Wagen

Uit Christipedia
Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 2 aug 2019 om 12:06 (Nieuwe pagina aangemaakt met 'Een '''wagen''' een voertuig. Het betekent oorspronkelijk 'wat zich beweegt', vgl. 'vehikel' van Latijnse vehiculum, van het Latijnse werkwoord vehere = reizen....')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Een wagen een voertuig.

Het betekent oorspronkelijk 'wat zich beweegt', vgl. 'vehikel' van Latijnse vehiculum, van het Latijnse werkwoord vehere = reizen.

Het gebruik van reis- en pakwagens in het oude Oosten was zeldzamer dan bij ons, daar de meer tot dragen dan tot trekken gebruikte kamelen en ezels altijd de voor die landen het gemakkelijkste en geschiktste vervoermiddel voor mensen en handelswaren geweest zijn. Men moeten onderscheiden reiswagens, staatsiewagens, strijdwagens, bagagewagens en dorswagens.

Reiswagens

Hebreeuws agala = het rollende (Gen. 45: 19, 27; 1 Kon. 12 : 18; Hand. 8: 28).

Staatsiewagens

Van de koningen en groten. Hebreeuws maerkafa = wat tot voortbeweging client (Gen. 41 : 43; 46: 29. 2 Sam. 15 :1. 1 Kon. 1: 5. 2 Kon. 5 :21; 9 : 21; 27 : 10, 15. Jes. 22: 18. Jer. 17: 25).

Strijdwagens

Hebreeuws raechaes (Gen. 50: 9. Ex. 14 : 9 ; 15 : 19 enz.), ook Hebr. maerkas, maerkasa (Ex. 15: 4; 1 Sam. 8: 11. 1 Kon. 4: 26; 22 : 35. Jes. 2 : 7 en andere plaatsen), en agala (Ps. 46: 10), dikwijls geheel van ijzer, bijvoorbeeld bij de Egyptenaren, of ten minste sterk met ijzer beslagen, en in de regel met ijzeren zeisen aan de assen voorzien, om wegmaaijende op het voetvolk te kunnen instormen (Joz. 17: 16. Richt. 4: 3. Nah. 2: 4. zie ook het apocriefe 2 Makk. 13 : 2), bij de Kanaänieten (Joz. 11: 4) , Filistijnen (Richt. 1 : 19. 1 Sam. 13: 7), Egyptenaren (Ex. 14 : 6 v.; 2 Kron. 12: 3; Jer. 46 : 9), Babyloniërs (Jer. 47: 3), Assyriërs (Ps. 46 : 10; 76 : 7), Syriërs (Ps. 20 : 8. 2 Sam. 8 : 4. 1 Kon. 20: 1), en andere volkeren van de oudheid, vooral bewoners van de vlakte (Richt. 1: 19).

Egyptische farao op een Hethitische strijdwagen

Deze hoofdsoort van wapening was door David, zoals uit 2 Sam. 8 : 4 volgt, voor het eerst bij de Israëlieten ingevoerd, hoewel bij hen altijd van ondergeschikte betekenis. Hierom zocht men zich tegen Assyrië (2 Kon. 18 : 24. Jer. 31: 1; 37 : 24, vgl. Nah. 2: 14), en Babylonië (Jer. 50 : 37 ; 51: 21. Ezech. 17 : 15), door Egyptische wagenstrijders te versterken.

De wagens lam maken, vermorzelen (2 Sam. 8 : 4; 10 : 18, vgl. Joz. 11 : 9), betekent de tot de wagens behorende paarden en mensen doden of onbruikbaar makers. Daar volgens deze plaatsen (vgl. 1 Kon. 22: 31. 2 Kon. 6:14), de grootste sterkte van de Syriërs in krijgswagens bestond, zo wordt in Ps. 68 : 18 gezegd: de in Sion wonende God is veel machtiger dan de op hun wagens trotsende Syria's (want zonder twijfel heeft de psalm betrekking op de Ammonitisch-Syrische oorlog). Gods strijdwagens zijn voorzeker slechts voor geopende geloofsogen zichtbaar (2 Kon. 6: 17).

Vaak wordt God in zijn verschijningen in stormweer en als rechter vergeleken met een op zijn strijdwagen aanstormende krijgsheld (Ps. 104 : 3. Jes. 66 : 15).

Bagagewagens

Hebr. agala (1 Sam. 6: 7v. 2 Sam. 6 :3. Am. 2: 13), voor het vervoer van de heilige gereedschappen, overdekt (Num. 7 : 3, 6v).

Dorswagens

Hebr. barkanim (Richt. 8 : 7, 16), agala (Jer. 28 : 27, 28).

Inrichting en vorm

Als enkele delen van een wagen worden in de Bijbel genoemd het rad, de radvelgen (Hebr. gobbim, 1 Kon. 7 : 33. Ezech. 1 : 18), naven, de wagenas (1 Kon. 7 : 32 v). Vierraderige wagens moeten eerst kort voor Christus in het Westen zijn opgekomen. De vorm van de strijdwagens kennen wij uit Egyptische en Assyrische afbeeldingen. Zij waren tamelijk laag, zodat men gemakkelijk op- en afstijgen kon. Tweeraderige wagens, voor 1 of 2 personen, die staande streden en of zelf de wagen bestuurden, of nog een wagenmenner bij zich hadden. Ter zijde van het tweespan liep een derde paard, voor 't geval dat er een onbruikbaar werd (2 Kron. 9: 25). Als trekdieren bij transportwagens komen runderen voor (1 Sam. 6 : 7. 2 Sam. 6: 6), misschien slechts bij de verbondsark, daar die door een rein dier vervoerd moest worden. Verder werden paarden of muildieren aangespannen.

Varia

De 'wagens van de zon' waren afgodisch gewijd aan de zon. De vrome koning Josia verbrandde ze met vuur (2 Kon. 23:11). De 'Wagen aan de hemel' is een sterrenbeeld (Job. 9 : 9; 38: 32).

Bron

H. Zeller, Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk. Tweede deel K - Z. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1872) s.v. Wagen. De tekst van dit lemma is op 2 aug. 2019 onder wijziging verwerkt.