Sodom

Uit Christipedia

Sodom is één van de Kanaänitische steden, bij het dal Siddim, welke tot een verschrikkelijk strafgericht, door een vuur- en zwavelregen verwoest en omgekeerd werden. God verwoestte de stad om de slechtheid van de bevolking, Gen. 19:24-28. De zonden waren trots (Ezech. 16:49), verwaarlozing van de armen en behoeftigen (Ezech. 16:49) en seksueel wangedrag. De figuurlijke vruchten waren bitter (vgl. De 32:32). 

Zie Gen. 10: 19; 13: 10; 19: 24, 25; Jes. 1: 9. Amos 4: 11. In het Nieuwe Testament wordt Sodom genoemd in: Mt 10:15; 11:23-24; Mr 6:11; Lu 10:12; 17:29; Ro 9:29 en Judas vers 7.

Naam. De Hebreeuwse naam is סדם, sedom, wat betekent ‘branden’[1].De Griekse naam is sodoma, de Latijnse naam: sodoma.

Ligging. Sodom was gelegen aan de zuidoostelijke grens van Kanaän:
Ge 10:19 En de grens van de Kanaänieten reikte van Sidon in de richting van Gerar tot aan Gaza, [en] in de richting van Sodom, Gomorra, Adama en Zeboïm, tot aan Lasa. (HSV)
Sodom lag in de toen waterrijke, paradijselijke Jordaanvlakte.
Ge 13:10 En Lot sloeg de ogen op en zag dat heel de Jordaanvlakte rijk aan water was; voordat de HEERE Sodom en Gomorra te gronde gericht had, was zij in de richting van Zoar als de hof van de HEERE, als het land Egypte. (HSV)
Mogelijke ligging van Sodom in de zuidoosthoek van de tegenwoordige Dode Zee 

Lot; Bera. Lot, de neef van Abraham, ging er wonen (Gen. 13:12; 14:10) en vervulde er kennelijk een bestuurlijke taak; hij zat er in de poort.

Eén koning van Sodom wordt in de Schrift vermeld: Bera, koning ten tijde van Abram. Tegen hem en vier andere Kanaänitische koningen trokken vier koningen uit het Oosten ten strijde. Sodom werd ingenomen, Lot en andere inwoners als gevangenen weggevoerd, maar later werden ze door Abram bevrijd. 

Zondigheid. In Sodom waren nauwelijks rechtvaardigen te vinden, minder dan tien (vgl. Gen. 18:32). De mannen van Sodom waren grote zondaars.

Ge 13:13 De mannen van Sodom waren echter slecht en grote zondaars tegenover de HEERE. (HSV)
Ge 18:20 Verder zei de HEERE: De roep van Sodom en Gomorra is groot en hun zonde heel zwaar. (HSV)

De twee engelen die er kwamen spraken Lot van "de ongerechtigheid van deze stad" (Gen. 19:15).

Van de stad ging een groot geroep uit. De engelen zeiden tot Lot: "haar geroep is groot geworden is voor het aangezicht van de HEERE" (Gen. 19:13). Een geroep van de mensen die onrecht werd aangedaan.

De Sodomieten waren openlijke zondaars.

Jes 3:9  Hun gelaatsuitdrukking getuigt tegen hen. Zoals Sodom maken zij hun zonden [openlijk] bekend, zij verbergen [ze] niet. Wee hun ziel, want zij doen zichzelf kwaad aan. (HSV)
Zo riepen ze Lot toe dat ze seks wilden hebben met de mannen die bij hem ingetrokken waren om te overnachten.
Ge 19:5  En zij riepen Lot toe, en zeiden tot hem: Waar zijn die mannen, die deze nacht tot u gekomen zijn? breng hen uit tot ons, opdat wij ze bekennen. (SV)
De zonden van Sodom die vermeld worden zijn: het seksueel wangedrag van de mannen (homoseksueel en/of biseksueel gedrag), de begeerte om de gasten van Lot te verkrachten (misdaad in groepsseks), trots en de verwaarlozing van armen en behoeftigen.
Eze 16:49 Zie, dit was de ongerechtigheid van uw zuster Sodom: trots, overvloed van voedsel en zorgeloze rust had zij met haar dochters. De hand van de arme en de behoeftige ondersteunde zij echter niet. Eze 16:50  Zij verhieven zich en deden een gruweldaad voor Mijn aangezicht. Daarom deed Ik hen weg, zodra Ik het gezien had. (HSV)
Jds 1:7 Zoals Sodom en Gomorra en de steden daaromheen, die op dezelfde wijze als dezen hoereerden en ander vlees achterna gingen, daar liggen als een voorbeeld, doordat zij een straf van eeuwig vuur ondergaan. (TELOS)

Het Nederlandse woord sodomie herinnert aan de ontucht van de mannen van Sodom. 

De vruchten van de Sodomieten, hun houding en werken, waren bittere vruchten: 
De 32:32 Want hun wijnstok is uit de wijnstok van Sodom en uit de velden van Gomorra; hun druiven zijn giftige druiven, bittere trossen hebben zij. (HSV)
Verwoesting. Om het slechte gedrag van hun burgers verwoestte God de steden Sodom en Gomorra door vuur en zwavel uit de hemel te laten neerkomen, nadat Lot en zijn gezin door twee engelen uit Sodom waren uitgeleid.
Eze 16:50  Zij verhieven zich en deden een gruweldaad voor Mijn aangezicht. Daarom deed Ik hen weg, zodra Ik het gezien had. (HSV)
Lu 17:29 op de dag echter dat Lot uit Sodom ging, regende het vuur en zwavel van de hemel en verdelgde hen allen. (TELOS)
'De verwoesting van Sodom en Gomorra', schilderij van John Martin (1789-1854), 1852
Ge 19:28 Hij keek uit over Sodom en Gomorra en over heel het gebied van de vlakte. En zie, hij zag dat er rook van dat land opsteeg, zoals de rook van een oven. (HSV)

Bij de uitvoering van het Godsgericht kwam geen mensenhand te pas:

Kla 4:6 Groter is de ongerechtigheid van de dochter van mijn volk waw dan de zonde van Sodom, dat als in een ogenblik ondersteboven werd gekeerd, zonder toedoen van [mensen] handen. (HSV)

Het resultaat wordt beschreven:

De 29:23 zeggen dat heel zijn land zwavel en zout, een brandplek, is; dat het niet wordt bezaaid, er niets op groeit en er geen enkel gewas opkomt, zoals bij de omkering van Sodom en Gomorra, Adama en Zeboïm, die de HEERE omgekeerd heeft in Zijn toorn en in Zijn grimmigheid (HSV)

De plaats is thans waarschijnlijk bedekt door het water van de Dode Zee. De exacte ligging is echter onzeker. 

Sodom wordt steeds verbonden met Gomorra in de vermeldingen van die vernietiging. Deze beide steden worden zowel in het O.T. als in de N.T. voorgehouden als een waarschuwend voorbeeld van Gods rechtstreeks handelen in oordeel (Gen. 14, 18, 19; 2 Petr. 2:6; Judas 7). In Jes. 1:10 was Israël zo diep gevallen, dat de profeet hen aanspreekt als 'gij oversten van Sodom', 'gij volk van Gomorra'. 
Jes 1:9 Als de HEERE van de legermachten ons niet een gering aantal ontkomenen had overgelaten, als Sodom zouden wij geworden zijn; wij zouden Gomorra gelijk geworden zijn. Jes 1:10  Hoor het woord van de HEERE, leiders van Sodom! Neem de wet van onze God ter ore, volk van Gomorra! (HSV)
Jer 23:14 Maar bij de profeten van Jeruzalem heb Ik iets afschuwelijks gezien: zij plegen overspel, met leugen gaan zij [hun weg] zij bemoedigen de kwaaddoeners, zodat niemand zich bekeert van zijn slechtheid. Zij allen zijn voor Mij als Sodom, en zijn inwoners als Gomorra. (HSV)
Jes 13:19  Alzo zal Babel, het sieraad der koninkrijken, de heerlijkheid, de hovaardigheid der Chaldeën, zijn gelijk als God Sodom en Gomorra omgekeerd heeft. (SV)
Sef 2:9 Daarom, [zo waar] Ik leef, spreekt de HEERE van de legermachten, de God van Israël: Voorzeker, Moab zal als Sodom worden en de Ammonieten als Gomorra: een distelveld, een zoutgroeve en een woestenij tot in eeuwigheid! De rest van Mijn volk zal hen plunderen, het overblijfsel van Mijn volk zal hen in erfelijk bezit nemen. (HSV)

Jeruzalem gelijk Sodom. In het laatste bijbelboek is Jeruzalem de stad die 'geestelijk genaamd wordt Sodom en Egypte' (Opb. 11:8).

Toekomstige dag van het oordeel. Hoewel het oordeel ernstig en volledig was, zei de Heer Jezus dat het voor de steden Sodom en Gomorra dragelijker zou zijn in het dag van het oordeel dan voor de steden waarin Hij zijn machtige werken gedaan had en die zich desondanks niet bekeerd hadden (Matth. 10:15, Luk. 10:12.)
Lu 10:10  En welke stad u ook binnengaat en men ontvangt u niet, gaat naar buiten op haar straten en zegt:  Lu 10:11  Zelfs het stof uit uw stad dat aan onze voeten kleeft, vegen wij af tegen u; weet evenwel dit, dat het koninkrijk van God nabij gekomen is.  Lu 10:12  Ik zeg u, dat het voor Sodom in die dag draaglijker zal zijn dan voor die stad.  Lu 10:13  Wee u, Chorazin, wee u, Bethsaida, want als in Tyrus en Sidon de krachten waren gebeurd die in u zijn gebeurd, allang zouden zij zich in zak en as gezeten hebben bekeerd. Lu 10:14  Evenwel, het zal voor Tyrus en Sidon draaglijker zijn in het oordeel dan voor u. Lu 10:15  En u, Kapernaum, zult u soms tot de hemel verhoogd worden? Tot de hades zult u worden neergestoten!  Lu 10:16  Wie u hoort, hoort Mij; en wie u verwerpt, verwerpt Mij; en wie Mij verwerpt, verwerpt Hem die Mij heeft gezonden. (Telos)
Het evangelie van het Koninkrijk is goed nieuws voor de mensen die zich bekeren. Maar de komst van Koninkrijk brengt oordeel voor de goddelozen, die de boodschap afwijzen.

Voetnoot

  1. Aldus Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen. Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon van Larry Pierce. S.J. van Ronkel, Woordenboek der eigennamen (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Sodom, noemt als betekenis, naar het arabisch, treurigheid. Ronkel was destijds hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëedigd vertaler.