Rechab
Rechab of Rekab is in de Bijbel de naam van drie onderscheiden mannen.
Naam. De Hebreeuwse naam is רכב, Rekab. De eigennaam betekent 'ruiter'. De naam komt in de Bijbel 13x voor. Het strongnummer is H7394.
Verwijzingen. De onderscheiden dragers van de naam zijn:
- de zoon van Rimmon uit Beëroth, een stad in Benjamin (2 Sam. 4:2, 5, 9). Rechabs broer heette Baëna. Ze waren aanvoerders van benden, in dienst van koning Isboset, de zoon van Israëls eerste koning Saul. De broers maakten zich beiden schuldig aan het vermoorden van Isboseth, waarom ze door David met de dood gestraft werden. Dit wordt verhaald in 2 Sam. 4.
- de vader van Jonadab. Deze zoon leefde ten tijde van koning Jehu van het Noordrijk. Hij wordt als de eigenlijke stamvader der Rechabieten beschouwd werd, ofschoon zij naar zijn vader Rechab heetten.
- de vader van Malchia. Deze zoon was hoofd van het district van Bet-Cherem. Na de ballingschap herstelde Malchia de mestpoort van de muur van Jeruzalem ten tijde van Nehemia (Neh. 3:14). Het is niet onmogelijk dat hij door "zoon van Rechab" als een afstammeling van de Rechabieten aangeduid is[1].
Ne 3:14 De Mestpoort herstelde Malchia, de zoon van Rechab, hoofd van het district Beth-Cherem; hij herbouwde hem en plaatste zijn deuren, [met] de sluitbalken ervan en zijn grendels. (HSV)
Bronnen
Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen. Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon van Larry Pierce.
P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Tekst van het lemma 'Rechab' is onder wijziging verwerkt op 8 okt. 2022.
Voetnoot
- ↑ Ed. Riehm, C.H. van Rhijn (red.), Bijbelsch woordenboek voor ontwikkelde lezers der Heilige Schriften (Utrecht: Kemink & Zoon, 1885-1886) s.v. Rechabieten.