Daniël 5

Uit Christipedia
Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 2 feb 2023 om 15:18 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Daniël commentaar}} == Samenvatting == De maaltijd, het wonderschrift en de val van koning Belsazar. == 5 == <onlyinclude><sup>5</sup> Ter zelfder ure kwamen er vingers van een mensenhand voort, die schreven tegenover de kandelaar, op de kalk van de wand van het koninklijk paleis, en de koning zag het deel van de hand, die daar schreef. </onlyinclude>(CP<ref>Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling. </ref>) '''Het deel...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Daniël 5 is een hoofdstuk van het boek Daniël. Het wordt hieronder samengevat en/of becommentarieerd.

Hoofdstukken samengevat en/of becommentarieerd:
Daniël: 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12

Samenvatting

De maaltijd, het wonderschrift en de val van koning Belsazar.

5

5 Ter zelfder ure kwamen er vingers van een mensenhand voort, die schreven tegenover de kandelaar, op de kalk van de wand van het koninklijk paleis, en de koning zag het deel van de hand, die daar schreef. (CP[1]) 

Het deel van de hand. Sommige vertalingen hebben "rug van de hand", andere "palm van de hand". De rug is bovenkant, de palm de onderkant. Denkbaar is ook dat bedoeld wordt dat deel van de hand dat de vingers heeft, omdat er staat dat "vingers" te voorschijn kwamen. Het schijnt dat de vingers schrijven, zonder een schrijfinstrument te gebruiken.

De stenen gebodstafels waren "beschreven met de vinger van God".

Ex 31:18  En Hij gaf aan Mozes, als Hij met hem op den berg Sinaï te spreken geëindigd had, de twee tafelen der getuigenis, tafelen van steen, beschreven met den vinger Gods. (SV)

De heer Jezus schreef eens "met zijn vinger op de grond".

Joh 8:6  En dit zeiden zij om Hem te verzoeken, opdat zij Hem konden aanklagen. Maar Jezus bukte neer en schreef met zijn vinger op de grond. (...)    Joh 8:8  En opnieuw bukte Hij neer en schreef op de grond. (Telos)

7

7 [Zodat] de koning met kracht riep dat men de sterrekijkers, de Chaldeën en de waarzeggers inbrengen zou; [en] de koning antwoordde en zeide tot de wijzen van Babel: Alle man, die dit schrift lezen, en deszelfs uitlegging mij te kennen zal geven, die zal met purper gekleed worden, met een gouden keten om zijn hals, en hij zal de derde heerser in dit koninkrijk zijn. (SV) 

De derde heerser. Het schijnt dat hij de tweede was en zijn vader Nabonidus de eerste; zie Belsazar voor deze kwestie.

14

14 Ik heb toch van u gehoord, dat de geest der goden in u is, en dat er licht, en verstand, en voortreffelijke wijsheid in u gevonden wordt. (SV) 

De geest der goden in u is. Zie vs. 11; ook Dan. 4:8, 9, 18 ("de geest der heilige goden").

Voetnoot

  1. Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.