Naar inhoud springen

Richteren 5: verschil tussen versies

2.546 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
Regel 178:
 
'''De aloude beek.''' De beek "kedoemiem" (Hebr.), dat is, van de voortijd, de oude beroemde beek, of, volgens een andere verklaring: de beek van de slagen, dat is, die de slag mede besliste en aan welke later nog menige slag geleverd zou worden.
 
== 22 ==
Ri 5:22  Toen stampten de paardenhoeven, van het rennen, het rennen van zijn machtigen. (CP<ref name=":0" />)
Het hoevengekletter werd gehoord, vanwege het aandrijven en rennen van hun machtigen, hun vijandelijke vorsten, die nu in ordeloze vlucht vlucht zich probeerden te redden.
 
== 23 ==
Ri 5:23  Vloekt Meroz, zegt de Engel des HEEREN, vloekt haar inwoners gedurig; omdat zij niet gekomen zijn tot de hulp des HEEREN, tot de hulp des HEEREN, tegen de machtigen. (CP<ref name=":0" />)
'''Vloekt.''' Omdat zij zich verwijtbaar onthielden van hulp aan Israëlieten. Misschien lieten zij Sisera ontkomen. Het 'vloekt!' staat in tegenstelling met het 'gezegend!' in het volgende vers, gezegd van Jaël, die Sisera niet liet ontkomen, maar hem doodde.
 
'''Meroz.''' Een plaats die in de Bijbel alleen genoemd wordt in dit vers. De plaats ligt in Noord-Israël. De precieze ligging is onbekend. De plaatsnaam betekent "toevlucht"<ref>''Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen.'' Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige ''Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon'' van Larry Pierce. </ref>. De inwoners hielden zich afzijdig en kwamen hun broeders niet te hulp. Meroz is mogelijk dezelfde plaats als het tegenwoordige [https://en.wikipedia.org/wiki/Kafr_Misr Kafr Misr], ten zuiden van de [[Tabor (berg)|Tabor]], halverwege de weg naar [[Endor]]. Of gelijk aan [https://en.wikipedia.org/wiki/Al-Murassas Al-Moerassas], een plaats ten noorden van de berg Tabor.
 
== 24 ==
Ri 5:24  Gezegend zij boven de vrouwen Jaël, de huisvrouw van Heber, den Keniet; gezegend zij ze boven de vrouwen in de tent! (SV)
'''Gezegend.''' In contrast met de vervloeking van Meroz in het vorige vers. Jaël liet Sisera niet ontkomen, maar doodde hem in zijn slaap.
 
== 30 ==
Ri 5:30  Zouden zij dan de buit niet vinden [en] delen? een liefje, [of] twee liefjes, voor iedere man? Voor Sisera een buit van gekleurde stoffen, een buit van gekleurde stoffen, gestikte, gekleurde stoffen, aan beide zijden gestikt, voor de hals als buit. (CP<ref name=":0" />)
'''Voor de hals als buit.''' Buitgemaakte gekleurde stoffen die om de hals gedragen werden.
 
== 31 ==
Ri 5:31  Alzo moeten omkomen al Uw vijanden, o HEERE! die Hem daarentegen liefhebben, [moeten] [zijn], als wanneer de zon opgaat in haar kracht. En het land was stil, veertig jaren. (SV)
'''En het land was stil veertig jaren.''' Deze zin hoort niet meer bij het lied van Debora.
{{Tijdbalk Israël 1340-1042 v.C.}}
 
== Bron ==
Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Richt. 5:4-2123. Tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 26 apr. 2021.
 
== Voetnoot ==
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.