Naar inhoud springen

Kerkgeschiedenis der middeleeuwen: verschil tussen versies

k
Regel 305:
 
== 1073 - 1294: de bloeitijd van de pauselijke kerk ==
Het tweede tijdvak van de middeleeuwse kerkgeschiedenis loopt van Gregorius VII (1073 n.C.) tot Bonifatius VIII (1294 n.C.). Het is de bloeitijd van de pauselijke kerk, een tijd die ruim twee eeuwen heeft geduurd. Dit tijdvak begint met de geweldige worsteling tussen Paus en Keizer over de oppermacht, de strijd tussen Kerk en Staat, een worsteling, die jaren duurde en eindigde met de volkomen zegepraal van het Pausdom.
 
'''Ideaal van Gregorius VII.''' Gregorius VII (Hildebrand van Sovana) was 12 jaren paus (1073 - 1085). Hij was een 'groot' man in de zin van een krachtfiguur, eigenlijk de 'grootste' paus uit de Middeleeuwen. Hij had het ideaal van de kerkstaat altijd voor ogen. Zijn doel was de Kerk te doen heersen over de wereld, de pauselijke stoel te ver­heffen boven alle aardse heerschappij, de kerk te verheffen boven de staat. Heel de levensgedachte van Gregorius was, dat het pausdom de zon zou zijn en het koningschap de maan. De overheid ontleende volgens hem haar macht alleen aan de Kerk.
'''Maatregelen door Gregorius VII.''' Op de Pauselijke Stoel zat Gregorius VII, in de volle zin van het woord een krachtfiguur. Zijn streven was: de Kerk te verheffen boven den Staat; de Kerk vrij te maken van elke invloed, die haar groei en bloei kon belemmeren. Dat was bij hem niet alleen heerszucht, maar ook heilige overtuiging. Drie maatregelen nam hij om de clerus vrij te maken van elke band. Ten eerste verbood hij aan ieder in de klerikale stand (bisschop, priester, diaken) het huwelijk. Anders gezegd, hij schreef hun het [[celibaat]] voor. Ten tweede verbood hij klerikale ambten voor geld te verkopen, een schromelijk misbruik in die tijd ('Simonie'). Ten derde ontnam hij aan de vorsten het Investituur-recht, d. i. het recht van de vorsten om bisschoppen met ring en staf te belenen als bewijs, dat zij hun waardigheid van een wereldlijk vorst hadden ontvangen.
 
Zijn streven was de Kerk eerst los van de wereld te maken, haar vrij te maken van elke invloed, die haar groei en bloei kon belemmeren. Dat was bij hem niet alleen heerszucht, maar ook heilige overtuiging.
Tegen het celibaat ging een storm van verontwaardiging op van de gehuwde kerkelijke ambtsdragers, maar de paus hield vol en de clerus boog het hoofd. Om de beide andere besluiten ontstond een geweldige botsing met de Duitse Keizer, die bisschoppen naar willekeur afzette en aanstelde. De strijd tussen Keizer en Paus eindigde met de zegepraal van de laatste, en al werd later ook nog vele jaren deze kamp voortgezet, de pauselijke macht vermeerderde al meer. Bij het einde van dit tijdvak was de pauselijke Kerk oppermachtig.
 
Drie maatregelen nam hij om de clerus vrij te maken van elke band:
 
# hij verbood de [[Clerus|clerici]] het huwelijk (celibaatswetten);
# hij verbood het verkopen van kerkelijke ambten;
# hij vaardigde vervolgens wetten uit tegen het verlenen van kerkelijke ambten door leken.
 
'''Celibaatswetten.''' Ten eerste verbood hij aan ieder in de klerikale stand (bisschop, priester, diaken) het huwelijk. Anders gezegd, hij schreef hun het [[celibaat]] voor. De dienaren der kerk moesten door een vrijwillig priestercelibaat afstand van de wereld doen. In 1073 vaardigde Gregorius zijn celibaatswetten uit. Tegen het celibaat ging een storm van verontwaardiging op van de gehuwde kerkelijke ambtsdragers, maar de paus hield vol en de clerus boog het hoofd.
 
'''Tegen simonie.''' Ten tweede verbood hij klerikale ambten voor geld te verkopen, een schromelijk misbruik in die tijd ('simonie'). Wie een kerkelijk ambt voor geld verkocht, zou met de ban gestraft worden.
 
'''Tegen de investituur.''' Ten derde ontnam hij aan de vorsten het Investituur-recht, d. i. het recht van de vorsten om bisschoppen met ring en staf te belenen als bewijs, dat zij hun waardigheid van een wereldlijk vorst hadden ontvangen. Gregorius vond dat geen kerkelijk ambt ooit weer uit de hand van een wereldlijk persoon ontvangen mocht worden. Daartoe vaardigde hij zijn wetten uit tegen de investituur, d.i. het verlenen van kerkelijke ambten door leken.
 
'''Strijd tussen keizer en paus.''' Om de beide andere besluiten (tegen de investituur en de simonie) ontstond een geweldige botsing met de Duitse keizer, die bisschoppen naar willekeur afzette en aanstelde. De strijd is jaren lang gevoerd met het huis der Hohenstaufen. De eerste keizer met wie Gregorius in de strijd gewikkeld werd, was Hendrik IV. Deze werd zelfs in de ban gedaan en genoodzaakt te Canossa, waar de paus tijdelijk vertoefde, boete te doen voor zijn ongehoorzaamheid. De keizer ontving absolutie.
 
Toen Gregorius de keizer opnieuw in de ban deed, trok deze naar Rome , nadat hij een tegenkeizer, Rudolf, overwonnen had en bracht de paus in het nauw. Deze werd ingesloten, toen hij zich in de Engelenburg had teruggetrokken. Wel bevrijdde een Noorman, Robert Guiscard, hem maar Gregorius was toch genoodzaakt, om aan de woede van het volk te ontkomen, naar Salerno te vluchten, waar hij in 1085 stierf.
 
TegenDe hetstrijd celibaat ging een storm van verontwaardiging op van de gehuwde kerkelijke ambtsdragers, maar de paus hield vol en de clerus boog het hoofd. Omtussen de beide anderemachten besluiten ontstond een geweldige botsing met de Duitse Keizer, die bisschoppen naar willekeur afzettekeizer en aanstelde. De strijd tussen Keizer en Pauspaus eindigde met de zegepraal van de laatste, en al werd later ook nog vele jaren deze kamp voortgezet, de pauselijke macht vermeerderde al meer. Bij het einde van dit tijdvak (eind 13e eeuw) was de pauselijke Kerk oppermachtig.
 
'''Monnikwezen.''' Ook het monnikenwezen ontwikkelde zich verbazend in deze tijd. 't Aantal orden nam steeds toe en allerwegen verrezen kloosters. Menig klooster was een brandpunt van beschaving, maar ook van innige Godsvrucht, want de Cluniacensische reformatie in de laatste eeuw van het vorig tijdvak werkte nog na. Mannen als Peter van Clugny en Bernard van Clairvaux, blonken als lichtende sterren aan de kerkhemel van de Middeleeuwen.
Regel 317 ⟶ 335:
'''Tijdtafel''' van gebeurtenissen:
 
1073. Hildebrand van Soana (of Sovana) wordt op 22 april 1073 te Rome tot paus verkozen, terwijl de begrafenisplechtigheid van zijn voorganger Alexander II nog aan de gang was. Hij kieskiest de naam Gregorius VII.
 
1075. De investituur-wet.
Regel 329 ⟶ 347:
1083. Keizer Hendrik IV verovert een deel van de stad Rome.
 
10881085. Op 25 mei sterft paus Gregorius VII te Salerno. Zijn laatste woorden zijn: "Ik heb de gerechtigheid liefgehad en het onrecht gehaat, daarom sterf ik in ballingschap."<ref>Aangehaald in: H.P. Hoffmann, G.A.N. Andries, D.A.M. Timmermans, J.B. Uytterhoeven, ''De geschiedenis van het christendom voor jonge mensen verhaald en getekend'' (Orbis en Orion Uitgevers N.V., 1982), deel 5: De Middeleeuwen, hoofdstuk 18. </ref>
 
1094. Synode te Clermont.
Regel 529 ⟶ 547:
 
== Bronnen ==
J. H. Landwehr, ''Kort overzicht van de kerkgeschiedenis. Kampen'': J.H. Kok, 3e herz. druk 1922. Tekst hieruit is verwerkt op 5 en 26 dec. 2021 en 20 feb. en 24 apr. en 4 sept. 2022.
 
J.H. Landwehr, ''Handboek der Kerkgeschiedenis''. Vier delen. Kampen: J.H. Kok, 1922, 2e druk. Tekst hieruit is verwerkt op 10 juli 2015
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.