Bozra

Uit Christipedia
Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 19 jan 2023 om 14:33 (→‎Stad in Edom)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Bozra of Bosra is de naam van verschillende steden, waarvan er twee genoemd worden in de Bijbel.

Naam

De Hebreeuwse naam is בצרה, Botsrah. De plaatsnaam betekent "schaapskooi" of "omheining"[1] of "vesting"[2] en wordt 9x genoemd in het Oude Testament. Het strongnummer is H1224.

Stad in Moab

Bozra was een stad in Moab (Jer. 48:24).

Jer 48:24  En over Kerioth, en over Bozra; ja, over alle steden van Moabs land, die verre en die nabij zijn. (SV)

De Griekse vertaling Septuagint heeft vertaalt 'Bosor'.

Ze is wellicht identiek met de vrijstad Bezer[3], een stadje in het stamgebied van Ruben.

Stad in Hauran

Bozra was een stadje in Zuidoost-Hauran, gelegen aan de Koninklijke weg, ongeveer 120 km. ten zuiden van Damascus. De stad werd in de 2e eeuw v.C. veroverd door Judas Makkabeüs (1 Mak. 5:26—28)[4].

Bosra is dezelfde als het huidige Busra eski-Sham en waarschijnlijk ook als het Busmna uit de Amamabrieven[3].

Dit Bozra werd de noordelijkste provinciehoofdstad van Romeins Arabië in de tijd van het Nieuwe Testament[3].

Stad in Edom

Bozra was een stad in Edom, en, na de verwoesting van Sela, hoofdstad van dat rijk. Een tijd lang was zij in de macht van de Moabieten.

Ligging. De stad lag ten zuidoosten van de Dode Zee.

Ligging van Bozra

Als Bozra gelijk is aan het tegenwoordige Buseirah (zie verderop), dan had men vanuit Bozra stad de Koninklijke weg vanaf Elat onder controle en kon men de Israëlieten de doortocht weigeren (Num. 20:17)[3].

Nu 20:17  Laat ons toch door uw land trekken; wij zullen niet trekken door den akker, noch door de wijngaarden, noch zullen het water der putten drinken; wij zullen den koninklijken weg gaan, wij zullen niet afwijken ter rechter [hand] noch ter linkerhand, totdat wij door uw landpalen zullen getrokken zijn. Nu 20:18  Doch Edom zeide tot hem: Gij zult door mij niet trekken, opdat ik niet misschien met het zwaard uitga u tegemoet! Nu 20:19  Toen zeiden de kinderen Israëls tot hem: Wij zullen door den gebaanden weg optrekken, en indien wij van uw water drinken, ik en mijn vee, zo zal ik deszelfs prijs daarvoor geven; ik zal alleenlijk, zonder iets anders, te voet doortrekken.  Nu 20:20  Doch hij zeide: Gij zult niet doortrekken! En Edom is hem tegemoet uitgetrokken, met een zwaar volk, en met een sterke hand. Nu 20:21  Alzo weigerde Edom Israël toe te laten door zijn landpale te trekken; daarom week Israël van hem af. (SV)

Jobab. Bozra was de vaderstad van de Edomitische koning Jobab, de zoon van Zerah en een achterkleinzoon van Ezau.

Ge 36:31  En dit zijn koningen, die geregeerd hebben in het land Edom, eer een koning regeerde over de kinderen Israëls. Ge 36:32  Bela dan, de zoon van Beor, regeerde in Edom, en de naam zijner stad was Dinhaba. Ge 36:32  Bela dan, de zoon van Beor, regeerde in Edom, en de naam zijner stad was Dinhaba. Ge 36:33  En Bela stierf, en Jobab, de zoon van Zerah, van Bozra, regeerde in zijn plaats. (SV)

1Kr 1:44  En Bela stierf, en Jobab regeerde in zijn plaats, een zoon van Zerah, van Bozra. (SV)

Ondergang. De profeten Amos, Jesaja en Jeremia voorzegden de ondergang van Bozra:

Am 1:12  Daarom zal Ik een vuur zenden in Theman, dat zal de paleizen van Bozra verteren. (SV)

Jes 34:6  Het zwaard des HEEREN is vol van bloed, het is vet geworden van smeer, van het bloed der lammeren en der bokken, van het smeer der nieren van de rammen; want de HEERE heeft een slachtoffer te Bozra, en een grote slachting in het land der Edomieten. (SV)

Jer 49:13  Want Ik heb bij Mijzelven gezworen, spreekt de HEERE, dat Bozra worden zal tot een ontzetting, tot een smaadheid, tot een woestheid, en tot een vloek; en al haar steden zullen worden tot eeuwige woestheden. (...) Jer 49:22  Ziet, hij zal opkomen en snel vliegen, als een arend, en zijn vleugelen over Bozra uitbreiden; en het hart van Edoms helden zal te dien dage wezen, als het hart ener vrouw, die in nood is. (SV)

Josefus verhaalt dat Nebukadnezar (in Jer. 49:22 als een arend voorgesteld), waarschijnlijk gedurende de dertienjarige belegering van Tyrus, de schromelijkste verwoestingen in het land van de Edomieten heeft aangericht, hun sterkten vermeesterd en zich hun hele rijk onderworpen heeft[5].

Tegenwoordig

Bosra wordt gewoonlijk vereenzelvigd met het tegenwoordige Buseìrah. Dit is een versterkte stad boven op een steile rots aan de kop van de Wadi Hamayideh. Ze is ca. 60 km ten noorden van de stad Petra en ca. 40 km zuidzuidoostelijk van de Dode Zee gelegen.[3]

Ruïnes van Bozra

Opgravingen in Buseirah van 1971—76 hebben drie belangrijke lagen van bewoning aan het licht gebracht. Ze dateren uit de 8ste eeuw v.C.. Oudere lagen zijn nog niet gevonden[3].

Toekomst

Volgens Jesaja 63: 1-6 zal God van Edom en Bozra, dus uit het tegenwoordige Jordanië, komen in met bloed bevlekte kleding, op "de dag der wraak", in "het jaar van Mijn verlosten".

Jes 63:1  Wie is Deze, Die van Edom komt met besprenkelde klederen, van Bozra? Deze, Die versierd is in Zijn gewaad? Die voorttrekt in Zijn grote kracht? Ik ben het, Die in gerechtigheid spreek, Die machtig ben te verlossen.  Jes 63:2  Waarom zijt Gij rood aan Uw gewaad, en Uw klederen als van een, die in de wijnpers treedt?  Jes 63:3  Ik heb de pers alleen getreden, en er was niemand van de volken met Mij; en Ik heb hen getreden in Mijn toorn, en heb hen vertrapt in Mijn grimmigheid; en hun kracht is gesprengd op Mijn klederen, en al Mijn gewaad heb Ik bezoedeld. Jes 63:4  Want de dag der wraak was in Mijn hart, en het jaar Mijner verlosten was gekomen.  Jes 63:5  En Ik zag toe, en er was niemand die hielp; en Ik ontzette Mij, en er was niemand, die ondersteunde; daarom heeft Mijn arm Mij heil beschikt, en Mijn grimmigheid heeft Mij ondersteund, Jes 63:6  En Ik heb de volken vertreden in Mijn toorn, en Ik heb hen dronken gemaakt in Mijn grimmigheid; en Ik heb hun kracht ter aarde doen nederdalen. (SV)

Deze komst wordt vereenzelvigd met die van Christus zoals beschreven in Opb. 19.

Opb 19:13  En Hij is bekleed met een in bloed gedoopt kleed, en zijn naam wordt genoemd: het Woord van God. (...) Opb 19:15  En uit zijn mond komt een scherp zwaard, opdat Hij daarmee de naties slaat. En Hij zal hen hoeden met een ijzeren staf en Hij treedt de wijnpersbak van de wijn van de grimmigheid van de toorn van God de Almachtige. (Telos)

Volgens Micha 2 zal God Israëls overblijfsel verzamelen als "schapen van Bozra".

Mic 2:12  Voorzeker zal Ik u, o Jakob! gans verzamelen; voorzeker zal Ik Israëls overblijfsel vergaderen; Ik zal het te zamen zetten als schapen van Bozra; als een kudde in het midden van haar kooi zullen zij van mensen deunen. (SV)

In plaats van een stadsnaam kan echter ook, gezien de betekenis van 'Bozra', aan een schaapskooi worden gedacht: God verzamelt als schapen van een schaapskooi.[6]

Meer informatie

Bozrah, op: en.wikipedia.org.

Bronnen

P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Tekst van het lemma 'Bozra' is onder wijziging verwerkt op 19 jan. 2023.

J.J. Bimson, Encyclopedie van Bijbelse plaatsen (Kampen: Kok, 2007), s.v. Bosra.

Bozrah, op: en.wikipedia.org. Enige tekst hiervan is vertaald en onder wijziging verwerkt op 19 jan. 2023.

Voetnoten

  1. Aldus https://en.wikipedia.org/wiki/Bozrah, geraadpleegd op 19 jan. 2023.
  2. Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen. Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon van Larry Pierce.
  3. 3,0 3,1 3,2 3,3 3,4 3,5 J.J. Bimson, Encyclopedie van Bijbelse plaatsen (Kampen: Kok, 2007), s.v. Bosra.
  4. Zie ook Josefus, Joodse oudheden, 12.336.
  5. Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Am. 1:12. Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 19 jan. 2023.
  6. Zie verder bij Bozrah, op: en.wikipedia.org.