Laodicea: verschil tussen versies

Uit Christipedia
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(7 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
'''Laodicéa''' (= volksoordeel) is een plaats genoemd in het [[Nieuwe Testament]]. Na Zijn hemelvaart en verhoging liet de [[Heer Jezus]] een brief aan de gemeente aldaar schrijven. Laodicea was in de oudheid een belangrijke stad in het district [[Frygië]] in Klein-Azië. De stad lag tussen de steden [[Hiërapolis]] en [[Colosse]] in, die ook beide in het Nieuwe Testament worden genoemd.
'''Laodicéa''' (= volksoordeel) is een plaats genoemd in het [[Nieuwe Testament]]. Jaren na Zijn hemelvaart en verhoging liet de [[Heer Jezus]] aan de gemeente aldaar schrijven door de apostel Johannes (Opb. 3:14v). Laodicea was in de oudheid een belangrijke stad in het district [[Frygië]] in [[Klein-Azië]].
[[Bestand:Zeven gemeenten Openbaring Access Foundation.jpg|miniatuur|1024x1024px|Ligging van Laodicéa.]]
'''Naam.''' De oude stadsnaam van Laodicéa was ''Diospolis'', maar toen Antiochus Theos de stad herbouwde noemde hij haar Laodicéa, naar de naam van zijn vrouw ''Laodice''.


'''Ligging.''' De stad lag tussen de steden [[Hiërapolis]] en [[Kolosse]] in, die ook beide in het Nieuwe Testament worden genoemd.
De naam ''Laodicéa'' is samengesteld uit de Griekse woorden ''laos'' (=volk) en ''dike'' (=oordeel, vonnis, straf, gerechtigheid). In de uitspraak ligt de klemtoon op de 'e'. De bewoners heten Laodiceërs (Col. 4:16).
[[Bestand:Zeven gemeenten Openbaring Access Foundation.jpg|miniatuur|1024x1024px|Ligging van Laodicéa.|geen]]


== Naam ==
Laodicéa werd na de herbouw een welvarende stad. Eens werd zij verwoest door een aardbeving, maar de bewoners waren in staat om haar zonder hulp van de staat te herbouwen; vergelijk Openbaring 3:17<blockquote>''Opb 3:17 Omdat u zegt: Ik ben rijk en verrijkt en heb aan niets gebrek, en u weet niet dat u de ellendige, jammerlijke, arme, blinde en naakte bent,'' (TELOS)</blockquote>Later is de stad opnieuw vernietigd. De ruïnes worden genoemd ''Eski''-''hissar''.  
De oude stadsnaam van Laodicéa was ''Diospolis'', maar toen Antiochus Theos de stad herbouwde noemde hij haar Laodicéa, naar de naam van zijn vrouw ''Laodice''.


De naam ''Laodicéa'' is samengesteld uit de Griekse woorden ''laos'' (=volk) en ''dike'' (=oordeel, vonnis, straf, gerechtigheid). In de uitspraak ligt de klemtoon op de 'e'. De bewoners heten Laodiceëers (Col. 4:16).
Onbekend is of Paulus de stad heeft bezocht, maar het is duidelijk dat de plaatselijke gemeente in zijn hart was en dat hij haar welzijn zocht, zoals blijkt uit zijn brief aan de heiligen te Colosse.

Laodicéa werd na de herbouw een welvarende stad. Eens werd zij verwoest door een aardbeving, maar de bewoners waren in staat om haar zonder hulp van de staat te herbouwen. Op de welvaart en rijkdom wijst Openbaring 3:17,<blockquote>''Opb 3:17 Omdat u zegt: Ik ben rijk en verrijkt en heb aan niets gebrek, en u weet niet dat u de ellendige, jammerlijke, arme, blinde en naakte bent,'' (TELOS)</blockquote>Later is de stad opnieuw vernietigd. De ruïnes worden genoemd ''Eski''-''hissar''.  

== Gemeente van Christus ==
Er was daar een christelijke gemeente ontstaan, misschien door de dienst van de Kolosser [[Epafras]]. Onzeker is of Paulus de gemeente heeft bezocht. In elk geval heeft hij haar een brief geschreven, die ons echter niet is overgeleverd (Col. 4:16).

Het is duidelijk dat de plaatselijke gemeente in Paulus' hart was en dat hij haar welzijn zocht, zoals blijkt uit zijn brief aan de heiligen te Kolosse.


<blockquote>''Col 1:27 Aan hen heeft God willen bekend maken welke de rijkdom is van de heerlijkheid van deze verborgenheid onder de volken, welke is Christus in u, de hoop van de heerlijkheid. Col 1:28 Hem verkondigen wij, terwijl wij iedere mens terechtwijzen en iedere mens leren in alle wijsheid, om iedere mens volmaakt te stellen in Christus. Col 1:29 Hiervoor arbeid ik ook onder strijd naar zijn werking, die in mij werkt met kracht. Col 2:1 Want ik wil dat u weet, wat een strijd ik heb voor u en voor hen in <u>Laodicéa</u>, en voor allen die mijn aangezicht in het vlees niet hebben gezien; Col 2:2 opdat hun harten vertroost worden en zij samengevoegd zijn in liefde en tot alle rijkdom van de volle zekerheid van het inzicht, tot kennis van de verborgenheid van God de Vader, Christus, Col 2:3 in Wie al de schatten van de wijsheid en kennis verborgen zijn.'' (TELOS)</blockquote>
<blockquote>''Col 1:27 Aan hen heeft God willen bekend maken welke de rijkdom is van de heerlijkheid van deze verborgenheid onder de volken, welke is Christus in u, de hoop van de heerlijkheid. Col 1:28 Hem verkondigen wij, terwijl wij iedere mens terechtwijzen en iedere mens leren in alle wijsheid, om iedere mens volmaakt te stellen in Christus. Col 1:29 Hiervoor arbeid ik ook onder strijd naar zijn werking, die in mij werkt met kracht. Col 2:1 Want ik wil dat u weet, wat een strijd ik heb voor u en voor hen in <u>Laodicéa</u>, en voor allen die mijn aangezicht in het vlees niet hebben gezien; Col 2:2 opdat hun harten vertroost worden en zij samengevoegd zijn in liefde en tot alle rijkdom van de volle zekerheid van het inzicht, tot kennis van de verborgenheid van God de Vader, Christus, Col 2:3 in Wie al de schatten van de wijsheid en kennis verborgen zijn.'' (TELOS)</blockquote>


<blockquote>''Col 4:13 Want ik getuig van hem, dat hij veel moeite doet voor u en voor hen in <u>Laodicéa</u> en hen in Hierápolis. Col 4:15 Groet de broeders in <u>Laodicéa</u>, en Nymfa, en de gemeente in haar huis. Col 4:16 En wanneer de brief bij u is gelezen, zorgt er dan voor dat hij ook wordt gelezen in de gemeente van de Laodiceëers en dat ook u die uit Laodicéa leest.'' (TELOS)</blockquote>De toestand van de gemeente kennen wij hoofdzakelijk uit de brief die de Heer door de hand van de apostel Johannes aan haar liet schrijven.<blockquote>''Opb 1:11 die zei: Wat u ziet, schrijf dat in een boek en zend het aan de zeven gemeenten: naar Efeze, naar Smyrna, naar Pergamus, naar Thyatira, naar Sardis, naar Filadelfia en naar Laodicea. Opb 3:14 En schrijf aan de engel van de gemeente in Laodicea: Dit zegt de Amen, de trouwe en waarachtige getuige, het begin van de schepping van God: (TELOS)''</blockquote>'''Artemon''' (ook ''Artemonos'' of ''Artemonus'') van Laodicéa was een ouderling die ca. 303 als martelaar werd onthoofd.<ref>Meer over Artemon op http://www.heiligen.net/heiligen/10/08/10-08-0303-artemon.php</ref>
<blockquote>''Col 4:13 Want ik getuig van hem, dat hij veel moeite doet voor u en voor hen in <u>Laodicéa</u> en hen in Hierápolis. Col 4:15 Groet de broeders in <u>Laodicéa</u>, en Nymfa, en de gemeente in haar huis. Col 4:16 En wanneer de brief bij u is gelezen, zorgt er dan voor dat hij ook wordt gelezen in de gemeente van de Laodiceëers en dat ook u die uit Laodicéa leest.'' (TELOS)</blockquote>De toestand van de gemeente kennen wij hoofdzakelijk uit de brief die de Heer door de hand van de apostel Johannes aan haar liet schrijven.<blockquote>''Opb 1:11 die zei: Wat u ziet, schrijf dat in een boek en zend het aan de zeven gemeenten: naar Efeze, naar Smyrna, naar Pergamus, naar Thyatira, naar Sardis, naar Filadelfia en naar <u>Laodicea</u>. (Telos)''</blockquote><br /><blockquote>''Opb 3:14 En schrijf aan de engel van de gemeente in <u>Laodicea</u>: Dit zegt de Amen, de trouwe en waarachtige getuige, het begin van de schepping van God: (Telos)''</blockquote>'''Artemon''' (ook ''Artemonos'' of ''Artemonus'') van Laodicéa was een ouderling die ca. 303 als martelaar werd onthoofd.<ref>Meer over Artemon op http://www.heiligen.net/heiligen/10/08/10-08-0303-artemon.php</ref>

=== Voorafschaduwing ===
Veel uitleggers zien in de gemeente van Laodicea , zoals zij was toen Johannes haar in opdracht van de Heer Jezus een brief moest schrijven, een voorafschaduwing van een deel van de gemeente van Christus in de laatste dagen. 'Volksoordeel' (de betekenis van haar naam), niet het Woord van God, is beslissend in de gemeente. De Heer staat buiten. Zij is lauw, zelfvoldaan. Ten laatste wordt zij uit 's Heren mond gespuwd, omdat zij de overspelige vrouw Babylon is geworden.


== Bronnen ==
== Bronnen ==

Huidige versie van 4 feb 2024 om 17:59

Laodicéa (= volksoordeel) is een plaats genoemd in het Nieuwe Testament. Jaren na Zijn hemelvaart en verhoging liet de Heer Jezus aan de gemeente aldaar schrijven door de apostel Johannes (Opb. 3:14v). Laodicea was in de oudheid een belangrijke stad in het district Frygië in Klein-Azië.

Ligging. De stad lag tussen de steden Hiërapolis en Kolosse in, die ook beide in het Nieuwe Testament worden genoemd.

Ligging van Laodicéa.

Naam

De oude stadsnaam van Laodicéa was Diospolis, maar toen Antiochus Theos de stad herbouwde noemde hij haar Laodicéa, naar de naam van zijn vrouw Laodice.

De naam Laodicéa is samengesteld uit de Griekse woorden laos (=volk) en dike (=oordeel, vonnis, straf, gerechtigheid). In de uitspraak ligt de klemtoon op de 'e'. De bewoners heten Laodiceëers (Col. 4:16).

Laodicéa werd na de herbouw een welvarende stad. Eens werd zij verwoest door een aardbeving, maar de bewoners waren in staat om haar zonder hulp van de staat te herbouwen. Op de welvaart en rijkdom wijst Openbaring 3:17,

Opb 3:17 Omdat u zegt: Ik ben rijk en verrijkt en heb aan niets gebrek, en u weet niet dat u de ellendige, jammerlijke, arme, blinde en naakte bent, (TELOS)

Later is de stad opnieuw vernietigd. De ruïnes worden genoemd Eski-hissar.  

Gemeente van Christus

Er was daar een christelijke gemeente ontstaan, misschien door de dienst van de Kolosser Epafras. Onzeker is of Paulus de gemeente heeft bezocht. In elk geval heeft hij haar een brief geschreven, die ons echter niet is overgeleverd (Col. 4:16).

Het is duidelijk dat de plaatselijke gemeente in Paulus' hart was en dat hij haar welzijn zocht, zoals blijkt uit zijn brief aan de heiligen te Kolosse.

Col 1:27 Aan hen heeft God willen bekend maken welke de rijkdom is van de heerlijkheid van deze verborgenheid onder de volken, welke is Christus in u, de hoop van de heerlijkheid. Col 1:28 Hem verkondigen wij, terwijl wij iedere mens terechtwijzen en iedere mens leren in alle wijsheid, om iedere mens volmaakt te stellen in Christus. Col 1:29 Hiervoor arbeid ik ook onder strijd naar zijn werking, die in mij werkt met kracht. Col 2:1 Want ik wil dat u weet, wat een strijd ik heb voor u en voor hen in Laodicéa, en voor allen die mijn aangezicht in het vlees niet hebben gezien; Col 2:2 opdat hun harten vertroost worden en zij samengevoegd zijn in liefde en tot alle rijkdom van de volle zekerheid van het inzicht, tot kennis van de verborgenheid van God de Vader, Christus, Col 2:3 in Wie al de schatten van de wijsheid en kennis verborgen zijn. (TELOS)

Col 4:13 Want ik getuig van hem, dat hij veel moeite doet voor u en voor hen in Laodicéa en hen in Hierápolis. Col 4:15 Groet de broeders in Laodicéa, en Nymfa, en de gemeente in haar huis. Col 4:16 En wanneer de brief bij u is gelezen, zorgt er dan voor dat hij ook wordt gelezen in de gemeente van de Laodiceëers en dat ook u die uit Laodicéa leest. (TELOS)

De toestand van de gemeente kennen wij hoofdzakelijk uit de brief die de Heer door de hand van de apostel Johannes aan haar liet schrijven.

Opb 1:11 die zei: Wat u ziet, schrijf dat in een boek en zend het aan de zeven gemeenten: naar Efeze, naar Smyrna, naar Pergamus, naar Thyatira, naar Sardis, naar Filadelfia en naar Laodicea. (Telos)


Opb 3:14 En schrijf aan de engel van de gemeente in Laodicea: Dit zegt de Amen, de trouwe en waarachtige getuige, het begin van de schepping van God: (Telos)

Artemon (ook Artemonos of Artemonus) van Laodicéa was een ouderling die ca. 303 als martelaar werd onthoofd.[1]

Voorafschaduwing

Veel uitleggers zien in de gemeente van Laodicea , zoals zij was toen Johannes haar in opdracht van de Heer Jezus een brief moest schrijven, een voorafschaduwing van een deel van de gemeente van Christus in de laatste dagen. 'Volksoordeel' (de betekenis van haar naam), niet het Woord van God, is beslissend in de gemeente. De Heer staat buiten. Zij is lauw, zelfvoldaan. Ten laatste wordt zij uit 's Heren mond gespuwd, omdat zij de overspelige vrouw Babylon is geworden.

Bronnen

In dit artikel is vertaalde tekst gebruikt uit A New and Concise Bible Dictionary (George Morris, 1899).

Voetnoot