Samma
Samma (= verbazing) is de naam van verschillende mannen genoemd in de Bijbel.
De Hebreeuwse naam is שׁמה, sjammah, en betekent "verbazing"[1]. Het Strongnummer is 08048. De naam komt 8x voor in het Oude Testament. In het Engels wordt zijn naam geschreven: Shammah. De naam verwijst naar:
- de zoon van Rehuël en de kleinzoon van Ezau; hij was een aanvoerder van de Edomieten.
- Samma of Simea, de derde zoon van Isaï en de broer van David. Een van zijn zonen, Jonadab, was later de vriend van Amnon; een ander, Jonathan, maakte zich door het verslaan van een reus beroemd;
- zoon van Age, de Harariet. Hij was een der dapperste helden van David, wiens schitterende wapenfeiten ons in 2 Sam. 23: 11-16 beschreven worden;
- de Harodiet, een der dertig helden van David (2 Sam. 23:25), elders Sammoth geheten,
- een Aseriet.
Bronnen
P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Tekst van het lemma 'Samma' is op 19 april 2017 verwerkt.
Hebreeuws-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.
Voetnoot
- ↑ Hebreeuws-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.