Naar inhoud springen

Cyrus II de Grote: verschil tussen versies

3.434 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
'''Naam.''' De Hebreeuwse naam is כורשׁ, ''Kovresh'', of כרשׁ, ''Koresh'' (Ezr. 1:1,2). Gr. ''Curos'', Lat. ''Cyrus''. Het woord is van Perzische oorsprong en betekent in het Perzisch: Zon<ref>Aldus de theoloog Heinrich Eduard Schmieder (1794-1893) in: Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Jes. 44:28. </ref>. Anderen vermelden als betekenis "Houdt de oven in bezit"<ref>''Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen.'' Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige ''Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon'' van Larry Pierce. </ref>, "Bezit gij de oven"<ref>"Possess thou the furnace", ''Online Bible Hebrew Lexicon'', onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. </ref>, "Bezit de oven"<ref name=":0">"possède la fournaise" of "puissance suprême", aldus ''Lexique Hébrue (numéros Strong)''. Onderdeel van de Online Bible (Importantia) </ref>, "Opperste macht"<ref name=":0" />, "Bezitter van de smeltoven"<ref>"Besitzer des Schmelzofens", aldus ''Hebraisch-Deutsch Strong Lexikon'', editie 2015. Onderdeel van de Online Bible (Importantia) </ref>. De naam komt 15x voor in het Oude Testament.
 
'''Stamboom''':{{Stamboom Kores}}<br />{{Tijdbalk Israël 600-500 v.C.}}
'''Profetisch voorzegd.''' Reeds de profeet [[Jesaja]] spreekt van Kores, anderhalve eeuw vóór diens geboorte. <blockquote>''Jes 44:28  Die van Cores zegt: Hij is Mijn herder, en hij zal al Mijn welgevallen volbrengen; zeggende ook tot Jeruzalem: Word gebouwd; en [tot] den tempel: Word gegrond. (SV)''</blockquote>Mogelijk spreken deze verzen ook van Kores :<blockquote>''Jes 41:2  Wie heeft van den opgang dien rechtvaardige verwekt? heeft hem geroepen op zijn voet? de heidenen voor zijn aangezicht gegeven, en gemaakt, dat hij [over] koningen heerste? heeft ze zijn zwaard gegeven als stof, zijn boog als een voortgedreven stoppel? (...) Jes 41:25  Ik verwek [een] van het noorden, en hij zal opkomen van den opgang der zon; hij zal Mijn Naam aanroepen; en hij zal komen [over] de overheden als [over] leem, en gelijk een pottenbakker het slijk treedt.'' (SV)</blockquote>'''Tijdlijn:'''{{Tijdbalk Israël 600-500 v.C.}}
 
De Perzische vorst bracht in 539 v.C. het Babylonische rijk ten val. In de zomer van het jaar 538 vaardigde Kores in zijn zomerverblijf te Ecbatana (= [[Achmetha]]) zijn bekende decreet tot herbouw van Gods huis te Jeruzalem uit.[[Bestand:Veroveringen door Cyrus de Grote (Kores) - Perzische Rijk - Access Foundation.jpg|miniatuur|1024x1024px|''De veroveringen van Cyrus de Grote (Kores)''|alt=|geen]]<blockquote>
 
''2Kr 36:23  Zo zegt Kores, koning van Perzie: De HEERE, de God des hemels, heeft mij alle koninkrijken der aarde gegeven; en Hij heeft mij bevolen Hem een huis te bouwen te Jeruzalem, hetwelk in Juda is; wie is onder ulieden van al Zijn volk? De HEERE, zijn God, zij met hem, en hij trekke op. (SV)''</blockquote><blockquote>
 
''Ezr 1:1 In het eerste jaar nu van Kores, koning van Perzie, opdat volbracht wierd het woord des HEEREN, uit den mond van Jeremia, verwekte de HEERE den geest van Kores, koning van Perzie, dat hij een stem liet doorgaan door zijn ganse koninkrijk, zelfs ook in geschrift, zeggende: Ezr 1:2  Zo zegt Kores, koning van Perzie: De HEERE, de God des hemels, heeft mij alle koninkrijken der aarde gegeven; en Hij heeft mij bevolen Hem een huis te bouwen te Jeruzalem, hetwelk in Juda is.  Ezr 1:3  Wie is onder ulieden van al Zijn volk? Zijn God zij met hem, en hij trekke op naar Jeruzalem, dat in Juda is, en hij bouwe het huis des HEEREN, des Gods van Israël; Hij is de God, Die te Jeruzalem [woont]. Ezr 1:4  En al wie achterblijven zou in enige plaatsen, waar hij als vreemdeling verkeert, dien zullen de lieden zijner plaats bevorderlijk zijn met zilver, en met goud, en met have, en met beesten; benevens een vrijwillige gave, voor het huis Gods, Die te Jeruzalem [woont].'' (SV)</blockquote>
 
Mogelijk heeft Cyrus kennis van Jesaja's voorzegging aangaande hem gehad. Toen hij zijn overwinningen uitbreidde, hebben de Joden hem gelegenheid kunnen verschaffen, om te weten wat van hem voorzegd was. Niemand was er geschikter toe dan Daniël, een man van rang en aanzien, die zich in het derde jaar van Belsazar, de laatsten der koningen van Babel, zelf in Perzië bevond (Daniël 8:2). Ook was er overvloedige gelegenheid, om Cyrus bericht te geven van deze Godsspraak, toen hij zich met het belegeren en innemen van Babel bezig hield. Althans dat hem deze voorzegging niet onbekend geweest zij, lijkt naar voren te komen uit het geschrift, dat hij in het eerste jaar van zijn opperheerschappij liet uitgaan (2 Kron. 36:23; Ezr. 1:1-4).[[Bestand:Veroveringen door Cyrus de Grote (Kores) - Perzische Rijk - Access Foundation.jpg|miniatuur|1024x1024px|''De veroveringen van Cyrus de Grote (Kores)''|alt=|geen]]
 
== Bron ==
Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Jes. 44:28. Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 5 jan. 2020.
 
== Voetnoot ==
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.