Avondmaal

Uit Christipedia
Versie door Francisca Dresen (overleg | bijdragen) op 29 mrt 2020 om 12:38 (het woordje "de" toegevoegd aan Heer. de Heer)

Het avondmaal is de maaltijd die de Heer instelde in de laatste avond van zijn leven. De maaltijd dient de gelovigen om de Heer Jezus en zijn verlossingswerk aan het kruis in herinnering te houden.

In de laatste nacht van het leven van de Heer Jezus op aarde, vóór Zijn kruislijden, heeft Hij met Zijn discipelen het pascha gevierd (Matth. 26:20-25). Dit was de laatste keer dat Hij dit feest kan vieren. De viering herinnerde niet alleen aan de verlossing uit de macht van Farao, maar het paaslam wees ook heen op Christus. Hij, het ware Paaslam zou „geslacht” worden (1 Cor. 5:8).

Nadat Judas was weggegaan om zijn Heer te verraden (Joh. 13:30) en in aansluiting op het eten van de paasmaaltijd, heeft de Heer Jezus het avondmaal ingesteld.

Dit avondmaal bestaat uit het eten van het brood en het drinken uit de beker met wijn gevuld. De Heer brak het brood, gaf het aan de elven en zei: „dit is mijn lichaam, dat voor u gegeven wordt, doet dit tot mijn gedachtenis"; daarna gaf Hij hen de beker met de woorden: „deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed, dat voor u uitgegoten wordt.” (Matth. 26: 26-28; Mark. 14: 22-25; Luk. 22:19-20).

Het avondmaal is dus een gedachtenismaal voor allen deel hebben aan Zijn werk, verricht aan het kruis en dus gereinigd zijn van hun zonden door het bloed van Hem. Het is een verkondigingsmaal, want de deelnemers “verkondigen van de dood van de Heer totdat Hij komt”, 1 Cor. 11:26. Het is een gemeenschapsmaal, niet alleen omdat het samen met anderen genuttigd wordt, maar ook omdat het de eenheid en gemeenschap van de gelovigen uitdrukt, het gemeenschappelijk deel hebben aan hetzelfde heil, de gemeenschap met dezelfde Heiland. Het brood stelt het éne lichaam van Christus voor, niet alleen zijn fysieke lichaam dat Hij overgaf aan het kruis, maar ook het collectieve lichaam van de verzameling van alle gelovigen met hun hoofd Jezus Christus. Aanzitten aan de tafel van de Heer en deelnemen aan het avondmaal is uitdrukking geven aan de eenheid van het lichaam van Christus, dus van de Gemeente, 1 Cor. 10:7. Door het brood te breken en ervan te eten toont men één te zijn met alle ware gelovigen, die dus met elkaar de Gemeente vormen.

De viering van het avondmaal wordt ook genoemd "de broodbreking" of "het breken van het brood", omdat het brood bij het gebruik gebroken werd.

Aanvankelijk werd deze, door de Heer ingestelde handeling iedere dag verricht en men deed dit met blijdschap en eenvoud van hart (Hand. 2:42, 46). Later ging men er toe over „de breking van het brood” iedere eerste dag der week te verrichten (Hand. 20:7) en dit is ongetwijfeld naar Gods gedachten.

Deze instelling van de Heer is zó belangrijk, dat Hij Paulus, die bij de instelling ervan nog een vijand was, door een openbaring zijn wens heeft bekend gemaakt (1 Cor. 11:23-27). Het gebruik van het avondmaal des Heren dient te geschieden in het midden van de Gemeente, aan de tafel van de Heer, 1 Cor. 10:16-22. Het avondmaal gebruiken is dus een handeling waartoe men uitgenodigd is; de tafel van de Heer is de plaats waar dit dient te gebeuren.

Vanzelfsprekend is er tucht verbonden aan het innemen van deze heilige plaats, 1 Cor. 5:13. De Gemeente heeft toe te laten in de Naam van de Heer en heeft te weren, die de Heer niet zou toelaten, 1 Cor. 11:27.

Er zijn geen bepaalde personen aangesteld, die de plaats van de Heer, als Gastheer, hebben in te nemen. Er is een algemeen priesterschap der gelovigen, 1 Petr. 2:5.

De viering van het avondmaal, het verkondigen van de dood van de Heer, dient plaats te vinden, totdat Hij komt, 1 Cor. 11:26. Bij Zijn komst zullen de zichtbare en tastbare schaduwbeelden overbodig zijn; dan immers zullen wij Hem zien zoals Hij is, 1 Joh. 3:3.

Zie ook

Avondmaalsbrood

Meer informatie

Philip Nunn, De viering van het avondmaal. Eindhoven, 2013. Pagina's: 6. Download van PhilipNunn.com

Bron

H. Moll, Wat zegt Gods Woord over ...?; enige belangrijke onderwerpen door Gods Woord belicht, deel 1 (Dordrecht, H. Moll, z.j.), blz. 46-47. Tekst hiervan is, onder toestemming, op 8 juni 2015 verwerkt.