Naar inhoud springen

GEZAG en/in DIENSTBAARHEID m/v: verschil tussen versies

vervolg oorspronkelijke opzet herstellen
(oorspronkelijke opzet herstellen)
(vervolg oorspronkelijke opzet herstellen)
Regel 102:
d. een van hen met ons getuige worden e. e. van Zijn opstanding.
De conditie van (oog)getuige* zijn noemde Jezus. Han.1:8
a. In de kring van ongeveer 120 mensen word door deze mensen zelf rondgekeken.
b. En zij ( de kring, de gemeente) stelden er twee voor.
c. Toen werd er voor hen gebeden.
Regel 111:
 
Ook vroeger en nog in sommige kerken, werden er altijd tweetallen voorgesteld voor het ambt van ‘ouderling’ en ‘diaken’.
De gemeenschap, de kerk (''ekklesia'') werd betrokken en geraadpleegd bij het aanstellen.
zo als de apostelen dus al deden bij de 120 discipelen.
Wel zien we dat apostelen over verschillende gemeenten gezag hebben..
Petrus en de anderen zenden ‘afgevaardigden’ naar de gemeente van Antiochië om orde op zaken te stellen en de gemeente te bouwen.
Apostel Paulus heeft gezag over de gemeenten die door/onder zijn bediening ontstaan zijn.
Lees voor de overige apostelen bijlage A.
 
Wel zien we dat apostelen over verschillende gemeenten gezag hebben. Petrus en de anderen zenden ‘afgevaardigden’ naar de gemeente van Antiochië om orde op zaken te stellen en de gemeente te bouwen. Apostel Paulus heeft gezag over de gemeenten die door/onder zijn bediening ontstaan zijn.
Verschillende van deze apostelen hebben brieven geschreven waarin ze vooral aangeven dat ze ‘dienstknecht* (doulos = slaaf) en / of apostel zijn.
In Jak.1:1 staat dat Jacobus zichzelf noemt: ‘dienstknecht van God en de Here Jezus Christus. Is hij een van de twaalf? waarschijnlijk wel.
In 1Pet. 1:1 lezen we: ‘Petrus, een apostel van Jezus Christus.
En in 2Pet. 1:1 Simon Petrus, een dienstknecht en apostel van Jezus Christus.
En in Jud. 1, Judas, een dienstknecht van Jezus Christus
Opb.1:1, om zijn dienstknechten te tonen, - door de zending van Zijn engel aan Zijn dienstknecht Johannes.
Of er al anderen tot apostel benoemd waren voor Paulus is niet duidelijk.
Wel is zo dat de eerst elf (of twaalf) ook door Paulus “de onvergelijkelijke apostelen” genoemd worden. EN dat is ook in zekere zin zo, want aan hen heeft Jezus zijn geboden gegeven Han.1:1. en ook Petrus komt er op terug met: ‘ en aan het gebod uwer apostelen van de Here en Heiland. 2Pet. 3:2
Judas in zijn brief: ‘herinnert u de woorden, die voor dezen gesproken zijn door de apostelen van onze Here Jezus Christus’.Jud.17.
Daarom zijn de overige apostelen niet te vergelijken, in zekere zin, met de twaalf, want de twaalf hebben een rechtstreeks mandaat van Jezus ontvangen.
Rechten van de apostelen.
Paulus heeft het daarover in 1Kor.9 dat hij net zo goed een apostel is, ook Barnabas.
1. vs 4,,’Hebben wij geen bevoegdheid (exousia) om te eten en te drinken’.
2. vs 5, ‘Hebben wij geen bevoegdheid (exousia) om een zuster als vrouw mee te nemen.
gelijk ook de andere apostelen en de broeders van de Here en Kefas?
3. vs 6,. ‘Of hebben alleen ik en Barnabas geen bevoegdheid (exousia) om vrij te blijven van handenarbeid’.
vs 13, ‘weet je niet dat zij die in het heiligdom de dienst verrichten, van het heiligdom eten, en zij die het altaar bedienen, hun deel ontvangen van het altaar’.
vs 14, ‘zo heeft de Here ook voor de verkondigers van het evangelie de regel gesteld , dat zij van het evangelie leven’. ‘euaggelion kataggellousin ek tou euaggelion zoijn’.
4. Een Apostel heeft de bevoegdheid om iemand iets ernstig aan te zeggen.
[Apostel Petrus zegt tegen Saffira ‘Hoe hebben jullie kunnen overeenkomen om de Geest van de Here te verzoeken. Zie de voeten van hen die je man hebben begraven zijn aan de deur en ze zullen ook jou uitdragen. en zij viel terstond neder voor zijn voeten en blies de adem uit.]
Apostel Petrus zegt in Han. 8:20 tegen Simon (de tovenaar) ‘uw geld zij met u ten verderve.’
[Apostel Paulus in 1Kor.5:4, Wanneer wij vergaderd zijn,jullie en mijn geest met de kracht van onze Here Jezus, leveren wij in de naam van de Here Jezus deze man aan de satan over tot verderf van zijn vlees, opdat zijn geest behouden worde in den dag des Heren.]
Ook Apostel Judas in zijn brief heeft straffe uitspraken over ongeregelden in de gemeente.
 
Verschillende van deze apostelen hebben brieven geschreven waarin ze vooral aangeven dat ze ‘dienstknecht* (''doulos'' = slaaf) en / of apostel zijn. In Jak.1:1 staat dat Jacobus zichzelf noemt: ‘dienstknecht van God en de Here Jezus Christus. Is hij een van de twaalf? waarschijnlijk wel. In 1Pet. 1:1 lezen we: ‘Petrus, een apostel van Jezus Christus. En in 2Pet. 1:1 Simon Petrus, een dienstknecht en apostel van Jezus Christus. En in Jud. 1, Judas, een dienstknecht van Jezus Christus Opb.1:1, om zijn dienstknechten te tonen, - door de zending van Zijn engel aan Zijn dienstknecht Johannes. Of er al anderen tot apostel benoemd waren voor Paulus is niet duidelijk. Wel is zo dat de eerst elf (of twaalf) ook door Paulus “de onvergelijkelijke apostelen” genoemd worden. EN dat is ook in zekere zin zo, want aan hen heeft Jezus zijn geboden gegeven Han.1:1. en ook Petrus komt er op terug met: ‘ en aan het gebod uwer apostelen van de Here en Heiland. 2Pet. 3:2. Judas in zijn brief: ‘herinnert u de woorden, die voor dezen gesproken zijn door de apostelen van onze Here Jezus Christus’.Jud.17. Daarom zijn de overige apostelen niet te vergelijken, in zekere zin, met de twaalf, want de twaalf hebben een rechtstreeks mandaat van Jezus ontvangen.
E. HOUDING VAN GEZAGSDRAGERS / LEIDINGGEVENDEN
Jezus zelf brengt een heel typerend verschil aan van gezagsdragers in de wereld en gezagsdragers in de gemeente over de andere discipelen.
Gezagsdrager in het koninkrijk van God.
In Mat.20:25-28 geeft Jezus aan hoe je dat moet zijn. ‘Doch Jezus riep hen tot Zich en zeide: Je weet dat de regeerders der volken heerschappij over hen voeren en de rijksgroten oefenen macht over hen.
Zo is het onder  jullie niet . Maar wie onder jullie groot wil worden, zal jullie dienaar zijn, en wie onder jullie de eerste wil zijn, zal jullie slaaf zijn.
En Jezus voegt daar bij de sterkste motivatie die er voor Hem maar bestaat:.
‘gelijk de Zoon des mensen niet gekomen is om Zich te laten dienen, maar om te dienen en Zijn leven te geven als losprijs voor velen’.
Gezag hebben, leiding geven is dus bepaald niet zoals het normaal in de wereld gebeurt, geen heerschappij voeren, geen macht uitoefenen. Maar juist een houding van dienen.
Maar ook als je gezag ontvangen hebt dan dien je daar mee de anderen.
Als je in de gemeente van Christus gezag hebt, dan is dat ook niet om heerschappij te voeren of macht uit te oefenen, maar om iedereen te dienen in de gemeente.
‘weid Mijn lammeren, hoed Mijn schapen’ zei Jezus tegen Petrus, ……Joh.21:15-17..
Als apostel kreeg hij deze opdracht om als herder de schapen te weiden, dat is voor hun welstand te zorgen. gezagsdrager of leider zijn betekent voor het zo goed mogelijk zorgen voor de gemeente, de gelovigen, de heiligen in Christus, zoals de Bijbel dat noemt.
Als je verlangt de eerste te zijn dan moet je eerst beginnen om slaaf voor allen te zijn. Leren wat het betekent opdrachten uit te voeren in alle nederigheid, zonder mitsen en maren. Ervaren wat het is om voor Jezus de laagste plaats in te nemen. Opdrachten uitvoeren zo als een ander dat wil, met alle plezier, zelfs al zou je het beter weten en kunnen. Uitvoeren in liefde en plezier.
Iemand helpen in het huishouden. Iemand helpen met verbouwen.
Ook Petrus komt er later op terug. In 1Pet.5;2, hoedt de kudde Gods, die bij u is,niet gedwongen, maar uit vrije beweging, naar de wil van God, niet uit schandelijke winzucht, maar uit bereidwilligheid, niet als heerschappij voerend over hetgeen u ten deel gevallen is, maar als voorbeelden der kudde.
Petrus spreekt er duidelijke taal over. Niet gedwongen, als :nou moet ik bepaalde dingen doen dat hoort bij mijn taak,.of: niemand anders wil deze taak op zich nemen dus doe ik het maar want ik ben toch een regelneef en dit kan er wel bij.
Ook niet uit winzucht, omdat het je dan toch op bepaalde gebieden extra voordelen geeft.
Ook niet heerschappij voerend alsof het het jouw gemeente is.
Het gaat om de kudde hoeden, zien wat ze nodig hebben en er voor zorgdragen. Uit bereidwilligheid om de gemeente te dienen of de broeder of zuster om daarin Christus te dienen. En dit doende als voorbeelden der kudde. Zoals bereidheid om te helpen, gastvrij zijn, herbergzaamheid geven.
Gezag in de praktijk.
Er zijn nog twee belangrijke punten; Hoe gaan de apostelen om met hun gezag:
1.. ook als het gaat om aanstellen van nieuwe mensen.
2.. ook als het gaat om het oplossen van problemen die in de gemeente zijn ontstaan
 
'''Rechten van de apostelen'''. Paulus heeft het daarover in 1Kor.9 dat hij net zo goed een apostel is, ook Barnabas. 1. vs 4,,’Hebben wij geen bevoegdheid (''exousia'') om te eten en te drinken’. 2. vs 5, ‘Hebben wij geen bevoegdheid (''exousia)'' om een zuster als vrouw mee te nemen, gelijk ook de andere apostelen en de broeders van de Here en Kefas? 3. vs 6,. ‘Of hebben alleen ik en Barnabas geen bevoegdheid (exousia) om vrij te blijven van handenarbeid’.
1..Aanstellen nieuwe Gezagsdragers.
 
Bij het nieuw aanstellen van mensen zien we dat het eerst bij Mattias. Han. 1:15-26.
vs 13, ‘weet je niet dat zij die in het heiligdom de dienst verrichten, van het heiligdom eten, en zij die het altaar bedienen, hun deel ontvangen van het altaar’. vs 14, ‘zo heeft de Here ook voor de verkondigers van het evangelie de regel gesteld , dat zij van het evangelie leven’. ‘''euaggelion kataggellousin ek tou euaggelion zoijn’.''
De apostelen als gezagsdragers rechtstreeks door Jezus aangesteld omdat ze het geestelijk gezag hebben bepalen de randvoorwaarden die moeten gelden.
 
Petrus zegt in de psalmen staat:  ‘een ander neme het ‘opzicht* dat hij had’ .
4. Een Apostel heeft de bevoegdheid om iemand iets ernstig aan te zeggen.
, (hierbij noemt hij de conditie, voorwaarden)
 
a. Er moet dan van de mannen,
[Apostel Petrus zegt tegen Saffira ‘Hoe hebben jullie kunnen overeenkomen om de Geest van de Here te verzoeken. Zie de voeten van hen die je man hebben begraven zijn aan de deur en ze zullen ook jou uitdragen. en zij viel terstond neder voor zijn voeten en blies de adem uit.] Apostel Petrus zegt in Han. 8:20 tegen Simon (de tovenaar) ‘uw geld zij met u ten verderve.’ [Apostel Paulus in 1Kor.5:4, Wanneer wij vergaderd zijn, jullie en mijn geest met de kracht van onze Here Jezus, leveren wij in de naam van de Here Jezus deze man aan de satan over tot verderf van zijn vlees, opdat zijn geest behouden worde in den dag des Heren.] Ook Apostel Judas in zijn brief heeft straffe uitspraken over ongeregelden in de gemeente.
b.die zich bij ons hebben aangesloten,
 
c. in al de tijd dat de Here Jezus bij ons in- en uitgegaan is,
E. HOUDING VAN GEZAGSDRAGERS / LEIDINGGEVENDEN Jezus zelf brengt een heel typerend verschil aan van gezagsdragers in de wereld en gezagsdragers in de gemeente over de andere discipelen. Gezagsdrager in het koninkrijk van God. In Mat.20:25-28 geeft Jezus aan hoe je dat moet zijn. ‘Doch Jezus riep hen tot Zich en zeide: Je weet dat de regeerders der volken heerschappij over hen voeren en de rijksgroten oefenen macht over hen. Zo is het onder  jullie niet . Maar wie onder jullie groot wil worden, zal jullie dienaar zijn, en wie onder jullie de eerste wil zijn, zal jullie slaaf zijn. En Jezus voegt daar bij de sterkste motivatie die er voor Hem maar bestaat:. ‘gelijk de Zoon des mensen niet gekomen is om Zich te laten dienen, maar om te dienen en Zijn leven te geven als losprijs voor velen’. Gezag hebben, leiding geven is dus bepaald niet zoals het normaal in de wereld gebeurt, geen heerschappij voeren, geen macht uitoefenen. Maar juist een houding van dienen. Maar ook als je gezag ontvangen hebt dan dien je daar mee de anderen. Als je in de gemeente van Christus gezag hebt, dan is dat ook niet om heerschappij te voeren of macht uit te oefenen, maar om iedereen te dienen in de gemeente. ‘Weid Mijn lammeren, hoed Mijn schapen’ zei Jezus tegen Petrus, ……Joh.21:15-17.. Als apostel kreeg hij deze opdracht om als herder de schapen te weiden, dat is voor hun welstand te zorgen. gezagsdrager of leider zijn betekent voor het zo goed mogelijk zorgen voor de gemeente, de gelovigen, de heiligen in Christus, zoals de Bijbel dat noemt. Als je verlangt de eerste te zijn dan moet je eerst beginnen om slaaf voor allen te zijn. Leren wat het betekent opdrachten uit te voeren in alle nederigheid, zonder mitsen en maren. Ervaren wat het is om voor Jezus de laagste plaats in te nemen. Opdrachten uitvoeren zo als een ander dat wil, met alle plezier, zelfs al zou je het beter weten en kunnen. Uitvoeren in liefde en plezier. Iemand helpen in het huishouden. Iemand helpen met verbouwen. Ook Petrus komt er later op terug. In 1Pet.5;2, hoedt de kudde Gods, die bij u is, niet gedwongen, maar uit vrije beweging, naar de wil van God, niet uit schandelijke winzucht, maar uit bereidwilligheid, niet als heerschappij voerend over hetgeen u ten deel gevallen is, maar als voorbeelden der kudde. Petrus spreekt er duidelijke taal over. Niet gedwongen, als :nou moet ik bepaalde dingen doen dat hoort bij mijn taak,.of: niemand anders wil deze taak op zich nemen dus doe ik het maar want ik ben toch een regelneef en dit kan er wel bij. Ook niet uit winzucht, omdat het je dan toch op bepaalde gebieden extra voordelen geeft. Ook niet heerschappij voerend alsof het het jouw gemeente is. Het gaat om de kudde hoeden, zien wat ze nodig hebben en er voor zorgdragen. Uit bereidwilligheid om de gemeente te dienen of de broeder of zuster om daarin Christus te dienen. En dit doende als voorbeelden der kudde. Zoals bereidheid om te helpen, gastvrij zijn, herbergzaamheid geven.
d te beginnen bij de doop van Johannes tot de dag, dat Hij van ons werd opgenomen,
 
e. een van hen met ons getuige* worden e. e. van Zijn opstanding.
'''Gezag in de praktijk'''.
De conditie van (oog)getuige* zijn noemde Jezus. Han.1:8
 
Maar vervolgens betrekken zij de hele gemeente er bij, die toen uit ongeveer 120 discipelen bestond.
Er zijn nog twee belangrijke punten; Hoe gaan de apostelen om met hun gezag: 1.. ook als het gaat om aanstellen van nieuwe mensen. 2.. ook als het gaat om het oplossen van problemen die in de gemeente zijn ontstaan
a.In de kring van ongeveer 120 mensen word door deze mensen zelf rondgekeken.
 
b. En zij ( de kring, de gemeente) stelden er twee voor.
1..'''Aanstellen nieuwe Gezagsdragers.''' Bij het nieuw aanstellen van mensen zien we dat het eerst bij Mattias. Han. 1:15-26. De apostelen als gezagsdragers rechtstreeks door Jezus aangesteld omdat ze het geestelijk gezag hebben bepalen de randvoorwaarden die moeten gelden. Petrus zegt in de psalmen staat:  ‘een ander neme het ‘opzicht* dat hij had’ ., (hierbij noemt hij de conditie, voorwaarden) a. Er moet dan van de mannen, b.die zich bij ons hebben aangesloten, c. in al de tijd dat de Here Jezus bij ons in- en uitgegaan is, d te beginnen bij de doop van Johannes tot de dag, dat Hij van ons werd opgenomen, e. een van hen met ons getuige* worden van Zijn opstanding. De conditie van (oog)getuige* zijn noemde Jezus. Han.1:8 Maar vervolgens betrekken zij de hele gemeente er bij, die toen uit ongeveer 120 discipelen bestond. a.In de kring van ongeveer 120 mensen word door deze mensen zelf rondgekeken. b. En zij ( de kring, de gemeente) stelden er twee voor. c. Toen werd er voor hen gebeden. d. En aan God gevraagd om aan te wijzen wie deze ‘dienst* en ‘apostelschap* moet vervullen. e. Daarna werd er geloot wie het zou worden. f. En hij werd gekozen* verklaard. We zien hier dus een '''bijzonder fenomeen.''' a. Jezus als koning is de Monarch, geeft Zijn bevelen. Maar Hij is geen dictator, in liefde mag je uitvoeren wat Hij vraagt. b. De apostelen als oudsten* zijn de Senatoren die de gemeente besturen. Ze zijn geen heersers. c. De discipelen, de gemeente, gaan rondkijken wie van de broeders geschikt zouden zijn, en zij brengen zelf een tweetal naar voren. Dit is dus democratische vorm in de gemeente van Christus. Deze 3-ledige vorm zien we steeds terugkeren. Er zijn dus gezagsdragers, bestuurders, maar die zijn er om de gemeente te dienen. Zoals alle discipelen worden opgeroepen elkaar in liefde te dienen. De tweede keer komt dit terug maar dan aan de hand van een probleem wat ontstaan is.
c. Toen werd er voor hen gebeden.
 
d. En aan God gevraagd om aan te wijzen wie deze ‘dienst* en ‘apostelschap* moet vervullen.
2. '''Gemeentelijke problemen oplossen''' Vervolgens zien we dat er een probleem is ontstaan wanneer later blijkt de nood van de verzorging van de grieks sprekende weduwen niet naar wens verloopt, Dit komt onder de aandacht van de apostelen. Han.6:1-6. De 'leiding'* van de gemeente erkent het probleem en wat er mis is. Dat is al een bijzonderheid. Hoe vaak worden de problemen of niet of maar matig erkent, of bestempelt als incidenteel of onder het vloerkleed geveegd.. De 12ven beraden zich, maken een plan, roepen alle discipelen bijeen. Ze leggen het probleem aan heel de gemeente voor. Het probleem: van de 'bediening' van de tafels wat niet bevredigend verloopt. We zouden nu zeggen de voedselbank moet nu georganiseerd worden. Dat het geen gering werk is zien we uit het volgende. Gemeente wordt opgeroepen om om te zien naar zeven mannen. Waaraan de volgende conditie, voorwaarden worden gesteld; (1) Die goed bekend staan. (2) Vol van Geest en wijsheid. Om hen voor deze 'taak' aanstellen. Het is dan geen vrijwilligerswerk meer maar een ‘bediening’ met verantwoording dat een ieder die dat nodig heeft, de juiste zorg ontvangt. Wij ('apostelen') houden ons aan de 'bediening' van het woord en de gebeden. Er wordt hier dus onderscheiden tussen de ‘geestelijke bediening’ van apostelen en de ‘praktische bediening, van zorg geven. Maar ook dat is geestelijk want er worden mannen gezocht vol van Geest en wijsheid. Het voorstel vindt bijval bij de gemeente. Die gaan op zoek onder al die duizenden discipelen. En kiezen daaruit 7 mannen.. En: Stelden dezen voor de apostelen. Die bidden met hen. En leggen hun de handen op. Op deze wijze worden de 1e zeven diakenen (dienaren) aangesteld in de ‘be-diening’ van zorg voor de armen. Opnieuw zien we hier dat de Leidinggevenden die het gezag dragen niet zelf gaan rondkijken en mensen aanstellen, maar de hele gemeente er bij betrekken. Het is een zaak van de gemeente en niet alleen van de bestuurders. Ze zijn geen heersers maar herders om de gemeente te weiden. Dus geen niet een altijd van bovenaf bepaalde gang van zaken in de gemeente, want dat is in feite een soort dictatuur. [Dit kan ook gebeuren door een wijze van spreken, prediken, door daarmee een (geestelijke) druk uit te oefenen naar de gemeente, en iedereen die daar tegenin gaat monddood te maken of zorgen dat ze niet meer in de gemeente komen. De leiders die dit doen zijn vaak heel intelligent en goed van de tongriem gesneden en dit is dan juist hun valkuil.] Gelukkig zijn er veel gemeenten, kerken, waar de leden wel geraadpleegd worden en medezeggenschap hebben in het aanstellen van leidinggevenden en vele gemeentezaken.
e. Daarna werd er geloot wie het zou worden.
f. En hij werd gekozen* verklaard.
We zien hier dus een bijzonder fenomeen.
Jezus als koning is de Monarch, geeft Zijn bevelen. Maar Hij is geen dictator, in liefde mag je uitvoeren wat Hij vraagt.
De apostelen als oudsten* zijn de Senatoren die de gemeente besturen. Ze zijn geen regeerders of heersers
De discipelen, de gemeente, gaan rondkijken wie van de broeders geschikt zouden zijn, en zij brengen zelf een tweetal naar voren. Dit is dus democratische vorm in de gemeente van Christus.
Deze 3-ledige vorm zien we steeds terugkeren.
Er zijn dus gezagsdragers, bestuurders, maar die zijn er om de gemeente te dienen.
Zoals alle discipelen worden opgeroepen elkaar in liefde te dienen.
De tweede keer komt dit terug maar dan aan de hand van een probleem wat ontstaan is.
 
F. '''Oudsten'''
2. Gemeentelijke problemen oplossen
Vervolgens zien we dat er een probleem is ontstaan wanneer later blijkt de nood van de verzorging van de grieks sprekende weduwen niet naar wens verloopt, Dit komt onder de aandacht van de apostelen. Han.6:1-6.
De 'leiding'* van de gemeente erkent het probleem en wat er mis is. Dat is al een bijzonderheid. Hoe vaak worden de problemen of niet of maar matig erkent, of bestempelt als incidenteel of onder het vloerkleed geveegd..
De 12ven beraden zich, maken een plan, roepen alle discipelen bijeen. Ze leggen het probleem aan heel de gemeente voor.
Het probleem : van de 'bediening' van de tafels wat niet bevredigend verloopt. We zouden nu zeggen de voedselbank moet nu georganiseerd worden. Dat het geen gering werk is zien we uit het volgende.
Gemeente wordt opgeroepen om om te zien naar zeven mannen.
Waaraan de volgende conditie, voorwaarden worden gesteld;
(1) Die goed bekend staan.
(2) Vol van Geest en wijsheid.
Om hen voor deze 'taak' aanstellen. Het is dan geen vrijwilligerswerk meer maar een ‘bediening’ met verantwoording dat een ieder die dat nodig heeft, de juiste zorg ontvangt.
Wij ('apostelen') houden ons aan de 'bediening' van het woord en de gebeden.
Er wordt hier dus onderscheiden tussen de ‘geestelijke bediening’ van apostelen en de ‘praktische bediening, van zorg geven.
Maar ook dat is geestelijk want er worden mannen gezocht vol van Geest en wijsheid.
Het voorstel vindt bijval bij de gemeente. Die gaan op zoek onder al die duizenden discipelen.
En kiezen daaruit 7 mannen.. En: Stelden dezen voor de apostelen.
Die bidden met hen. En leggen hun de handen op.
Op deze wijze worden de 1e zeven diakenen (dienaren) aangesteld in de ‘be-diening’ van zorg voor de armen.
Opnieuw zien we hier dat de Leidinggevenden die het gezag dragen niet zelf gaan rondkijken en mensen aanstellen, maar de hele gemeente er bij betrekken. Het is een zaak van de gemeente en niet alleen van de bestuurders. Ze zijn geen heersers maar herders om de gemeente te weiden.
Dus geen niet een altijd van bovenaf bepaalde gang van zaken in de gemeente, want dat is in feite een soort dictatuur. [Dit kan ook gebeuren door een wijze van spreken, prediken, door daarmee een (geestelijke) druk uit te oefenen naar de gemeente, en iedereen die daar tegenin gaat monddood te maken of zorgen dat ze niet meer in de gemeente komen. De leiders die dit doen zijn vaak heel intelligent en goed van de tongriem gesneden en dit is dan juist hun valkuil.]
Gelukkig zijn er veel gemeenten, kerken, waar de leden wel geraadpleegd worden en medezeggenschap hebben in het aanstellen van leidinggevenden en vele gemeentezaken.
 
F. Oudsten
In het oude Israël waren er al Oudsten (ZaQeNyM). Dit begrip was dus niet nieuw voor de gemeenten en de apostelen.
EERSTE OUDSTEN in de GEMEENTE
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.