Onthoofding
Onthoofding schijnt in Egypte regel te zijn geweest. De bakker van de Egyptische koning, die Jozef in de gevangenis sprak, had een droom. Overeenkomstig Jozefs uitleg van de droom werd de bakker enige tijd later onthoofd.
Ge 40:19 Binnen nog drie dagen zal Farao uw hoofd verheffen van boven u, en hij zal u aan een hout hangen, en het gevogelte zal uw vlees van boven u eten. (SV)
Het onthoofde lichaam van de bakker werd aan een hout gehangen, en de vogels aten van het vlees.
Bij Perzen, Romeinen en andere heidense volkeren was onthoofding als de eerzaamste doodstraf gebruikelijk.
Bij de Joden werd zij later meermalen door de herodiaanse vorsten voltrokken. Johannes de Doper (Matth. 14: 10v.) en, volgens de overlevering, ook Jakobus de zoon van Zebedeüs (Hand. 12 : 2) werden door onthoofding geëxecuteerd.
Herodes Antipas liet Johannes onthoofden in de kerker:
Mt 14:10 En hij zond een knecht en onthoofde Johannes in de gevangenis,(TELOS)
Herodes zei later van Johannes en Jezus:
Lu 9:9 Herodes nu zei: Johannes heb ik onthoofd, maar Wie is Deze van Wie ik zulke dingen hoor? En hij trachtte Hem te zien. (TELOS; vgl. Marc. 6:16, 27)
De eerste bloedmartelaar van de twaalf apostelen was Jacobus de zoon van Zebedeüs. Herodes Antipas doodde hem met het zwaard.
Hnd 12:2 En hij doodde Jakobus, den broeder van Johannes, met het zwaard. (TELOS)
Volgens de overlevering werd hij onthoofd, in het jaar 43/44 na Chr.
De radicale moslims van de terreurgroep ISIS schrikken er niet voor terug christenen te onthoofden.
Niet alleen in de begintijd werden gelovigen onthoofd, ook in de eindtijd komt onthoofding voor:
Opb 20:4 En ik zag tronen, en zij gingen daarop zitten, en het oordeel werd hun gegeven; en ik zag de zielen van hen die om het getuigenis van Jezus en om het woord van God onthoofd waren, en die het beest of zijn beeld niet hadden aangebeden en niet het merkteken aan hun voorhoofd en aan hun hand ontvangen hadden; en zij werden levend en regeerden met Christus duizend jaren. (TELOS)
De slachtoffers worden onthoofd ‘om het getuigenis van Jezus en om het woord van God’. Ze sterven dus als martelaren.
Bron
H. Zeller, Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk. Tweede deel K - Z. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1872) s.v. Strafambt, blz. 516. Tekst hiervan is op 20 aug. 2014 verwerkt.