Geschiedenis van Israël: verschil tussen versies

Uit Christipedia
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
De geschiedenis van Israël is de geschiedenis van het volk en de staat Isräel.

== 19e eeuw v Chr - 5e eeuw v Chr ==
== 19e eeuw v Chr - 5e eeuw v Chr ==
De tijd van de roeping van [[Abraham]], de eerste stamvader van het vol Israël, tot de tijd van [[Nehemia (persoon)|Nehemia]] beslaat 14 tot 15 eeuwen. Deze periode wordt geschetst door de Levieten tijdens een verootmoedigingsbijeenkomst in de dagen van Nehemia:
De tijd van de roeping van [[Abraham]], de eerste stamvader van het vol Israël, tot de tijd van [[Nehemia (persoon)|Nehemia]] beslaat 14 tot 15 eeuwen. Deze periode wordt geschetst door de Levieten tijdens een verootmoedigingsbijeenkomst in de dagen van Nehemia:

Versie van 1 okt 2016 05:57

De geschiedenis van Israël is de geschiedenis van het volk en de staat Isräel.

19e eeuw v Chr - 5e eeuw v Chr

De tijd van de roeping van Abraham, de eerste stamvader van het vol Israël, tot de tijd van Nehemia beslaat 14 tot 15 eeuwen. Deze periode wordt geschetst door de Levieten tijdens een verootmoedigingsbijeenkomst in de dagen van Nehemia:

Ne 9:1 Voorts op den vier en twintigsten dag dezer maand verzamelden zich de kinderen Israels met vasten en met zakken, en aarde was op hen.
Ne 9:2 En het zaad Israels scheidde zich af van alle vreemden. En zij stonden, en deden belijdenis van hun zonden en hunner vaderen ongerechtigheden.
Ne 9:3 Want als zij opgestaan waren op hun standplaats, zo lazen zij in het wetboek des HEEREN, huns Gods, een vierendeel van den dag; en op een [ander] vierendeel deden zij belijdenis, en aanbaden den HEERE, hun God.
Ne 9:4 Jesua nu, en Bani, Kadmiel, Sebanja, Bunni, Serebja, Bani [en] Chenani, stonden op het hoge gestoelte der Levieten, en riepen met luider stem tot den HEERE, hun God;
Ne 9:5 En de Levieten, Jesua, en Kadmiel, Bani, Hasabneja; Serebja, Hodia, Sebanja, Petahja, zeiden: Staat op, looft den HEERE, uw God, van eeuwigheid tot in eeuwigheid; en men love den Naam Uwer heerlijkheid, die verhoogd is boven allen lof en prijs!
Ne 9:6 Gij zijt die HEERE alleen, Gij hebt gemaakt den hemel, den hemel der hemelen, en al hun heir, de aarde en al wat daarop is, de zeeen en al wat daarin is, en Gij maakt die allen levend; en het heir der hemelen aanbidt U.
Ne 9:7 Gij zijt die HEERE, de God, Die Abram hebt verkoren, en hem uit Ur der Chaldeen uitgevoerd; en Gij hebt zijn naam gesteld Abraham.
Ne 9:8 En Gij hebt zijn hart getrouw gevonden voor Uw aangezicht, en hebt een verbond met hem gemaakt, dat Gij zoudt geven het land der Kanaanieten, der Hethieten, der Amorieten, en der Ferezieten, en der Jebusieten, en der Girgasieten, dat Gij het zijn zade zoudt geven; en Gij hebt Uw woorden bevestigd, omdat Gij rechtvaardig zijt.
Ne 9:9 En Gij hebt aangezien onzer vaderen ellende in Egypte, en Gij hebt hun geroep gehoord aan de Schelfzee;
Ne 9:10 En Gij hebt tekenen en wonderen gedaan aan Farao, en aan al zijn knechten, en aan al het volk zijns lands; want Gij wist, dat zij trotselijk tegen hen handelden; en Gij hebt U een Naam gemaakt, als het is te dezen dage.
Ne 9:11 En Gij hebt de zee voor hun aangezicht gekliefd, dat zij in het midden der zee op het droge zijn doorgegaan; en hun vervolgers hebt Gij in de diepten geworpen, als een steen in sterke wateren.
Ne 9:12 En Gij hebt ze des daags geleid met een wolkkolom, en des nachts met een vuurkolom, om hen te lichten op den weg, waarin zij zouden wandelen.
Ne 9:13 En Gij zijt neergedaald op den berg Sinai, en hebt met hen gesproken uit den hemel; en Gij hebt hun gegeven rechtmatige rechten, en getrouwe wetten, goede inzettingen en geboden.
Ne 9:14 En Gij hebt Uw heiligen sabbat bekend gemaakt; en Gij hebt hun geboden, en inzettingen en een wet bevolen, door de hand van Uw knecht Mozes.
Ne 9:15 En Gij hebt hun brood uit den hemel gegeven voor hun honger, en hun water uit de steenrots voortgebracht voor hun dorst; en Gij hebt tot hen gezegd, dat zij zouden ingaan om te erven het land, waarover Gij Uw hand ophieft, dat Gij het hun zoudt geven.
Ne 9:16 Maar zij en onze vaders hebben trotselijk gehandeld, en zij hebben hun nek verhard, en niet gehoord naar Uw geboden;
Ne 9:17 En zij hebben geweigerd te horen, en niet gedacht aan Uw wonderen, die Gij bij hen gedaan hadt, en hebben hun nek verhard, en in hun wederspannigheid een hoofd gesteld, om weder te keren tot hun dienstbaarheid. Doch Gij, een God van vergevingen, genadig en barmhartig, lankmoedig, en groot van weldadigheid, hebt hen evenwel niet verlaten.
Ne 9:18 Zelfs, als zij zich een gegoten kalf gemaakt hadden, en gezegd: Dit is uw God, Die u uit Egypte heeft opgevoerd; en grote lasteren gedaan hadden;
Ne 9:19 Hebt Gij hen nochtans door Uw grote barmhartigheid niet verlaten in de woestijn; de wolkkolom week niet van hen des daags, om hen op den weg te leiden, noch de vuurkolom des nachts, om hen te lichten, en dat, op den weg, waarin zij zouden wandelen.
Ne 9:20 En Gij hebt Uw goeden Geest gegeven om hen te onderwijzen; en Uw Manna hebt Gij niet geweerd van hun mond, en water hebt Gij hun gegeven voor hun dorst.
Ne 9:21 Alzo hebt Gij hen veertig jaren onderhouden in de woestijn; zij hebben geen gebrek gehad; hun klederen zijn niet veroud, en hun voeten niet gezwollen.
Ne 9:22 Voorts hebt Gij hun koninkrijken en volken gegeven, en hebt hen verdeeld in hoeken. Alzo hebben zij erfelijk bezeten het land van Sihon, te weten, het land des konings van Hesbon, en het land van Og, koning van Basan.
Ne 9:23 Gij hebt ook hun kinderen vermenigvuldigd, als de sterren des hemels; en Gij hebt hen gebracht in het land, waarvan Gij tot hun vaderen hadt gezegd, dat zij zouden ingaan om het erfelijk te bezitten.
Ne 9:24 Alzo zijn de kinderen daarin gekomen, en hebben dat land erfelijk ingenomen; en Gij hebt de inwoners des lands, de Kanaanieten, voor hun aangezicht ten ondergebracht, en hebt hen in hun hand gegeven, mitsgaders hun koningen en de volken des lands, om daarmede te doen naar hun welgevallen.
Ne 9:25 En zij hebben vaste steden en een vet land ingenomen, en erfelijk bezeten, huizen, vol van alle goed, uitgehouwen bornputten, wijngaarden, olijfgaarden en bomen van spijze, in menigte; en zij hebben gegeten, en zijn zat en vet geworden, en hebben in wellust geleefd, door Uw grote goedigheid.
Ne 9:26 Maar zij zijn wederspannig geworden, en hebben tegen U gerebelleerd, en Uw wet achter hun rug geworpen, en Uw profeten gedood die tegen hen betuigden, om hen te doen wederkeren tot U; alzo hebben zij grote lasteren gedaan.
Ne 9:27 Daarom hebt Gij hen gegeven in de hand hunner benauwers, die hen benauwd hebben; maar als zij in den tijd hunner benauwdheid tot U riepen, hebt Gij van den hemel gehoord, en hun naar Uw grote barmhartigheden verlossers gegeven, die hen uit de hand hunner benauwers verlosten.
Ne 9:28 Maar als zij rust hadden, keerden zij weder om kwaad te doen voor Uw aangezicht; zo verliet Gij hen in de hand hunner vijanden, dat zij over hen heersten; als zij zich dan bekeerden, en U aanriepen, zo hebt Gij hen van den hemel gehoord, en hebt hen naar Uw barmhartigheden tot vele tijden uitgerukt.
Ne 9:29 En Gij hebt tegen hen betuigd, om hen te doen wederkeren tot Uw wet; maar zij hebben trotselijk gehandeld, en niet gehoord naar Uw geboden, en tegen Uw rechten, tegen dezelve hebben zij gezondigd, door dewelke een mens, die ze doet, leven zal; en zij hebben hun schouder teruggetogen, en hun nek verhard, en niet gehoord.
Ne 9:30 Doch Gij vertoogt het vele jaren over hen, en betuigdet tegen hen door Uw Geest, door den dienst Uwer profeten, maar zij neigden het oor niet; daarom hebt Gij hen gegeven in de hand van de volken der landen.
Ne 9:31 Doch door Uw grote barmhartigheden hebt Gij hen niet vernield, noch hen verlaten; want Gij zijt een genadig en barmhartig God.
Ne 9:32 Nu dan, o onze God, Gij grote, Gij machtige, en Gij vreselijke God, Die het verbond en de weldadigheid houdt; laat voor Uw aangezicht niet gering zijn al de moeite, die ons getroffen heeft, onze koningen, onze vorsten, en onze priesteren; en onze profeten, en onze vaderen, en Uw ganse volk, van de dagen der koningen van Assur af tot op dezen dag.
Ne 9:33 Doch Gij zijt rechtvaardig, in alles, wat ons overkomen is; want Gij hebt trouwelijk gehandeld, maar wij hebben goddelooslijk gehandeld.
Ne 9:34 En onze koningen, onze vorsten, onze priesters en onze vaders hebben Uw wet niet gedaan; en zij hebben niet geluisterd naar Uw geboden, en naar Uw getuigenissen, die Gij tegen hen betuigdet.
Ne 9:35 Want zij hebben U niet gediend in hun koninkrijk, en in Uw menigvuldig goed, dat Gij hun gaaft, en in dat wijde en dat vette land, dat Gij voor hun aangezicht gegeven hadt; en zij hebben zich niet bekeerd van hun boze werken.
Ne 9:36 Zie, wij zijn heden knechten; ja, het land, dat Gij onzen vaderen gegeven hebt, om de vrucht daarvan, en het goede daarvan te eten, zie, daarin zijn wij knechten.
Ne 9:37 En het vermenigvuldigt zijn inkomste voor den koningen, die Gij over ons gesteld hebt, om onzer zonden wil; en zij heersen over onze lichamen en over onze beesten, naar hun welgevallen; alzo zijn wij in grote benauwdheid.
Ne 9:38 En in dit alles maken wij een vast [verbond] en schrijven het; en onze vorsten, onze Levieten [en] onze priesteren zullen het verzegelen.
(SV)

6e eeuw v. C.

586 v. Chr.: Verwoesting van Jeruzalem en de tempel door de legers van Babel. Einde van de 11-jarige regering van Zedekia, de laatste regerende koning uit het koningshuis van Juda. De profeet Jeremia wordt bevrijd uit het kamp bij Rama.

Juda tijdens de wegvoering naar Babel

De meeste inwoners van Jeruzalem worden weggevoerd. De profeet Jeremia vertolkt de klacht van Israël over de boosheid van Babel aan de stad Jeruzalem en het volk van Israel gedaan:

Jeremia 51:34 Nebukadrezar, de koning van Babel, heeft mij opgegeten, hij heeft mij verpletterd, hij heeft mij gesteld [als] een ledig vat, hij heeft mij verslonden als een draak, hij heeft zijn balg gevuld van mijn lekkernijen; hij heeft mij verdreven. (SV)

Na de ondergang van het koninkrijk van Juda breken de 'tijden der heidenen" aan. Ze duren voort tot de verschijning van Jezus Christus, de Koning der koningen, in heerlijkheid.

Wegvoering van de Joden naar Babylonië

5e eeuw v.C. 

Herstel onder Nehemia.

Juda en zijn vijandige naburen ten tijde van Nehemia

De joden in hun vaderland teruggekeerd, en na alles, wat tot hun stad betrekking had, geregeld te hebben, hadden geen koningen meer, maar het bewind was in de handen van der priesters: zij betaalden echter schatting, eerst aan de Perzen, vervolgens aan de Grieken, nadat de Perzische koning Darius door de Macedonische veroveraar Alexander overwonnen was.

In het vervolg zijn zij nooit van de voorvaderlijke godsdient afgeweken, hoewel zij hierom door verscheidene koningen mishandeld werden , voornamelijk door Antiochus IV Epifanes in de 2e eeuw v.C.

2e eeuw v.C.

Antiochus, koning van Syrie, ondernam om de heilige wet van de joden omver te werpen. Hij gaf een gebod, dat allen, met verlating van de instelling van hun voorouders,naar de wijze van de heidenen (Grieken) moesten leven. Hij liet daarom in heel Judea altaren voor valse goden oprichten, roofde al de versierselen van de Jeruzalemse tempel en beval de heilige boeken te verbranden. Hun die weerstand boden deed hij nooit gehoorde folteringen aan. Hij verwoeste de stad onder het ombrengen van een ontelbare menigte der inwoners. Opdat de door zo vele rampen verdrukte joden geen oproer zouden maken, legde hij een bezetting in de burg.

Veel joden verlieten hun vaderland om het gevaar te ontwijken: velen onderging liever een gewelddadige dood, dan dat zij van de goddelijke wet zouden afwijken.

Marteldood van Eleazar

Uitstekend was de standvastigheid van de oude Eleazar. Men dwong hem, onder het openmaken van zijn mond, varkensvlees te eten, dat volgens de Wet verboden was. Meer de zeer dappere man verwierp met verontwaardiging de verboden spijs. Toen hij naar de strafplaats gebracht werd, raadden zijn vrienden hem aan, dat hij, met ander vlees, dat zij meegebracht hadden, te eten, voorgeven zou de koning te gehoorzamen en zodoende de dood te ontwijken.

Eleazar wilde hen, die hem deze slechte daad aanraadden, niet inwilligen. Deze geveinsdheid, zei hij, betaamt mijn ouderdom niet; ik zal dit niet begaan, opdat ik de jongeren van jaren geen gevaarlijk voorbeeld nalaat; het is oneindig beter te sterven, dan voor een ogenblik levensgenot mijn naam een schandelijke vlek aan te wrijven. Indien ik uw raad volg, zal ik wel verlost worden van de folteringen der menschen, maar ik zal de goddelijke toom niet ontkomen. Nadat hij dit gezegd had, onderging hij moedig de dood, en verwierf zich een onsterfelijke roem.

Marteldood van een moeder en haar zeven kinderen

Een zekere vrouw volgde met haar zeven kinderen Eleazars voortreffelijk voorbeeld. Zij werden tegelijkertijd gegrepen en met gesels geslagen, om hen tot zondigen te dwingen; maar geen geweld kon hen van de goddelijke wet afbrengen. De oudste van hen verklaarde, dat hij en zijn broers bereid waren eerder te sterven, dan enig wanbedrijf te begaan.

De koning, vergramd geworden, beval, dat men metalen potten zou heet maken; dat men daarna hem, die gesproken had, de tong zou afsnijden, het vel van het hoofd trekken, de uitersten van zijn handen en voeten afhouwen, en dat men het geknotte líchaam in de pot zou braden. Zijn overige broers waren met zijn moeder bij dit treurig toneel tegenwoordig, en vermaanden onderling elkaar de dood moedig te ondergaan.

Toen werd de tweede gegrepen, en nadat het vel van het hoofd met het haar hem afgetrokken was, werd hem gevraagd, of hij het hem aangeboden vlees wilde eten. Hij zei dat hij dit niet zou doen. Daarop werd hij, nadat hem de leden waren afgesneden, in de gloeiende pot geworpen. Toen hij de laatste adem uitblies, wendde hij zich tot de koning: u, zei hij, ontneemt ons wel dit leven, maar God, voor wiens wet wij ons leven ten beste geven, zal het ons, als wij het verloren hebben, wedergeven.

Na deze zoon werd ook de derde desgelíjks gemarteld. En toen men zijn tong eiste om af te snijden, stak hij die uit, en zijn handen uitstrekkend zei hij: deze leden, die ik van God verkregen heb, veracht ik om de wil van God, omdat ik hoop ze van Hem te zullen terug krijgen. De koning en de overigen, die er bij stonden, bewonderden de moed van deze jongeman, die de allerbitterste smart voor niets achtte.

Toen deze overleden was, werd ook de vierde zoon onder dezelfde folteringen om het leven gebracht. Als hij de dood reeds nabij was, zei hij; het is ons wenselijk aan de dood overgegeven te worden, want de onsterfelijkheid zal de dood, die wij voor de goddelijke wet ondergaan, volgen.

Terwijl de vijfde door de beulen gefolterterd werd, sprak hij aldus: u misbruikt, o koning, uw macht: u meent zeker, dat wij van God geheel verlaten, en van al zijn hulp ontbloot zijn, en daarom verdrukt u ons onder ontelbare folteringen, maar weldra zult u zelf de kracht van de goddelijke macht ondervinden.

Met gelijke standvastigheid stond de zesde zoon de gesels en folteringen door; en toen hij onder deze mishandeling al bijna bezweken was, sprak hij de koning aldus aan: dwaal niet, en roem niet op onze ongelukken: wij lijden deze dingen om onze zonden, maar weldra zullen wij met God weer verzoend zijn, doch u zult de zwaarste straffen lijden voor uw trotsheid en wreedheid.

Er was van de zeven broers slechts nog één over en wel de jongste. Antiochus nodigde hem uit, van de wet afstand te doen, terwijl hij hem verzekerde, dat hij rijk en gelukkig zou zijn; maar de jongeman werd noch door zijn bedreigingen noch door zijn beloften bewogen. Antiochus vermaande daarom de moeder, dat zij haar zoon zou raden, zijn bevelen te volbrengen. Doch zij, de wrede tiran bespottend, sprak haar zoon aldus aan: Ontferm je, mijn zoon, ontferm je over je moeder, die jou in haar schoot gedragen, die jou met haar melk gevoed heeft, verbaster niet van de deugd van uw broers, vrees God alleen, zie Hem aan, van Wie je je beloning zult ontvangen.

De jongeman, door deze woorden gesterkt, riep uit: ik gehoorzaam niet de koning maar de Wet. En na zich tot de koning gewend te hebben, zei hij: u, booswicht, zult geenszins aan de toorn van de almachtige God ontkomen: er zal een tijd komen waarin u, door hem geslagen en door de smart vermurwd, belijden zult een mens te zijn. Als ons volk tegen God niet gezondigd had, waren wij nooit tot deze ellenden vervallen, maar God zal weldra, door het bloed van mij en van mijn broers bevredigd, met ons volk verzoend worden, en zal ons, nadat wij de dood geduldig ondergaan hebben, het eeuwige leven schenken. De koning, die het zeer kwalijk opnam dat hij zo bespot was, oefende zijn woede tegen deze jongeman nog wreder uit, dan hij jegens diens broers gedaan had, en liet hem op een buitengewoon verschrikkelijke wijze ombrengen.

Tenslotte voegde hij nog bij de moord van de zeven zonen, die van de moeder. Deze zo geheel uitstekende, en een eeuwige gedachtenis waardige vrouw, onderging zelf, nadat zij haar lijdende zonen èn door haar tegenwoordigheid èn door haar woorden bijgestaan en hen, die met standvastigheid stierven, aanschouwd had, - onderging zij zelf een wrede dood en mengde haar bloed met dat van haar zonen.

1e eeuw v.C.

De  laatste  periode  van  de  geschiedenis der Joden  als  zelfstandig,  aaneengesloten  volk loopt van plusminus 60 v. Chr.—70 n. Chr.

Toen Pompejus Judea gemaakt had tot een deel van de Romeinse provincie Syrië, was reeds de smaad voorbereid, die over de Joden komen zou door de regering van het geslacht der Herodessen. Antipater, de vader van Herodes, een Idumeër, had zich reeds in de dagen van Aristobulus II en Hyrcanus II in de zaken der Joden gemengd. Zijn zoon Herodes was de eerste van zijn dynastie, die over de Joden regeerde.

Ca. 4 vóór Chr. wordt de beloofde Messias geboren in Bethlehem.

4 vóór Chr.: dood van Herodes I de Grote. Na zijn dood begon het verval en de verdeeldheid van zijn rijk snel toe te nemen.

1e eeuw n.C.

In 6 na Chr. was het met zijn betrekkelijke zelfstandigheid gedaan. Judea werd een Romeinse  provincie;  in plaats van de koning en de viervorsten uit het huis van Herodes kwamen de Romeinsche procuratoren of stadhouders, beambten van de Romeinse keizer. Bekend zijn o.a. uit het Nieuwe Testament de stadhouders Pontius Pilatus (26—36 n.C.), Felix (52—53 n.C.) en Festus (60—62 n.C.). Menig procurator had geen inzicht in het karakter en de godsdienst van de Joden, trad met onverstand en geweld tegen hen op.

Tengevolge van het wreed en onrechtvaardig optreden van Judea's laatste procurator Gessius Florus (64—66 n.C.), liep de maat over. Het reeds lang onderdrukte en vertrapte volk kwam in opstand.

De Joodse oorlog ontbrandde, die een eind zou maken aan het politiek bestaan van het Joodse volk. Het aanvankelijk succes, dat de partij van de opstand te Jeruzalem behaalde, bracht de stem dergenen, die tegen verzet waarschuwden, tot zwijgen. De opstand breidde zich snel uit over Judea en Galilea, werd georganiseerd, om de aanval van de Romeinen te kunnen weerstaan.

In Galilea werd Flavius Josefus met de leiding van het verzet belast, waar hij sterke tegenkanting ondervond van de leider der fanatieke volkspartij, Johannes van Gis-chala.

Na de aanvankelijke tegenslagen der Romeinen zond keizer Nero Vespasianus af, om de opstand te onderdrukken. Deze had, met de hulp van zijn zoon Titus, spoedig een groot deel van Galilea in zijn bezit, en wist in de zomer van 67 ook de vesting Jotapata te veroveren.

Johannes van Gischala stelde zich aan het hoofd van de dweepzieke Zeloten, en keerde zich in Jeruzalem met behulp van de Idumeërs tegen de voornamen en aanzienlijke leiders, die in hun verzet tegen Rome naar de mening der Zeloten te zwak waren geweest.

In Jeruzalem zelf was de bevolking in drie partijen verdeeld, wat Vespasianus noopte tot rustig afwachten: het volk zou zichzelf wel te gronde richten.

Toen hij, in juli 69 keizer geworden, in het land van Israël de leiding van de strijd aan Titus overliet, duurde de tegenstand van de Joden niet lang meer.

70: Verwoesting van Jeruzalem. Vele Joden verlaten het land Israël en raken in Italië, Spanje, Gallië verstrooid.

Omstreeks Pasen 70 werd het beleg om Jeruzalem geslagen, in augustus van dat jaar was de stad geheel in handen van de Romeinen. Zij werd verwoest, ook de tempel werd verbrand, ondanks Titus' bevel hem te sparen.

Nog korte tijd woedde de oorlog voort, totdat in 73 ook de laatste vestingen in Judea, Herodeion, Masada en Machaerus waren gevallen. Hiermede was aan de Joodse staat een eind gemaakt. Doch de aaneensluiting der Joden was nog sterk genoeg, om ook in de volgende periode hen het hoofd te doen opsteken.

100: Hogescholen te Tiberias. Vaststelling der Massorah.

2e eeuw n.C.

In de dagen van de Romeinse keizer Trajanus (98 - 117 n.C.), terwijl hij in beslag genomen werd door een veldtocht in Mesopotamië (115—117 n.C.), kwamen de Joden in Alexandrië, en Cyrene, op Cyprus en ook in Mesopotamië in opstand. Vooral in Cyrene was het verzet bloedig en hevig. Doch ook deze pogingen om een niet meer mogelijke vrijheid te heroveren werden met geweld onderdrukt.

De laatste opstand was in 132, die van Bar-Kochba, waarschijnlijk een bijnaam van Simeon, die op munten uit deze tijd als „vorst van Israël" voorkomt, en dus als Messias wilde optreden. Naast hem was Eleazar, de priester, leider van de opstand. Niet geheel zeker is het, of de Messiaanse aanspraken van Simeon de eerste aanleiding waren tot de oorlog, dan wel het door keizer Hadrianus (keizer 117-138 n.C.) uitgevaardigd verbod, de besnijdenis toe te passen, en zijn voornemen, op de plaats van het verwoest Jeruzalem een Romeinse stad, Aelia Capitolina, en een aan Zeus gewijde tempel te stichten. Ook deze strijd eindigde met een volslagen onderwerping van de Joden. Hun laatste toevlucht, de vesting Beth-thér, ten zuidwesten van Jeruzalem, werd in 134/5 door de Romeinen overmeesterd.

De Joden werd de besnijdenis en de openlijke uitoefening van hun eredienst verboden; op de puinhoopen van Jeruzalem verrees een Romeinse stad, Aelia Capitolina, waar geen Jood de voet mocht zetten, waarin onderscheiden tempels ter ere van heidense godheden werden gesticht.

135: De Romeinen hernoemen Israel tot 'Palestina'.

Ca. 200 - 500 n.C.

De geschiedenis van het Jodendom sedert ca. 200 n.C. loopt gedeeltelijk parallel met de historie van de volkeren, onder welke de Joden woonden. Slechts een enkel moment kan hier worden aangestipt.

In de tijd van ± 200—500 n.C. ligt het zwaartepunt nog in het Oosten, in het land van Israël en Babylon. In deze eeuwen ontstond de Misjna, waaraan Rabbi Rehuda hannasi een groot aandeel had, ± 200 n.C.; het was een „herhaling" en uitbreiding van Israëls wetten. In de jaren 200—500 werden deze bepalingen nog meer uitgebreid en aangevuld (Gemara), en vormden met de Gemara de Talmud, onderscheiden in een Babylonische en Jeruzalemsche. Zij deden de religie van het Jodendom nog vaster zich concentreren om de wet, wettische bepalingen en wetsuitleggingen, zodat het leven van de orthodoxe Jood wordt „gebod op gebod, regel op regel".

4e eeuw n.C.

358: Vaststelling van de joodse kalender.

363: De Romeinse keizer Julianus verleent vele Israëlieten het Romeinse burrecht en aandeel in het staatsbestuur.

384: Vrijheid van godsdienst in Italië.

5e eeuw

400: Chrysostomus ijvert tegen de Joden.

418: De Joden in het Rom. rijk verliezen hun recht van burgerlijke en militaire ambten te bekleden.

500 - 1000 n.C.

In de periode van 500—1000 is het lot van de Joden in verschillende rijken zeer onderscheiden. Met het gehele cultuurleven verplaatst zich ook de ontwikkeling van het Jodendom meer naar het Westen. In Babylon en Syrië waren zij, onder de heerschappij van de Islam, in gunstiger conditie en genoten groter vrijheid dan in het Byzantijnse rijk. Zij breidden zich uit over Duitsland, Frankrijk, Italië en Egypte.

Van betekenis voor de innerlijke ontwikkeling is de aanraking met de Arabische filosofie en wetenschap, die op het jodendom in deze periode haar invloed doet gelden.

6e eeuw

541: Theodebert beperkt de rechten der Joden te Orleans tegen de huwelijken van Joden met Christenen.

562: Mishandeling van de Joden onder Chilperich. Priscus, een Jood, Muntmeester. Joodse huwelijken moeten in de christenkerken voltrokken worden.

582: Concilie te Orleans tegen de Israëlieten.

584: Bekeringsijver onder Guntram, die in 567 koning van Bourgondië, Marseille en Arles was geworden.

590: Paus Gregorius I klaagt bij Theoderik en Theodebart, dat de Joden ongestoord handel dreven in christenslaven. Gregorius I is de Joden niet ongunstig gezind.

7e eeuw

615: De Frankische koning Chlotarius II ontneemt de Joden alle ambten. Concilie van Parijs. Joden mogen tegen Christenen niet procederen en met dezen geen gemeenschappelijke handel drijven.

627: Verbod tegen de slavenhandel.

629: De Frankische koning Dagobert zoekt door geheel het rijk de Joden te bekeren Hij gedoogt weer joodse pachters.

8e eeuw

772: Onder de Arabieren in Spanje worden de Joden toegelaten en zeer begunstigd.

9e eeuw

800: Karel de Grote is de Joden gunstig gezind. Scholen, synagogen. Izaäk, afgezant bij de kalief al Raschid. De missi dominici (Inspecteurs in de provincies) zetten de jaarmarkten van zaterdag op een andere dag. De mindere geestelijkheid is onverdraagzaam. Agobardus, bisschop, schrijft tegen de Joden.

839: Lodewijk de Vrome begunstigt de Joden en legt de grond tot de latere rijksbescherming, waaronder de Israëlieten door de Duitse keizers geplaatst werden. Lodewijk de Vrome heeft Zedekias tot lijfarts. Hij begunstigt inzonderheid rabbi Domat en zijn kleinzoon Samuël. Hij heeft een Magister Judaeorum, voor het afdoen van rechtszaken waarin Israëlieten gemoeid zijn.

840: De Duitse keizers na Lodewijk de Vrome volgen zijn voorbeeld. Er waren Joden in de voornaamste steden van Duitsland en de Nederlanden. De graven echter mogen hen niet toelaten dan met bijzon  dere vergunning van de souverein. Zij behoren met lijf en goed de keizer, wat alleszins in hun belang was en tegen velerlei knevelarij waarborgde.

Ca. 1000 - 1200 n.C.

Het tijdvak van ± 1000—1200 wordt gekenmerkt enerzijds door een opleving van het Jodendom, anderzijds door de bloedige vervolgingen, waaraan zij blootstaan. In Spanje woedde de strijd tussen Christenen en Mohammedanen, wat voor de rust van de Joden aldaar niet ongunstig was; ook in het Oosten was de oppermacht van de Arabieren tot de dood van Sultan Saladin in 1193 een periode van rust.

In de christenheid waakte door de kruistochten helaas een vijandige gezindheid op tegen alle ongelovigen, tegen de vijanden van het kruis van Christus. Deze stemming, hoewel niet de enige oorzaak, is toch niet vreemd aan de Jodenvervolgingen, tijdens verschillende kruistochten in ettelijke Duitse steden ingesteld.

Vermelding verdient uit dit tijdvak de filosoof Maimonides (1135/38 – 1204), onder wiens invloed een pantheïstische, mystieke trek in het Jodendom zich ging aftekenen, die scherp stond tegenover het legalistische en de casuïstiek, en velen bekoorde.

11e eeuw

1096: Peter de Kluizenaar en Walter Gottschalk gaan ter kruistocht, en dwingen de Joden tot omhelzing van het Christendom. Enige Joden vinden een schuilplaats bij de keizer, op zijn burchten en in zijn steden. Anderen vluchten naar Moravië, Silezië en Polen.

12e eeuw 

1104: Lassy de Commentator (Rabbijn Salomo Ben Isak) sterft. Hij gaf twee klaagliederen op de moord van 1096, die in de gebeden der Nederlandse Israëlieten in gebruik werden genomen.

1200 - 1500

In deze eeuwen moeten de Joden veel smaad en vervolging verduren. Uit Spanje werden zij in 1492 verdreven. Veel Spaanse joden kwamen na 1492 terecht in Portugal. Toen ook daar het jodendom werd verboden, vluchtten ze onder meer naar Antwerpen. Ook in Duitsland breidden zich de vervolgingen uit. De ijver van de kerk om de Joden tot het Christendom te bekeren, en de positie van de Joden, die vaak een groot economisch overwicht bezaten, werkten samen tot een bemoeilijking en verdrukking van het Jodendom. Uit Duitsland, Spanje en Frankrijk zochten zij in grote getale een toevlucht Oostwaarts; vooral in Polen en Rusland zetten zij zich neer.

13e eeuw

1202: Midden-Oosten getroffen door een aardbeving.

1215: Op het Vierde Lateraans Concilie onder paus Innocentius III werd helaas bepaald dat Joden een geel insigne moesten dragen (en ook moslims moesten onderscheidende tekenen gaan dragen)[1].

15e eeuw

1492. Spanje dwingt de joden zich te bekeren tot het katholieke geloof. Miljoenen joden die zich niet willen bekeren slaan op de vlucht, om te voorkomen dat ze ter dood worden gebracht.

1500 - 1940

De reformatie bracht in de landen waar deze doordrong, voor de Joden enige verlichting; met name in Nederland vonden zij een toevlucht en vrijheid. (Spinoza). Allengs daagde voor hen, althans in West-Europa, een betere tijd, dat zij niet maar werden geduld, doch ook vrijheid genoten.

Evenals in de Christenheid was er in de nieuwe tijd ook onder het Jodendom een sterke afval van het geloof der vaderen. Talloos velen laten de gehechtheid aan de wet van hun God varen, en streven er naar, in ieder opzicht te gelijken op de moderne, van de Christelijke religie vervreemde mens.

Vanaf de tweede helft van de 19e eeuw was een sterke opleving van het nationaal besef bij de Joden te bespeuren. Onder de invloed van de druk, waaronder zij vooral in het Oosten van Europa verkeerden, wenkte velen opnieuw het ideaal van het oude land der vaderen. Een sterke drang naar kolonisatie in het historische thuisland viel waar te nemen. De hoop herleefde onder de Joden van een herstel van hun volksbestaan in het aan Abraham en zijn nageslacht beloofde land. Ten dele ging dit om buiten alle religieuze aspiratie; maar anderdeels werkte hierin ongetwijfeld nog het besef na van de betekenis, die in de geschiedenis der heilsopenbaring het oude volk van Gods verbond heeft gehad.

16e eeuw

1585: Spaanse troepen veroveren Antwerpen. Veel Sefardische joden wijken uit naar Nederland.

18e eeuw

1759: Midden-Oosten getroffen door een aardbeving.

19e eeuw

1837: Galilea getroffen door een zware aardbeving.

2e helft van de 19e eeuw. In deze tijd ziet het land van Israël vele zendelingen, avonturiers en toeristen uit de Verenigde Staten. Het bezoek wordt bevorderd door de uitvinding van de stoomboten en de fotografie. Foto's wekten belangstelling.

1866: een grote Amerikaanse kolonie vestigt zich in Jaffa. Het werd de Amerikaanse Adams kolonie genoemd. De heer Adams bezat geen eigendomsbewijzen; noch waren de kolonisten, die veel gekocht hadden, voorzien van de nodige documenten. Het beste en het grootste deel van het land dat zij hadden gekocht raakten zij kwijt.

1871: Het maandschrift De Katholiek bericht over het getal der Joden: "Volgens eene met zorg op gemaakte statistiek bedraagt het tegenwoordig getal Joden over de gansche wereld in ronde cijfers ruim 6,800,000 Hiervan leven er in Europa ruim 4,920,000 in Afrika 1,000,000 ín Azië 470,000 in Amerika 400,000 en in Australië 10,000."[2]

Over de geschiedenis van Israel van 1878 tot en met 1948, vanuit een Palestijns gezichtspunt: video (10 minuten, Engels, Youtube)

1892: De eerste trein rijdt van Jaffa naar Jeruzalem.

1898: De Duitse keizer brengt een bezoek aan het land.

20e eeuw

1901

Stichting van het Joods National Fonds, dat tot doel heeft grond in het land Israël te kopen en te ontwikkelen.

1904

Theodor Herlz, de grondlegger van het politieke zionisme, overlijdt.

In de periode 1904 - 1914, tot het begin van de Eerste Wereldoorlog, verdubbelt het aantal Joodse immigranten. De Joden stichten scholen, geven kranten uit en richten een politieke partij op. Ze blijven contact onderhouden met de Turken, in de hoop zelfstandigheid te verkrijgen.

1909

De eerste kibboets in Israël wordt ten zuiden van het meer van Galilea opgericht: Degania.

1911

Provided ID could not be validated.
Film: 'De eerste film van Palestina' (1911), door Murray Rosenberg, ere-secretaris van de Engelse Zionistische Federatie. Duur: 11 min. 15 sec. Hebreeuws-Engels. Bron: Youtube.

1913

Augustus: 11e Zionistische congres, te Wenen.

Provided ID could not be validated.
Film: Leven der Joden in Palestina 1913. Duur: 1 uur 38 sec. 10 minuten. Hebreeuws gesproken. De film werd vertoond op het Zionistische congres te Wenen in 1913. Bron: Youtube.

1914-1918

Eerste Wereldoorlog. Deze werd niet alleen gevoerd in Europa, maar ook in het Midden-Oosten. De legers van Turkije, Duitsland en Oostenrijk bevochten het Britse Rijk, waarvan de legers manschappen Groot-Brittannië, Australië, Nieuw-Zeeland en India kende.

In het begin van de oorlog werden in het land van Israël, onderdeel van het Turkse rijk, Joodse mannen gedwongen dienst te nemen in het Turkse leger. Turkse soldaten plunderden voorraaden ter voorbereiding van hun aanval op het Suezkanaal. Liefdadigheidsfondsen van Europsese joden ten behoeve van de Joden in het land van Israël werden afgesneden. De Turken beraamden plannen om de Joden uit het land van Israël te verdrijven. De ambassadeur van de VS in Turkije, Henry Morgenthau, waarschuwde Joodse lijders in America voor het gevaar dat de Joden in het Heilige Land liepen en deed een beroep op hen voor geldelijke steun.[3]

Oostenrijkse soldaten bij de Klaagmuur te Jeruzalem, 1915. Oostenrijk stond aan de zijde van Turkije.

1915

De eerste Wereldoorlog nam in het Midden-Oosten een aanvang met de aanval van het Ottomaanse leger op Britse stellingen langs het Suez-kanaal in januari 1915. De Turken stonden onder leiding van de Duitse generaal Kress von Kressenstein. Het kanaal was belangrijk voor de verbinding tussen Brittanië en haar kolonies als India. Ook Indiase militaren waren langs het Suezkanaal gelegerd. De strijd breidde zich in drie jaar uit over het Sinai-schiereiland, en vervolgens naar Gaza en Beersheva, Jeruzalem en het gebied van de Dode Zee, Amman en Damascus.

1916

Oostenrijkse troepen marcheren de zogeheten 'berg Sion' op, 1916.

1917

De Britten, onder bevel van general Edmund Allenby, verdrijven de Turken uit het land van Israël. Onder de Britse manschappen waren ook Australiërs. Ze waren befaamd om hun gewaagde cavalerie-operaties. Ze veroverden Be'er Sheva voordat de Duitsers en Turken de waterbronnen aldaar konden opblazen.

In december 1917 wordt Jeruzalem ingenomen door het Britse leger. Op de berg Scopus buiten Jeruzalem is een Brits begraafplaats met 2500 gevallen soldaten, waaronder tientallen Joodse soldaten van het Britse leger.

1918

Australische cavalerie vertrekt uit Jeruzalem, 1918. (De foto is beschadigd.)

In juni 1918 sluiten Joodse vrijwilligers, het Joodse legioen uitmakend, zich aan bij de Britse strijdkrachten van generaal Allenby. Ze vechten tegen de Turken in de Jordaanvallei.

1919

Op 3 januari 1919 tekenen de Arabische leider Feisal ibn-Hoessein en de zionistische leider Chaim Weizmann een verdrag[4]. Artikel IV zegt onder meer: "All necessary measures shall be taken to encourage and stimulate immigration of Jews into Palestine on a large scale, and as quickly as possible to settle Jewish immigrants upon the land through closer settlement and intensive cultivation of the soil." Artikel 6: "The Mohammedan Holy Places shall be under Mohammedan control." De Zionisten wilden 'de Arabische staat' (Syrie) van koning Feisal helpen bij haar ontwikkeling.

Op 5 maart schreef Feisal ibn-Hoessein aan een medewerker van Weizman onder meer: "We feel that the Arabs and Jews are cousins in having suffered similar oppressions at the hands of powers stronger than themselves, and by a happy coincidence have been able to take the first step towards the attainment of their national ideals together. 

We Arabs, especially the educated among us look with the deepest sympathy on the Zionist movement. Our deputation here in Paris is fully acquainted with the proposals submitted yesterday by the Zionist Organisation to Peace Conference, and we regard them as moderate proper. We will do our best, in so far as we are concerned, to help them through: we will wish the Jews a most hearty welcome home. 

With the chiefs of your movement, especially with Dr. Weizmann, we have had and continue to have the closest relations. He has been a great helper of our cause, and I hope the Arabs may soon be in a position to make the Jews some return for their kindness. We are working together for a reformed and revived Near East, and our two movements complete one another. The Jewish movement is national and not imperialist. Our movement is national and not imperialist, and there is room in Syria for us both. Indeed I think that neither can be a real success without the other.

People less informed and less responsible than our leaders and yours, ignoring the need for co-operation of the Arabs and Zionists have been trying to exploit the local difficulties that must necessarily arise in Palestine in the early stages of our movements. Some of them have, I am afraid, misrepresented your aims to the Arab peasantry, and our aims to the Jewish peasantry, with the result that interested parties have been able to make capital out of what they call our differences."[5]

1920

Heropening van het treintraject tussen Jaffa en Jeruzalem. Tijdens de eerste wereldoorlog hadden de Turken de spoorweg vernietigd. De heropening wordt verricht door de hge commissaris Sir Herbert Samuel.

1924

Provided ID could not be validated.
Banim Bonim (= Land van de Belofte). Film over de komst en het leven van Joodse pioniers en de opbouw van het land. Duur: 41 minuten. Taal: stomme film, met engels tekst tussendoor. Bron: Youtube.com. Upload door HebrewUniversity, 6 april 2010.

1927

Schade in Jeruzalem door een aardbeving die Israel in 1927 trof. 

Een aardbeving treft Israël.

1929

In Hebron worden 67 Joden gedood door een meute van Arabieren.

Joden ontvluchten in 1929 de oude stadskern van Jeruzalem na pogroms.

Uit de oude stad van Jeruzalem worden Joden verdreven.

1932-1944

In de twaalf jaren 1932-1944 komen meer dan een half miljoen Arabieren naar Palestina om de economisch gunstige omstandigheden die er zijn.

1936-1939

Van 1936 - 1939 is de Arabische Opstand, waarbij zwervende Arabische bendes het Engelse leger en Joodse nederzettingen aanvallen.

Op 21 juni 1936 vallen ongeveer 60 gewapende Arabieren in Britse Mandaat Palestina vielen een konvooi van Joodse bussen aan die op weg waren van Haifa naar Tel Aviv. In de daaropvolgende gevechten tussen de Arabische terroristen en Britse troepen wordt een Engelse sergeant gedood en raken drie Schotse soldaten gewond.

Het Britse bestuur onderdrukt de Arabische opstand. Ondanks hun zware verliezen slagen de Arabieren erin de Britse regering de Joodse immigratie en landaankopen ernstig te doen beperken. In 1936, tijdens de Arabische opstand, worden Joden uit de oude stad van Jeruzalem geëvacueerd.

1937

De Peel-commissie beveelt de verdeling van het Britse mandaatgebied aan, in een Joodse en een Arabische staat. 96% van het gebied zou voor de Arabieren zijn. De Palestijnse leider Haj Amin al-Husseini verwierp de aanbeveling.

1938

Kort Brits verslag van de gespannen toestand in Israël (Jeruzalem):

Provided ID could not be validated.
Engels gesproken

1939-1945 Tweede Wereldoorlog

Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog worden zes miljoen joden omgebracht door systematische uitroeiing. Onder hen zijn ca. 3 miljoen Joodse Polen, die in de nazi-concentratiekampen worden vermoord.

1939

De Joden bouwen een nieuw dorp. Een filmimpressie uit 1939:

Provided ID could not be validated.
'Colonization' van Palestine Today, 1939. Engels gesproken.

De Joden bebouwen het land. Een filmimpressie uit 1939:

Provided ID could not be validated.
'Back to the land' van Palestine Today, 1939. Engels gesproken

Een impressie van het leven in Israël in 1939 geeft het volgende kleurenfilmpje uit dat jaar: Provided ID could not be validated.
Springtime in the Holy Land ('Lente in het Heilige Land'). Jaar: 1939. Duur: 16 minuten. Taal: Engels. Bron: Youtube.com

Op 23 mei keurt het Britse lagerhuis het Witboek (White Paper) goed, een beleidsnota waarin het idee van de deling van Palestina wordt losgelaten en een ongedeelde staat wordt bepleit. Deze staat moet bestuurd worden door Palestijnse Arabieren en Joden naar verhouding tot hun inwonertal in 1939. Verder stelt het witboek een maximum van 75.000 joodse immigranten voor de periode 1940-1944. Na 1944 zou de verdere immigratie van Joden naar Palestina afhangen van de toestemming van de Arabische meerderheid. Ook werd het recht van Joden om het land te kopen van Arabieren beperkt.

Joden protesteren tegen het Britse White Paper:

Provided ID could not be validated.
Palestine Today (1939). Engels gesproken. 

1940

In september wordt Tel Aviv gebombardeerd door de Italiaanse luchtmacht.

1946

29 juni 1946[6], Israël. Britse soldaten vallen het Joodse Agentschap in Jeruzalem binnen en nemen grote hoeveelheden documenten in beslag. De documenten zijn van cruciaal belang voor de Joodse bevrijdingsbeweging. Ook bevatten zij gevoelige informatie over de activiteiten van Joodse agenten in Arabische landen. De documenten worden overgebracht naar het Britse hoofdkwartier in het Koning David Hotel te Jeruzalem. Gelijktijdig met deze inbeslagneming van documenten worden 2.500 Joodse leiders in heel Palestina gearresteerd en opgesloten.

22 juli 1946: Aanslag op het Koning David Hotel

4 juli 1946[6], Polen: pogrom van Kielce: een gewelddadig bloedbad onder de joden in de zuidoostelijke Poolse stad Kielce. Hier wonen 200 Joden die de Holocaust op 24.000 van hun Joodse medeburgers in de stad hebben overleefd. Van hen worden tijdens de progrom 42 zielen vermoord en 40 andere gewond. Deze naoorlogse pogrom jaagt 75.000 overlevende Poolse Joden op de vlucht.

22 juli 1946[6], Jeruzalem: de Joodse verzetsorganisatie Irgoen pleegt een bomaanslag tegen het hoofdkwartier van de Britse bezettingsmacht dat gevestigd was in het Koning David Hotel in Jeruzalem. Vooraf worden verschillende waarschuwingen afgegeven; de Britten worden gesommeerd om het gebouw te verlaten omdat er een aanslag op til is. Zij weigeren echter. Bij de aanslag ontploffen enkele bommen die in de kelder van het gebouw waren gelegd en komen 91 mensen om het leven (28 Britten, 17 Palestijnse Joden, 41 Arabieren en nog enkelen van andere nationaliteiten) en worden 46 anderen gewond. Twee gebeurtenissen gaven aanleiding tot de aanslag[6]: (1) de inval van de Britten in het Joodse agentschap te Jeruzalem en de bewaring van de geconfisqueerde documenten in het hotel; (2) de pogrom van Kielce, terwijl de Britten de Joodse immigratie naar Palestina nog steeds aan banden legden. De aanslag markeerde het begin van het einde van de Britse bezetting.

Rosj Hasjana. Joods-burgerlijk nieuwjaar Rosj Hasjana, filmimpressie van bezoek aan de Klaagmuur:

Provided ID could not be validated.
Engels gesproken.

1947

In april geeft Groot-Brittannië het mandaat over Palestina, dat haar in 1922 door de Volkenbond (opgericht in 1917) werd verleend, terug aan de Verenigde Naties (opgericht in 1945).

Verdelingsplan van de Verenigde Naties, 1947.

In de volgende filimimpressie vertolken in een bijeenkomst van de Verenigde Naties twee vertegenwoordigers van respectievelijk de Joden en de Arabieren hun zienswijze met betrekking tot Palestina:

Provided ID could not be validated.
Engels gesproken.

Op 29 november 1947 beveelt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties met Resolutie 181 aan het land Palestina op te delen: een joodse staat op 55 procent van het grondgebied, een Arabische staat op 42 procent en een internationale zone rondom Jeruzalem.

Joden verheugen zich over het verdelingsplan van de VN (1947)

De joden aanvaarden het verdelingsplan (zie kaart), maar de Arabieren in Palestina en Arabische staten verwerpen het. De strijd om het land Israël/Palestina barst los.

Het volgende nieuwsbericht vertelt wat de reacties van Joden respectievelijk Arabieren waren.

Provided ID could not be validated.
Engels gesproken.

1948

De Joodse staat wordt uitgeroepen, waarop Arabische landen tot de aanval overgaan. De Onafhankelijkheidsoorlog van 1948. Bij het begin van de oorlog is 35% van de Joodse bevolking in het land geboren. Tel Aviv is de enige stad met meer dan 100.000 inwoners.

Arabische aanvallen in de periode 15 mei - 10 juni 1948

Jordanië bezet een groot deel van het historsche Samaria en Juda; de Joden worden verdreven. Ook uit de oude stad van Jeruzalem worden Joden verdreven. De bezetting door Jordanië zou tot 1967 duren.

In de bloedige Onafhankelijkheidsoorlog verliest 1% van de Joodse bevolking het leven.

Jaren '50

In 1950 hernoemt Jordanië, dat sinds 1948 een groot deel van het historische Samaria en Judea bezet houdt, dit gebied 'Westoever' (Eng. Westbank).

In de jaren vijftig doden Arabische commando’s, die vanuit Jordanië en Egypte Israël binnendrongen, honderden Joden.

1967

mei: Egypte sluit de Straat van Tiran af, de doorgang voor Israëlische schepen naar Azië. Dit is funest voor de economie Israël. Egypte zendt vervolgens 100.000 Egyptische soldaten en 950 tanks naar de grens van Israël.

Foto: Rabbijn Shlomo Goren blaast op de ramshoorn bij de bevrijding van de klaagmuur in 1967.

5-10 juni: de Zesdaagse Oorlog, de derde Israëlisch-Arabische oorlog. In deze oorlog herovert Israël Oud-Jeruzalem, Judea & Samaria en de Golanhoogte op de Arabieren.

Israël ziet zich genoodzaakt de aanval te openen. Op 5 juni opent Israël de aanval op Egypte en Syrië. Van Arabische zijde zijn in de oorlog gewikkeld Egypte, Syrië, Jordanië en Irak. De oorlog duurt zes dagen (5 tot 10 juni) en wordt dan ook bekend als de Zesdaagse Oorlog of Juni-oorlog. Israël wint de oorlog en verovert grote stukken land:

  • Oost-Jeruzalem, dat nog in Arabische handen was
  • de Westoever: het gehele gebied ten westen van de Jordaan, ontnomen aan Jordanië
  • de Gazastrook, ontnomen aan Egypte
  • de Sinaïwoestijn, ontnomen aan Egypte
  • de hoogvlakte van Golan, ontnomen aan Syrië
  • twee Saoedische eilandjes

Op de derde dag van deze Zesdaagde Oorlog, 7 juni, wordt het oude stadsdeel van Jeruzalem veroverd. Joodse soldaten huilen voor de Klaagmuur.

Provided ID could not be validated.
Israëlische soldaten op de tempelberg en bij de klaagmuur. Duur: 2 minuten. Hebreeuws gesproken. Bron: Youtube.com.


Provided ID could not be validated.
Israëlische soldaten bevrijden de Oude Stad. 

De Israëlische regering verklaart formeel: Jeruzalem zal de ondeelbare hoofdstad van de Joodse staat Israël zijn.

De Golanvlakte wordt op Syrië veroverd. Op 10 juni wordt een staakt-het-vuren bereikt.

Provided ID could not be validated.
Filmpje over de Zesdaagse Oorlog, duur 6 minuten, Engels, bron Youtube.com)

Lange film: Six Days in June (2 uur, Engels gesproken; Youtube.com, gepubliceerd 9 okt. 2014)

Na de overwinning van de 'juni-oorlog' begonnen de Joden, die in 1948 door de Arabieren waren verdreven uit de dorpen en gemeenten waar ze generatieslang hadden gewoond, langzaam terug te keren naar hun heroverde thuisland voornamelijk in Judea in Hebron en ten zuiden van Bethlehem (Gush Etzion)[7]. Verder ontstonden de eerste ‘nederzettingen’.

1972

Tijdens de Olympische Spelen in München worden 11 Israëlische atleten gegijzeld door de Palestijnse terreurbeweging Zwarte September. Na een mislukte reddingsoperatie komen zij allen om het leven. Ze worden worden door de gewapende Palestijnen gedood.

1973

oktober: de Jom Kippoeroorlog. De Egyptische en Syrische legers zetten op Verzoendag (Jom Kippoer) een verrassingsaanval in. Het offensief, dat Israël bijna van de kaart veegde, prikkelde Joden daarna tot het bouwen van nederzettingen.

1974

Op het einde van 1974 poogt een groep Joden een ‘nederzetting’ op te richten op de ruïnes van het treinstation van het Arabisch dorp Sebastia, voorheen de antieke stad Samaria. Zeven keren beklommen ze de heuveltoppen, stelden er tenten op en trachtten een blijvende Joodse bewoning in Samaria te verkrijgen. Zeven keren beval de Israëlische regering het Israëlische Leger (IDF) om hen te verdrijven. Een Israëlische resolutie verklaarde de ‘nederzetting’ onwettig[7].

1975

Joodse nederzetting in Kadum, ca. 1975.

december: achtste poging van Joden om een nederzetting in de stad Sebastia (Samaria) te stichten. De Israëlische regering haalt bakzeil: met het Sebastia-akkoord, ondertekend door premier Yitzhak Rabin en minister van defensie Shimon Peres, erkent de Israëlische overheid voor het eerst het bestaansrecht van een nederzetting in Palestijns gebied, op de site van de militaire basis van Kadum, 11 kilometers ten zuidwesten van Nabloes, het oude Sichem, in Samaria. Permanente bewoning van de nederzetting wordt officieel toegestaan.

Duizenden Joden verzamelen zich aan het verlaten treinstation van Sebastia om hun overwinning te vieren. Vijfentwintig Joodse gezinnen krijgen toestemming om zich te vestigen in de nederzetting, die later de naam Kedumim zal krijgen.

Het Sebastia-akkoord gaf een belangrijke impuls aan de nederzettingenbeweging; het zette het licht op groen voor een enorme vermenigvuldiging van ‘nederzettingen’ voorbij de Groene Lijn[7]. Het was het begin van de massale Joodse herbewoning van zowel Judea als Samaria.

1977

17 mei: Premier Menachim Begin bezoekt de nederzetting Kedumim en verklaart: “Wij staan hier op de grond van het bevrijde Israël.”

juli: Premier Begin verleent volledige wettige status aan de nederzetting in Kadum, die nauwelijks 100 Joodse bewoners telt, die in mobil homes en stacaravans wonen. Langzaam zal Kadum de stad Kedumim worden. In 2016 zal de stad ca. 4.510 tellen[7].

1981

Israel annexeert de Golanhoogte, een gebied dat in 1967 werd veroverd op Syrie. Bijgevolg wordt daar de Israelische wetgeving van kracht. De annexatie wordt internationaal niet erkend.

Op 7 juni bombarderen Israëlische vliegtuigen de Iraakse kernreactor Osirak.

1982

Het leger valt Libanon binnen, als reactie op Palestijnse beschietingen vanuit dat land.

In de Palestijnse vluchtelingenkampen bij Sabra en Shatila worden, met medeweten van Israëlische militairen, honderden, mogelijk duizenden mensen vermoord door 'christelijke' milities. Defensieminister Sharon zal daarom later moeten aftreden.

1988

Homoseksualiteit wordt legaal in Israël. Alle rechtbanken erkennen en respecteren de 'rechten' van homoseksuelen, ondanks fel verzet vanuit godsreligieuze kringen.

1989

Een nieuw kabinet onder leiding van Jitschak Shamir treedt aan.

1993

13 september: Israel en de Palestijnen (= PLO, de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie) ondertekenen in het Witte Huis te Washington de Oslo-verdragen. Palestijnen krijgen meer zeggenschap over de Palestijnse gebieden; beperkt Palestijns zelfbestuur uit te oefenen door de speciaal hiervoor opgerichte Palestijnse Autoriteit (PA). Hoewel de akkoorden een einde maakten aan de Palestijnse opstand met stenengooierij, neemt het aantal terroristische aanslagen tot 1998 aanzienlijk toe, die honderden Israëliers het leven kost. Sinds de ondertekening van de akkoorden met de Palestijnen werden tot 2016 bijna 1700 Israëliërs vermoord tijdens aanslagen, steekpartijen en gevechten[6].

1994

26 oktober: vredesakkoord tussen Jordanië en Israël. Het was na het akkoord met Egypte het tweede en tot anno 2016 nog altijd laatste vredesakkoord van Israël met een Arabisch land.

december: Yitzhak Rabin en Shimon Peres ontvangen de Nobelprijs voor de Vrede voor hun vredesinspanningen.

1995

24 september: in Taba (Sinaï, Egypte) wordt het Oslo II Akkoord getekend door Israël en de PLO. Het is een interimregeling over de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever. Het akkoord gaf de Palestijnen zelfbestuur in Bethlehem, Hebron, Jenin, Nablus, Qalqilya, Ramallah, Tulkarm, en ongeveer 450 dorpen[8].

28 september: het Oslo II Akkoord wordt in Washington D.C. bekrachtigd door premier Yitzchak Rabin en PLO voorzitter Yasser Arafat. Getuigen waren president Bill Clinton en afgezanten van Rusland, Egypte, Jordanië, Noorwegen en de Europese Unie.

4 november: Yitzak Rabin wordt in Tel Aviv op straat doodgeschoten door een Israëlische ultranationalist, nog geen zes weken na de ondertekening van Oslo II. Rabin wordt opgevolgd door Shimon Peres als premier van Israël tot aan de parlementsverkiezingen van 18 juni 1996.

In 1995 komen bij een zelfmoordaanslag in Israël 22 mensen om het leven: 21 soldaten en 1 burger.

1996

18 juni: parlementsverkiezingen in Israël. De Arbeidspartij leidt een zware nederlaag als gevolg van de ondertekening van Oslo II in 1995. Premier Peres wordt opgevolgd door Benjamin Netanyahu van de partij Likoed.

1997

Israël en Egypte ondertekenen een vredesverdrag.

21e eeuw

2000

Israël biedt de Palestijnen 93 procent van de Westoever aan. De Palestijnen mogen van de Israëliers een eigen staat hebben met Oost-Jeruzalem als hoofdstad. De Palestijnen wijzen het aanbod af. De terreur van Palestijnse zijde neemt toe.

De tweede Palestijnse Opstand brak uit nadat Ariel Sharon in september 2000 een bezoek brengt aan de Tempelberg. Het bezoek vormde de aanleiding tot de tweede Intifada, die aan duizenden het leven kostte.

2001

Ariel Sharon (geb. 1928) wordt de 11e premier van Israël.

2002

Op 27 maart 2002 komt koning Abdullah van Saoedi-Arabië met het zogenoemde Arabische Vredesinitiatief. Dit brengt het volgende voorstel:

  • Israël trekt zich volledig terugtrekken uit de in 1967 veroverde gebieden, waaronder Oost-Jeruzalem en de Golanhoogte;
  • er komt een onafhankelijke Palestijnse staat;
  • Oost-Jeruzalem wordt de hoofdstad van de Palestijnse staat;
  • Israël laat 5 miljoen Arabische ‘vluchtelingen’ toe.

Als Israël dit voorstel zou aanvaarden, zouden alle Arabische landen de betrekkingen met Israël normaliseren.

Op 8 juni wordt in Jeruzalem de eerste parade van homoseksuelen gehouden, waaraan zo'n 4000 mensen deelnemen. Tegenstanders laten zich niet onbetuigd.

2003

Premier Sharon zegt: „Wij zijn bereid om voort te gaan met zijn uitvoering: twee staten –Israël en een Palestijnse staat– die naast elkaar bestaan in rust, veiligheid en vrede.”

2004

Op 9 juli 2004 stelt het Internationale Gerechtshof in Den Haag dat het veiligheidshek opgericht door Israël onwettig is. Het bepaalt tevens dat alle Joodse nederzettingen in de Palestijnse gebieden illegaal zijn. Het Internationaal Gerechtshof is de hoogste juridische instantie in de wereld.

Op 26 oktober 2004 keurt het parlement een plan goed van premier Sharon voor de ontruiming van de Gazastrook en het noorden van de Westelijke Jordaanoever. Tot grote woede van duizenden Joodse kolonisten die daar weg moeten.

2005

Israël trekt zich in augustus terug uit de Gazastrook; 21 nederzettingen daar worden ontruimd en 8500 Israelische inwoners in het gebied moeten huis en haard verlaten. Israël hoopt hiermee de vrede te bevorderen. Helaas neemt het aantal raketbeschietingen vanuit de Gazastrook aanzienlijk toe (179 in 2005, 949 in 2006).

Hamas ontvoert een Israëlische militair, Gilad Shalit. Hij zou pas in 2011 worden vrijgelaten, in ruil voor ruim duizend Palestijnse gevangenen.

Premier Sharon stapt in november uit de Likoedpartij en richt een eigen partij op, Kadima (= 'Vooruit'). De nieuwe partij trok een derde deel van Likoed en een aantal prominente leden van de Arbeiderspartij aan.

2006

Premier Ariel Sharon raakt op 4 januari na een hersenbloeding in een diepe coma, waarin hij blijft tot zijn overlijden in 2014. Vicepremier Ehud Olmert neemt zijn taak over. De partij van Sharon en Olmert wint in maart 2006 de verkiezingen.

2007

Israël stelt een blokkade in rond de Gazastrook, om de instroom van wapens voor Hamas, dat in de Gazastrook de macht heeft gegrepen, te voorkomen.

Op 6 september 2007 vernietigt de Israëlische luchtmacht een illegale kernreactor in aanbouw bij al-Kibar in Syrië.

2008

Israël accepteert bijna alle Palestijnse eisen en biedt bijna 100% van de Westoever aan. De Palestijnen verwerpen het voorstel.

Van 27 dec. 2008 - 18 januari 2009 voert Israël onder de naam Gegoten Lood een militaire operatie in de Gazastrook uit (Engels: Operation Cast Lead; Hebreeuws: מבצע עופרת יצוקה, Mivtza Oferet Yetzukah). De operatie begint op 27 december 2008 met Israëlische luchtaanvallen en wordt op 3 januari 2009 aangevuld met een grondoffensief. De aanleiding van de Israëlische aanval waren raket- en mortieraanvallen van Hamas en andere militante Palestijnse groeperingen, die jarenlang vanuit de Gazastrook op Israëlisch grondgebied werden uitgevoerd. Doel van Israël was het vernietigen van de militaire infrastructuur van Hamas, die onder meer bestaat uit tunnels voor de smokkel van onder andere wapens tussen de Gazastrook en Egypte.

Bij de gevechten en luchtaanvallen vielen onder de inwoners van de Gazastrook ongeveer 1.300 doden, van wie (afhankelijk van de bron) een derde tot twee derde burgerslachtoffers zouden zijn. Ook werden 20.000 gebouwen in de Gazastrook verwoest of beschadigd. De materiële schade werd geschat op € 1,3 miljard. Het conflict eindigde met het eenzijdig afkondigen van een bestand door zowel Israël, als (korte tijd later) Hamas.

Meer informatie over de operatie Gegoten Lood: https://nl.wikipedia.org/wiki/Conflict_in_de_Gazastrook_2008-2009

2011

In febr. 2011 steunen 14 van de 15 leden van de VN-Veiligheidsraad een Palestijnse resolutie, waarin de Israëlische 'nederzettingen' in Judea en Samaria illegaal worden verklaard. Tot woede van de Palestijnen stemmen de Verenigde Staten tegen.

In 2011 neemt het aantal Joodse kolonisten in de Palestijns gebieden met 13.000 toe, van bijna 524.000 naar bijna 537.000 zielen.

Israel plaatst in maart raketafweer bij de Gazastrook. Het systeem Iron Dome moet beschermen tegen de raketten die Palestijnen afvuren. Het antiraket-systeem volgt de raketten en schiet ze tijdens de vlucht kapot. De installaties kunnen binnen enkele uren worden afgebroken en elders in Israel worden opgebouwd. De regering zegt dat het anti-raketsysteem niet waterdicht is en nog verder zal worden verbeterd.

In augustus sluipt een groep gewapende mannen vanuit Egypte de grens over bij Eilat en doodt acht Israëliërs. Bij de Israëlische vergelding komen zes Egyptische grenswachten om.

Israël laat in het najaar meer dan duizend gedetineerde Palestijnen, onder hen terroristen, vrij in ruil voor de militair Gilad Shalit. Hij was sinds juni 2006 in handen van de Palestijnse beweging Hamas.

In 2011 worden van de Gaza-strook 680 aanvallen met raketten en mortier gepleegd, waaronder 80 middellange-afstandsraketten van het type Grad-raketten. Er zijn weinige lichamelijke slachtoffers.

2012

Operatie Wolkkolom

De raketbeschietingen vanuit de Gazastrook op Israël nemen toe. Als reactie lanceert Israël in november de militaire operatie 'Verdedigingszuil', in het Hebreeuws eigenlijk 'Wolkkolom', een verwijzing naar de Wolkkolom waarmee God het volk afschermde van de Egyptenaren. De leider van de militaire tak van Hamas wordt door Israël omgebracht. De Israëlische premier Netanyahu verklaart op 15 november: „In plaats de inwoners van Gaza een betere toekomst te geven, heeft de top van Hamas met steun van Iran Gaza verandert in een terreurbolwerk. Ze vuurden duizend raketten af op onze steden, dorpen op onze burgers en kinderen. Ze smokkelden duizenden raketten en projectielen Gaza binnen en ze hebben deze doelbewust verstopt in bewoonde gebieden, in huizen, in scholen en bij ziekenhuizen. Alleen dit jaar al heeft Hamas meer dan duizend raketten afgevuurd op Israël, inclusief bijna 200 raketten in de afgelopen 24 uur.” De oorlog duurt 8 dagen en eindigt met een wapenstilstand, waarbij Egypte bemiddelde. Er kwamen 166 Palestijnen en zes Israëliërs om het leven.

In 2012 werden 2248 raketten op Israël afgevuurd.

2013

Op 5 juli vernietigt de Israëlische luchtmacht Russische wapens in een opslagplaats in de Syrische havenstad Lataki.

Ook in 2013 werd Israël met raketten bestookt uit de Gazastrook. Zie de lijst van Palestijnse raketaanvallen op Israël in 2013 (Wikipedia, Engels).

2014

Sharon overleden. Op 11 januari overlijdt oud-premier en oorlogsheld Ariel Sharon op 85-jarige leeftijd, na 8 jaar in coma te hebben gelegen. Als militair en politicus was hij gevierd èn omstreden. Sharon was premier van 2001 tot 2006.

President. Op 10 juni wirdt Reuven Rivlin wordt door het Israëlische parlement tot president van Israël gekozen.

Ontvoering. Op 12 juni worden drie Joodse tieners, woonachtig op de Westelijke Jordaanoever, ontvoerd. Israël kamt de Westoever uit en verrichten arrestaties. Palestijnen reageren agressief. Op 30 juni worden de dode lichamen van de drie jongens in een greppel gevonden. Uit vergelding vermoorden in Israël Joodse mannen een Arabische tiener. De spanningen tussen Joden en Palestijnen lopen hierdoor op.

Operatie Vaste klif. In juli, als vergelding voor aanhoudende raketbeschietingen uit de Gazastrook (zo'n 500 raketaanvallen in de maand juni), begint de weermacht van Israël operatie Vaste Klif (Hebr. Tzuk Eitan; Engels: Protective Edge, beschermrand). Het leger wil de rakettenregen doen ophouden, Hamas (dat in de Gazastrook de scepter zwaait) verzwakken en daardoor de veiligheid van de burgers in Israël verbeteren. Het wapens zwegen na een (tijdelijke)wapenstilstand op 26 augustus. Aan Palestijnse zijde waren rond 2.200 doden gevallen, aan Israëlische kant 72. 

Arjan, een Nederlander op bezoek in Tel Aviv, meldde in juli 2014 over de raketaanvallen vanuit de Gazastrook[9]:

Tel Aviv, Israël, vrijdag 11 juli, 20:42 uur. Shabbat is net begonnen. Families zijn vanuit de synagogen onderweg naar huis, of hebben zich zojuist geïnstalleerd voor het uitgebreide shabbatsmaal. ‘Shabbat shalom’, klinkt het uit hun kelen.

De nauwelijks ingetreden shabbatsrust wordt ineens ruw verstoord. Het ‘Tzeva adom’ schalt door de straten van de stad. Luchtalarm. Opnieuw zijn er vanuit Gaza raketten onderweg naar Tel Aviv. Maken dat je wegkomt dus. Net als ik zoeken de honderdduizenden inwoners van Tel Aviv haastig hun weg naar veiliger oorden. Naar de schuilkelder van hun woning, of -als die er niet is- naar het trappenhuis van hun flatgebouw. Een minuut en 52 seconden lang klinkt het luchtalarm. Het leven in Tel Aviv staat even helemaal stil. Iedereen houdt z’n adem in.

Drie harde knallen schrikken het luchtruim boven de stad op. Eén heel dichtbij, twee wat verder weg. Bijna automatisch ga ik er vanuit dat de Iron Dome, Israëls raketafweersysteem, ook deze serie projectielen succesvol heeft onderschept. Iedereen gaat weer verder met waar hij mee bezig was. Het leven gaat door. 

Meer informatie over de operatie Beschermende Rand: Operation Protective Edge (Wikipedia, Engels)

Op 24 juli wordt de nieuwe president Reuven Rivlin beëdigd, nadat hij anderhalve maand eerder is verkozen. Hij volgt president Peres op, die hij bedankt voor het levenslang dragen van Israëls last. Daarmee wordt Rivlin de tiende president van de staat Israël. Hij is lid van de politieke partij Likoed.

De onderhandelingen met de Palestijnen houden op (in jan. 2016 zijn ze nog niet hervat.

In 2014 nam de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties 20 resoluties aan die Israël veroordeelden, en slechts vier aangaande andere staten, respectievelijk Syrië, Noord-Korea, Oekraïne en tegen Iran.

Meer informatie over 2014 in Israël: 2014 in Israel (Wikipedia, Engels)

2015

Immigratie. Bijna 30.000 joden komen als immigranten Israël binnen, het hoogste aantal in vijftien jaar. Onder de nieuwkomers zijn opvallend veel Joden uit Oekraïne en Frankrijk (7900 Franse joden)[10].

Spaans staatsburgerschap. Spanje geeft duizenden nakomelingen van Spaanse joden het Spaanse staatsburgerschap. Het zijn asielzoekers, vooral uit Marokko, Turkije en Venezuela, die op grond van een nieuwe wet recht hebben op de Spaanse nationaliteit. De wet moet een zwarte bladzijde uit de Spaanse geschiedenis gedeeltelijk rechtzetten. In 1492 dwong Spanje de joden zich te bekeren tot het katholieke geloof. Miljoenen joden die zich niet wilden bekeren sloegen op de vlucht; anders zouden ze ter dood zijn gebracht[11].

Aanslagen. Vanaf september is er van Palestijnse zijde een golf van aanslagen in Israël en op de Westoever. Van 13 september tot 15 maart 2016 (tussenstand zijn 34 mensen gedood door terreuraanslagen en werden 401 mensen gewond. Aan de aanslagen bestaan uit: 202 steekpartijen, 83 aanvallen met vuurwapens, 43 pogingen tot dodelijke aanrijding met een auto.

Europees labelingbesluit. Op 11 november gaat de Europese Unie over tot de etikettering (labeling, niet boycotten) van Israëlische producten uit de 'bezette' gebieden in Judea, Samaria en de Golan.

2016

NAVO-partner. Nadat Turkije zijn veto heeft ingetrokken, kan Israël partner (geen lid) van de NAVO worden.

Meer informatie

Zie 20e eeuw | jaar 2000 | jaar 2003 | jaar 2005 | jaar 2006 | jaar 2007 | jaar 2008 | jaar 2009

  • Een beknopt overzicht door de Joodse politieke partij Likoed: overzicht.
  • Beknopte chronologie: artikel (Engels)
  • Israel, A Journey Through Time (Israël, een reis door de tijd). Engelstalige filmdocumentaire van Christians for Israel (Christenen voor Israël) over de geschiedenisvan Israël, aflevering 1: van Abraham tot aan Jezus.
  • Een animatie die de opeenvolgende wereldrijken toont rondom het land van Israel: animatie (2 minuten, Engels, Youtube).
  • Historie van het Moslims-Israel conflict sinds 1947: artikel Elsevier
  • Indrukwekkende presentatie, in verband met het Moslims-Israel conflict: presentatie

Bronnen

L.G. Visscher, Geschiedenis der Israëlieten in Nederland. Utrecht: W.F. Dannenfelser, 1850. Hieruit is op 5 juli 2012 tekst genomen en verwerkt.

Kort begrip der gewijde geschiedenis; naar het latijn van l'Homond (Brussel, 1822). Hieruit is op 12 aug. 2013 de tekst van paragrafen 189 t/m 193 verwerkt, betreffende de 2e eeuw v.C.

In de paragraaf 2008 is op 8 nov. 2013 inleidende tekst overgenomen van https://nl.wikipedia.org/wiki/Conflict_in_de_Gazastrook_2008-2009

Christelijke Encyclopaedie voor het Nederlandsche Volk (Kampen: Kok, 1925-1931) s.v. Jodendom. Hieruit is op 22 en 24 mei 2015 tekst genomen en verwerkt.

Voetnoten

  1. Enige tekst overgenomen van http://nl.wikipedia.org/wiki/Jodenhoed, geraadpleegd 24 mei 2015. 
  2. De Katholiek; godsdienstig, geschied- en letterkundig maandschrift, zestigste deel, 1871, blz. 240
  3. The U.S. Navy Saved the Jews of the Holy Land 100 Years Ago, op www.IisraelDailyPicture.com, 11 feb. 2016.
  4. Zie http://www.eretzyisroel.org/~samuel/feisal1.html 
  5. Zie http://www.eretzyisroel.org/~samuel/feisal2.html
  6. 6,0 6,1 6,2 6,3 6,4 Bron: Bij de 70ste verjaardag van de bomaanslag op het Koning David Hotel in Jeruzalem in 1946, Brabosh.com, 22 september. Brabosh.com is de site van de Vlaamse vrienden van Israël.
  7. 7,0 7,1 7,2 7,3 RIP Shimon Peres (3): Over zijn historische bijdrage aan de Joodse herbewoning van Judea en Samaria, Brabosh.com, 29 sept. 2016.
  8. Oslo-akkoorden, Wikipedia.nl, geraadpleegd 30 sept. 2016. Enige tekst hiervan is verwerkt.
  9. 'Shabbat shalom', bericht op Israelity.nl, 12 juli 2014. 
  10. Meer joden emigreren naar Israël, nieuwsbericht op RefDag.nl, 26 dec. 2015.
  11. Na meer dan vijf eeuwen mogen 4000 joden zich weer Spanjaard noemen, nieuwsbericht op NOS.nl, 2 okt. 2015.