Toorn

Uit Christipedia

Toorn is een gemoedstoestand van misnoegen, waarin men alle kalmte verliest; een heftige gemoedsbeweging.

Boosheid duidt aan, dat men misnoegen gevoelt, maar niet in zulke sterke mate als bij toorn het geval is. Verliest de toornige zijn heerschappij over het verstand, dan spreekt men van woede. Gaat deze woede met groot getier of heftige bewegingen gepaard, dan gebruikt men razernij. Drift is een snel opkomende opwelling van toorn, die evenwel spoedig weer voorbij gaat.

De gemoedstoestand van toorn komt voor bij God en bij mensen. De toorn van God komt voort uit Zijn misnoegen over de zonde. Een voorbeeld uit het Oude Testament:

2Kr 24:18 Zij verlieten het huis van de HERE, de God hunner vaderen, en dienden de gewijde palen en de afgodsbeelden, zodat er toorn kwam over Juda en Jeruzalem wegens deze schuld van hen. (NBG51)  

Als God toornig is, verliest hij niet de heerschappij over Zijn verstand. Gods toorn, hoe heftig ook, is altijd een bezonnen en beheerste beweging van Zijn heilig gemoed.

Een smartend woord kan toorn verwekken.

Spr 15:1 Een zacht antwoord keert de grimmigheid af; maar een smartend woord doet den toorn oprijzen. (SV)

Toorn en zonde. Toorn zelf is niet verkeerd. Maar toorn vergroot bij een mens, die behept is met een zondige natuur, de kans op zonde. Daarom:

Efe 4:26  Wordt toornig, en zondigt niet; laat de zon over uw toorn niet ondergaan; (Telos)

Daarom zijn lankmoedigheid en zachtmoedigheid (vgl. Spr. 15:1, "zacht antwoord") belangrijke deugden. Duur van toorn. Onze toorn mag niet lang aanhouden. In tegenstelling hiermee schijnt te staan:

Joh 3:36  Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven; maar wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn van God blijft op hem. (Telos)

Dit betekent waarschijnlijk niet dat God tot in eeuwigheid een heftige gemoedsbeweging houdt. De toorn van God hebben wij hier vooral verstaan als ongunst, ongenade, misnoegen. Vergelijk:

Ro 12:19  Wreekt uzelf niet, geliefden, maar laat plaats voor de toorn; want er staat geschreven: ‘Aan Mij de wraak, Ik zal vergelden, zegt de Heer’. (Telos)

Toekomende toorn van God en van het Lam

Johannes de Doper sprak van "de komende toorn".

Mt 3:7 Toen hij echter zag dat velen van de farizeeen en sadduceeen tot zijn doop kwamen, zei hij tot hen: Adderengebroed, wie heeft u een aanwijzing gegeven om de komende toorn te ontvluchten? (TELOS)

In de toekomende tijd, ten tijde van de Grote Verdrukking, zal de toorn van God over de aarde wordt uitgegoten. Het aardrijk zal worden getroffen door rampen en plagen. De Grote Verdrukking is zwaarder en omvangrijker dan vroegere verdrukkingen.

De oorzaak van die rampen zijn de zonden van de mensen.

Col 3:5  Doodt dan uw leden die op de aarde zijn: hoererij, onreinheid, hartstocht, boze begeerte en de hebzucht, die afgodendienst is,  Col 3:6  om welke dingen de toorn van God komt over de zonen van de ongehoorzaamheid.  Col 3:7  Ook u hebt vroeger onder hen gewandeld, toen u daarin leefde. (Telos)

Hoewel de Gemeente van God verdrukking en vervolging van de zijde van tegenstanders heeft ondervonden en in veel landen nog ondervindt, zal zij niet worden blootgesteld aan de Grote Verdrukking. Want God heeft de Gemeente, bestaande uit mensen die met Hem verzoend zijn, niet bestemd tot toorn.

1Th 1:9 want zelf vertellen zij van ons welke ingang wij bij u hadden, en hoe u zich van de afgoden tot God hebt bekeerd om de levende en waarachtige God te dienen 1Th 1:10 en zijn Zoon uit de hemelen te verwachten, die Hij uit de doden heeft opgewekt, Jezus, die ons redt van de komende toorn. (TELOS)

1Th 5:9 want God heeft ons niet bestemd tot toorn, maar tot het verkrijgen van de behoudenis door onze Heer Jezus Christus, (TELOS)

Ro 5:9 Veel meer dan zullen wij, nu wij gerechtvaardigd zijn door zijn bloed, door Hem behouden worden van de toorn. (TELOS)

Ro 5:10 Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood van zijn Zoon, veel meer zullen wij, nu wij verzoend zijn, behouden worden door zijn leven. (TELOS)

De wereldlingen daarentegen zullen zich verbergen in de holen en de rotsen voor het aangezicht van God en voor de toorn van het Lam. Daar n kunnen de gelovigen van de gemeente van Christus niet bij zijn, want de toorn van God en van het Lam zal hen niet treffen.

Opb 6:15 En de koningen van de aarde en de groten en de oversten over duizend en de rijken en de sterken en elke slaaf en vrije verborgen zich in de holen en in de rotsen van de bergen; Opb 6:16 en zij zeiden tot de bergen en tot de rotsen: Valt op ons en verbergt ons voor het aangezicht van Hem die op de troon zit, en voor de toorn van het Lam; Opb 6:17 want de grote dag van hun toorn is gekomen en wie kan bestaan? (TELOS)

De schrijver van de brief aan de Hebreeën spreekt van "oordeel en een felheid van vuur dat de tegenstanders zal verslinden".

Heb 10:27 maar een vreselijke verwachting van oordeel en een felheid van vuur dat de tegenstanders zal verslinden. (TELOS)

Toornige naties. In die vreselijke tijd van Gods toorn zullen ook de naties van de wereld toornig worden.

Opb 11:15 En de zevende engel bazuinde, en er kwamen luide stemmen in de hemel die zeiden: Het koninkrijk van de wereld van onze Heer en van zijn Christus is gekomen, en Hij zal regeren tot in alle eeuwigheid. Opb 11:16 En de vierentwintig oudsten die voor God zitten op hun tronen, vielen op hun gezichten en aanbaden God Opb 11:17 en zeiden: Wij danken U, Heer, God de Almachtige, die is en die was, dat U uw grote kracht hebt aangenomen en uw koningschap hebt aanvaard. Opb 11:18 En de naties zijn toornig geworden, en uw toorn is gekomen en de tijd van de doden om geoordeeld te worden en om het loon te geven aan uw slaven de profeten, en aan de heiligen en aan hen die uw naam vrezen, de kleinen en de groten, en om te verderven hen die de aarde verderven. (TELOS)

Zie ook

Boosheid.

Bron

Keur van Nederlandsche Synoniemen (1922), s.v. Boosheid — drift — toorn — woede — razernij. Hieruit is enige tekst verwerkt.