Naar inhoud springen

Gaza: verschil tussen versies

1.920 bytes toegevoegd ,  6 maanden geleden
k
Regel 17:
Vier van de oudtestamentische profeten, namelijk [[Amos]], [[Jeremia (profeet)|Jeremia]], [[Zefanja (boek)|Zefanja]] en [[Zacharia (boek)|Zacharia]], profeteerden van de ondergang van Gaza.
 
De profeet Amos (ca. 750 v.C.) profeteerde van Gaza:<blockquote>''Am 1:6  Zo zegt de HERE: Om drie overtredingen van Gaza, ja om vier, zal Ik het niet herroepen. Omdat zij een gehele bevolking hebben weggevoerd om die aan Edom uit te leveren, Am 1:7  zal Ik vuur werpen binnen de muur van Gaza, zodat het zijn burchten verteert, Am 1:8  en zal Ik de inwoners uit Asdod uitroeien en de scepterdrager uit Askelon, en zal Ik mijn hand keren tegen Ekron, zodat de rest der Filistijnen te gronde gaat, zegt de Here HERE.'' (NBG51)</blockquote>In de 2e helft van de 7e eeuw v.C., ca. 620 v.C., profeteerde [[Zefanja (boek)|Zefanja]] over Gaza in verband met "de grote dag van Jahweh" (Zef. 1:14), de dag van Zijn toorn (1:15; 2:2): <blockquote>''Sef 2:3  Zoekt de HERE, alle ootmoedigen des lands, gij die zijn verordening volbrengt; zoekt gerechtigheid, zoekt ootmoed; misschien zult gij geborgen worden op de dag van de toorn des HEREN. Sef 2:4 Want Gaza zal verlaten zijn, en Askelon tot een woestenij worden, Asdod zal men op de middag verdrijven, en Ekron zal ontworteld worden. Sef 2:5  Wee u, bewoners der zeekust, volk der Keretieten! Het woord des HEREN is tegen u, Kanaan, land der Filistijnen, en Ik zal u te gronde richten, zodat er geen inwoner meer zal zijn. Sef 2:6  De zeekust zal worden tot weideplaatsen, tot putten der herders en tot kooien voor schapen. Sef 2:7  De kust zal ten deel vallen aan het overblijfsel van het huis van Juda; daarop zullen zij weiden; in de huizen van Askelon zullen zij zich des avonds legeren, want de HERE, hun God, zal acht op hen slaan en een keer in hun lot brengen.'' (NBG51)</blockquote>[[Bestand:David mozaiek Gaza synagoge.jpg|miniatuur|''Mozaïekvloer met afbeelding van koning David, in de synagoge van Gaza'']]
In 609 vóór Chr. werd de stad ingenomen door farao [[Necho]] van [[Egypte]], waardoor de profetie van [[Jeremia (boek)|Jeremia]] in vervulling ging (Jer. 47). <blockquote>''Jer 47:1 Hetgeen als woord des HEREN tot de profeet Jeremia kwam over de Filistijnen, voordat Farao Gaza innam. (...) Jer 47:5  Gaza is kaal geschoren, Askelon vernietigd; ...'' (NBG51)</blockquote>De profeet [[Zacharia (boek)|Zacharia]] profeteerde ca, 519 v.C. dat Gaza de verwoesting van Tyrus zou aanschouwen en vrezen, en dat de koning uit Gaza zou verdwijnen, en dat de Filistijnen vernederd zouden worden.<blockquote>''Zach 9:1  Godsspraak, het woord des HEREN. Hij is in het land Chadrak, en Damascus is zijn verblijfplaats; want de HERE slaat het oog op andere mensen zowel als op alle stammen van Israel; 2  ja, ook op Hamat, dat daaraan grenst, op Tyrus met Sidon, al is het nog zo wijs, 3  en al heeft Tyrus zich een wal gebouwd en zilver opgehoopt als stof, en goud als slijk der straten. 4  Zie, de Here zal het veroveren, en zijn voormuur neerslaan in de zee, en zelf zal het met vuur worden verteerd. 5  Askelon zal het zien en vrezen, ook Gaza, en het zal hevig beven, en Ekron, omdat zijn verwachting zal beschaamd worden; dan zal de koning uit Gaza verdwijnen en Askelon zal onbewoond zijn. 6  Dan zal een bastaardvolk in Asdod wonen, en Ik zal de trots der Filistijnen uitroeien. 7  Ik zal hem het bloed uit de mond verwijderen en de gruwelen van tussen zijn tanden, en dan zal ook hij overblijven voor onze God, zodat hij zal zijn als een stamhoofd in Juda, en Ekron als een Jebusiet. 8  Ik zal Mij rondom mijn huis legeren als een wacht tegen de heen en weer trekkende legers, en geen onderdrukker zal meer tegen hen optrekken, want nu zie Ik het met mijn eigen ogen. 9  Jubel luide, gij dochter van Sion; juich, gij dochter van Jeruzalem! Zie, uw koning komt tot u, hij is rechtvaardig en zegevierend, nederig, en rijdende op een ezel, op een ezelshengst, een ezelinnejong. 10  Dan zal Ik de wagens uit Efraim en de paarden uit Jeruzalem tenietdoen, ook de strijdboog wordt tenietgedaan; en hij zal de volken vrede verkondigen, en zijn heerschappij zal zich uitstrekken van zee tot zee, en van de Rivier tot de einden der aarde.'' (NBG51)</blockquote>303 n.C.: een christen genaamd Silvanus sterft te Gaza als martelaar<ref>Adrianus Haemstedius, ''Historie der martelaren; Die, om de getuigenis der evangelische waarheid, hun bloed gestort hebben, van Christus onze Zaligmaker af tot het jaar 1655'' (Amsterdam: 1671. Herziene druk 1881), blz. 40.</ref>. Dit gebeurde in het begin van de tiende [[Vervolging van christenen|vervolging]] der christenen in het Romeinse rijk (303-313).
 
635: Gaza wordt veroverd door de islamitische Arabieren.
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.