Naar inhoud springen

1 Korinthiërs 11: verschil tussen versies

2.697 bytes toegevoegd ,  2 jaar geleden
k
Regel 221:
Anderen hebben bij 'macht op haar hoofd' gedacht aan een teken van waardigheid, weer anderen aan een soort talisman tot bescherming<ref>Deze meningen worden vermeld in: A. van Veldhuizen, ''Paulus' brieven aan de Korinthiërs'' (Groningen, Den Haag: J.B. Wolters' uitgeversmaatschappij, 1922. Deel van de reeks ''Tekst en Uitleg''. Praktische Bijbelverklaring door F.M.Th. Böhl en A. van Veldhuizen), blz. 97.</ref>. De laatste gedachte is zeer onwaarschijnlijk, omdat Paulus dan uit heidens bijgeloof een dergelijke inzetting had gegeven.
 
'''Terwille van de engelen.''' Synoniemen: ''om der engelen wil, omwille van de engelen''. Hebben we hier met een tweede beweegreden te doen? Dan zou het in dit geval aan de eerste verbonden moeten worden (die, waaraan het woord ''daarom'' herinnert) door een voegwoord als: ''en'', ''en ook'', of ''en bovendien''. Is het integendeel hetzelfde motief maar onder een anderen vorm voorgesteld? Maar dan kunnen we niet begrijpen, welk verband er is tussen de wijzen van uitdrukking, die zozeer verschillen en toch dezelfde gedachte moeten weergeven.
 
"Terwille van de engelen" kan men ook verstaan als een verstérking van de beweegreden. De engelen bezien het gedrag van mannen en vrouw. Wij zien hen niet, maar zij zien ons wel. Het is van belang dat de engelen de scheppingsorde zien in de gemeente, in kleding en gedrag van de gelovigen. De engelen waren tegenwoordig bij het werk van de schepping. Hoe zouden zij dan niet onzicht­baar tegenwoordig (kunnen) zijn bij de godsdienstoefening van de gemeente, waarin zulk een groot deel van Gods genadewerken door de verloste zondaars ver­wezenlijkt wordt? Hoe zou dan iets, dat indruist tegen de verordening van God en dat aanstoot geeft aan de hoogste wel­voeglijkheid, waarvan de engelen volmaakte vertegenwoordigers zijn, hun niet smarten? En zou de smart en de schande, die gevoeld wordt door deze onzichtbare getuigen, hoe zouden die niet een sombere sluier over het hoge van de godsdienst­oefening geworpen hebben?
 
Dit zijn nog enkele andere meningen<ref name=":0" />:
Volgens een mening speelden de engelen een actieve rol in de schepping en worden zij 'beledigd' door een wijze van doen, die in strijd is met de normale verhouding, die in het begin was gesteld tussen de man en de vrouw.
 
Volgens* eenDe meningengelen speelden de engelen een actieve rol in de schepping. enZij worden zij 'beledigd' door een wijze van doen, die in strijd is met de normale verhouding, die in het begin was gesteld tussen de man en de vrouw. Daartegen kan men opmerken dat de Bijbel nergens spreekt van een deelneming van [[Engel|engelen]] aan de schepping door God.
* Fedekte vrouwen tot voorbeelden strekken voor de engelen, zij zijn modellen van nederigheid voor het leven in het algemeen, en niet alleen voor dat in de godsdienstoefening. Maar het voorzetsel δια (dia'')'', ''om'' ''(terwille van''), geeft een andere betrekking te kennen dan die van het voorbeeld. Zij doet veeleer denken aan de tegenwoordigheid van of het toezien door de engelen.
* Paulus spreekt hier van de slechte engelen, wier begeer­lijkheden opgewekt zonden kunnen zijn door het gezicht van vrouwen, die niet gesluierd waren. Of wel, ziende op de engelen in het algemeen, heeft men in onze passage een toespeling gevonden op het verhaal van Gen. 6 verzen 1-4, waar we lezen dat de engelen de vrouwen aanzagen, dat zij mooi waren, en dat zij vrouwen namen en bij hen kinderen verwekten. Maar als er sprake is van de goede engelen, dan hebben ze wel andere gelegenheden om ongesluierde vrouwen te zien dan in de godsdienstoefening van de heiligen; en als er sprake is van de kwade engelen, dan brengt deze beproeving toch geen verandering in hun staat. Geen enkele bijzondere trek in deze passage leidt er anders toe om hier een zinspeling te vinden op Gen. 6.
* De bedoelde engelen, of, naar het Grieks, 'boodschappers', 'gezanten' (vgl. Jak. 2:25, Rachab nam de boodschappers of gezanten op), zijn spionnen gezonden door de heidenen om te waken over de gods­dienstoefening van de christenen.
* De engelen zijn de meest vrome leden;
* De engelen zijn de profeten die in de vergadering waren;
* De engelen zijn de herders (vgl. Opb. 1:20 "de engelen van de zeven gemeenten").
 
== 11 ==
1Co 11:11 Evenwel is noch de vrouw zonder de man, noch de man zonder de vrouw, in de Heer. (TELOS)
De apostel voelt behoefte, na hierboven de natuurlijke ondergeschiktheid van de vrouw met betrekking tot de man te hebben laten uitkomen, om de uiteenzetting van deze betrek­king aan te vullen om de andere zijde van de waarheid aan te tonen; dat nu doet hij in de vzn. 11 en 12.
Opdat de man zich niet verheffe, dient hij te beseffen dat hij niet zonder de vrouw kan.
 
Opdat de man zich niet verheffeverheft, dient hij te beseffen dat hij niet zonder de vrouw kan.
 
== 12 ==
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.