Maresa
Merasa verwijst in de Bijbel naar een man en een stad.
1. nakomeling van Juda;
2. Maresa of Marescha, een stad in de laagte van Juda, door koning Rehabeam versterkt. In haar nabijheid werden de benden van de Koesjiet Zerah door Asa geheel verslagen (2 Kron. 14:9v). Zij was de geboorteplaats van de profeet Eliëzer. Later behoorde zij aan de Idumeërs.
Bron
P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Tekst van het lemma 'Maresa' is op 8 aug. 2018 onder wijziging verwerkt.