Nadab is de naam van verschillende mannen in de Bijbel.

1. de eerstgeboren zoon van Aäron en Eliseba.

2. nakomeling van Benjamin;

3. zoon en opvolger van Jerobeam I, koning over het rijk der tien stammen.

Jakob
 
Rachel
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Jozef
 
Asnath
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Efraïm
 
 
 
 
 
 
...
 
 
 
 
 
 
Nebat
 
 
 
 
 
 
 
Jerobeam I
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Abia
 
Nadab
 

Hij beklom de troon van het tienstammenrijk Israël in het tweede regeringsjaar van Asa de koning van Juda (1 Kon. 15:25), in het jaar 910 vóór Chr.[1] en regeerde ternauwernood twee jaren.

Tijdbalk: van Saul tot Baësa
BenhadadBaësaNadabAsaAbiaJerobeam ISisakRehabeamSisakSalomoDavidDavidIsbosethSaul

De jaartallen zijn ontleend Bijbels ontstaansmodel; tijdbalk Masoreten (Stichting De Oude Wereld, 2009).

De beeldendienst van zijn vader handhaafde hij. Terwijl Nadab de toen Filistijnse stad Gibbethon belegerde, werd hij door Baësa gedood;

4. nakomeling van Juda.

Bron

P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Tekst van het lemma 'Nadab' is op 8 juli 2017 verwerkt.

Voetnoot

  1. De opgaven verschillen. De tijdbalk van de Stichting De Oude Wereld (opgegaan in het Logos Instituut) geeft 910-909 v.C. op. William F. Albright dateert de regeertijd 901 - 900 v.C.. E. R. Thiele stelt 910 - 909 v.C. (Zie https://en.wikipedia.org/wiki/Nadab_of_Israel). Volgens P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling (Haarlem: De erven F. Bohn, 1866) werd Nadab koning in 954 v.C..