Efod: verschil tussen versies
k
→De efods van Gideo en Micha
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 26:
Toen David zag dat [[Ziklag]] door de Amalekieten geplunderd, platgebrand en van zijn inwoners, onder wie Davids beide vrouwen [[Abigaïl]] en [[Ahinoam]], beroofd waren, wilde hij God vragen wat nu te doen. Daartoe liet hij de priester [[Abjathar]] de efod brengen.<blockquote>''1Sa 30:7 En David zei tegen de priester Abjathar, de zoon van Achimelech: Breng mij toch de efod. En Abjathar bracht de efod bij David. 1Sa 30:8 Toen raadpleegde David de HEERE en zei: Zal ik deze bende achtervolgen? Zal ik ze inhalen? En Hij zei tegen hem: Achtervolg ze, want u zult ze zeker inhalen, en u zult de gevangenen zeker bevrijden. (HSV)''</blockquote>
== De efods van
Wij lezen dat [[Gideon]] (Richt. 8:27), en dat Micha (Richt. 17:1v) een efod hebben gemaakt
== Bron ==
|