed, tot betoning van zijn gerechtigheid wegens het voorbij laten gaan van de zonden die tevoren hadden plaatsgevonden onder de verdraagzaamheid van God; Ro 3:26 tot betoning van zijn gerechtigheid in de tegenwoordige tijd, opdat Hij rechtvaardig is en hem rechtvaardigt die op grond van geloof in Jezus is. (TELOS)

Ro 4:6 zoals ook David de mens gelukkig noemt wie God gerechtigheid toerekent, zonder werken: Ro 4:7 ‘Gelukkig zij van wie de wetteloosheden vergeven en van wie de zonden bedekt zijn. Ro 4:8 Gelukkig de man van wie de Heer de zonde geenszins toerekent’. (TELOS) Ro 4:16 Daarom is het op grond van geloof, opdat het naar genade zou zijn, zodat de belofte zeker zou zijn voor het hele nageslacht, niet alleen dat wat uit de wet is, maar ook dat wat uit het geloof van Abraham is, die een vader is van ons allen (TELOS)

De gelovige wordt om niet gerechtvaardigd. Er hoeft geen pakket goede daden tegenover te staan. De gelovige wordt gerechtvaardigd terwijl hij lege handen heeft. Wij "worden om niet gerechtvaardigd" (Rom. 3:24) De gelovige wordt gerechtvaardigd door Gods genade, Zijn onverdiende gunst en goedertierenheid.

Geloven tot gerechtigheid. De gerechtigheid van God is er voor hen die geloven in Jezus Christus. Zij wordt daarom, zoals gezegd, de gerechtigheid van het geloof genoemd.

Ro 4:5 Maar hem die niet werkt, maar gelooft in Hem die de Goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot gerechtigheid; (TELOS)

Dit geloof is niet slechts een uitwendige belijdenis met de mond, maar een zaak van het hart: 

Ro 10:9 Als u met uw mond de Heere Jezus belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u zalig worden. Ro 10:10 Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot zaligheid. (HSV)

Geloven uit zich ook door de wandel, het gedrag, het doen en laten, in de voetstappen die wij doen.

Ro 4:11 En hij [= Abraham] ontving het teken van de besnijdenis als zegel van de gerechtigheid van het geloof, dat hij had in de onbesneden staat, opdat hij vader zou zijn van allen die in onbesneden staat geloven, opdat ook hun de gerechtigheid zou worden toegerekend; Ro 4:12 en opdat hij vader van de besnedenen zou zijn, niet alleen voor hen die besneden zijn, maar ook voor hen die wandelen in de voetstappen van het geloof dat onze vader Abraham in zijn onbesneden staat had. (TELOS)

Volkomen gerechtigheid. De gerechtigheid die wordt toegerekend is een volkomen gerechtigheid, die aan de hoogste eisen van Gods wet en recht voldoet. 

Voor allen. De gerechtigheid van God is voor allen die geloven, "tot allen, en over allen die geloven; want er is geen onderscheid." (Rom. 3:22). De reden is dat álle mensen gezondigd hebben en daarom rechtvaardiging behoeven om de straf voor hun zonden te ontgaan. "Want allen hebben gezondigd en komen te kort aan de heerlijkheid van God." (Rom. 3:23) Er is geen onderscheid: Jood of heiden, man of vrouw, blank of zwart, jong of oud, geleerd of ongeletterd, ziek of gezond, kleine of grote zondaar, misdadiger of brave burger, allen kunnen gerechtvaardigd worden door geloof

Oudtestamentisch getuigenis. Hoewel de gerechtigheid van God, zich betonend in de rechtvaardiging van zondaars, buiten de wet van Mozes om geopenbaard is, wordt door het Oude Testament ('de wet en de profeten') wel getuigenis gegeven van deze gerechtigheid door het geloof. "Maar nu is, buiten de wet om, gerechtigheid van God geopenbaard, waarvan door de wet en de profeten getuigenis gegeven wordt." (Rom. 3:21). Het evangelie van God is geen boodschap die in strijd is met het Oude Testament, maar wordt ondersteund door het getuigenis van het Oude Testament. 

Verlossing. De gelovige wordt gerechtvaardigd dankzij de verlossing die in Christus Jezus is. Hij verlost ons van onze zonden. "... gerechtvaardigd door zijn genade, door de verlossing die in Christus Jezus is." (Rom. 3:24) 

Behoudenis, gelukzaligheid, erfenis. Gerechtigheid strekt tot redding.

Spr 11:4  Goed doet geen nut ten dage der verbolgenheid; maar de gerechtigheid redt van den dood. Spr 11:5  De gerechtigheid des oprechten maakt zijn weg recht; maar de goddeloze valt door zijn goddeloosheid. Spr 11:6  De gerechtigheid der vromen zal hen redden; maar de trouwelozen worden gevangen in [hun] verkeerdheid. (SV)

Een voorbeeld is Noach. Hij was rechtvaardig (Gen. 6:9; 7:1). God verklaart hem 'rechtvaardig voor mijn aangezicht in dit geslacht' (Gen. 7:1). Daarom werd hij behouden in de zondvloed. En niet alleen Hij, ook zijn vrouw, zijn drie zonen en hun vrouwen. Wie in de Heer Jezus gelooft en zodoende gerechtigheid van God ontvangen heeft, zal niet beschaamd worden, maar behouden worden en aan de eeuwige gelukzaligheid deel hebben. 

Ro 10:9 Als u met uw mond de Heere Jezus belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u zalig worden. Ro 10:10 Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot zaligheid. Ro 10:11 Want de Schrift zegt: Ieder die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden. Ro 10:12 Er is immers geen enkel onderscheid tussen Jood en Griek. Want Een en dezelfde is Heere van allen en Hij is rijk voor allen die Hem aanroepen. Ro 10:13 Want ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zal zalig worden. (HSV)

De gelovige - Abraham reeds - is een erfgenaam van de wereld.

Ro 4:13 Want niet door de wet verkreeg Abraham of zijn nageslacht de belofte dat hij erfgenaam van de wereld [Grieks: kosmos] zou zijn, maar door gerechtigheid van het geloof. Ro 4:14 Want als zij die uit de wet zijn, erfgenamen zijn, dan is het geloof zonder inhoud gemaakt en de belofte te niet gedaan. (TELOS)

Onderwijs in de gerechtigheid.

2Ti 3:16  Alle Schrift is door God ingegeven en nuttig om te leren, te weerleggen, te verbeteren en te onderwijzen in de gerechtigheid, (Telos)

Verlangen en jagen naar gerechtigheid. Gerechtigheid is een schaars goed in deze wereld. De Heer Jezus prijst hen gelukkig die sterk verlangen naar de gerechtigheid:

Mattheüs 5:6 Gelukkig zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden. (TELOS)

2Ti 2:22  Maar ontvlucht de begeerten van de jeugd en jaag naar gerechtigheid, geloof, liefde en vrede met hen die de Heer aanroepen uit een rein hart. (SV)

Kroon der gerechtigheid. De kroon der gerechtigheid wordt gegeven aan hen die de verschijning van de Heer Jezus hebben liefgehad. De apostel Paulus verwachtte deze kroon eenmaal te zullen ontvangen uit de hand van de Heer, de rechtvaardige rechter (2 Tim. 4 : 8)

2Ti 4:7  Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb de loop geeindigd, ik heb het geloof behouden.  2Ti 4:8  Overigens is voor mij de kroon van de gerechtigheid weggelegd, die de Heer, de rechtvaardige Rechter, mij in die dag zal geven; en niet alleen mij, maar ook allen die zijn verschijning hebben liefgehad. (Telos)

Meer informatie

Art. Jhwh onze gerechtigheid

Zie ook

Bron

Christelijke Encyclopaedie voor het Nederlandsche Volk s.v. Gerechtigheid. Kampen: Kok, 1925-1931.

Voetnoot

  1. Aangehaald in Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen(1908)