Naar inhoud springen

Daniël 1: verschil tussen versies

1.544 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
Regel 2:
 
== Samenvatting ==
Daniël en zijn drie vrienden zijn aan het hof van Nebukadnezar, de koning van Babel, gekomen. Trouw aan de God van Israël en Zijn aan Israël gegeven spijswetten, weigeren zij het voedsel en de wijn van de tafel van de koning te nuttigen. Hun trouw wordt heerlijk beloond: God schenkt hen uitnemende wijsheid en verstand tegenover Nebukadnezar.
 
== 1 ==
<onlyinclude><sup>1</sup> In het derde jaar van het koninkrijk van Jojakim, de koning van Juda, kwam Nebukadnezar, de koning van Babel, te Jeruzalem en belegerde haar. </onlyinclude>(CP<ref name=":0">Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling. </ref>)
'''In het derde jaar van het koninkrijk van [[Jojakim]].''' Dat is 606<ref>Volgens Roger Liebi, ''Das Buch Daniël'', [https://rogerliebi.ch/wp-content/uploads/material/RL-R000.01-2013-06-01-Dan_-Skript-Auslegung-Einfuehrung-Daniel-Folge-1-K1-3-.pdf hoofdstukken 1 t/m 3] (juni 2013). Transcript van een toespraak.</ref> of 605 v.C. Want de schrijver volgt de babylonischeBabylonische wijze van dateren, waarbij het jaar van de troonsbestijging van een koning niet wordt meegeteld.<ref name=":1">Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), ''Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht'' (Boekencentrum, 1987). </ref> Het is de eerste aanval van Babel op Jeruzalem.
 
De slechte koning Jojakim was de op twee na laatste koning van Juda.
{{Tijdbalk Israël 650-600 v.C.}}
 
== 2 ==
<onlyinclude><sup>2</sup>  En de HEEREHeer gaf Jojakim, dende koning van Juda, in zijn hand, en een deel der vaten van het huis Gods; en hij bracht ze in het land van Sinear, [in] het huis zijnsvan zijn godsgod; en de vaten bracht hij in het schathuis zijnsvan godszijn god. </onlyinclude>(SVCP<ref name=":0" />)
'''Heer.''' Hebr. ''Adonai''.
'''Sinear.''' D.i. het land van Babel, in de benedenloop van de rivier Eurfraat en Tigris, zie [[Sinear]].
 
'''Sinear.''' D.i. het land van Babel, in de benedenloop van de rivier Eurfraat en Tigris, in Zuid-Irak. zie [[Sinear]].
 
'''En de vaten bracht hij in het schathuis van zijn god.''' Dit is een oordeel, een straf. Vergelijk: <blockquote>''1Sa 5:2  En de Filistijnen namen de ark Gods, en zij brachten ze in het huis van Dagon, en stelden ze bij Dagon.'' (SV) </blockquote>'''Zijn god.''' D.i. Mardoek, de hoofdgod van de Babyloniërs, de stadgod van Babel; anders diens zoon Naboe ([[Nebo]]), waarnaar Nebukadnezar vernoemd is.
 
== 4 ==
<onlyinclude><sup>4</sup>  Jongelingen, aan welke geen gebrek was, maar schoon van aangezicht, en vernuftig in alle wijsheid, en ervaren in wetenschap, en kloek van verstand, en in welke bekwaamheid was, om te staan in het paleis van de koning; en dat men hen onderwees in de boeken en spraak der Chaldeeën. </onlyinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Spraak der Chaldeeën.''' D.i. het [[Aramees]]. De hoofdstukken 2 (vanaf vers 4b) t/m 7 van het boek Daniël zijn in die taal geschreven.
 
== 7 ==
Regel 66 ⟶ 76:
 
{{Tijdbalk Israël 550-500 v.C.}}
 
== Nabeschouwing ==
Er is sprake van gedwongen assimilatie. De knapen krijgen Babylonische namen en worden onderwezen in de taal en de geschriften van de Chaldeeën.
 
==Voetnoten==
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.