Naar inhoud springen

Romeinen 11: verschil tussen versies

951 bytes toegevoegd ,  5 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 9:
Voor de tweede uitleg pleit: God heeft hen niet verworpen, vgl. Rom. 11:1-2:
 
''Ro 11:1 Ik zeg dan: Heeft God zijn volk verstoten? Volstrekt niet! Ik ben immers ook een Israeliet, uit het geslacht van Abraham, van de stam van Benjamin. Ro 11:2 God heeft zijn volk <u>niet verstoten</u> dat Hij tevoren heeft gekend. Of weet u niet wat de Schrift zegt in de geschiedenis van Elia? Hoe hij Israel bij God aanklaagt: (Telos)''
 
Maar Israël heeft de messias verworpen (Matt. 21:42, vgl. Marc. 12:10, Luc. 20:17, 1 Petr. 2:4, 7; Marc. 8:31, vgl. Luc. 9:22; Luc. 17:25;).
Regel 20:
 
''Ro 11:11 Ik zeg dan: Zijn zij gestruikeld, opdat zij zouden vallen? Volstrekt niet! Maar door <u>hun overtreding</u> is de behoudenis tot de volken gekomen, om hun jaloersheid op te wekken. Ro 11:12 En als <u>hun overtredin</u>g de rijkdom van de wereld is en <u>hun verlies</u> de rijkdom van de volken, hoeveel te meer hun volheid! (Telos)''
 
Hun ongeloof heeft geleid tot Gods barmhartigheid jegens de gelovige heidenen.
 
''Ro 11:30 Want evenals u voorheen niet in God geloofd hebt, maar nu barmhartigheid hebt verkregen door het ongeloof van dezen, (Telos)''
 
'''Hun aanneming'''. Kan betekenen: (1) hun aanneming door God, of (2) hun aanneming van de messias. Voor de eerste uitleg pleit: in het volgende gedeelte wordt gezegd dat God hen weer kan enten (11:23-24). Voor de tweede uitleg pleit: in vers 11 staat dat hun volheid een grote zegen brengt.
Regel 28 ⟶ 32:
 
''Mt 22:10 En die slaven gingen naar buiten naar de wegen en brachten allen samen die zij vonden, zowel bozen als goeden; en de bruiloft <u>werd vol</u> met hen die aanlagen. (TELOS)''
 
== Rom. 11:27 ==
Ro 11:27 En dit is voor hen het verbond mijnerzijds, wanneer Ik hun zonden zal wegnemen’. (TELOS)
Verwijst wellicht naar:
 
''Jer 31:33 Maar <u>dit is het verbond, dat Ik na die dagen met het huis van Israël maken zal</u>, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven, en zal die in hun hart schrijven; en Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn. Jer 31:34 En zij zullen niet meer, een iegelijk zijn naaste, en een iegelijk zijn broeder, leren, zeggende: Kent den HEERE! want zij zullen Mij allen kennen, van hun kleinste af tot hun grootste toe, spreekt de HEERE; want <u>Ik zal hun ongerechtigheid vergeven, en hunner zonden niet meer gedenken</u>. (SV)''
<br />
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.