Naar inhoud springen

Openbaring 1: verschil tussen versies

6.107 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
Regel 146:
 
== 9 ==
Opb 1:9 Ik, Johannes, uw broeder en medegenootmededeelgenoot in de verdrukking en het koninkrijk en de volharding in Jezus, waskwam op het eiland, genaamddat Patmos heet, om het woord Godsvan God en dehet getuigenis van Jezus. (TELOS)
'''In de verdrukking'''. Johannes stelt zich voor als iemand die verdrukking lijdt. Deze verdrukte verhaalt niet wat hem allemaal overkomen is. Hij volstaat met een korte mededeling. Niet hij, maar Jezus Christus staat in het middelpunt. In de openbaring zien we op aarde verdrukte gelovigen en in de hemel verheerlijkte heiligen. Na het lijden volgt de heerlijkheid, gelijk bij Jezus Zelf.
 
'''En het koninkrijk.''' Johannes stelt zich ook voor als iemand die deel heeft aan het koninkrijk van God. In Openbaring wordt de heerschappij en het koninkrijk van Jezus Christus gevestigd. De tegenstanders worden geoordeeld.
 
Gelovigen op aarde zijn de voorhoede van het koninkrijk dat met de wederkomst van Christus in de wereld gevestigd zal worden. Het rijk is er nu in een verborgen vorm. Wij zijn de onderdanen ervan.
 
De toestand is vergelijkbaar met die van [[David]] en zijn medegenoten in de verdrukking en het koninkrijk. David was tot koning gezalfd, maar Saul oefende de heerschappij uit en David moest telkens vluchten. Hij leed verdrukking. Later zou hij tot heerschappij komen, eerst over Juda en daarna over heel Israël. Zijn vrienden deelden in zijn verdrukking en latere heerschappij.
 
'''En de volharding in Jezus.''' Johannes heeft deel aan de volharding in Jezus. De laatste jaren zullen zwaar zijn. Paulus spreekt van 'zware tijden'. Volhouden tot de komst van de Heer is het devies. De heiligen die na de opname van de gemeente op aarde zijn, staan zeer zware tijden te wachten. Volharding in Jezus leidt ons van de moeite, zorg, verdrukking van de huidige bedeling tot de heerlijkheid inclusief heerschappij van de toekomende tijd.
 
'''Patmos.''' Een eiland voor de Turkse westkust, zie [[Patmos]].
 
'''Om het woord van God en het getuigenis van Jezus.''' Zie vs. 2: "''Deze heeft het woord van God betuigd en het getuigenis van Jezus Christus, alles wat hij heeft gezien.''" (Telos). Om de belijdenis en verkondiging van dat woord en getuigenis was Johannes in ballingschap weggevoerd naar Patmos. Om die reden zouden gelovigen zelfs onthoofd worden.
 
''Opb 6:9  En toen het Lam het vijfde zegel opende, zag ik onder het altaar de zielen van hen die geslacht waren om het woord van God en om het getuigenis dat zij hadden.'' (Telos)
 
''Opb 20:4  En ik zag tronen, en zij gingen daarop zitten, en het oordeel werd hun gegeven; en ik zag de zielen van hen die om het getuigenis van Jezus en om het woord van God onthoofd waren, en die het beest of zijn beeld niet hadden aangebeden en niet het merkteken aan hun voorhoofd en aan hun hand ontvangen hadden; en zij werden levend en regeerden met Christus duizend jaren.'' (Telos)
 
De Heer Jezus Zelf wordt genoemd 'het Woord van God'.
 
''Opb 19:13  En Hij is bekleed met een in bloed gedoopt kleed, en zijn naam wordt genoemd: het Woord van God.'' (Telos)
 
== 10 ==
Opb 1:10  Ik kwam in de Geest op de dag van de Heer, en ik hoorde achter mij een luide stem als van een bazuin, (Telos)
'''De dag van de Heer.''' Letterlijk ‘heer-lijke dag’, dus ’s Heren dag’ en niet ’dag van de Heer’ in de zin van de oordeelsdag. Bedoeld is de eerste dag van de week, waarop de Heer Jezus is opgestaan; niet de toekomstige oordeelsdag van Jahweh.
 
'''Een luide stem als van een bazuin.''' Mogelijk van een engel (vs. 1). Een tel later klinkt een stem die van de Heer Jezus is, een stem "als een gedruis van vele wateren" (vs. 15).
 
''Opb 4:1  Hierna zag ik, en zie, een deur was geopend in de hemel, en de eerste stem die ik gehoord had als van een bazuin, die met mij sprak, zei: Kom hier op en Ik zal u tonen wat hierna moet gebeuren.'' (Telos)
 
Wanneer de Heer Jezus ons komt halen, zal zijn stem gepaard gaan met het geluid van 'de bazuin van God', Zijn komst is met bazuingeschal.
 
''1Th 4:16  Want de Heer Zelf zal met een bevelend roepen, met de stem van een aartsengel en met de bazuin van God neerdalen van de hemel; en de doden in Christus zullen eerst opstaan;'' (Telos)
 
== 11 ==
Opb 1:11  die zei: Wat u ziet, schrijf dat in een boek en zend het aan de zeven gemeenten: naar Efeze, naar Smyrna, naar Pergamus, naar Thyatira, naar Sardis, naar Filadelfia en naar Laodicea. (Telos)
De zeven gemeenten bevonden zich in het westen van het huidige Turkije. Mogelijk het werkgebied van Johannes.
 
'''Efeze.''' Als eerste genoemd, mogelijk (1) omdat het naar verluidt Johannes' thuisgemeente was en/of (2) om een toekomstkundige reden: de ontwikkeling van de gemeente van Christus in haar doen en laten op aarde, waarvan [[Efeze]] de eerste fase, die van de eerste eeuw, voorstelt.
 
== 12 ==
Opb 1:12  En ik keerde mij om, om de stem te zien die met mij sprak en toen ik mij had omgekeerd, zag ik zeven gouden kandelaars; (Telos)
'''De stem ... die met mij sprak.''' Vs. 10.
 
'''Zeven gouden kandelaars.''' Ze stellen de zeven gemeenten voor, waaraan het boek Openbaring was gericht. Zeven is het getal van de volheid. Het boodschap van het boek was ''primair'' gericht aan die gemeenten, doch is er ook voor álle gemeenten.
 
Opmerkelijk dat (1) Johannes die als eerste noemt en (2) de kandelaars van goud zijn, allemaal, terwijl bijna al deze gemeenten wel een aanmerking van 's Herenwege verdienden. Een gemeente, zelfs die van het lauwe Laodicea, is een gouden kandelaar in Gods ogen. De gemeenten zijn kostbaar in ’s Heren oog, ze (zullen) delen in Zijn heerlijkheid.
 
De kandelaars geven ''licht''. Hiervoor dienen zij. De gemeenten zijn lichten in deze donkere wereld, ze dragen en verspreiden goddelijk licht.
 
== 13 ==
Opb 1:13  en in het midden van de kandelaars iemand, de Zoon des mensen gelijk, bekleed met een gewaad tot de voeten en aan de borst omgord met een gouden gordel, (Telos)
'''In het midden van de kandelaars.''' De kandelaars die Zijn gemeenten voorstellen, wier Hoofd Hij is.
 
'''De Zoon des mensen gelijk.''' De Heer Jezus is een mens in de hemel.
 
== 14 ==
Regel 155 ⟶ 209:
''Da 7:9 Ik keek toe totdat er tronen werden geplaatst, en de Oude van dagen Zich neerzette. Zijn gewaad was wit als de sneeuw en het haar van Zijn hoofd als zuivere wol. Zijn troon waren vuurvlammen en de wielen ervan waren laaiend vuur. (HSV)''
 
'''Ogen als een vuurvlam'''. DieHeilige ogen met een vuurgloed, ogen die beproeven en dwars door je heen zien. Niets is voor hemde Heer en Rechter verborgen.
 
== 15 ==
Opb 1:15 en zijn voeten aan blinkend koper gelijk, als gloeiden zij in een oven, en zijn stem als een gedruis van vele wateren. (TELOS)
'''Blinkend koper.'''
'''Koper'''. Koper dat aan het vuur wordt blootgesteld wordt gloeit. Het spreekt van oordeel, vuur dat beproeft.
 
''Opb 2:18 En schrijf aan de engel van de gemeente in Thyatira: Dit zegt de Zoon van God, die zijn ogen heeft als een vuurvlam en zijn voeten aan blinkend koper gelijk:'' (Telos)
 
'''KoperAls gloeiden zij in een oven.'''. Koper dat aan het vuur wordt blootgesteld wordt gloeit. Het spreekt van oordeel, vuur dat beproeft.
 
'''Gedruis van vele wateren.''' Eerder klonk een (mogelijke andere) stem "als van een bazuin" (vs. 10).
 
== Nabeschouwing (14-16) ==
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.