Naar inhoud springen

Aäron: verschil tussen versies

352 bytes toegevoegd ,  7 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
(Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Aäron''' was de door God gekozen eerste hogepriester in Israël (Ex. 28:1-30:10. Hij was de oudere broer van Mozes. Hij werd door God aangew...')
 
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
'''Aäron''' was de door God gekozen eerste [[hogepriester]] in [[Israël]] (Ex. 28:1-30:10. Hij was de oudere broer van [[Mozes]]. Hij werd door God aangewezen als Mozes’ woordvoerder tegenover de farao van Egypte. De betekenis van zijn naam is niet zeker, misschien 'de verlichte' of 'lichtbrenger'.
 
Aäron was de zoon van Amram en Jochebed en de broer van [[Mozes]] en [[Mirjam]].
 
Aäron huwde met Eliseba, die hem vier '''zonen''' baarde: Nadab, Abihu, Eleazar, Itamar (ook gespeld Ithamar), Ex. 6 :22.
Regel 9:
Twee van zijn zonen, Nadab en Abihu, werden door God met de dood gestraft toen ze als priesters vreemd vuur brachten (Lev. 10:1v).
 
Aäron stierf evenals zijn broer Mozes vóór de Israëlieten het beloofde land [[Kanaän]] binnentrokken, omdat hij en zijn broer Gods woord weerspannig waren geweest bij de wateren van Meriba (Num. 20:24). De eerste hogepriester overleed op de berg Hor. De hele volk beweende hem dertig dagen lang (Num. 20:29).<blockquote>''Nu 33:38 Toen beklom de priester Aäron de berg Hor, op bevel van de HEERE, en hij stierf daar, in het veertigste jaar nadat de Israëlieten uit het land Egypte vertrokken waren, in de vijfde maand, op de eerste van de maand. Nu 33:39 En Aäron was honderddrieëntwintig jaar oud toen hij stierf op de berg Hor. (HSV)''</blockquote>Alleen een nakomeling van Aäron mocht hogepriester zijn. Zijn zoon '''Eleazar''', de oudste van de overgebleven zonen, volgde zijn vader in het ambt op. Op de berg Hor bekleedde Mozes hem, op Gods bevel, met de kleren van zijn vader Aäron, waarna deze stierf (Num. 20:28). 
 
Alleen een nakomeling van Aäron mocht hogepriester zijn. Zijn zoon '''Eleazar''', de oudste van de overgebleven zonen, volgde zijn vader in het ambt op. Op de berg Hor bekleedde Mozes hem, op Gods bevel, met de kleren van zijn vader Aäron, waarna deze stierf (Num. 20:28). 
 
In het geslacht van Eleazar bleef het hogepriesterschap bestaan tot op Eli; vanaf toen, met [[Eli]], ging het over op de nakomelingen van Aärons jongere zoon Ithamar, terwijl het met Zadok weer terugkeerde tot het geslacht van Eleazar; in dat geslacht bleef het Hogepriesterschap tot na de Babylonische ballingschap. 
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.