Efod

Uit Christipedia

De efod – vroeger gespeld ephod - of het borstkleed[1] was het belangrijkste kledingstuk van de hogepriester van Israël, het voornaamste onderdeel van zijn gewaad. De efod van de hogepriester is beschreven in Exod. 28: 6-30; 39: 2-21 (vgl. Lev. 8: 7 enz).

Ex 25:7  onyxstenen en [andere edel]stenen [als] opvulling voor de efod en de borsttas. (HSV)

Ex 25:7  onyxstenen en andere edelstenen, om er het borstkleed en de borsttas mee te bezetten. (Canis)

Van geringere stof werd hij ook door de gewone priesters gedragen (1 Sam. 2: 18; 22: 18; 2 Sam. 6: 14).

De efod van de hogepriester was een schouderkleed of korte mantel, een soort hes, bestaande uit twee stukken, die, zonder mouwen, hoofdzakelijk slechts de schouders bedekten en over dezen van voren en van achteren niet ver overhingen, - een prachtgewaad over de lange mantel, de mantel van de Efod, Exod. 28: 31 en elders genoemd, en met deze onafscheidelijk verbonden.

Hogepriester dragend de efod. De artistieke verbeeldingen lopen uiteen en zijn niet altijd juist.  © Copyright V. Gilbert & Arlisle F. Beers, bron: www.VisualBibleAlive.com

De beide stukken werden op de schouders aan elkaar vastgemaakt, terwijl zij aan hun benedeneinde door een gordel (Statenvertaling: riem) moesten worden samengehouden (Exod. 28: 8; 29:5; 39: 5; Lev. 8: 7).

Efod van de pop van de hogepriester te Timna (Israël). De gouden zettingen komen opvallend uit.

Stof. De stof van de efod en van de gordel was zeer fijn wit linnen, zeer kunstig geheel met hemelsblauwe, purperen, scharlaken en gouden draden doorweven.

Schouderstenen

Op elke schouder was geplaatst een sardonyxsteen (of onyxsteen), in goud (gouden zetting, kastje) gevat. Ze dienden hetzij te gelijk als haak om de beide stukken aanéén te houden, hetzij zonder die bestemming. In elk van deze stenen waren zes namen van de stammen van Israël gegraveerd, waardoor zij stenen waren ter gedachtenis voor de kinderen Israëls, door de Hogepriester voor het aangezicht van de Heer op zijn schouderen te dragen, ten blijk van de zorg die hij voor hen droeg.

Aan de twee gouden zettingen (kastjes) waren gouden kettinkjes vastgehecht (Ex. 28:14). De kettinkjes waren als koorden gevlochten; de Statenvertaling spreekt van "gedraaid werk", "gedraaide ketentjes".

Borstlap/tas

Midden voor de borst, op de gordel van de efod, was de borstlap of borsttas. Zijn naam zal, naar de meest gewone verklaring, iets schitterends aanduiden, zonder nadere bestemming van zijn doel. Ewald echter meent, dat die naam oorspronkelijk een beurs of iets dergelijks heeft betekend. Zeker is het, dat de bestemming van de borstlap was, om er iets in te bewaren, en wel, volgens Exod. 28: 30, de Urim en Thummim.

Deze borsttas was een span lang en evenzo breed, dus vierkant (Ex. 28:16), en dubbel, wat wel verstaan zal moeten worden van de binnenste en buitenste stukken of lappen, waaruit hij was samengesteld. De stof van de borsttas was als die van de efod: goud, hemelsblauw, purper en scharlaken en van fijn getweernd linnen (Ex. 28:15).

Twaalf edelstenen. Op de buitenzijde van de borstlap, die dus zichtbaar was, waren twaalf edele stenen vastgehecht, die in Exod. 28 bij name worden genoemd.

Andere weergave van de efod

De stenen waren in vier rijen aangebracht en in goud gevat (Ex. 28:17v). In elke steen was de naam van één der stammen van Israëls (Ex. 28:21) gegrafeerd.

Ex 28:21  En deze stenen zullen zijn met de twaalf namen der zonen van Israël, met hun namen; zij zullen als zegelen gegraveerd worden, elk met zijn naam; voor de twaalf stammen zullen zij zijn. (SV)

Daar niet voor alle stenen duidelijk is, welke steen met het Hebreeuwse woord bedoeld wordt, vindt men in vertalingen verschillende benamingen. In onderstaande tabel worden de namen uit de Herziene Statenvertaling steeds het eerst genoemd.

Borstlap
robijn (of sardis)

Ruben

topaas

Simeon

karbonkel (of smaragd)

Levi

smaragd (of karbonkel of granaat)

Juda

saffier

Dan

diamant (of sardonix of aquamarijn)

Naftali

hyacint (of barnsteen)

Gad

agaat

Aser

amethist

Issaschar

turkoois (of chrysoliet)

Zebulon

onyx (of sardonix)

Josef

jaspis

Benjamin

De borsttas met de namen diende "tot een voortdurende gedachtenis voor het aangezicht van Jahweh" (Ex. 28:29)

Ex 28:29  Zo zal Aäron de namen van de zonen van Israël op de borsttas van de beslissing, op zijn hart dragen, als hij in het heiligdom binnenkomt, tot een voortdurende gedachtenis voor het aangezicht van de HEERE. (HSV)

Gouden kettinkjes. Aan de borsttas waren zuiver gouden kettinkjes bevestigd (Ex. 28:22). Ze waren als koorden gevlochten, gedraaid werk dus. De kettinkjes verbonden de borsttas aan de zettingen van de edelestenen op de schouder (Ex. 28:25). De kettinkjes zaten in de gouden ringen aan de bovenste hoeken van de borsttas (Ex. 28:23-24).

Gouden ringen. Vier gouden ringen waren er aan de vier hoeken van de borstlap, met het doel om deze aan de efod vast te hechten. De beide bovenste ringen (Ex. 28:23) werden namelijk aan gouden kettinkjes gehangen, die met hun ander einde boven aan het invatsel (de zetting, het kastje) van de beide schouderstenen bevestigd varen, zodat de borstlap eigenlijk van de schouders afhing en gedragen werd.

De ringen aan de beide benedeneinden van de borsttas zaten aan de binnenrand, die tegen het borstkleed ligt (Ex. 28:26). Aan de beide onderste ringen hingen hemelsblauwe snoeren (Ex. 28:28), die naar beneden liepen en aan twee andere ringen van de efod gehecht waren. Deze onderste ringen zaten onder aan de voorkant van het borstkleed, boven de band (riem, gordel) van het borstkleed (Ex. 28:27).

Op deze wijze werd de borstlap naar boven en beneden tegen de efod en de borst gesloten gehouden, zodat elke beweging of schudding voorkomen werd, volgens de uitdrukkelijke bepaling van Exod. 28: 28.

Urim en Tummim. In de borsttas bevonden zich twee stoffelijke voorwerpen, vermoedelijke twee stenen, genaamd 'Lichten' (naar het Hebreeuws overgeschreven in het Nederlands: 'Oeriem' of 'Urim') en 'Volmaaktheden' ('Toemiem' of 'Tummim').

Ex 28:30  En u moet in de borsttas van de beslissing de urim en de tummim doen, zodat die op het hart van Aäron zijn, als hij binnenkomt voor het aangezicht van de HEERE. Zo zal Aäron de beslissing voor de Israëlieten voortdurend op zijn hart dragen voor het aangezicht van de HEERE. (HSV)

De voorwerpen werden door de hogepriester gebruikt bij de raadpleging van God.

Zie Urim en Tummim voor het hoofartikel.

Mantel van de efod

Onder de efod werd een geheel hemelsblauwe schoudermantel gedragen, genoemd "de mantel van de efod" (Ex. 28:31). In het midden zat een hoofdgat (halsopening), afgezet met een kunstig geweven zoom (Ex. 28:32), ter voorkoming van inscheuren.

David en de efod

Toen David zag dat Ziklag door de Amalekieten geplunderd, platgebrand en van zijn inwoners, onder wie Davids beide vrouwen Abigaïl en Ahinoam, beroofd waren, wilde hij God vragen wat nu te doen. Daartoe liet hij de priester Abjathar de efod brengen.

1Sa 30:7 En David zei tegen de priester Abjathar, de zoon van Achimelech: Breng mij toch de efod. En Abjathar bracht de efod bij David. 1Sa 30:8 Toen raadpleegde David de HEERE en zei: Zal ik deze bende achtervolgen? Zal ik ze inhalen? En Hij zei tegen hem: Achtervolg ze, want u zult ze zeker inhalen, en u zult de gevangenen zeker bevrijden. (HSV)

De efods van Gideon en Micha

Wij lezen dat Gideon (Richt. 8:27), en dat Micha (Richt. 17:1v) een efod hebben gemaakt, als het middelpunt van een bijzondere familie-godsdienst. De efod van Micha komt voor begeleid van Terafim en beeldwerk. Gideon maakte een efod en stelde die op in zijn woonplaats Ofra.

Ri 8:26 Het gewicht van de gouden ringen, waar hij om gevraagd had, was zeventienhonderd [sikkel] goud, naast de maantjes, oorhangers en purperen kleding die de koningen van Midian gedragen hadden, en naast de kettingen om de halzen van hun kamelen. Ri 8:27 Gideon maakte daar een efod van en stelde die op in zijn stad, in Ofra. En heel Israël ging er als in hoererij achteraan, zodat het voor Gideon en zijn huis tot een valstrik werd. (HSV)

Waren de efods van Gideon en Micha kostbare kledingstukken of iets anders? De Hebraïst Gesenius en anderen menen dat die beelden waren. Hiertegen kan men inbrengen dat het volstrekt niet ongerijmd is, ook daar aan de hogepriesterlijke efod te denken, die door Gideon en Micha werden nagemaakt, om zelf de hogepriesterlijke ambtsverrichtingen, in de eerste plaats zeker het geven van Godspraken, zich aan te matigen. Niettemin blijft het nog altijd moeilijk, in welk verband men zich efod en terafiem heeft voor te stellen, die in de geschiedenis van Micha zo nauw verenigd zijn.

Meer informatie

Breastplate of the High Priest Exodus 28. Youtube.com: TheTabernacleMan, 16 dec. 20210. Duur: 4 min. 27 sec. Aan de hand van een pop gekleed in het hogepriesterlijke gewaad wordt iets verteld over de borstplaat met de twaalf edelstenen.

Bron

W. Moll, P.J. Veth, F.J. Domela Nieuwenhuis e.a., Bijbelsch woordenboek voor het christelijk gezin. Eerste deel A – H. Amsterdam: P.N. van Kampen, 1852. De tekst van het lemma Ephod is op 6 april 2013 verwerkt.

Voetnoot

  1. Term in de Petrus Canisius-vertaling.