Hoofdschap
Hoofdschap houdt in een verhouding van gezag en een taak om te zorgen.
‘Hoofd’ is in het Grieks ‘Kephale’ en in het Hebreeuws ‘Rosh’.
1Co 11:3 Maar ik wil dat u weet, dat Christus het hoofd is van iedere man, en de man het hoofd van de vrouw, en God het hoofd van Christus. (TELOS)
Dit hoofdschap is gegrond op de scheppingsorde.
Hoofdschap van God
In 1 Cor 11 heet het dat God het hoofd is van Christus.
1Co 11:3 Maar ik wil dat u weet, dat Christus het hoofd is van iedere man, en de man het hoofd van de vrouw, en God het hoofd van Christus. (TELOS)
Christus is als Mens door God verwekt.
Heb 1:5 Want tot wie van de engelen heeft Hij ooit gezegd: ‘U bent mijn Zoon, Ik heb U heden verwekt’? En opnieuw: ‘Ik zal Hem tot Vader zijn, en Hij zal Mij tot Zoon zijn’?
Hoofdschap van Christus
Hoofd over alles
Eph 1:22 En heeft alle dingen Zijn voeten onderworpen, en heeft Hem der Gemeente gegeven tot een Hoofd boven alle dingen;
Ook hier is de scheppingsorde (mede) de grondslag. Door Hem zijn immers alle dingen geworden die geworden zijn (Joh.1 )
Hoofd van de man
In 1 Cor 11 heet het dat Christus het hoofd is van de man, van iedere man.
1Co 11:3 Maar ik wil dat u weet, dat Christus het hoofd is van iedere man, en de man het hoofd van de vrouw, en God het hoofd van Christus. (TELOS)
De Zoon van God heeft de eerste mens, een man, Adam, geschapen. Het lichamelijk hoofd van de man moet wegens het hoofdschap van Christus ongedekt blijven wanneer hij bid (tot God of Christus spreekt) of profeteert (namens God of Christus spreekt).
1Co 11:4 Iedere man die bidt of profeteert met iets op zijn hoofd, onteert zijn hoofd;
Zie hoofdbedekking voor het hoofdartikel over dit onderwerp
Het is daarom te betreuren dat in het orthodoxe Jodendom de gewoonte is ontstaan om met gedekt hoofd te leven en ook aldus tot God te bidden. → Keppel.
Hoofd van de gemeente
Christus is het hoofd van Zijn lichaam, de gemeente. Hij bouwt haar.
Hoofdschap van de man
In 1 Cor 11 heet het dat de man het hoofd is van de vrouw.
1Co 11:3 Maar ik wil dat u weet, dat Christus het hoofd is van iedere man, en de man het hoofd van de vrouw, en God het hoofd van Christus. (TELOS)
De vrouw is geformeerd uit het lichaam van de man. Hij heeft gezag over haar. In Christus zijn zij echter gelijkwaardig en als voorwerpen van Gods heil gelijk. Deze gelijk(waardigheid) en die gezagsverhouding gaan samen.
In Efeze 5 houdt het hoofdschap van Christus en van de man tevens een zorgplicht in.
Het hoofdschap van de man wordt gesymboliseerd door de hoofdbedekking van de vrouw.
De man is hoofd van zijn vrouw en van het gezin die hij samen met zijn vrouw heeft gesticht. Het hoofdschap van de man in het gezin wordt bevestigd door een gebeurtenis als deze:
Mt 2:13 ... zie, een engel van de Heer verscheen in een droom aan Jozef en zei: Sta op, neem het kind en zijn moeder mee en vlucht naar Egypte, en wees daar totdat ik het u zeg; want Herodes zal het kind zoeken om het om te brengen. Mt 2:14 En hij stond op, nam het kind en zijn moeder ‘s nachts mee en vertrok naar Egypte. (Telos)
De engel verscheen niet aan Maria, de biologische moeder, maar aan Jozef, haar man en de adoptief-vader.
Hoofdschap en gezag
Dat hoofdschap gezag inhoudt, blijkt uit de volgende verzen:
1Co 11:10 Daarom moet de vrouw een macht op het hoofd hebben, om der engelen wil.
Eph 1:22 En heeft alle dingen Zijn voeten onderworpen, en heeft Hem der Gemeente gegeven tot een Hoofd boven alle dingen;
Col 2:10 En gij zijt in Hem volmaakt, Die het Hoofd is van alle overheid en macht;