Kreta

Uit Christipedia

Kreta is het grootste eiland van Griekenland. De apostel Paulus heeft het eiland aangedaan en er Titus achtergelaten. Het eiland wordt in het Nieuwe Testament 5x genoemd, in Hand. 27:7, 12, 13, 21; Tit. 1:5. In het Oude Testament komt het eiland voor onder de naam Kaphthor.

De Griekse naam is Κρητη, Krete. De naam betekent 'vleeslijk'[1]. Kreta wordt door de Grieken Kriti, door de Turken Kirid geheten en werd door de Europeanen eerder Kandia (Candia) genoemd.

Overzicht

Kaart: ligging van Kreta (Eng. Crete). Paulus deed Kreta aan op zijn reis naar Rome.
Deel van de 'Wandkaart van Palestina' van Böhl en Meima (1921)

Ligging en omvang. - Het eiland ligt in het oostelijke gedeelte van de Middellandse zee en sluit de Aegeïsche zee aan de zuidzijde af.

Kreta is het grootste Griekse eiland en tevens het grootste en vruchtbaarste eiland van het eilandenrijk van de Egeïsche zee. Zijn omvang is een vijfde van de oppervlakte van Nederland. Het is in grootte het vijfde eiland in de Middellandse Zee.

Het is buitengewoon gunstig gelegen, rijk door de natuur bedeeld, langwerpig van vorm, waarom het oudtijds ook wel Makronseos, d.i. het 'lange eiland' genaamd werd.

Bewoners. - De bewoners van Kreta waren oudtijds beroemd als uitstekende slingeraars en boogschutters, en dienden vaak voor soldij.

Hun zedelijkheid stond in zeer slechte reuk. Het woord kretizein (d.i. als een Kretenser spreken en handelen) gebruikten de Grieken in de zin van liegen en bedriegen. Het spreekwoord zei van hen: „de Kiliciërs, Kappadociërs en Kretensers waren de drie ergste K's." Zij maakten zich schuldig aan seksuele omgang met kinderen, waren vals en weinig betrouwbaar. Ten bewijze hiervan beroept Paulus zich (Tit. 1: 12) op een uitspraak van de beroemde Kretensische dichter Epimenides, in wiens orakelspreuken Hieronymus de door Paulus geciteerde uitspraak gevonden zal hebben. De apostel noemt hem 'profeet' om de grote roem, waarin hij bij de Grieken stond, en waarom Cicero hem tot de zieners rekent.

In de laatste eeuw v. Chr. kwamen de Kretensers in aanraking met de Romeinen. Zij hadden hulptroepen geleverd aan Mithridates, de koning van Pontus, met wie de Romeinen in oorlog waren, maakten zich daarbij schuldig aan zeeroverij, en hierin vond Rome aanleiding Kreta de oorlog te verklaren. Na vreselijke bloedbaden gelukte het Quintus Caecilius Metellus Kreticus het eiland geheel te onderwerpen (68 - 66 v. Chr.). Kreta werd een Romeinse provincie, en werd later verenigd met Cyrene in Noord-Afrika, welke vereniging voortduurde tot de regering van Diocletianus.

Van 395-823 n. Chr. behoorde het tot het Oost-Romeinse rijk; in 823 werd het door de Arabieren veroverd, in 962 kwam het weer aan de Byzantijnen, die het in 1204 aan de Venetianen verkochten. In 1669 kwam het in de macht der Turken. Later maakte het eiland een Siwa (provincie) uit van het Klein-Aziatische Ejalet (stadhouderschap) Kutahijah.

Joden. - Dat er op Kreta ook Joden woonden, weten wij uit Philo en Flavius Josephus (vgl. Handelingen der Apostelen 2:11). Het eiland wordt vermeld in 1 Makk. 10: 67.

Christenen. - Het christendom schijn er vroeg ingang gevonden te hebben. Volgens Titus 1:5 heeft Paulus zijn medewerker Titus op Kreta achtergelaten, haar leiding overlatend aan Titus, die later als beschermheilige van Kreta vereerd werd.

Tit 1:5 Om deze reden heb ik je op Kreta gelaten, opdat je het ontbrekende in orde brengt en in elke stad oudsten aanstelt, zoals ik je opgedragen heb. (TELOS)

Uit de brief aan Titus blijkt, dat de Judaisten ook daar de apostel bestreden.

Steden. - De belangrijkste steden zijn Heraklion (Iraklion of Candia, de oude Italiaanse naam), de grootste stad en hoofdstad, met 275.000 inwoners, en Chania (Haniá), dat 139.000 inwoners telt.

De oude haven van Heraklion, bewaakt door het Venetiaans fort Koules.

Door middel van Kreta handhaafden in de oudheid de Feniciërs hun hegemonie in de Aegeïsche zee. Later bij de volksverhuizing van de Doriers kwam het in het bezit van deze stam, die er een aantal republieken stichtte, waarom het eiland reeds bij Homerus Hekatompolis, het 'honderdstedige' heet. De voornaamste steden waren:

  • Cydonia (Canea, nu Chania), vanwaar de Romeinen de kweeën naar Italië brachten, en dat zij Mala Cydonia noemden;
  • Knossus (nu Makro Trikho), ten zuiden van de tegenwoordige hoofdstad Kandia, de oude hoofdstad van Kreta en de residentie van koning Minos, in welker nabijheid in een kleinen berg, aan de voet van de Ida een grote, onderaardse grot wordt gevonden met ontelbare bochten en gangen, die misschien het oude labyrint van Kreta is
  • Gortyna
  • Lyttus

In de H. Schrift worden bovendien Laséa en Fenix (Phoenix) genoemd.

De oppervlakte. - De kusten van het eiland zijn steil. De zuidkust is op verschillende plaatsen ontoegankelijk, terwijl de noordkust tamelijk vele bochten en grotere havens heeft, zoals de bocht van Martilus (nu golf van Kisamos), de golf van Amphimala (nu golf van Armyro) en de golf van Didymoi Kolpoi (nu golf van Mirabel).

De voornaamste kapen zijn kaap Korykus (nu kaap Grabusa), Psacum (nu Spada), Ciamum (nu Melek), Dium (nu Saxoso), Sammonium of Salmone.

Aan de zuidkust ligt het voorgebergte Ampelus (nu kaap Xacro), Erythraëm (nu kaap Stomachrio Giallo), Leon (nu Lionda).

Bergen. - De voornaamste bergen zijn de Albi Montes (nu Monti Leuki of Aspro Vuna d.i. woeste bergen) met hoge, naakte toppen, welke alleen 's zomers zonder sneeuw zijn.

Ida. - In het midden verheft zich de hoge, schier bestendig met sneeuw bedekte Ida (ook wel Ida Psiloritis, Psiloritis, Pseloriti, Grieks Ψηλορείτης psèloreitès = 'hoogste'). Het is een kale berg, met haar 2456 meter hoogte de hoogste berg van het eiland, 3 meter boven de bergtop van de Pachnes, een berg in het westen van Kreta. De bergtop Ida ligt in het Idagebergte. In de oudheid werd uit de Ida goud, koper en ijzer gewonnen. De godin Aphrodite en de oppergod Zeus werden er vereerd. Zeus zou op deze berg gevoed zijn toen hij nog een baby was.

Het majestueuze gebergte daalt naar het zuiden tot de van het oosten naar het westen lopende vlakte van Gortyna, de enige op het eiland, die door de Elektra (thans Jero Potamos) bevochtigd wordt. In het Zuiden is zij gescheiden van de zee door het gebergte Asterusia (thans Messaragebergte). Ten oosten van de Ida ligt het gebergte Argeüs (thans Jukta), terwijl het oostelijk gedeelte van het eiland bezet is door het gebergte Dikte (thans Setia)

Rivieren. - De voornaamste rivieren zijn ten noorden de Jardanus (thans Platania) en de Oaxes (thans Mylo-Patamos), ten zuiden de Katarrhaktes (thans Zuzuro) en de Elektra (thans Jero Potamos of Messara).

Klimaat. - Het klimaat is in de lagere streken zeer zacht: de hitte wordt getemperd door de zeelucht en de noordenwind.

Opbrengst van het land. Mineralen levert het eiland weinig op. Men vindt er ijzer, kalksteen, marmer en albast. De grond is over het algemeen vruchtbaar en levert koren, citroenen, oranjeappelen, katoen of boomwol, wijn, olie enz.

Geschiedenis

3300-1450 v.C.: Minoïsche periode

De oudste tekenen van beschaving op Kreta zijn van volkeren, die uit Klein-Azië naar het eiland waren gekomen.

Ongeveer 3300 v.Chr. ontwikkelde zich op het eiland de Minoïsche beschaving, de eerste grote beschaving van het gebied rond de Egeïsche Zee. De Minoïsche periode was van 3300 v.Chr. tot 1450 v. Chr.

Deze bracht goede zeevaarders, handelaars en landbouwers voort. Omdat zij vrijwel de gehele oostelijke Middellandse Zee onder controle hadden en vrijwel geen vijanden hadden, konden zij zich ontwikkelen tot een bijzonder hoge beschaving. Knossos was vermoedelijk een belangrijk ceremonieel en politiek centrum. Er was grote welvaart op Kreta door de handel met Griekenland, het Middellandse Zeegebied, Egypte en Syrië, en door de vruchtbare grond van Kreta die olie, graan en wijn opbracht.

Dolfijnen op een Minoïsch fresco in Knossos

De paleizen vormden de economische centra. De ruïnes van deze paleizen zijn op verschillende delen van het eiland te vinden. Het paleis van Knossos bevatte goed ingerichte vertrekken met muurschilderingen, sommige van levensgroot afgebeelde mensen, stieren en dolfijnen. Andere onderwerpen zijn religieuze optochten, dansers, fabeldieren, lelies en vogels.

Door de welvaart nam de bevolking van Kreta toe en verspreidde zich over heel Kreta. De Minoïsche beschaving was waarschijnlijk vredelievend, want er zijn geen verdedigingswerken gevonden.

Aan deze Minoïsche beschaving kwam rond 1200 v.Chr. een einde. Dit wordt vaak in verband gebracht met een waarschijnlijk allesverwoestende aardbeving en vulkaanuitbarsting (Thera). In deze gebeurtenis ziet men zelfs de aanleiding voor de legende van Atlantis. Dendrochronologisch onderzoek heeft echter uitgewezen dat de Thera uitbarsting ruim vier eeuwen voordien (1628 v.Chr.) heeft plaatsgevonden.

Toen het economisch niet meer goed ging, werd Kreta veroverd door de Myceners uit het Griekse gebied. De Minoïsche cultuur bleef daarbij overeind. Een van de belangrijkste dingen uit deze tijd was dat er aan goudbewerking werd gedaan.

Na de Minoïsche periode

ca. 1100 v. C. - Rond deze tijd was er veel onrust en onzekerheid, waardoor een migratiegolf naar Cyprus op gang kwam.

Ca. 1000 v. C. - Rond deze tijd trokken Dorische volken vanuit het Griekse vasteland naar Kreta, die de ijzerbewerking meebrachten. Dit wordt de Dorische tijd genoemd. Deze periode wordt ook de "donkere periode" van de geschiedenis van Kreta genoemd, omdat er vaak oorlogen tussen de steden gevoerd werden, vooral omdat er weinig voedsel was door gebrek aan landbouwgrond.

Ca. 800 - ca. 500 v.C. In deze eeuwen waren er veel kunstenaars op Kreta die veel beelden maakten.

480 - 323 v.C. In deze klassieke periode werd de techniek van het slaan van munten geïntroduceerd. Kreta had niet veel macht. Aan het einde van deze periode kwam Alexander de Grote aan de macht in het buurland Macedonië. Hij overleed in 323 v. Chr.

De daaropvolgende eeuwen werden gekenmerkt door een aaneenschakeling van oorlogen. Achtereenvolgens hebben Romeinen, Arabieren, Byzantijnen, Venetiërs en Turken het eiland overheerst.

67 v.C. - 330 n.C.: Romeinse periode

In deze periode was Kreta een provincie van Rome en eindelijk was er rust en orde op het eiland. Het was nu voor het eerst dat Kreta bezet werd door een vreemde macht. De Romeinen zorgden voor de heropbouw van het eiland en de aanleg van wegen, aquaducten en tempels. Kreta bloeide onder het Romeinse bewind weer op en diverse steden kenden grote economische bloei. In deze periode kenden de landbouw en de veeteelt zeer goede tijden maar ook de visserij deed het uitstekend.

365 n.C.: de grote aardbeving

In 365 na Christus werd Kreta getroffen door een zware aardbeving en tevens als gevolg daarvan door een tsunami, die grote schade aanrichtte. Veel gebouwen werden helemaal vernietigd. Delen van West-Kreta kwamen tot negen meter hoger te liggen.

9e-10e eeuw: Arabische periode

In de 9de eeuw veroverden de Arabieren Kreta. Gedurende ongeveer anderhalve eeuw hadden ze er de macht, totdat de Byzantijnen het eiland veroverden met wel 3000 schepen. Er kwamen veel inwoners van Constantinopel op Kreta wonen.

1204 - 1169: Venetiaanse heerschappij

De tijd van de Kruistochten was aangebroken en na de bezetting van Constantinopel in 1204 kwam Kreta in handen van Bonifatius van Montferrato. Bonifatius had eigenlijk de nieuwe keizer van Constantinopel moeten worden, maar de Venetianen verkozen Boudewijn VI van Henegouwen. Aan Bonifatius werd Kreta toegewezen, maar hij verkocht het eiland spoedig aan Venetië. Even probeerden de Genovezen alsnog het eiland te veroveren maar het waren uiteindelijk de Venetianen die het definitief innamen. Zo kwam Kreta onder Venetiaanse heerschappij. Deze periode duurde 450 jaar lang.

De Venetianen bevolkten het eiland met militairen aan wie ze grote stukken land gaven. Dit verwekte tal van opstanden van de Kretenzische bevolking, die steeds met harde hand werden neergeslagen.

Na de val van Constantinopel in 1453 groeiden de Venetianen en Kretenzers meer naar elkaar toe. Dit kwam waarschijnlijk mede uit angst voor de gezamenlijke vijand, de Ottomanen. Veel Kretenzers leerden Italiaans en gingen naar Venetië om te werken of te studeren. Vanaf circa 1454 en gedurende twee eeuwen kende Kreta een enorme culturele bloei, het was de tijd van de Kretenzische Renaissance. Schilderkunst, architectuur, beeldhouwkunst, literatuur, onderwijs, alle vormen van kunst vierden hoogtij. De Venetiaanse kenmerken van Kreta uit die periode zijn nog steeds op het eiland te zien.

1669 - 1898: Ottomaanse heerschappij

In 1645 vielen de Ottomaanse Turken Kreta binnen. De verovering maakte abrupt een einde aan de Kretenzische Renaissance en luidde het begin in van een langdurige onderdrukking van de lokale bevolking door de Turken. De Venetianen verlieten het eiland, maar ook veel Kretenzers gingen ergens anders wonen. De Kretenzers moesten hoge belastingen betalen.

Vanaf het einde van de 18e eeuw kende Kreta nog zwaardere tijden en in de 19e eeuw braken er opstanden uit. In 1821, het jaar van de opstand van de Grieken tegen de Ottomanen, probeerde Kreta met de rest van Griekenland mee te gaan. De Ottomaanse overheerser accepteerde dit niet en probeerde met geweld en gruweldaden de opstand van de Kretenzers te stoppen. Kreta kwam massaal in opstand.

In 1830 werd Kreta aan Egypte geschonken, maar in 1841 kwam het weer in de handen van de Ottomanen. De opstand was echter geenszins voorbij. Op beperkte schaal smeulde de opstand verder, totdat na het drama van het Arkadi-klooster in 1866 het verzet tegen de Ottomanen verhevigde.

In 1879 dwongen de toenmalige grote landen (Engeland, Frankrijk, Rusland en Italië) het Ottomaanse Rijk tot het verdrag van Chalepa (Chalepa is een dorp vlak bij Chania), inhoudende dat de Kretenzers meer vrijheid kregen en het Grieks als officiële taal erkend werd. Ondanks de toegewezen beperkte rechten gingen de bezetters door met het onderdrukken van de Kretenzers.

In 1898 kreeg Kreta zijn vrijheid. De reactie van het op Kreta aanwezige Ottomaanse leger was het vermoorden van onschuldige burgers, het verbranden van huizen en het roven van winkels. De grote machten reageren nu pas echt, wat terugtrekking van de Ottomanen versnelde.

1898 - 1913: De Kretenzische staat

Kreta was nu behoorlijk zelfstandig, maar veel mensen wilden bij Griekenland horen. De grote landen zoals Engeland en Italië hadden hun eigen belangen en vonden dat Kreta niet tot Griekenland moest horen. Kreta werd daarna tijdelijk bestuurd door de Griekse Prins George, maar stond nog wel onder de soevereiniteit van de Ottomaanse Sultan. In 1913 werd Kreta uiteindelijk opgenomen in het Koninkrijk Griekenland na de overwinning van Griekenland in de Balkanoorlog.

1913 - heden

De Kretenzische bevolking werd door Griekenland met open armen ontvangen. Tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog hebben Kretenzers voor Griekenland gevochten. In mei 1941 landden Duitse parachutisten in het westen van Kreta in een poging het eiland over te nemen. Na een zware strijd tussen Australiërs, Nieuw-Zeelanders en Grieken enerzijds en Duitsers anderzijds, viel Kreta uiteindelijk in handen van de Duitsers. Het was de eerste grootschalige luchtlandingsoperatie uit de geschiedenis die zo kostbaar was dat de Duitsers nooit meer een belangrijke luchtlandingsaanval zouden uitvoeren. Door sommige historici wordt de grote moeite van de Duitsers om op Kreta snel resultaat te boeken geweten aan de verliezen van de Luftwaffe tijdens de slag om Den Haag. Verschillende verzetsorganisaties streden de volgende jaren met Britse hulp tegen de Duitse bezetter. Deze was wreed; dorpen werden platgebrand en burgers geëxecuteerd.

Na de oorlog heerste er armoede, maar Kreta is tegenwoordig een van de meest welvarende gebieden van Griekenland, mede door het toerisme en de landbouw.

Bronnen

Ed. Rhiem, C.H. van Rhijn (red.), Bijbelsch woordenboek voor ontwikkelde lezers der Heilige Schriften (Utrecht: Kemink & Zoon, 1885-1886) s.v. Kreta. Tekst van dit lemma is op 31 maart 2016 verwerkt.

Art. Kreta op Wikipedia.nl. Tekst hiervan is verwerkt op 3 en 8 april 2016.

Art. Ida Psiloritis op Wikipedia.nl. Enige tekst hiervan is verwerkt op 10 april 2016.

  1. Grieks-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.